Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 14 mei 2004
gepubliceerd op 11 juni 2004

Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Wegen en Verkeer

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035923
pub.
11/06/2004
prom.
14/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/14/2004035923/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 MEI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Wegen en Verkeer


De Vlaamse regering, Gelet op artikel 87, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op de artikelen 6, § 2, en 7 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 juni 1958 betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 augustus 1967, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 februari 1970 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de veldritten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en beheer;

Gelet op het ministerieel besluit van 29 maart 1995 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake openbare werken en ruimtelijke ordening aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;

Gelet op het ministerieel besluit van 19 juni 1995 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake vervoer, monumenten en landschappen, aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 28 maart 1997 en 30 april 1997;

Gelet op het ministerieel besluit van 4 juli 2002 houdende vaststelling van de voorwaarden onder dewelke het Vlaamse Gewest bijdraagt in de kosten bij de overdracht van een gewestweg of een gedeelte van de gewestweg naar de gemeenten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 betreffende het geregeld vervoer, de bijzondere vormen van geregeld vervoer, het vervoer voor eigen rekening en het ongeregeld vervoer;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Financiën en de Begroting, gegeven op 26 maart 2004;

Gelet op het advies 36.871/3 van de Raad van State, gegeven op 22 april 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° agentschap : het Agentschap voor Wegen en Verkeer, opgericht bij artikel 2 van dit besluit;2° ATOM : het Agentschap voor Technische Opdrachten Mobiliteit, opgericht bij artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Agentschap voor Technische Opdrachten Mobiliteit van 14 mei 2004;3° minister : de minister die bevoegd is voor het beleidsdomein Mobiliteit. HOOFDSTUK II. - Benaming, doel en taakstelling van het agentschap

Art. 2.Binnen het Vlaams ministerie van Mobiliteit wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht. Dat agentschap draagt als naam Agentschap voor Wegen en Verkeer, afgekort AWV. Het agentschap wordt opgericht voor de uitvoering van het beleid inzake wegen en verkeer.

Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Mobiliteit.

Art. 3.Het agentschap heeft als missie, binnen het beleidsdomein Mobiliteit, op een duurzame wijze bij te dragen tot het verzekeren van de vlotte en veilige verplaatsing van mensen en goederen over de gewestwegen.

Daartoe is het voor de investeringswerken van de gewestwegen verantwoordelijk met uitzondering van de opdrachten en taken die zijn toevertrouwd aan het ATOM of andere Vlaamse overheidsinstellingen.

Tevens zorgt het voor het onderhoud en de exploitatie ervan, evenals voor het beheer van het verkeer en het vervoer over die wegen.

Art. 4.§ 1. In het kader van de missie als omschreven in artikel 3 is het Agentschap voor Wegen en Verkeer belast met de volgende taken : 1° verantwoordelijk voor de aanleg, herinrichting, de uitrusting en het onderhoud van wegen voor autoverkeer, vrachtvervoer, fiets - en voetgangersvoorzieningen en voorzieningen voor andersvaliden;2° verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie van voormelde infrastructuur met inbegrip van het afleveren van vergunningen;3° het verstrekken van adviezen voor inplantingen naast deze infrastructuur;4° verantwoordelijk voor de afwikkeling en sturing van het verkeer en het vervoer over die gewestwegen met inbegrip van het bevorderen van de verkeersveiligheid;5° het sluiten en volgen van mobiliteitsconvenants;6° het verstrekken van advies over de structuren, materialen en elementen die gebruikt worden in de wegenbouw en over het uitvoeren van proeven. § 2. Het agentschap levert het departement de vereiste beleidsgerichte input zodat het over alle nuttige informatie beschikt om effectief en efficiënt zijn rol te vervullen op het vlak van de beleidsvoorbereiding en - evaluatie en op het vlak van de ondersteuning van de minister bij de opvolging en de aansturing van de uitvoering van het beleid. § 3. Het agentschap kan in het algemeen alle activiteiten verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van de missie en de taken zoals omschreven in artikel 3 en artikel 4, § 1 en § 2, voorzover die opdrachten en taken niet zijn toegewezen aan ATOM of andere Vlaamse overheidsinstellingen.

Art. 5.Overeenkomstig artikel 9, § 1, 1°, van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, regelt de beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria.

Art. 6.Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het agentschap op voor en namens de rechtspersoon Vlaamse Gewest. HOOFDSTUK III. - Aansturing en leiding van het agentschap

Art. 7.Het Agentschap voor Wegen en Verkeer ressorteert onder het hiërarchische gezag van de minister.

Art. 8.De minister stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de beheersovereenkomst.

Art. 9.Overeenkomstig artikel 6, § 3, van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 is het hoofd van het agentschap belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging ervan van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. HOOFDSTUK IV. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden

Art. 10.Met betrekking tot de in het besluit van de Vlaamse regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid vermelde aangelegenheden wordt aan het hoofd van het agentschap de volgende aanvullende delegatie verleend inzake overheidsopdrachten : het nemen van beslissingen met een financiële weerslag inzake de uitvoering van overheidsopdrachten voorzover die beperkt blijft tot een gezamenlijke maximale financiële weerslag van 25 % boven het initiële gunningbedrag en voorzover die beslissingen geen wezenlijke aanpassing van het voorwerp van de opdracht inhouden.

Art. 11.Aan het hoofd van het agentschap worden de volgende delegaties verleend : 1° inzake overheidsopdrachten : het afsluiten van overeenkomsten met andere publiekrechtelijke personen voor het uitvoeren van gezamenlijke werken krachtens artikel 19 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. 2° inzake buitengerechtelijke betwistingen : a) het aangaan van dadingen, minnelijke schikkingen en schulderkenningen, voorzover de budgettaire weerslag ervan niet meer bedraagt dan 65.000 euro; b) het afzien van een vordering voorzover het geschil maximaal 65.000 euro bedraagt in hoofdsom, verhoogd met de verwijlintresten. 3° inzake onteigeningen : a) het laten uitvoeren van de door de minister goedgekeurde onteigeningsplannen; b) zich akkoord verklaren met de uitvoering van de onteigeningen die vereist zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die vermeld worden in het door de minister goedgekeurde programma van het lopende dienstjaar en het volgende begrotingsjaar tot een bedrag van 500.000 euro; c) na machtiging door de minister zich akkoord verklaren met de voorstellen tot vervroegde onteigening tot een bedrag van 250.000 euro. 4° inzake het wegverkeer : a) het sluiten van overeenkomsten met de gemeenten voor het plaatsen van bi-flashinstallaties langs de gewestwegen; b) het verlenen van toelating inzake het verkeer op de autosnelwegen overeenkomstig artikel 59.10, 2°, van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemene politie op het wegverkeer; c) het verbieden van verkeer over de bruggen, beheerd door het agentschap;d) het goedkeuren van aanvullende gemeentelijke verkeersreglementering voor de gewestwegen overeenkomstig artikel 3, § 2, van de wet van 16 maart 1968 op de politie van het wegverkeer;5° inzake het wegbeheer : a) het toestaan van afwijkingen voor de bouwvrije stroken langs de autosnelwegen overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 4 juni 1958 betreffende de vrije stroken langs de autosnelwegen;b) het toestaan van afwijkingen voor de achteruitbouwstroken langs de gewestwegen overeenkomstig artikel 7 van de koninklijke besluiten van 20 augustus 1934 met als opschrift « Wegen - Erfdienstbaarheid 'non aedificandi' »;c) het verlenen van bindende adviezen overeenkomstig artikel 111, § 5, 1°, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;d) het uitbrengen van advies inzake de vergunning tot de organisatie van wielerwedstrijden of van veldritten, overeenkomstig artikel 21, tweede lid, van het koninklijk besluit van 21 augustus 1967 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de veldritten;e) het aanstellen van bevoegde ambtenaren overeenkomstig artikel 2, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 21 maart 2003 tot bestrijding van de schade aan het wegdek door gewichtsoverschrijding;f) het aanstellen van bevoegde ambtenaren van het agentschap overeenkomstig artikel 9, 1, § 1, 5°, van het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer;g) het afsluiten en het ondertekenen van mobiliteitsconvenants overeenkomstig artikel 3 van het decreet van 20 april 2001 betreffende de mobiliteitsconvenants.6° inzake subsidies en andere vormen van financiële tegemoetkomingen overeenkomstig omzendbrieven, dienstorders, richtlijnen alsook de beheersovereenkomst : a) het toestaan krachtens de vigerende voorschriften aan gemeenten van tegemoetkomingen in de kosten die voortvloeien uit de overdracht van gewestwegen of uit de aanleg van rioleringen onder de gewestwegen;b) het verlenen van subsidies aan instellingen, organisaties en verenigingen die actief zijn op het vlak van verkeersopvoeding, verkeerskunde en verkeersveiligheid; c) het verlenen van subsidies aan de V.Z.W. Komimo voor de organisatie van algemene acties en initiatieven ter bevordering van alternatieve verplaatsingswijzen; d) het verlenen van subsidies voor het opzetten van promotiecampagnes en proefprojecten in het woon - werkverkeer;e) het verlenen van subsidies aan lagere overheden voor de uitbating van verkeerseducatieparken. HOOFDSTUK V.- Controle, voortgangscontrole en toezicht

Art. 12.Onverminderd de artikelen 9, 33 en 34 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit, is de minister verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het agentschap.

Art. 13.De minister kan, in het kader van de voortgangscontrole en de uitoefening van het toezicht, op ieder ogenblik aan het hoofd van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op niveau van individuele onderwerpen en dossiers. HOOFDSTUK VI. - Wijzigingsbepalingen

Art. 14.In artikel 9 van het koninklijk besluit van 4 juni 1958 betreffende de vrije stroken langs autosnelwegen, worden de woorden "het bestuur" vervangen door de woorden "het Agentschap voor Wegen en Verkeer".

Art. 15.In artikel 21, eerste lid, van het koninklijk besluit van 21 augustus 1967, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 februari 1970 tot reglementering van de wielerwedstrijden en van de veldritten, worden de woorden "de hoofddirecteurs van de diensten van Bruggen en Wegen" vervangen door de woorden "het hoofd van het Agentschap voor Wegen en Verkeer".

Art. 16.In artikel 9, 1, § 1, 5°, van het besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming en -beheer, worden de woorden "de Administratie Wegeninfrastructuur en Verkeer" vervangen door de woorden "het Agentschap voor Wegen en Verkeer".

Art. 17.Artikel 1, 3°, van het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatieve gebruik van het openbaar domein van de wegen, de waterwegen en hun aanhorigheden, de zeewering en de dijken, wordt vervangen als volgt : « 3° de domeinbeheerder : het voor het beheer van het domeingoed bevoegde agentschap van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap of de voor het beheer van het domeingoed bevoegde publiekrechtelijke rechtspersoon die afhangt van het Vlaamse Gewest; ».

Art. 18.In artikel 4 van het ministerieel besluit van 4 juli 2002 houdende vaststelling van de voorwaarden onder dewelke het Vlaamse Gewest bijdraagt in de kosten bij de overdracht van een gewestweg of een gedeelte van de gewestweg naar de gemeenten, worden de woorden "de Administratie Wegen en Verkeer" vervangen door de woorden "het Agentschap voor Wegen en Verkeer".

In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden "de directeur-generaal van de Administratie Wegen en Verkeer" vervangen door de woorden "het hoofd van het Agentschap voor Wegen en Verkeer".

Art. 19.In artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2002 betreffende het geregeld vervoer, de bijzondere vormen van geregeld vervoer, het vervoer voor eigen rekening en het ongeregeld vervoer wordt het woord "de administratie" vervangen door het woord "het agentschap".

In artikel 37 van hetzelfde besluit worden de woorden "de administratie Wegen en Verkeer" vervangen door de woorden "het Agentschap voor Wegen en Verkeer".

In artikel 38, § 5, van hetzelfde besluit worden de woorden "de directeur-generaal van de administratie Wegen en Verkeer" vervangen door de woorden "het hoofd van het Agentschap voor Wegen en Verkeer".

Art. 20.In artikel 2, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 21 maart 2003 tot bestrijding van de schade aan het wegdek door gewichtsoverschrijding worden de woorden "de administratie Wegen en Verkeer" vervangen door de woorden "het Agentschap voor Wegen en Verkeer".

In artikel 2, § 1, 1°, van de bijlage I van hetzelfde besluit worden de woorden "Administratie Wegen en Verkeer" vervangen door de woorden "Agentschap voor Wegen en Verkeer".

Art. 21.In het ministerieel besluit van 19 juni 1995 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake vervoer, monumenten en landschappen, aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 28 maart 1997 en 30 april 1997 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in artikel 1 worden het vierde streepje en de woorden "Administratie Wegen en Verkeer" geschrapt;2° Artikel 12, § 2, wordt opgeheven.

Art. 22.In het ministerieel besluit van 29 maart 1995 houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake openbare werken en ruimtelijke ordening aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in artikel 1 worden het vierde streepje en de woorden "Administratie Wegen en Verkeer" geschrapt;2° Artikel 11, § 1, wordt opgeheven. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 23.De Vlaamse regering stelt de datum vast waarop dit besluit in werking treedt.

Art. 24.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Openbare Werken en het Vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 mei 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT

^