Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 15 juli 2002
gepubliceerd op 18 oktober 2002

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 februari 1967 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de subsidies, door de Staat verleend voor de ontwikkeling van de toeristische uitrusting

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002036290
pub.
18/10/2002
prom.
15/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/15/2002036290/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 februari 1967 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de subsidies, door de Staat verleend voor de ontwikkeling van de toeristische uitrusting


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 30 mei 1985 betreffende de subsidiëring van de v.z.w. Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen, gewijzigd bij het decreet van 21 december 2001;

Gelet op het decreet van 7 juli 1998 betreffende de openbare instelling Toerisme Vlaanderen en de Vlaamse Raad voor het Toerisme, gewijzigd bij de decreten van 18 mei 1999 en 22 december 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 februari 1967 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de subsidies, door de Staat verleend voor de ontwikkeling van de toeristische uitrusting, zoals gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 september 1969 en van 9 maart 1977 en bij het besluit van de Vlaamse regering van 26 oktober 2001;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 juli 2002;

Gelet op het advies van de Vlaamse Raad voor het toerisme, gegeven op 24 juni 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 14 februari 1967, zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 24 september 1969, van 9 maart 1977 en van 26 oktober 2001 een dringende actualisatie behoeft om te kunnen inspelen op nieuwe cofinancieringstechnieken in het algemeen, zoals publiek-private samenwerking en die van de Europese steunprogramma's in het bijzonder.

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 14 februari 1967 tot vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van de subsidies, door de Staat verleend voor de ontwikkeling van de toeristische uitrusting, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « De Minister tot wiens bevoegdheid het toerisme behoort » worden vervangen door de woorden « Toerisme Vlaanderen »;2° de volgende woorden worden toegevoegd : « met inbegrip van informatie- en communicatietechnologie en promotie van het project ».

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 2.§ 1. De subsidieaanvragen worden ingediend bij Toerisme Vlaanderen. Tezelfdertijd wordt een kopie van de subsidieaanvraag bezorgd aan de bevoegde provinciale toeristische organisatie. Dat gebeurt voor 1 februari van elk jaar. Toerisme Vlaanderen kan tevens aanvullende oproepen tot subsidieaanvragen doen waarbij de uiterste datum van indiening wordt meegedeeld. Voorzover er binnen het dienstjaar voldoende budgettaire middelen zijn, kunnen meerdere oproepen gelanceerd worden. § 2. De aanvraag wordt met redenen omkleed en in duplo opgemaakt. Ze is vergezeld van de volgende bescheiden : 1° een plan met maten van het te verrichten werk;2° een voorontwerp met raming, beschrijvende opmeting en eenheidprijzen;3° een omstandig verslag dat aantoont dat het project aansluit bij op past in de toeristisch-recreatieve strategische planning van de toeristische regio of stad of in overeenstemming is met de beleidsaccenten gesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme of past in het door Toerisme Vlaanderen gestelde productlijnenbeleid;4° een afschrift van de beslissing van de in artikel 3, 1°, vermelde rechtspersonen, waarbij het principe van het werk en de aankoop, de plannen en het voorontwerp worden goedgekeurd;5° een verbintenis van de in artikel 3, 1°, vermelde rechtspersonen waaruit de financiering van het niet-gesubsidieerde aandeel van de begunstigde blijkt;6° een verklaring van het college van burgemeester en schepenen waaruit blijkt dat voldaan wordt aan de stedenbouwkundige voorschriften als dat vereist is;7° een financieringsplan van het te subsidiëren project;8° een afschrift van de eigendomstitel of van de huurovereenkomst betreffende het terrein waarop de verwezenlijking zal komen;9° een exemplaar van de statuten en zo mogelijk een exemplaar van de laatste twee balansen, wanneer de aanvragende instelling geen publieke rechtspersoon is;10° een attest waarbij de begunstigde instelling zich verbindt de gesubsidieerde verwezenlijking in orde te houden;11° een financieel programma inzake de latere exploitatie. De bescheiden, vermeld sub 1° en 2°, moeten door een architect, studiebureau of in geval van een publieke rechtspersoon ook door de technische dienst worden opgemaakt.

Voorzover vaststaat dat die werken niet uitgevoerd kunnen worden en dat die aankopen niet gedaan kunnen worden zonder extra financiële hulp moet een gemotiveerde nota ingediend worden. § 3. De bevoegde provinciale toeristische organisatie kan aan Toerisme Vlaanderen advies uitbrengen binnen een maand na ontvangst van de kopie, bedoeld in § 1. »

Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 september 1969 en 9 maart 1977 en bij het besluit van de Vlaamse regering van 26 oktober 2001, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 3.De toekenning van de subsidies hangt af van de volgende voorwaarden : 1° De aanvrager moet een publieke rechtspersoon zijn zoals vermeld in artikel 23 van het decreet van 30 juni 2000 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassingen van de begroting 2000, of een op basis van dit besluit erkende vereniging zonder winstoogmerk of een op basis van dit besluit erkende vereniging met sociaal oogmerk of een op basis van dit besluit erkend autonoom overheidsbedrijf;2° de voorgenomen werken en leveringen moeten door Toerisme Vlaanderen worden goedgekeurd;3° de aanvrager moet er zich toe verbinden de in de subsidieaanvraag bepaalde bestemming te handhaven gedurende een termijn van vijftien jaar ingaande op 1 januari volgend op het laatste jaar waarin hij de subsidies genoten heeft.De aanvrager moet gedurende deze 15-jarige termijn blijvend voldoen aan de erkenningsvoorwaarden van artikel 4.

Wordt de gesubsidieerde oprichting of aankoop door een vereniging zonder winstoogmerk of een vereniging met sociaal oogmerk of een autonoom overheidsbedrijf gedaan, dan moet deze de verbintenis aangaan het bedrag van de vereffende subsidie terug te betalen indien zij binnen de voormelde termijn van vijftien jaar zonder voorafgaande toestemming van de Vlaamse minister bevoegd voor toerisme, de bestemming wijzigt van het goed waarvoor de subsidie is toegekend. Die verbintenis moet door een hypotheek gewaarborgd zijn indien het bedrag van de subsidie hoger is dan 120.000 euro en als het om een investering of aankoop in onroerend goed gaat, tenzij de subsidie gegeven wordt ter uitvoering van het Decreet van 30 mei 1985 betreffende de subsidiëring van de v.z.w. Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen. In dat geval volstaat de verbintenis, goedgekeurd door de raad van bestuur van die v.z.w.; 4° De werken en leveringen moeten tot een beloop van ten minste 20% van de totale voorziene uitgaven, uiterlijk op het einde van het jaar volgend op dat waarop de subsidie werd aangerekend zijn uitgevoerd. Het kan verlengd worden tot twee jaar op initiatief van Toerisme Vlaanderen of op gemotiveerde verzoek van de aanvrager. »

Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 maart 1977, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 4.Om door de leidend ambtenaar van Toerisme Vlaanderen te worden erkend, moet een vereniging zonder winstoogmerk of een vereniging met sociaal oogmerk of een autonoom overheidsbedrijf die een subsidie aanvraagt : - laten blijken uit de statuten dat de rechtspersoon een toeristisch-recreatieve doelstelling heeft; - over voldoende middelen beschikken; - van een degelijk beheer doen blijken. »

Art. 5.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 5.Van enige beslissing inzake erkenning wordt kennis gegeven bij een ter post aangetekende brief aan de begunstigde met afschrift aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme. De vereniging zonder winstoogmerk of een vereniging met sociaal oogmerk of een autonoom overheidsbedrijf wie erkenning geweigerd wordt, kan binnen vijftien dagen na kennisgeving beroep instellen bij de Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme. »

Art. 6.In artikel 6, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de Minister tot wiens bevoegdheid het toerisme behoort » vervangen door de woorden « Toerisme Vlaanderen ».

Art. 7.Aan artikel 7 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, worden een § 2 en een § 3 toegevoegd, die luiden als volgt : « § 2. De begunstigde organisatie moet het bewijs leveren dat de aankopen en werken tegen de voordeligste voorwaarden en na een beroep op de mededinging hebben plaatsgehad. § 3. De aanvragers en de begunstigden moeten te allen tijde toestaan dat de daartoe bevoegde personeelsleden van Toerisme Vlaanderen ter plaatse het nuttig of nodig geoordeelde onderzoek verrichten met inbegrip van het onderzoek van de aanvragen en de controle van de aanwending van de subsidies. »

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 7bis.Het ministerieel besluit van 6 maart 1967 waarbij regelen worden gesteld voor het indienen van de aanvragen om subsidies, door de Staat verleend voor de ontwikkeling van de toeristische uitrusting, wordt opgeheven. »

Art. 9.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de woorden « Onze Minister-Staatssecretaris voor Toerisme » vervangen door de woorden « De Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme ».

Art. 10.Voor de toepassing van dit besluit komen alle aanvragen van 2002, die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit nog niet zijn vastgelegd, voor onderzoek in aanmerking.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 15 juli 2002 met uitzondering van artikel 3, 3°, tweede lid, en artikel 3, 4°, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2001.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 juli 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT

^