Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 15 mei 2009
gepubliceerd op 14 juli 2009

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de beveiliging van de toegang bij kinderopvangvoorzieningen

bron
vlaamse overheid
numac
2009203088
pub.
14/07/2009
prom.
15/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/15/2009203088/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 MEI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de beveiliging van de toegang bij kinderopvangvoorzieningen


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, artikelen 12 en 13, § 2, gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2008 houdende de voorwaarden voor toestemming en subsidiëring van lokale diensten buurtgerichte kinderopvang;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009 houdende de regeling van het attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 mei 2009;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat kinderopvangvoorzieningen dringend een financiële tegemoetkoming moeten krijgen om eventuele kosten voor de beveiliging van de toegang te kunnen dekken;

Overwegende dat de bestaande aanbevelingen voor de beveiliging van de toegang dringend verankerd moeten worden in regelgeving;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° Kind en Gezin : het intern verzelfstandigd agentschap Kind en Gezin, opgericht bij het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin;2° voorziening : kinderdagverblijf, initiatief, zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening, buitenschoolse opvang in aparte lokalen, lokale dienst voorschoolse opvang, lokale dienst buitenschoolse opvang en onthaalouder;3° kinderdagverblijf : een erkend kinderdagverblijf als vermeld in artikel 1, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders, en een zelfstandig kinderdagverblijf als vermeld in artikel 4, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009 houdende de regeling van het attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen;4° initiatief : initiatief als vermeld in artikel 1, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang;5° zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening : voorziening als vermeld in artikel 4, 3°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009 houdende de regeling van het attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen;6° buitenschoolse opvang in aparte lokalen : buitenschoolse kinderopvang in aparte lokalen die verbonden zijn aan een kinderdagverblijf als vermeld in artikel 5, § 5, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders;7° lokale dienst voorschoolse opvang : lokale dienst als vermeld in artikel 1, 10°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2008 houdende de voorwaarden voor toestemming voor en subsidiëring van lokale diensten buurtgerichte kinderopvang;8° lokale dienst buitenschoolse opvang : lokale dienst als vermeld in artikel 1, 11°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2008 houdende de voorwaarden voor toestemming voor en subsidiëring van lokale diensten buurtgerichte kinderopvang;9° onthaalouder : onthaalouder die aangesloten is bij een dienst als vermeld in artikel 1, 6°bis, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders en zelfstandige onthaalouder als vermeld in artikel 4, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009 houdende de regeling van het attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen;10° capaciteit : het maximale aantal kinderen, bepaald door Kind en Gezin, dat een voorziening gelijktijdig mag opvangen;11° opvanglokalen : het gebouw of het gedeelte van het gebouw waarin de opvang plaatsvindt.Daaronder worden niet alleen de leef- en rustruimten van de kinderen verstaan, maar ook alle andere lokalen, bijvoorbeeld de hal, berging, keuken, personeelslokalen, kelder, zolder, technische ruimten, trappen en evacuatiewegen. HOOFDSTUK 2. - Eenmalige financiële tegemoetkoming

Art. 2.Een voorziening kan van Kind en Gezin een eenmalige financiële tegemoetkoming krijgen voor de kosten met betrekking tot de beveiliging van de toegang. Daartoe dient de voorziening in 2009 een gemotiveerde aanvraag in bij Kind en Gezin, volgens de richtlijnen van Kind en Gezin.

Uit de motivatie blijken de gedane of geplande kosten met betrekking tot de beveiliging van de toegang. Kosten vanaf 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010 komen in aanmerking.

Het gaat om kosten van training op maat met betrekking tot de toegangsbeveiliging, om kosten voor organisatorische maatregelen, om kosten voor infrastructuur, of om kosten voor technische hulpmiddelen.

Art. 3.De financiële tegemoetkoming bedraagt maximaal : 1° voor een vestigingsplaats van een kinderdagverblijf met een capaciteit tot en met 22 plaatsen : 1.000 euro; 2° voor een vestigingsplaats van een kinderdagverblijf met een capaciteit vanaf 23 plaatsen : 1.500 euro; 3° voor een vestigingsplaats van een initiatief : 500 euro;4° voor een zelfstandige buitenschoolse opvangvoorziening : 500 euro;5° voor buitenschoolse opvang in aparte lokalen : 500 euro; 6° voor een lokale dienst voorschoolse opvang met een capaciteit tot en met 22 plaatsen : 1.000 euro; 7° voor een lokale dienst voorschoolse opvang met een capaciteit vanaf 23 plaatsen : 1.500 euro; 8° voor een lokale dienst buitenschoolse opvang : 500 euro;9° voor een onthaalouder : 500 euro. Voor onthaalouders die aangesloten zijn bij een dienst, wordt de financiële tegemoetkoming aangevraagd en betaald via de dienst. HOOFDSTUK 3. - Wijzigingsbepalingen

Art. 4.Aan artikel 3, eerste lid, 7°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2008, wordt een punt h) toegevoegd, dat luidt als volgt : "h) er maatregelen zijn om te voorkomen dat iemand de opvanglokalen en de buitenruimte ongemerkt binnenkomt of verlaat."

Art. 5.Aan artikel 11, eerste lid, 4°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven voor buitenschoolse opvang, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008, wordt een punt e) toegevoegd, dat luidt als volgt : "e) er maatregelen zijn om te voorkomen dat iemand de opvanglokalen en de buitenruimte ongemerkt binnenkomt of verlaat."

Art. 6.Aan artikel 14 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2008 houdende de voorwaarden voor toestemming en subsidiëring van lokale diensten buurtgerichte kinderopvang wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : "4° er maatregelen zijn om te voorkomen dat iemand de opvanglokalen en de buitenruimte ongemerkt binnenkomt of verlaat."

Art. 7.In artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2009 houdende de regeling van het attest van toezicht voor zelfstandige opvangvoorzieningen wordt een punt 3°/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "3°/1 ervoor zorgt dat er maatregelen zijn om te voorkomen dat iemand de opvanglokalen en de buitenruimte ongemerkt binnenkomt of verlaat;". HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 mei 2009.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Mevr. V. HEEREN

^