Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 16 december 2005
gepubliceerd op 16 februari 2006

Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2006035200
pub.
16/02/2006
prom.
16/12/2005
ELI
eli/besluit/2005/12/16/2006035200/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 DECEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Wonen-Vlaanderen


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1;

Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op artikel 6, § 2, en op artikel 7;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 14 oktober 2005;

Gelet op het advies 39.316/3 van de Raad van State, gegeven op 17 november 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Benaming, doel en taakstelling van het agentschap

Artikel 1.Binnen het Vlaams ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht onder de benaming Wonen-Vlaanderen, hierna het agentschap te noemen.

Het agentschap wordt opgericht voor de uitvoering van het beleid, inzonderheid op basis van de in dit besluit opgesomde taken inzake de huisvesting.

Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed.

Art. 2.Het agentschap heeft als missie het beleid voor wonen zoals het wordt vastgelegd door de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, kwaliteitsvol uit te voeren. Het richt zich daartoe in het bijzonder op de ondersteuning en de begeleiding van burgers en lokale overheden.

Art. 3.Met behoud van de toepassing van artikel 4 heeft het agentschap tot taak binnen het kader dat vastgesteld is door de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting : 1° de gemeenten te begeleiden bij de uitwerking van het lokale woonbeleid en het lokale woonoverleg;2° de kwaliteit van woningen te waarborgen door het uitvoeren van de in de regelgeving terzake voorgeschreven verrichtingen inzake : a) de vaststelling en de inventarisatie van leegstand, verwaarlozing, ongeschiktheid, onbewoonbaarheid en overbewoning van woningen en gebouwen;b) de intrekking van het conformiteitsattest voor woningen en kamers;3° gereglementeerde subsidies, toelagen, premies of tegemoetkomingen te verstrekken aan particulieren op grond van de regelgeving inzake wonen;4° werkingssubsidies uit te betalen aan erkende sociale verhuurkantoren en huurdiensten;5° de administratieve en financiële voortgangscontrole uit te voeren van opgeheven subsidiestelsels voor sociale woonprojecten;6° te zorgen voor kennisbeheer, informatieverstrekking en sensibilisering met betrekking tot alle hiervoor omschreven taken;7° de voortgangscontrole uit te oefenen van voorwaarden of verbintenissen overeenkomstig de regelgeving, vermeld in 3° tot 5°, alsook de terugbetaling te organiseren van de subsidies, toelagen, premies of tegemoetkomingen, als de begunstigde de voorwaarden of verbintenissen niet naleeft.

Art. 4.De verrichtingen inzake de volgende aangelegenheden behoren niet tot de bevoegdheid van het agentschap : 1° het voorbereiden van de beslissingen van de Vlaamse Regering inzake : a) beslissingen of het stilzitten van de burgemeester, vermeld in artikel 15 en 17 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;b) het verkrijgen en de uitoefening van het sociaal beheer, vermeld in artikel 90, § 4, van voormeld decreet van 15 juli 1997;c) de toekenning, aan gemeenten of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, van het inventarisbeheer inzake leegstand en verkrotting, vermeld in artikel 28 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;d) de vrijstelling van gemeenten van de gewestelijke heffing inzake leegstand en verkrotting, vermeld in artikel 25 van voormeld decreet van 22 december 1995;2° de bekrachtiging van gemeentelijke reglementen inzake de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers;3° de invordering van subsidies, toelagen, premies of tegemoetkomingen, toegekend op grond van de regelgeving inzake wonen, ten laste van de begunstigden die de voorwaarden waaronder ze werden verleend niet naleven of die ze niet aanwenden voor de doeleinden waarvoor ze werden verleend.

Art. 5.De concretisering van de wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, wordt geregeld in de beheersovereenkomst, vermeld in artikel 7.

Overeenkomstig artikel 9, § 11, 1°, van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, regelt de beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria.

Art. 6.Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het agentschap op namens de rechtspersoon Vlaams Gewest. HOOFDSTUK II. - Aansturing en leiding van het agentschap

Art. 7.Het agentschap ressorteert onder het hiërarchische gezag van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Huisvesting.

Hij stuurt het agentschap aan, inzonderheid via de beheersovereenkomst.

Het hoofd van het agentschap is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het agentschap, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. HOOFDSTUK III. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden

Art. 8.Met toepassing van artikel 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse Overheid, worden aan het hoofd van het agentschap de volgende aanvullende en specifieke delegaties verleend : 1° op het volledige grondgebied van het Vlaamse Gewest de functie uit te oefenen van gewestelijke ambtenaar, vermeld in : a) artikel 24, 3°, van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996;b) artikel 15 van het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers;c) artikel 2, 7°, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;2° gewestelijke ambtenaren als vermeld in 1° aan te stellen en hun werkingsgebied vast te stellen;3° alle in de beheersovereenkomst nominatief opgenomen gereglementeerde subsidies, toelagen, premies en tegemoetkomingen te verlenen binnen het daartoe ter beschikking gestelde budget. HOOFDSTUK IV. - Controle, voortgangscontrole en toezicht

Art. 9.Met behoud van de toepassing van artikel 9, 33 en 34 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit, is de Vlaamse minister, bevoegd voor de huisvesting, verantwoordelijk voor de voortgangscontrole van en het toezicht op het agentschap.

Hij kan op ieder ogenblik aan het hoofd van het agentschap informatie, rapportering en verantwoording vragen over bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op het niveau van individuele onderwerpen en dossiers. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 10.De Vlaamse Regering bepaalt de datum waarop dit besluit in werking treedt.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Huisvesting, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 december 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN

^