Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 16 juni 1998
gepubliceerd op 20 juni 1998

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 februari 1983 houdende aanmoedigingsmaatregelen voor het rationeel energieverbruik

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1998035692
pub.
20/06/1998
prom.
16/06/1998
ELI
eli/besluit/1998/06/16/1998035692/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JUNI 1998. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 februari 1983 houdende aanmoedigingsmaatregelen voor het rationeel energieverbruik


De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 6, § 1, VII, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988;

Gelet op artikel 184 van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 februari 1983 houdende aanmoedigingsmaatregelen voor het rationeel energiegebruik, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 16 december 1992;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 30 maart 1998;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 31 maart 1998 betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 mei 1998 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, K.M.O., Landbouw en Media;

Na beraadslaging, Besluit,

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 10 februari 1983 houdende aanmoedigingsmaatregelen voor het rationeel energieverbruik, wordt artikel 21, ingevoegd voor het Vlaamse Gewest bij het besluit van de Vlaamse regering van 16 december 1992, vervangen als volgt : «

Artikel 21.§ 1. Het V.I.C.O. is samengesteld uit een vertegenwoordiger van ieder departement van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, met uitzondering van het departement Coördinatie.

De voorzitter van het V.I.C.O. kan de samenstelling van de vergadering uitbreiden naargelang van de noodwendigheden; hij kan daarbij een beroep doen op deskundigen. § 2. Het voorzitterschap van het V.I.C.O. wordt waargenomen door het afdelingshoofd van de afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, administratie Economie, departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw. § 3. Het secretariaat van het V.I.C.O. wordt waargenomen door de afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie. »

Art. 2.In hetzelfde koninklijk besluit wordt voor het Vlaamse Gewest, een hoofdstuk III toegevoegd, bevattend een artikel 23bis en luidend als volgt : « Hoofdstuk III. Fotovoltaïsche energie.

Art. 23bis § 1. Voorzover de uitgavenbegroting strekt wordt een subsidie toegekend van maximaal 50 % van de subsidieerbare kosten van de projecten voor het installeren van fotovoltaïsche elementen. Deze subsidieerbare kosten zijn beperkt tot de netto kosten voor : - de zonnepanelen; - het montagesysteem en de bekabeling; - de omvormers; - de montagekosten ten belope van maximaal 5 % van de overige subsidieerbare kosten, indien de montage uitgevoerd wordt door een onderneming die geregistreerd is bij het Ministerie van Financiën onder code 26 : elektrotechnische installaties (of code 00 : overgangsmaatregel). § 2. De subsidie wordt toegekend aan onderwijsinstellingen en aan natuurlijke personen, publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen die overgaan tot het installeren van fotovoltaïsche elementen op hun gebouw, inzoverre gelegen in het Vlaamse Gewest en op voorwaarde dat de installatie vijf jaar in of op dit gebouw is aangebracht. § 3. De begunstigden van de subsidie moeten beschikken over een eigendomstitel, een geregistreerd huurcontract of erfpacht van het betreffende gebouw. § 4. Deze subsidie kan tot maximaal 100 % van de kostprijs worden gecumuleerd met andere steun. Maximaal 50 % van de kostprijs mag met Vlaamse overheidssteun worden gesubsidierd. »

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 juni 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Economie, K.M.O., Landbouw en Media, E. VAN ROMPUY

^