Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 16 mei 2014
gepubliceerd op 12 juni 2014

Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regels met betrekking tot de beheeraspecten van sociale huisvestingsmaatschappijen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 2010 tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen

bron
vlaamse overheid
numac
2014035594
pub.
12/06/2014
prom.
16/05/2014
ELI
eli/besluit/2014/05/16/2014035594/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 MEI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regels met betrekking tot de beheeraspecten van sociale huisvestingsmaatschappijen en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/10/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010035998 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen sluiten tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 15 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/07/1997 pub. 19/08/1997 numac 1997036023 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de Vlaamse Wooncode sluiten houdende de Vlaamse Wooncode, artikel 37, gewijzigd bij het decreet van 24 maart 2006, artikel 40, § 1, derde en vierde lid, ingevoegd bij het decreet van 24 maart 2006 en § 4, ingevoegd bij het decreet van 29 april 2011 en artikel 42, derde lid, ingevoegd bij het decreet van 24 maart 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/10/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010035998 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen sluiten tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen;

Gelet op het ministerieel besluit van 22 oktober 2008Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/10/2008 pub. 04/11/2010 numac 2010205447 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Ministerieel besluit houdende benoeming van de leden van de Sportraad van de Duitstalige Gemeenschap type ministerieel besluit prom. 22/10/2008 pub. 25/11/2008 numac 2008022615 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit houdende erkenning van de personeelsleden van het sociaal verzekeringsfonds « Securex Integrity », Vrij Sociaal Verzekeringsfonds voor Zelfstandigen belast met de kohieren uitvoerbaar te verklaren type ministerieel besluit prom. 22/10/2008 pub. 04/11/2008 numac 2008014321 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Ministerieel besluit tot benoeming van leden van het Raadgevend Comité bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen type ministerieel besluit prom. 22/10/2008 pub. 14/11/2008 numac 2008007235 bron ministerie van landsverdediging Ministerieel besluit tot benoeming van de leden van de beheerscommissie van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis sluiten tot bepaling van nadere regels met betrekking tot de interne beheeraspecten en de onroerende transacties van de sociale huisvestingsmaatschappijen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 februari 2013;

Gelet op advies 55.912/3 van de Raad van State, gegeven op 30 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies 2014/02 van de Vlaamse Woonraad gegeven op 13 mei 2014;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° beheersorgaan: een van de twee volgende soorten organen: a) elk van de volgende organen van een sociale huisvestingsmaatschappij die bindende beheerbeslissingen kunnen nemen: 1) de algemene vergadering;2) de raad van bestuur;3) het directiecomité, b) elk orgaan dat overeenkomstig het huishoudelijk reglement uitdrukkelijk aangewezen is om specifieke beslissingen te nemen of te bekrachtigen;2° beraadslagende vergadering: elke samenkomst van een orgaan waarbij beslissingen genomen worden die al dan niet achteraf overeenkomstig het huishoudelijk reglement worden bekrachtigd door het directiecomité of de raad van bestuur en waarvan een verslag wordt opgesteld, waaronder het toewijzingscomité en het aanbestedingscomité;3° intern auditcomité: een comité dat als opdracht heeft de raad van bestuur bij te staan in zijn toezichtfunctie, meer in het bijzonder bij het controleren van de financiële informatie, alsmede bij het controleren van de effectiviteit en de efficiëntie van de operationele activiteiten en de naleving van de toepasselijke wetten en reglementen.

Art. 2.Elke beslissing van de raad van bestuur over het beheer van de vennootschap met een significante impact op de financiële middelen of op de personeelsinzet, wordt omstandig gemotiveerd en houdt rekening met: 1° de maatschappelijke opdracht van de sociale huisvestingsmaatschappij;2° de huidige en te verwachten toekomstige financieel-economische toestand.

Art. 3.Na ontvangst van een schriftelijke machtiging van de minister bevoegd voor wonen, mogen de sociale huisvestingsmaatschappijen roerende en onroerende giften en legaten aanvaarden. HOOFDSTUK 2. - Een systeem van interne controle

Art. 4.Elke sociale huisvestingsmaatschappij zorgt voor een behoorlijk werkend systeem van interne controle waarbij de kritieke processen formeel worden beschreven in door de raad van bestuur vastgestelde procedures die taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vastleggen en aangeven hoe, door wie en tijdens welk onderdeel van het proces controles worden uitgevoerd. Het gaat om de processen in verband met: 1° de financiële procedures voor activiteiten inzake kas- en liquiditeitenbeheer, voorraad- en materialenbeheer, inkomende facturen en betalingen en loonadministratie, bestellingen en overheidsopdrachten;2° het personeelsbeheer, met name de aanduiding van de verantwoordelijke voor het personeelskader, de processen met betrekking tot het aanwerven en ontslaan van personeel en tot de uitbetaling van lonen en sociale voordelen;3° het beheer, de beveiliging van gegevens en activa en het voorkomen van fraude;4° procedures zoals de controle op het correct verloop van de toewijzingen, de opvolging van het debiteurenbeheer en de behandeling van klachten in toepassing van het decreet van 1 juni 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 01/06/2001 pub. 17/07/2001 numac 2001035718 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende toekenning van een klachtrecht ten aanzien van bestuursinstellingen sluiten houdende toekenning van een klachtrecht ten aanzien van bestuursinstellingen. HOOFDSTUK 3. - Aanwerving en bezoldigingsvoorwaarden van de directeur

Art. 5.Met het oog op elke aanwerving van een directeur stelt de raad van bestuur, onder de voorwaarden, vermeld in dit besluit, een functiebeschrijving op met de daaraan verbonden leidinggevende en andere competenties en andere specifieke vereisten, de aanwervingsvoorwaarden, de aanwervingsprocedure en de bezoldigingsvoorwaarden.

Art. 6.De kandidaat-directeur moet houder zijn van een van de volgende diploma's of bekwaamheidsbewijzen: 1° masterdiploma of een licentiaatsdiploma van het universitair onderwijs;2° een diploma van het hoger onderwijs van twee cycli dat gelijkgesteld werd met universitair onderwijs;3° een door een validerende instantie verleend bewijs van bekwaamheid op basis van elders verworven competenties. In afwijking van het eerste lid, kan de raad van bestuur van een sociale huisvestingsmaatschappij toelaten dat houders van een bachelordiploma, kandidaatsdiploma of een diploma van het hoger onderwijs van één cyclus of daarmee gelijkgesteld onderwijs zich kandidaat stellen. In dat laatste geval bepaalt de sociale huisvestingsmaatschappij het minimum aantal jaren nuttige werkervaring in een leidinggevende functie, dat minstens drie jaar moet bedragen.

Art. 7.Om toegang te hebben tot de functie van directeur moet de kandidaat een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor hij solliciteert en de burgerlijke en politieke rechten genieten.

Het passende gedrag wordt onder meer getoetst aan de hand van een uittreksel uit het strafregister. Als daarop ongunstige vermeldingen voorkomen, mag de kandidaat daarover een schriftelijke toelichting voorleggen.

Art. 8.De raad van bestuur van de sociale huisvestingsmaatschappij kan bijkomende aanwervingsvoorwaarden opleggen.

Art. 9.De raad van bestuur geeft een selectiebureau minstens de volgende opdrachten, rekening houdend met de vastgestelde functiebeschrijving en de aanwerving- en bezoldigingsvoorwaarden: 1° een vacaturebericht opstellen en publiceren in de daarvoor geschikte bovenlokale media;2° de kandidaten screenen en selecteren;3° een beperkte lijst van geselecteerde kandidaten bezorgen aan de raad van bestuur. De raad van bestuur organiseert een gesprek met de kandidaten die zijn opgenomen in de lijst, vermeld in het eerste lid, 3°, en kiest daaruit de kandidaat die hij het meest geschikt acht voor de functie van directeur.

Art. 10.De raad van bestuur stelt bij elke aanwerving van de directeur een geïndividualiseerde bezoldigingsregeling voor de functie vast volgens de voorwaarden, vermeld in de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten. Die bezoldiging moet voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 11 en 12 van dit besluit.

Bij elke beslissing tot toekenning van een barema in een salarisschaal van een directeur of van een managementtoelage aan een directeur, en bij elke andere beslissing over het bezoldigingspakket van de directeur, wordt er rekening gehouden met de bepalingen vermeld in artikel 2 en met de doelstellingen die aan de directeur worden opgelegd en de evaluatie vooraf, vermeld in artikel 11, § 3.

Art. 11.§ 1. De directeur ontvangt bij de aanstelling door de raad van bestuur een salarisschaal die overeenstemt met het aantal jaren nuttige werkervaring en het daaraan verbonden barema.

De sociale huisvestingsmaatschappij past voor de verloning van de directeur de barema's en de salarisschalen toe vermeld in artikel VII.12 van het Vlaams Personeelsstatuut.

Bij het toekennen van een overeenstemmende salarisschaal en bijbehorend barema wordt rekening gehouden met de voorwaarden en beperkingen, vermeld in dit artikel en wordt alleen gebruikgemaakt van de salarisschalen, vermeld in dit artikel. § 2. Het aanvangssalaris van een directeur kan maximaal overeenkomen met een overeenstemmend barema in de salarisschaal A285. § 3. De toe te kennen salarisschalen worden ingedeeld in de volgende twee groepen: 1° : A111, A112, A113, A114 en A122;2° : A211, A212, A213, A285, A286 en A288. Voor een salarisverhoging binnen dezelfde groep moet er minimaal twee jaar zijn verstreken tussen de aanstelling en de salarisschaalverhoging, alsook tussen twee salarisverhogingen binnen dezelfde groep. Het is de sociale huisvestingsmaatschappij toegestaan om tijdens een te bepalen proefperiode na de aanwerving een lagere loonschaal toe te passen, in afwachting van een positieve evaluatie.

Een salarisverhoging naar de eerstvolgende groep van salarisschalen is mogelijk als er minimaal zes jaar zijn verstreken tussen de aanstelling als directeur en de toekenning van een overeenstemmend barema in een salarisschaal van een volgende groep, na een voorafgaandelijke positieve evaluatie.

In afwijking van het tweede en derde lid kan beslist worden tot een snellere salarisverhoging of overgang naar een volgende groep van salarisschalen vanwege het uitzonderlijk presteren van de directeur.

Die afwijking moet gesteund zijn op een bijzondere prestatie. § 4. De salarisschalen, vermeld in dit artikel, bevatten bruto bedragen en zijn sedert 1 januari 2009 van toepassing op het personeel van de Vlaamse overheid (spilindex 138,01).

De brutobedragen worden aan de index aangepast volgens het indexeringsmechanisme voor de salarissen van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid. Na de start in een bepaalde loonschaal kan het loon verder worden geïndexeerd volgens de algemene wettelijke bepalingen.

Art. 12.Het salaris van de directeur kan door de raad van bestuur uitsluitend aangevuld worden met een managementtoelage.

De aanvullende managementtoelage bedraagt maximaal 20% van het geïndexeerde jaarsalaris dat van toepassing is in de maand december van het evaluatiejaar en kan alleen worden toegekend vanwege het uitzonderlijk presteren van de directeur. De sociale huisvestingsmaatschappij moet daarvoor sinds minstens een jaar beschikken over een stelsel van beoordeling van de prestaties van de directeur, met inbegrip van een functiebeschrijving en een evaluatie.

Bij een fusie van sociale huisvestingsmaatschappijen kan een managementtoelage van maximaal 20% van het geïndexeerde jaarsalaris worden toegekend aan alle directeurs die hebben bijgedragen tot de realisatie van de fusie, ook al bekleden zij die functie niet meer in de nieuwe gefuseerde maatschappij. In dat geval is het niet noodzakelijk dat de sociale huisvestingsmaatschappij sinds minstens een jaar beschikt over een stelsel van beoordeling van de prestaties van de directeur.

Art. 13.De sociale huisvestingsmaatschappij maakt het volledige bezoldigingspakket van de directeur bekend door het op transparante, maar niet nominatieve wijze op te nemen in het jaarverslag en openbaar te maken op de website van het agentschap Inspectie RWO. Het bezoldigingspakket omvat de salarisschaal, met vermelding van de daarmee overeenkomende geldelijke minima en maxima, de eventuele managementtoelage, het beschikken over een dienstwagen en een groepsverzekering. Bij de eventuele managementtoelage en de groepsverzekering worden de voorwaarden en de minima en maxima vermeld.

Art. 14.De raad van bestuur is bevoegd voor het afsluiten van een groepsverzekering voor de directeur. Het totaal uit te keren verzekeringsbedrag mag niet hoger zijn dan het verschil tussen het pensioen van de directeur en het maximale pensioen dat een Vlaamse ambtenaar kan genieten.

Art. 15.§ 1. De raad van bestuur neemt een beslissing over de aankoop of financiële huur (lease) van een bedrijfswagen voor de directeur overeenkomstig de bepalingen van dit artikel.

De reële aankoopprijs voor de bedrijfswagen bedraagt maximaal 30.000 euro inclusief btw en inclusief het gedeelte dat door de overname van een vorige wagen wordt gefinancierd. De financiële huur (lease) van de bedrijfswagen is afgestemd op hetzelfde maximumbedrag en heeft een maximale kost van 700€ per maand, inclusief onderhoud en verzekering.

De vermelde bedragen worden jaarlijks op 1 januari geactualiseerd op basis van de gezondheidsindex van de maand december, vertrekkend van het indexcijfer 100 voor het jaar 2013 (basis 2013). § 2. Terug te betalen professionele onkosten van de directeur moeten gerechtvaardigd zijn voor de uitoefening van de functie en moeten steeds worden verantwoord met bewijsstukken. Voor verplaatsingen met de eigen wagen zijn verklaringen op eer toegelaten.

In afwijking van het eerste lid kunnen forfaitaire vergoedingen en premies worden toegekend die zijn afgesproken binnen het sociaal overleg tussen werkgever en werknemer en kunnen forfaitaire vergoedingen worden toegekend voor professionele onkosten, zoals voor het gebruik van telefonie, internet en openbaar vervoer, overeenkomstig het daarover door de raad van bestuur vastgelegd kostenbeleid. HOOFDSTUK 4. - De presentiegelden voor de leden van de beheersorganen en de onkostenvergoeding voor de leden van de beraadslagende vergaderingen

Art. 16.De leden van een intern auditcomité en de leden van de beheersorganen, met uitzondering van de leden van de algemene vergadering van een sociale huisvestingsmaatschappij kunnen, ten laste van de sociale huisvestingsmaatschappij, een presentiegeld ontvangen voor hun aanwezigheid op de beraadslagende vergaderingen van de beheersorganen waarvan ze deel uitmaken.

De algemene vergadering bepaalt het bedrag van het presentiegeld per zitting. Dat bedrag mag niet hoger zijn dan het hoogste bedrag aan presentiegeld dat aan de gemeenteraadsleden van een gemeente binnen het werkingsgebied van de sociale huisvestingsmaatschappij, wordt toegekend.

In afwijking van het eerste lid, kan aan de formele of plaatsvervangende voorzitter van de beheersorganen die overeenkomstig het huishoudelijk reglement van de sociale huisvestingsmaatschappij werd aangewezen maximaal een dubbel presentiegeld worden toegekend voor het bijwonen van de beraadslagende vergaderingen van het beheersorgaan in kwestie.

Art. 17.Een sociale huisvestingsmaatschappij vergoedt per persoon maximaal het volgende aantal aanwezigheden op zittingen van de raad van bestuur en van andere beheersorganen, het intern auditcomité inbegrepen, met een presentiegeld: 1° twintig aanwezigheden op zittingen voor een sociale huisvestingsmaatschappij die minder dan 500 sociale huurwoningen in beheer heeft en die de laatste vijf jaar gemiddeld minder dan 10 sociale koopwoningen heeft gerealiseerd;2° dertig zittingen voor een sociale huisvestingsmaatschappij die minstens 500 en minder dan 1500 sociale huurwoningen in beheer heeft of die de laatste vijf jaar gemiddeld minstens 10 sociale koopwoningen per jaar heeft gerealiseerd;3° veertig aanwezigheden op zittingen voor een sociale huisvestingsmaatschappij die minstens 1500 sociale huurwoningen in beheer heeft. Voor het vaststellen van het aantal sociale huurwoningen dat in beheer is en het aantal sociale koopwoningen dat de laatste vijf jaar gerealiseerd is, wordt gebruik gemaakt van de informatie in de prestatiedatabank voor de prestatiebeoordeling, op basis van de gegevens op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de zittingen plaatsvinden.

Art. 18.De bestuurders die deelnemen aan vergaderingen van de raad van bestuur, beraadslagende vergaderingen, aan het intern auditcomité of aan het lokaal woonoverleg kunnen alle kosten die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat, terugbetaald krijgen. De kosten moeten steeds met bewijsstukken worden verantwoord. Voor verplaatsingen met de eigen wagen zijn verklaringen op eer toegelaten. HOOFDSTUK 5. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/10/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010035998 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen sluiten tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen

Art. 19.§ 1. Aan artikel 3, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 22/10/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010035998 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen sluiten tot vaststelling van de aanvullende voorwaarden en de procedure voor de erkenning als sociale huisvestingsmaatschappij en tot vaststelling van de procedure voor de beoordeling van de prestaties van sociale huisvestingsmaatschappijen, wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt: "6° een raad van bestuur aanstellen met ten minste een derde van de aangestelde leden van een ander geslacht en die maximaal uit het volgende aantal leden bestaat: a) vijf leden voor een sociale huisvestingsmaatschappij die minder dan 500 sociale huurwoningen in beheer heeft en die de laatste vijf jaar gemiddeld minder dan 10 sociale koopwoningen per jaar heeft gerealiseerd;b) negen leden voor een sociale huisvestingsmaatschappij die minstens 500 en minder dan 1500 sociale huurwoningen in beheer heeft of die de laatste vijf jaar gemiddeld minstens 10 sociale koopwoningen per jaar heeft gerealiseerd; c) dertien leden voor een sociale huisvestingsmaatschappij die minstens 1500 sociale huurwoningen in beheer heeft." § 2. In artikel 3 van hetzelfde besluit van de Vlaamse Regering, wordt tussen het eerste en het tweede lid een nieuw tweede, derde en vierde lid ingevoegd, die luiden als volgt: "Voor het vaststellen van het aantal sociale huurwoningen dat in beheer is en het aantal sociale koopwoningen dat de laatste vijf jaar gerealiseerd is, wordt gebruik gemaakt van de informatie in de prestatiedatabank voor de prestatiebeoordeling, op basis van de gegevens op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar van de aanstelling. Deze vaststelling vindt plaats bij elke aanstelling van een raadslid en bij elke verlenging van een mandaat.

De algemene vergadering waakt er bij de samenstelling van de raad van bestuur over dat deze, zij het door ervaring, zij het door opleiding, over voldoende gezamenlijke deskundigheid beschikt op juridisch-technisch, economisch-financieel en sociaal vlak.

Na de fusie van twee sociale huisvestingsmaatschappijen kan een hoger aantal bestuursleden aangesteld blijven dan vermeld in het eerste lid, 6°. In dat geval mogen na de aanstelling van de eerste raad van bestuur van de gefuseerde maatschappij geen nieuwe raadsleden worden aangesteld of mandaten van raadsleden worden verlengd zolang hun aantal te hoog is. Uiterlijk na de vervanging of verlenging van alle mandaten van de leden van de raad van bestuur na de samenstelling van de eerste raad van bestuur van de gefuseerde maatschappij moet aan alle voorwaarden worden voldaan." HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 20.De bezoldigingsvoorwaarden, vermeld in artikel 10 tot en met 13, gelden zowel voor de arbeidsovereenkomsten die worden gesloten vanaf de inwerkingtreding van dit besluit als voor elke nieuwe beslissing van de raad van bestuur inzake de bezoldigingsvoorwaarden in uitvoering van de arbeidsovereenkomsten die voor de inwerkingtreding van dit besluit werden afgesloten. Ze gelden evenwel niet voor de bezoldigingsvoorwaarden die uitdrukkelijk in de arbeidsovereenkomsten zijn opgenomen voor de inwerkingtreding van dit besluit en die pas uitwerking krijgen na de inwerkingtreding ervan.

De voorwaarde, vermeld in artikel 14, geldt alleen voor de directeur die aangesteld wordt vanaf de inwerkingtreding van dit besluit en die toetreedt tot een bestaande groepsverzekering of voor wie een nieuwe groepsverzekering wordt gesloten.

De algemene vergadering voert de nodige aanpassingen door aan de statuten en aan de samenstelling van de raad van bestuur om te voldoen aan de bepalingen van artikel 19, ten laatste op 1 januari 2016. In afwijking hiervan kan de algemene vergadering beslissen om de samenstelling van een nieuwe raad van bestuur uit te stellen tot ten laatste de algemene vergadering waarop de jaarrekening van het jaar 2018 wordt neergelegd, en uiterlijk op 1 juli 2019.

Art. 21.Het ministerieel besluit van 22 oktober 2008Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 22/10/2008 pub. 04/11/2010 numac 2010205447 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Ministerieel besluit houdende benoeming van de leden van de Sportraad van de Duitstalige Gemeenschap type ministerieel besluit prom. 22/10/2008 pub. 25/11/2008 numac 2008022615 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit houdende erkenning van de personeelsleden van het sociaal verzekeringsfonds « Securex Integrity », Vrij Sociaal Verzekeringsfonds voor Zelfstandigen belast met de kohieren uitvoerbaar te verklaren type ministerieel besluit prom. 22/10/2008 pub. 04/11/2008 numac 2008014321 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Ministerieel besluit tot benoeming van leden van het Raadgevend Comité bij de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen type ministerieel besluit prom. 22/10/2008 pub. 14/11/2008 numac 2008007235 bron ministerie van landsverdediging Ministerieel besluit tot benoeming van de leden van de beheerscommissie van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis sluiten tot bepaling van nadere regels met betrekking tot de interne beheeraspecten en de onroerende transacties van de sociale huisvestingsmaatschappijen wordt opgeheven.

Art. 22.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 19, dat in werking treedt op 1 januari 2016.

Art. 23.De Vlaamse minister, bevoegd voor wonen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 mei 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, F. VAN DEN BOSSCHE

^