Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 17 juli 2000
gepubliceerd op 28 oktober 2000

Besluit van de Vlaamse regering houdende de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor inburgeringstrajecten voor meerderjarige anderstalige nieuwkomers

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000036056
pub.
28/10/2000
prom.
17/07/2000
ELI
eli/besluit/2000/07/17/2000036056/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JULI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de nadere regels betreffende de subsidieverlening voor inburgeringstrajecten voor meerderjarige anderstalige nieuwkomers


De Vlaamse regering, Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de rijkscomptabiliteit, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op het decreet van 30 juni 2000 houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2000, inzonderheid op artikel 72;

Gelet op de Afsprakennota Inburgeringsbeleid, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 21 juni 2000;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 15 juli 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de voorwaarden voor het toekennen van subsidies voor inburgeringstrajecten en de aanvraagprocedure onverwijld moeten worden vastgelegd in overeenstemming met de krachtlijnen van het inburgeringsbeleid zoals bepaald in de beslissing van de Vlaamse regering van 21 juni 2000, teneinde nog dit jaar het inburgeringsbeleid op te starten en inburgeringstrajecten te realiseren;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen;2° de administratie : de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;3° afsprakennota : de Afsprakennota Inburgeringsbeleid, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 21 juni 2000;4° inburgeringstrajecten : de inburgeringstrajecten als bedoeld in de afsprakennota;5° de beoordelingscommissie : de beoordelingscommissie als bedoeld in de afsprakennota;6° onthaalbureau : een openbaar bestuur dat of een vereniging zonder winstoogmerk die door één of meer gemeenten of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie aangeduid wordt voor het realiseren van inburgeringstrajecten;7° de gemeente : het college van burgemeester en schepenen van een gemeente;8° centrumgemeente : het college van burgemeester en schepenen van de gemeente die binnen het intergemeentelijk samenwerkingsverband een centrumfunctie heeft;9° de provincie : de bestendige deputatie van de provincie waar een aantal gemeenten via intergemeentelijke samenwerking een gezamenlijk onthaalbureau inrichten;10° de Vlaamse Gemeenschapscommissie : het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie;11° de provinciale integratiecentra : de centra op provinciaal niveau erkend en gesubsidieerd op basis van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998 houdende de erkenning en subsidiëring van de centra en diensten voor het Vlaamse minderhedenbeleid;12° cliëntvolgsysteem Traject 2000 : het computergestuurd registratie- en cliëntvolgsysteem dat in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap voor de onthaalbureaus ontwikkeld werd. HOOFDSTUK II. - Procedure

Art. 2.Binnen de perken van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2000 kan door de minister aan onthaalbureaus, op aanvraag van de gemeente of in geval van intergemeentelijke samenwerking de centrumgemeente of de provincie na overleg met de provinciale integratiecentra of op aanvraag van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, een subsidie worden toegekend op basis van de hen toegewezen inburgeringstrajecten.

Art. 3.Om ontvankelijk te zijn dient de subsidieaanvraag door de gemeente of in geval van intergemeentelijke samenwerking de centrumgemeente of provincie of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie uiterlijk op 13 oktober 2000 bij de administratie te worden ingediend met een aangetekend schrijven en dient zij aan de volgende voorwaarden te voldoen : 1° ze is opgemaakt volgens een standaarddocument waarvan de minister de nadere vorm en inhoud bepaalt na advies van de beoordelingscommissie;2° ze bevat een duidelijke beschrijving van de te realiseren inburgeringstrajecten en hieraan gekoppeld de verwachte kostprijs daarvan.Per inburgeringstraject kan maximaal de kostprijs aangerekend worden die in de afsprakennota is vastgesteld; 3° ze bevat een projectbegroting;4° in geval het onthaalbureau een vereniging zonder winstoogmerk is, is ze vergezeld van een kopie van de in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad gepubliceerde statuten.Openbare besturen of diensten die ervan afhangen dienen andere identificatiebewijzen voor te leggen.

Art. 4.Onvolledige of niet tijdig ingediende aanvragen zijn niet ontvankelijk. Deze aanvragen worden uiterlijk dertig dagen na ontvangst door de administratie teruggezonden aan de aanvrager met vermelding van de reden van de niet-ontvankelijkheid.

Art. 5.De minister beslist over de subsidieaanvraag, na advies van de beoordelingscommissie. De beslissing wordt uiterlijk binnen zestig dagen na indiening van de aanvraag ter kennis gebracht van het onthaalbureau.

De minister regelt de nadere samenstelling en de werking van de beoordelingscommissie.

Art. 6.De inburgeringstrajecten kunnen pas starten na kennisgeving van de beslissing van de minister bedoeld in artikel 5. Zij eindigen ten laatste op 31 oktober 2001.

Art. 7.Het onthaalbureau ontvangt onmiddellijk na ondertekening van het subsidiebesluit een voorschot van 90 % op de toegekende subsidie.

Het saldo van 10 % zal uitbetaald worden na controle van de verslagen zoals bedoeld in artikel 9.

Art. 8.De minister kan, na advies van de beoordelingscommissie, nadere regels bepalen betreffende de subsidiëringvoorwaarden inzake de inburgeringstrajecten, de subsidiëringprocedure en de wijze van vaststelling en uitbetaling van de subsidie.

Art. 9.§ 1. De gemeente of in geval van intergemeentelijke samenwerking de centrumgemeente of provincie of de Vlaamse Gemeenschapscommissie dient binnen de twee weken na afloop van de werkingsperiode waarop de subsidie betrekking heeft en uiterlijk op 15 november 2001 een werkings- en financieel verslag in bij de administratie, waarin de aanwending van de subsidie verantwoord wordt. § 2. Het werkingsverslag, bedoeld in § 1, is gebaseerd op het cliëntvolgsysteem Traject 2000 en geeft de samenwerkingsverbanden inzake taalaanbod en het protocol afgesloten met de Lokale Werkwinkels inzake trajectbegeleiding en beroepsopleiding aan. De minister bepaalt de nadere modaliteiten van het werkingsverslag. § 3 De minister bepaalt aan welke voorwaarden het financieel verslag, bedoeld in § 1, moet voldoen.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op 19 juli 2000.

Brussel, 17 juli 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS

^