Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 17 mei 2002
gepubliceerd op 19 juni 2002

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 augustus 1972 tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002035766
pub.
19/06/2002
prom.
17/05/2002
ELI
eli/besluit/2002/05/17/2002035766/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 MEI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 augustus 1972 tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage


De Vlaamse regering, Gelet op de wet van 19 juli 1971 betreffende de toekenning van studietoelagen, inzonderheid op artikel 4 en artikel 9, gewijzigd bij decreet van 8 juli 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 augustus 1972 tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 24 juli 1991, 31 juli 1992 en 14 juli 1998, en op artikel 9, toegevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 juli 1998;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 augustus 2001;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 31 augustus 2001 betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op advies 32.329/1 van de Raad van State gegeven op 22 november 2001 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 augustus 1972 tot vaststelling van de minvermogendheid van de kandidaten voor een studietoelage, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 24 juli 1991, 31 juli 1992 en 14 juli 1998, wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. Heeft recht op een studietoelage, de kandidaat van wie het in artikel 1 bepaalde referentiebedrag van hemzelf en van de personen van wie hij ten laste is, gelijk is aan of lager is dan de hieronder vermelde bedragen : 1° 8.729,84 euro wanneer de kandidaat in zijn eigen onderhoud voorziet; 2° 11.639,77 euro wanneer één persoon ten laste is; 3° 15.277,21 euro wanneer twee personen ten laste zijn; 4° 19.642,14 euro wanneer drie personen ten laste zijn; 5° 24.007,07 euro wanneer vier personen ten laste zijn; 6° 28.371,98 euro, 32.736,94 euro, 37.101,88 euro, 41.466,79 euro, 45.831,72 euro, 50.196,68 euro, 54.561,56 euro, 58.926,52 euro, 63.291,46 euro, 67.656,39 euro, 72.021,30 euro, 76.386,26 euro, 80.751,17 euro, 85.116,10 euro, 89.481,03 euro, 93.845,99 euro voor respectievelijk vijf tot twintig personen ten laste. »

Art. 2.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt : « Het resultaat van de indexatie wordt afgerond tot op de tweede decimaal. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Art. 4.De Vlaamse minister bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 mei 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN

^