Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 17 november 2006
gepubliceerd op 10 januari 2007

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijkassistentiebudget aan personen met een handicap en tot instelling van een spoedprocedure voor toekenning van een PAB voor snel degeneratieve aandoeningen

bron
vlaamse overheid
numac
2006037012
pub.
10/01/2007
prom.
17/11/2006
ELI
eli/besluit/2006/11/17/2006037012/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 NOVEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijkassistentiebudget aan personen met een handicap en tot instelling van een spoedprocedure voor toekenning van een PAB voor snel degeneratieve aandoeningen


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, inzonderheid op artikel 6, 2°, en op artikel 8, 2° en 3°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de inschrijving bij het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijk assistentiebudget aan personen met een handicap, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 november 2001, 19 juli 2002, 18 juli 2003, 26 maart 2004, 14 mei 2004 en 14 oktober 2005;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 16 november 2006;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de programmatie (dat is het aantal budgetten dat maximaal kan worden toegekend) onverwijld moet worden aangepast en dat de subsidiëring van de gemachtigde budgethoudersverenigingen voor het jaar 2006 moet worden geregeld, opdat de gerechtigden nog in de loop van 2006 het persoonlijkassistentiebudget kunnen genieten en opdat de ondersteuning aan de budgethouders voortgezet zou kunnen worden;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden van toekenning van een persoonlijk assistentiebudget aan personen met een handicap, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° het agentschap : het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;2° het decreet : het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;3° het PAB : het persoonlijkassistentiebudget, vermeld in artikel 16, 2°, van het decreet;4° budgethouder: de persoon, vermeld in artikel 16, 5°, van het decreet aan wie het Agentschap een persoonlijke-assistentiebudget toekent;5° assistentie : de persoonlijke assistentie, vermeld in artikel 16, 3°, van het decreet;6° zorgconsulent : de hiervoor door het Agentschap gemachtigde rechtspersoon die samen met de budgethouder een assistentieplan opstelt, en de uitvoering van dit assistentieplan opvolgt, waar nodig ondersteunt en zo nodig bijstuurt;7° budgethoudersvereniging : een vereniging als vermeld in artikel 16, 6°, van het decreet; § 2. Binnen de kredieten die het agentschap hiervoor op zijn begroting heeft uitgetrokken, kan het agentschap overeenkomstig de bepalingen van dit besluit aan de personen met een handicap een PAB toekennen. »

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 en 18 juli 2003, worden tussen de woorden « het decreet » en « in aanmerking » de woorden « van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap » ingevoegd.

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de woorden « Vlaams Fonds » vervangen door het woord « agentschap ».

Art. 4.In artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2005 wordt het getal « 1200 » vervangen door het getal « 1400 » en worden de woorden « Vlaams Fonds » vervangen door het woord « agentschap ».

In artikel 4, tweede lid, van hetzelfde besluit, wordt toegevoegd : De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, houdt rekening met onder meer de ernst van de handicap, met de zorgbehoefte van de aanvrager en met de datum van aanvraag. »

Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003, worden punten 3° en punt 4° opgeheven en vervangen door '3° ze volgt, bij de toekenning van de PAB-budgetten, de prioriteiten zoals ze zijn vastgelegd door de Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen.'

Art. 6.In artikel 6, tweede lid, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden « Vlaams Fonds » vervangen door het woord « agentschap ».

Art. 7.In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003, worden de woorden « Vlaams Fonds » vervangen door het woord « agentschap ».

Art. 8.Aan artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Vlaams Fonds » worden telkens vervangen door het woord « agentschap »;2° er worden een § 6 en een § 7 toegevoegd, die luiden als volgt : « § 6.De toekenning van het PAB vervalt als de persoonlijke assistent niet met het verlenen van persoonlijke assistentie is gestart ten laatste op de eerste dag van de vierde maand na de aanvangsdatum, vermeld in de beslissing tot toekenning van het PAB. Als de persoon met een handicap aan wie het PAB wordt toegekend op de aanvangsdatum vermeld in de beslissing van toekenning van het PAB, gebruik maakt van een voorziening voor opvang, behandeling en begeleiding voor minderjarigen, vervalt de toekenning van het PAB, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, als de persoonlijke assistent niet op het einde van het lopende schooljaar en uiterlijk op 1 juli met het verlenen van persoonlijke assistentie is gestart.

De budgethouder moet het bewijs leveren dat de persoonlijke assistent met het verlenen van assistentie is gestart. Hij kan dat doen door een overeenkomst als vermeld in artikel 12 te bezorgen, waaruit blijkt dat de assistentie een aanvang neemt op het tijdstip, vermeld in het eerste of het tweede lid.

Als de budgethouder het bestaan van overmacht aantoont kan de deskundigencommissie de termijn, vermeld in het eerste en tweede lid, verlengen. § 7. Met ingang van de eerste dag van de vierde maand van een aaneengesloten voltijds verblijf in een ziekenhuis, een rust- en verzorgingstehuis of een revalidatiecentrum wordt de toekenning van het PAB opgeschort.

Om de budgethouder toe te laten de wettelijk verplichte opzegvergoedingen te betalen kan het PAB, na opschorting van de toekenning ervan, niettemin worden betaald ten belope van een bedrag dat overeenstemt met het bedrag van de te betalen opzegvergoeding met een maximum van het bedrag dat overeenstemt met het bedrag van de opzegvergoeding voor maximaal zes maanden.

De budgethouder moet de opname in een ziekenhuis, een rust- en verzorgingstehuis of een revalidatiecentrum aan het agentschap meedelen voor het einde van de eerste maand van het verblijf in het ziekenhuis, rust- en verzorgingstehuis of het revalidatiecentrum. »

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt een artikel 8 bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « In afwijking van artikel 2, artikel 5, artikel 6, artikel 7 en artikel 8, § 1, kan het agentschap, als wordt voldaan aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, een PAB ten bedrage van het maximumbedrag, vermeld in artikel 9, toekennen, op basis van een gemotiveerde aanvraag als vermeld in artikel 2, § 2, en een medisch attest van een geneesheer specialist in de Neurologie.

De voorwaarden voor de toepassing van de in het eerste lid vermelde procedure zijn de volgende : 1° bij de persoon met een handicap werd een van volgende diagnoses gesteld : a) amyotrofe lateraalsclerose;b) primaire lateraalsclerose;c) progressieve musculaire atrofie;d) corticobasale degeneratie;d) multisysteematrofie;e) progressieve supranucleaire verlamming;2° over een periode van één jaar of minder heeft op een van onderstaande domeinen een ontwikkeling plaatsgevonden als hieronder omschreven is : 1° domein verplaatsing : van zelfstandig stappen naar onmogelijkheid om zonder hulp van derden op te staan en zich te verplaatsen;2° domein zich wassen en aankleden : van zich zelfstandig kunnen wassen en aankleden naar onmogelijkheid zich zelfstandig te wassen en aan te kleden;3° domein eten : van zelfstandig kunnen eten naar onmogelijkheid om zelfstandig te kunnen eten;4° domein toiletgang : van alleen naar toilet kunnen gaan en zich reinigen naar de noodzaak om volledig geholpen te worden om naar toilet te gaan en zich te reinigen. Uit het medisch attest, vermeld in het eerste lid, moet blijken dat aan de voorwaarden vermeld in het tweede lid is voldaan.

Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap stelt het model vast van het medisch attest alsook de instrumenten aan de hand waarvan de ontwikkeling moet worden aangetoond.

Binnen het jaar na toekenning van het PAB moet de persoon met een handicap een gemotiveerde inschaling van de beperkingen en behoeften op het vlak van algemene en instrumentele assistentie bij de handelingen van het dagelijkse leven op basis van een door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap vastgesteld instrument, een inventarisatie van de assistentiebehoeften en een voorstel van een urenpakket assistentie, als vermeld in artikel 6, tweede lid, aan het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap bezorgen. »

Art. 10.Aan artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 en 18 juli 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Vlaams Fonds » worden telkens vervangen door het woord « agentschap »;2° § 1, tweede lid, wordt vervangen door wat volgt : « De persoon met een handicap moet de bewijsstukken met betrekking tot de andere kosten dan personeelskosten, behoudens in het geval het totale bedrag van deze kosten per jaar niet meer bedraagt dan 500 euro, gedurende een periode van vijf jaren bewaren en op verzoek van het Agentschap voorleggen.»; 3° in § 3 wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° medische en paramedische behandelingen, onderzoeken of therapieën die tot bevoegdheid van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering behoren, ongeacht het feit of ze daadwerkelijk worden terugbetaald »;4° in § 4 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt; « De combinatie van het PAB met bijstand, verleend door een voorziening voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap, erkend door het agentschap, is niet mogelijk.

In afwijking van het eerste lid is de combinatie van het PAB en de bijstand, verleend door een dagcentrum of een semi-internaat voor niet-schoolgaanden, mogelijk, evenwel zonder dat de activiteiten van de assistent overlappen met de bijstand verleend door die voorzieningen. In het geval van die combinatie mag de som van het gemiddelde bedrag van de tenlasteneming van de bijstand, verleend door de voorziening, en van het bedrag, dat het agentschap voor de vergoeding van de assistentie betaalt, nooit meer bedragen dan het maximumbedrag, vermeld in artikel 9.

Eveneens in afwijking van het eerste lid is de combinatie van het PAB met de bijstand verleend door een tehuis voor kortverblijf of in het kader van logeerfunctie mogelijk in die zin dat het PAB kan worden aangewend om de verleende bijstand te vergoeden. Die combinatie is alleen mogelijk voor zover de bijstand, verleend door de voorziening, niet al wordt vergoed krachtens andere reglementeringen inzake de maatschappelijke integratie van personen met een handicap.

Onverminderd de bepalingen van § 3 is combinatie mogelijk van het PAB met voorzieningen inzake welzijn, tewerkstelling, beroepsopleiding of vrijetijdsbesteding die door de federale, communautaire of regionale overheden gesubsidieerd worden mogelijk. De combinatie van het PAB met residentiële en semi-residentiële voorzieningen die door de federale, communautaire of regionale overheden worden gesubsidieerd is evenwel alleen mogelijk voor zover het voorzieningen betreft die een soortgelijke ondersteuning bieden als de voorzieningen, vermeld in het tweede lid. »

Art. 11.In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002, worden de woorden « Vlaams Fonds » telkens vervangen door het woord « agentschap ».

Art. 12.In artikel 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 en 18 juli 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het eerste lid worden een punt 3° en 4° toegevoegd, die luiden als volgt : « 3° een overeenkomst inzake de persoonlijke assistentie die afgesloten wordt met een familielid dat tot de tweede graad verwant is of met een persoon die deel uitmaakt van het gezin van de budgethouder;4° een overeenkomst met een voorziening voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap met het oog op het verlenen van ondersteuning in de vorm van logeerfunctie of kortverblijf.» 2° in het eerste lid en het tweede lid worden de woorden « Vlaams Fonds » vervangen door het woord « agentschap ».

Art. 13.In artikel 15, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord « Fonds » vervangen door het woord « agentschap ».

Art. 14.In artikel 17 van hetzelfde besluit wordt het woord « Fonds » vervangen door het woord « agentschap ».

Art. 15.Artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002, 18 juli 2003 en 14 oktober 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « Vlaams Fonds » worden vervangen door het woord « agentschap »;2° het jaartal « 2005 » wordt vervangen door het jaartal « 2006 ».

Art. 16.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de woorden « Vlaams Fonds » vervangen door het woord « agentschap ».

Art. 17.Aan artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap ».

Art. 18.In artikel 22, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « Vlaams Fonds » vervangen door het woord « agentschap ».

Art. 19.In het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de inschrijving bij het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2006, wordt een artikel 7bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 7bis.De provinciale evaluatiecommissie kan in de gevallen, vermeld in het tweede lid de handicap en de behoefte aan bijstand tot sociale integratie bepalen op basis van een medisch attest van een geneesheer specialist in de Neurologie.

Deze procedure wordt toegepast in het geval de aanvrager lijdt aan een van volgende stoornissen : 1° amyotrofe lateraalsclerose;2° primaire lateraalsclerose;3° progressieve musculaire atrofie;4° corticobasale degeneratie;5° multisysteematrofie;6° progressieve supranucleaire verlamming. Uit het medische attest moet blijken dat de aanvrager getroffen is door een van de stoornissen, vermeld in het tweede lid en dat er over een periode van een jaar of minder op een van onderstaande domeinen een ontwikkeling heeft plaatsgevonden als hieronder omschreven is : 1° domein verplaatsing : van zelfstandig stappen naar onmogelijkheid om zonder hulp van derden op te staan en zich te verplaatsen;2° domein zich wassen en aankleden : van zich zelfstandig kunnen wassen en aankleden naar onmogelijkheid zich zelfstandig te wassen en aan te kleden;3° domein eten : van zelfstandig kunnen eten naar onmogelijkheid om zelfstandig te kunnen eten 4° domein toiletgang : van alleen naar toilet kunnen gaan en zich reinigen naar de noodzaak om volledig geholpen te worden om naar toilet te gaan en zich te reinigen. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap stelt het model vast van het medisch attest, alsook de instrumenten aan de hand waarvan de ontwikkeling moet worden aangetoond. »

Art. 20.Bij wijze van overgangsbepaling geldt artikel 10, 3°, pas met ingang van 1 januari 2008 voor de personen met een handicap aan wie op datum van inwerkingtreding van dit besluit al een PAB werd toegekend en die een overeenkomst inzake persoonlijke assistentie hebben afgesloten met betrekking tot het verstrekken van medische en paramedische behandelingen, onderzoeken of therapieën, die op datum van inwerkingtreding van dit besluit nog lopende is.

Bij wijze van overgangsbepaling kunnen de personen met een handicap die op het ogenblik van inwerkingtreding van dit besluit het PAB combineren met een residentiële of semiresidentiële voorziening die wordt gesubsidieerd door de federale, communautaire of regionale overheden, in afwijking van artikel 10, 4°, vierde lid, deze combinatie voortzetten tot 1 juli 2007.

Art. 21.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 2006, met uitzondering van artikel 15, 2°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2006.

Art. 22.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 17 november 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE

^