18 DECEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 1997 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen

De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin, gewijzigd bij de decreten van 3 mei 1989, 23 februari 1994, 24 juni 1997 en 7 juli 1998;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 1997 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen;

Gelet op het positief advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 december 1998;

Gelet op het advies van de Raad van Beheer van Kind en Gezin, gegeven op 28 oktober 1998;

Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat om de continuïteit van de werking van kinderopvangvoorzieningen te garanderen, de regeling voor 1999 uiterst dringend dient beslist te worden, vermits de regeling van bij het begin van het jaar 1999 in voege moet kunnen zijn;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan het besluit van de Vlaamse regering van 24 juni 1997 houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen wordt een artikel 37bis ingevoegd dat luidt als volgt : «

Art. 37bis.§ 1. Aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, wordt de mogelijkheid gegeven inzake de erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen met betrekking tot het kalenderjaar 1999 af te wijken van de bepalingen in artikel 29. § 2. Aan Kind en Gezin wordt de mogelijkheid gegeven inzake de erkenning en subsidiëring van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen met betrekking tot het kalenderjaar 1999 af te wijken van de bepalingen in artikel 9, 10, 12, § 1, 20, 22, § 1, 30, 34, § 1 tot en met § 3. § 3. De mogelijkheid tot afwijking kan enkel binnen volgende bepalingen worden ingevuld : 1° verruiming van de mogelijkheden en de eigen verantwoordelijkheid van kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen inzake het aanwerven en inzetten van personeel;2° vereenvoudiging van de berekening en uitkering van de subsidie waarbij de wijze van berekening van de subsidie het voorwerp moet uitmaken van een voorafgaande, algemene beslissing;3° het vereenvoudigde bedrag per kinderdagverblijf of per dienst voor opvanggezinnen kan slechts uitgaan als de subsidie doorgetrokken wordt, rekening houdend met een gewijzigde dossiersituatie en met de stijging van de kosten van levensonderhoud.»

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 december 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS