Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 18 december 1998
gepubliceerd op 16 februari 1999

Besluit van de Vlaamse regering tot subsidiëring van tijdelijke leergangen en tot toekenning van forfaitaire weddetoelagen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999035180
pub.
16/02/1999
prom.
18/12/1998
ELI
eli/besluit/1998/12/18/1999035180/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 DECEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot subsidiëring van tijdelijke leergangen en tot toekenning van forfaitaire weddetoelagen


De Vlaamse regering, Gelet op de wetten betreffende het technisch onderwijs, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 30 april 1957;

Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, zoals gewijzigd bij decreet van 28 april 1993, inzonderheid artikel 36 § 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1960 tot regeling van de inrichting der tijdelijke scholen en leergangen van het technisch onderwijs;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 14 december 1998;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De tijdelijke leergangen ingericht door het « Instituut voor Naschoolse Opleiding van de Metaalverwerkende Nijverheid » worden gesubsidieerd voor het tijdperk van 1 september 1996 tot en met 31 augustus 1997. De leergangen worden administratief ingedeeld in de categorie « hoger secundair technisch onderwijs ».

Art. 2.Het bedrag van de forfaitaire weddetoelage die zal toegekend worden, wordt vastgesteld op 1 171 fr. (duizendhonderdeenenzeventig frank) per werkelijk gegeven lesuur. Nochtans mag het aantal gesubsidieerde lesuren niet meer bedragen dan 210.

Art. 3.Voor het tijdperk van 1 september 1996 tot en met 31 augustus 1997 wordt het bedrag, dat aan de inrichtende macht van de betrokken tijdelijke leergangen zal uitgekeerd worden, berekend op grond van het in artikel 2 bepaalde forfait. Het bedraagt 245 910 fr.

Art. 4.De forfaitaire weddetoelagen zoals berekend in artikel 3 zijn aan te rekenen ten laste van basisallocatie 4461 van de organisatieafdeling 34.20, van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het dienstjaar 1998

Art. 5.Het bedrag van de forfaitaire weddetoelagen zoals berekend in artikel 3 wordt op verzoek van de betrokken inrichtende macht gestort op volgende financiële rekening 000-0766723-35.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 december 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, E. BALDEWIJNS

^