Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 18 maart 2005
gepubliceerd op 26 april 2005

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit voor wat betreft de erkenning van telersverenigingen, de actiefondsen, de operationele programma's en de toekenning van de financiële steun

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2005035457
pub.
26/04/2005
prom.
18/03/2005
ELI
eli/besluit/2005/03/18/2005035457/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 MAART 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit voor wat betreft de erkenning van telersverenigingen, de actiefondsen, de operationele programma's en de toekenning van de financiële steun


De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserij producten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1°, vervangen bij de wet van 29 december 1990;

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1432/2003 van de Commissie van 11 augustus 2003 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad met betrekking tot de erkenning van telersverenigingen en de voorlopige erkenning van telersgroepen;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1433/2003 van de Commissie van 11 augustus 2003 tot vaststelling van de toepassingsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad voor wat de actiefondsen, de operationele programma's en de toekenning van financiële steun betreft;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1943/2003 van de Commissie van 3 november 2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad inzake de steun aan voorlopig erkende telersgroepen;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 maart 1998 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit in toepassing van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996;

Gelet op het overleg tussen de gewesten en de federale overheid op 17 mei 2004, bekrachtigd door de Interministeriële Conferentie Landbouwbeleid op 17 september 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 september 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State (38.039/3), gegeven op 1 februari 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de verordening : Verordening (EG) nr.2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit; 2° de toepassingsverordeningen : Verordening (EG) nr.1432/2003 van de Commissie van 11 augustus 2003 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad voor wat de erkenning van telersverenigingen betreft, Verordening (EG) nr. 1433/2003 van de Commissie van 11 augustus 2003 voor de operationele programma's, de actiefondsen en de toekenning van de communautaire financiële steun en Verordening (EG) nr. 1943/2003 van de Commissie van 3 november 2003 inzake de steun aan voorlopig erkende telersgroepen; 3° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid;4° de bevoegde diensten : de door de minister daartoe aangewezen diensten. HOOFDSTUK II. - Telersverenigingen en groeperingen van telersverenigingen

Art. 2.De minister erkent de telersverenigingen of de groeperingen van telersverenigingen in de zin van de verordening en van de toepassingsverordeningen. De minister kan voor de in de toepassingsverordeningen vastgestelde erkenningscriteria aanvullende voorwaarden vaststellen, vooral om de concentratie van het aanbod te bevorderen in bepaalde productcategorieën.

Art. 3.De aanvraag tot erkenning of tot voorlopige erkenning wordt ingediend bij de bevoegde dienst. De bevoegde dienst kan voorschriften maken voor de wijze van presentatie en indiening van het dossier.

Art. 4.Nieuwe groepen van telers dienen bij aanvraag tot erkenning aan te tonen dat de hoofdzetel, zoals bedoeld in de toepassingsverordeningen, van de vereniging gevestigd is in het Vlaams Gewest en een belangrijk deel van zijn leden en/of omzet heeft in het Vlaams Gewest.

Art. 5.Nieuwe groepen van telers die een voorlopige erkenning vragen in overeenstemming met artikel 14 van de verordening dienen minstens te voldoen aan de helft van de door de minister vastgestelde erkenningscriteria met betrekking tot de minimumomzet en het minimumaantal telers.

Art. 6.Nieuwe groepen van telers kunnen enkele erkend of voorlopig erkend worden als ze de juridische vorm van een coöperatieve vennootschap hebben.

Art. 7.Een telersvereniging kan binnen de mogelijkheden van de verordening een erkenning aanvragen voor een of meer productcategorieën. Voor elke categorie moet de telersvereniging aan de erkenningsvoorwaarden voldoen en een afzonderlijk dossier voorleggen.

Art. 8.§ 1. Om erkend te worden en te blijven, moeten de groeperingen van telersverenigingen opgericht zijn door en enkel samengesteld zijn uit erkende telersverenigingen. De doelstellingen van de groepering en de bepalingen ervan in de statuten van de groepering moeten overeenkomen met die van de verordening, van de toepassingsverordeningen en van de bepalingen van dit besluit.

Een groepering van telersverenigingen kan bepaalde taken van haar leden vervullen op basis van een gemotiveerde aanvraag en na de uitdrukkelijke toelating van de bevoegde dienst. De beslissing van de groepering dient steeds op democratische wijze besloten te worden. § 2. Transnationale groeperingen van telersverenigingen kunnen in Vlaanderen alleen erkend worden als de hoofdzetel in het Vlaams Gewest gevestigd is en als die hier over een belangrijk aantal aangesloten telersverenigingen beschikken of als de telersverenigingen hier een belangrijk deel van de waarde van de verkochte productie realiseren.

De andere leden-telersverenigingen zijn erkend in het Vlaams Gewest, in een ander gewest of in een andere lid-Staat van de Europese Unie.

Art. 9.Voor de toepassing van artikel 11 van de verordening : 1° dient elke aanvraag tot erkenning of voorlopige erkenning van een telersvereniging of groepering van telersverenigingen vergezeld te zijn van : a) de oprichtingsakte en de statuten;b) het huishoudelijk reglement;c) een geactualiseerde ledenlijst;d) de gemiddelde verkochte productie van alle telers van de drie jaren voorafgaand aan de erkenningsaanvraag.2° dienen de individuele telers voor de telersverenigingen een verklaring te ondertekenen waarbij zij bevestigen dat ze slechts lid zijn van de bedoelde telersvereniging voor de bedoelde categorieën van producten en moeten de individuele telers hun gehele productie van de bedoelde categorieën via deze vereniging commercialiseren zoals bepaald in de statuten van de telersvereniging. De telersverenigingen zijn ertoe gehouden de naleving van deze verklaring te controleren en eventueel op te treden en de bevoegde dienst daarvan in te lichten.

Art. 10.De telersverenigingen en groeperingen van telersverenigingen dienen bij de aanvraag tot erkenning aan de bevoegde diensten voldoende garanties te bieden ten aanzien van de verwezenlijking, de duur en de doelmatigheid van hun optreden; zij moeten er zich toe verbinden te streven naar een samenwerking en/of integratie met bestaande telersverenigingen in het betrokken gebied alsook naar samenwerking op professioneel vlak voor behartiging van de belangen van de telersverenigingen in de regio.

De oprichting van telersverenigingen en groeperingen van telersverenigingen moet bijdragen tot de concentratie van het aanbod van de betrokken producten.

Art. 11.De telersverenigingen dienen elk jaar uiterlijk op 31 januari elke wijziging van de ledenlijst te melden aan de bevoegde dienst.

Groeperingen van telersverenigingen dienen onverwijld elke wijziging in de samenstelling te melden aan de bevoegde dienst.

Elke wijzing van de statuten en/of huishoudelijk reglement van de telersvereniging of groepering van telersverenigingen dient onverwijld aan de bevoegde dienst gemeld te worden.

Te allen tijde kunnen de bevoegde diensten het verzoek richten tot de telersverenigingen of tot de groeperingen van telersverenigingen om aanvullende geactualiseerde ledenlijsten te bezorgen, evenals alle inlichtingen en inzage in bewijsstukken zoals verslagen van de algemene vergadering of de raad van bestuur die nodig zijn voor de controle tot toekenning of tot behoud van de in de verordening omschreven erkenningen.

Art. 12.De opzegging van het lidmaatschap van een teler moet schriftelijk aan de telersvereniging worden meegedeeld ten laatste op 31 juli. De opzegging kan dan ten vroegste van kracht worden op 1 januari van het volgende jaar.

Art. 13.Een telersvereniging kan de uitvoering van de in artikel 11 van de verordening omschreven taken zoals het commerciële en budgettaire beheer, de gecentraliseerde boekhouding en facturatie enkel uitbesteden aan derden op basis van een gemotiveerde aanvraag en na de uitdrukkelijke toelating van de bevoegde dienst. De uitbesteding dient te gebeuren op basis van een contract met een precieze omschrijving van de opdracht. De onderaannemer dient zich te onderwerpen aan dezelfde voorwaarden en controles als de telersvereniging. De uitbestede taken blijven onder het toezicht en verantwoordelijkheid van de telersvereniging.

Art. 14.Natuurlijke personen of rechtspersonen die geen groente- of fruitteler zijn, kunnen enkel lid zijn of blijven als ze : 1° als dusdanig herkenbaar in de ledenlijsten voorkomen en niet meegerekend worden voor de erkenningscriteria;2° niet gebruik maken van de door Gemeenschap gefinancierde maatregelen;3° niet deelnemen aan de stemmingen die specifiek betrekking hebben op het actiefonds.

Art. 15.Geen enkel lid van een telersvereniging mag over meer dan 25 % van de stemmen of volmachten voor de stemming beschikken. De minister kan dit percentage verhogen, tot aan het maximum bepaald in artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1432/2003.

Art. 16.Binnen drie maanden na indiening van de met alle nodige stukken gestaafde aanvraag tot erkenning of voorlopige erkenning neemt de minister een besluit ter zake.

Art. 17.Met geregelde tussenpozen zullen controles uitgevoerd worden op de inachtneming door de telersvereniging of groepering van telersverenigingen van de erkenningscriteria. Zonodig kan de erkenning ingetrokken worden.

Art. 18.Voor de toepassing van artikel 18 van de verordening kan de minister op verzoek van de telersvereniging of groepering in kwestie bepaalde regels, genomen in het kader van de telersverenigingen of groeperingen van telersverenigingen, algemeen verbindend verklaren voor de in de economische regio, zoals bedoeld in de verordening, gevestigde telers die niet bij die verenigingen of groeperingen van telersverenigingen zijn aangesloten. HOOFDSTUK III. - Het actiefonds, het operationeel programma en erkenningsprogramma

Art. 19.De wijze van financiering van het actiefonds en de geraamde bedragen van het actiefonds moeten jaarlijks uiterlijk op 15 september opgegeven worden gelijktijdig met de operationele programma's of de verzoeken tot wijziging van de operationele programma's. Het gebruik van eigen middelen van de telersvereniging, verkregen door de verkoop van groente- en fruitproducten, voor de samenstelling van het actiefonds wordt alleen toegestaan na uitdrukkelijke toestemming door de bevoegde dienst.

Als gedifferentieerde bijdragen worden geheven in de zin van de toepassingsverordeningen moet dit verantwoord worden op basis van objectieve criteria en mag het collectieve karakter van het operationeel programma niet aangetast worden.

Art. 20.De telersverenigingen of groeperingen van telersverenigingen moeten het voor het beheer van het actiefonds mogelijk maken dat alle uitgaven en inkomsten identificeerbaar zijn in een financiële boekhouding.

Art. 21.De bevoegde dienst bepaalt de voorwaarden die moeten garanderen dat de bijdragen in het actiefonds geheven zijn in overeenstemming met de verordeningen en dat voorschotten daadwerkelijk besteed zijn.

Art. 22.De bevoegde dienst kan bijkomende voorwaarden vaststellen met betrekking tot voor steun in aanmerking komende acties of uitgaven ter aanvulling van de verordening, de toepassingsverordeningen en onderhavig besluit.

Art. 23.De bevoegde dienst stelt de referentieperiode vast voor de berekening van de waarde van de verkochte productie.

Art. 24.Om rekening te houden met het verloop van leden en om dubbeltellingen uit te sluiten, wordt voor de berekening van de waarde van de verkochte productie in het referentiejaar in kwestie rekening gehouden met de productie van de telers die op 1 januari van het werkjaar lid zijn van de telersvereniging.

Art. 25.Groeperingen van telersverenigingen kunnen alleen een gemeenschappelijk operationeel programma indienen.

In deze gezamenlijke operationele programma's van groeperingen van telersverenigingen dienen de financiering en de besteding van het actiefonds voor elke telersvereniging duidelijk aangegeven te zijn.

Art. 26.Het ontwerp van operationeel programma of erkenningsprogramma en de wijzigingen van deze programma's dient binnen de in de toepassingsverordeningen vastgestelde termijn schriftelijk aan de bevoegde dienst te worden voorgelegd. De bevoegde dienst kan deze termijn verschuiven tot maximaal 15 oktober. De bevoegde dienst kan voorschriften maken voor de wijze van presentatie en indiening van het dossier.

Art. 27.§ 1. Wijzigingen in de operationele programma's voor de volgende jaren worden schriftelijk ingediend volgens dezelfde procedure als het indienen van de nieuwe ontwerpen van operationele programma's. § 2. Wijzigingen in de operationele programma's gedurende het jaar kunnen uiterlijk tot 15 september eveneens schriftelijk ingediend worden bij de bevoegde dienst. De in het goedgekeurde programma aangenomen uitgaven mogen per actie maximaal met 5 % van het budget van de actie worden overschreden. Hiervoor is geen voorafgaande goedkeuring vereist. Elke overschrijding dient aan de bevoegde dienst te worden meegedeeld. Een wijziging van méér dan 5 % van het budget van gewijzigde acties en elke inhoudelijke wijziging kan alleen voor financiering in aanmerking komen na expliciete goedkeuring. Die wijzigingen kunnen ten hoogste met terugwerkende kracht tot de aanvraagdatum goedgekeurd worden. Ze mogen het algemene doel van het operationeel programma niet wijzigen en mogen het totale budget van het operationeel programma niet met meer dan 20 % overschrijden. § 3. Wijzigingen van het bedrag uit het actiefonds voor de steun in verband met het uit de markt nemen van producten als bedoeld in artikel 15 van de verordening moeten altijd worden aangevraagd en goedgekeurd. § 4. Alle wijzigingsaanvragen moeten vergezeld zijn van de nodige stavingstukken.

Art. 28.Voor de opstelling en de uitvoering van het erkenningsprogramma moeten dezelfde regels en administratieve procedures toegepast worden als voor de operationele programma's.

Wijzigingen van het erkenningsprogramma kunnen alleen met gemotiveerde redenen aangevraagd worden volgens dezelfde administratieve procedure als voor de operationele programma's.

Art. 29.De bevoegde diensten kunnen alle aanvullende bewijsstukken opvragen om op doeltreffende wijze na te gaan of de telersvereniging of de groepering van telersverenigingen aan de voorwaarden voor toekenning van de steun voldoet.

Art. 30.De bevoegde diensten kunnen aanvullende instructies met betrekking tot de presentatiewijze en de indieningstermijn opleggen aan de telersverenigingen, in het bijzonder betreffende steunaanvragen, voorschotten, de waarde van verkochte productie en telersbijdragen.

Art. 31.De beslissingen over de ontwerpen van operationeel programma of erkenningsprogramma worden door de bevoegde dienst aan de Europese Gemeenschap bezorgd.

Art. 32.Voor het behoud van de goedkeuring van de operationele programma's of van de erkenningsprogramma's worden aan de telersverenigingen en de groeperingen van telersverenigingen de volgende bijzondere verplichtingen opgelegd : 1° ze dienen een bedrijfsrevisor aan te stellen die de boekhouding identificeert, controleert en certificeert en die het verslag over zijn bevindingen binnen de door de bevoegde dienst gestelde termijn bezorgt aan de bevoegde overheid;2° in geval van onderaanneming dient de onderaannemer een overeenkomst te sluiten waarin : a) het voorwerp van de onderaanneming gedetailleerd omschreven wordt;b) uitdrukkelijk bepaald wordt dat de onderaannemer aan dezelfde voorwaarden en controles onderworpen wordt als de telersverenigingen.

Art. 33.Onderaanneming voor de uitvoering van acties van het operationeel programma, door een eigen teler-lid van de telersvereniging kan alleen in uitzonderlijke gevallen worden toegestaan op voorwaarde van de goedkeuring door de bevoegde dienst en op voorwaarde dat door de telersvereniging wordt aangetoond dat : 1° de actie democratisch aangenomen is;2° de actie een collectief karakter heeft en bijdraagt tot de doelstellingen van het programma;3° niet alleen de onderaannemer begunstigde is of de middelen niet enkel aangewend worden voor eigen gebruik;4° de actie slechts een beperkt percentage van het actiefonds bedraagt;5° de onderaanneming onder normale marktvoorwaarden gebeurt;6° de actie niet in relatie staat tot de eigen bijdrage van de teler aan het actiefonds.

Art. 34.De minister neemt binnen de in de toepassingsverordeningen gestelde termijnen een besluit over het programma, de berekening van het actiefonds en het bedrag van de goedgekeurde steun in overeenstemming met het bepaalde in artikel 16 van de verordening. HOOFDSTUK IV. - Brancheorganisaties en -overeenkomsten

Art. 35.De minister kan de op het grondgebied van het Vlaams Gewest gevestigde brancheorganisaties erkennen overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de verordening.

Art. 36.De aanvraag tot erkenning en alle bewijsstukken, bedoeld in artikel 19 van de verordening, worden ingediend bij de bevoegde dienst.

Art. 37.De minister neemt binnen de in de verordening gestelde termijn een besluit betreffende de erkenning, rekening houdend met het advies van de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

Art. 38.Voor de toepassing van artikel 21 van de verordening kan de minister op verzoek van de organisatie in kwestie bepaalde besluiten, genomen in het kader van de brancheorganisatie, gesloten overeenkomsten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen voor een beperkte periode verbindend verklaren voor de individuele marktdeelnemers of samenwerkingsverbanden. HOOFDSTUK V. - Bevoegde diensten

Art. 39.De minister wijst de bevoegde diensten aan die belast zijn met : 1° de coördinatie van de interpretatie en implementatie van de gemeenschappelijke marktordening;2° het in ontvangst nemen en het onderzoek van de aanvragen tot erkenning of voorlopige erkenning en van de nodige bewijsstukken;3° het in ontvangst nemen en het onderzoek van de ontwerpen van operationele programma's, en erkenningsprogramma's;4° het onderzoek en toestaan van het gebruik van eigen middelen van de telersvereniging voor de samenstelling van het actiefonds;5° het onderzoek en toestaan van de aanvragen tot uitbesteding van de in artikel 11 van de verordening omschreven kerntaken zoals het commerciële en budgettaire beheer, de gecentraliseerde boekhouding en facturatie aan derden;6° het toestaan van uitbesteding van de uitvoering van acties uit het operationeel programma aan leden van de telersvereniging;7° het vaststellen van de referentieperiode voor de vaststelling van de waarde ven de verkochte productie;8° het vaststellen van de termijnen voor de indiening van de programma's en wijzigingen van programma's;9° het vaststellen van bijkomende voorwaarden met betrekking tot voor steun in aanmerking komende acties of uitgaven;10° het in ontvangst nemen van de steunaanvragen;11° de coördinatie van de controles;12° het in ontvangst nemen van wijzigingen van de programma's;13° de advisering over en het verrichten van de inhoudelijke controles van de acties in het operationeel programma;14° het verrichten van de boekhoudkundige controles met betrekking tot het actiefonds en het operationeel programma;15° het verrichten van de controles op de erkenningscriteria en de ledenlijsten;16° de mededelingen aan en contacten met de Commissie van de Europese Gemeenschappen;17° het toekennen en uitbetalen van de communautaire steun;18° het vaststellen van de termijn voor betaling van de steun;19° het nemen van de nodige maatregelen tot voorkoming, bestrijding en vaststelling van overtredingen van en fraude op de in dit besluit genoemde verordeningen;20° het terugvorderen en opleggen van sancties op het vlak van toegekende of aangevraagde steun;21° de notering van producenten- en invoerprijzen;22° de verzameling en de verwerking van de productiegegevens. HOOFDSTUK VI. - Algemene bepalingen

Art. 40.Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten kan de minister een erkenning als bedoeld in dit besluit geheel of gedeeltelijk intrekken in een van de volgende gevallen : 1° als de voorwaarden voor erkenning, omschreven in de verordening en de toepassingsverordeningen, niet meer vervuld zijn;2° als de telersvereniging, de groepering van telersverenigingen en de brancheorganisatie weigeren de nodige inlichtingen of bewijsstukken op verzoek van de bevoegde dienst te verstrekken;3° als de brancheorganisatie de in artikelen 19 en 20 van de verordening omschreven bepalingen niet naleeft;4° als de controles, omschreven in de verordening en in de toepassingsverordeningen, worden belemmerd of geweigerd.

Art. 41.§ 1. Als de minister geen erkenning kan verlenen of de erkenning geheel of gedeeltelijk wil intrekken, deelt hij de redenen mee aan de telersvereniging, de groepering van telersverenigingen of de brancheorganisatie in kwestie.

Die laatsten beschikken, op straffe van verval, over vijftien werkdagen na de kennisgeving van de maatregel om met een aangetekende zending hun bezwaren kenbaar te maken bij de bevoegde dienst. § 2. De beslissing van de minister wordt na onderzoek van de ingediende bezwaren met een aangetekende brief aan de betrokkene meegedeeld binnen een termijn van één maand na ontvangst van de bezwaren.

Art. 42.Onverminderd de sancties, vervat in de verordeningen en in dit besluit en in het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen af te leggen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen, kunnen de voordelen van de communautaire financiële steun definitief of tijdelijk ontzegd worden aan of teruggevorderd worden van een telersvereniging, al dan niet aangesloten bij een groepering van telersverenigingen, of een brancheorganisatie die om de voordelen te verkrijgen, opzettelijk of door grove nalatigheid valse verklaringen verstrekt hebben.

Art. 43.Als het operationeel programma of het erkenningsprogramma geheel of gedeeltelijk niet worden uitgevoerd, kunnen de voordelen van de communautaire financiële steun geheel of gedeeltelijk worden geweigerd, zowel voor het goedgekeurde programma als voor eventuele toekomstige ontwerpen die worden ingediend tijdens de duur van het goedgekeurde programma.

Art. 44.Overtredingen van bepalingen van dit besluit, van de bepalingen genomen ter uitvoering van dit besluit of verbindend verklaard ter uitvoering van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft in overeenstemming met de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten.

Overtredingen door de teler van de verklaring, bedoeld in artikel 9, eerste lid, 2°, worden bestraft met de straf, bepaald in artikel 6, § 1, van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten.

Art. 45.Op verzoek van de bevoegde dienst moeten de telersverenigingen en/of groeperingen van telersverenigingen de nodige productiegegevens overmaken.

Art. 46.Op verzoek van de bevoegde dienst moeten de telersverenigingen die geen operationeel programma ingediend hebben, jaarlijks opgave doen van tenminste : het teeltareaal, de hoeveelheden die geoogst en verkocht werden of die op grond van artikel 23 van de verordening niet te koop zijn aangeboden en de waarde van de verkochte productie.

Art. 47.De bevoegde dienst kan indien nodig de termijn voor de betaling van de financiële steun, zoals bepaald in de toepassingsverordeningen, uitstellen tot 15 oktober.

Art. 48.Het koninklijk besluit van 27 maart 1998 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit in toepassing van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 wordt opgeheven.

Art. 49.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004, met uitzondering van artikel 43 dat in werking treedt op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 50.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 maart 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME

^