Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 18 maart 2005
gepubliceerd op 09 mei 2005

Besluit van de Vlaamse Regering houdende organisatie van het permanent secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2005035493
pub.
09/05/2005
prom.
18/03/2005
ELI
eli/besluit/2005/03/18/2005035493/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP


18 MAART 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende organisatie van het permanent secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende onderwijs-II, inzonderheid op artikel 152, tweede lid, en op artikel 160, § 1, tweede lid, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 31 maart 2003;

Gelet op het advies van het Vast Bureau van de Vlaamse Onderwijsraad gegeven op 1 april 2003;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Ambtenarenzaken, gegeven op 7 november 2003;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Begroting, gegeven op 22 april 2004;

Gelet op het protocol nr. 210.676 van 27 mei en 7 juni 2004 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op het advies nr. 37.769/1 van de Raad van State, gegeven op 25 november 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit : DEEL I. - TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied Artikel I.1. Onverminderd de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen is dit besluit van toepassing op het permanent secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad en het personeel ervan.

Het doet geen afbreuk aan andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen die op specifieke categorieën van dit personeel van toepassing zijn.

HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen Art. I.2. In aanvulling op artikel I 2 van het stambesluit VOI, wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan onder : 1° Het stambesluit VOI : het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen;2° De instelling : het permanent secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad. Art. I.3. In aanvulling op artikel I 2, 11°, van het stambesluit VOI moet raad 'van bestuur' worden gelezen als 'Vast Bureau'.

Art. I.4. Elke wijziging of aanvulling aan dit besluit wordt onderworpen aan het voorafgaande advies van de directieraad van de instelling. Het advies moet worden gegeven binnen de 30 kalenderdagen nadat er om verzocht werd tenzij een andere termijn wordt bepaald die niet korter mag zijn dan 15 kalenderdagen. Deze termijnen worden opgeschort in de maand augustus. Indien het advies niet binnen deze termijn is gegeven, mag aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan.

DEEL II. - WERKING VAN DE INSTELLING HOOFDSTUK I. - De bestuursorganen Art. II.1. In de instelling functioneren als bestuursorganen : 1° de Algemene Raad;2° het Vast Bureau;3° de directieraad. HOOFDSTUK II. - De directieraad Art. II.2. In afwijking van artikel II 1 van het stambesluit VOI is de directieraad van de instelling samengesteld uit : 1° de leidend ambtenaar, voorzitter 2° de ambtenaren van rang A2 Art.II.3. Onverminderd zijn bevoegdheden voortvloeiend uit de bepalingen van het stambesluit VOI, beraadslaagt de directieraad over de beleidsvoorstellen en problemen inzake beleidsuitvoering, ten aanzien van de instelling.

De directieraad kan bovendien op eigen initiatief of op verzoek van een lid, te allen tijde, deskundigen uitnodigen met het oog op een technische of inhoudelijke toelichting van een specifiek probleem.

HOOFDSTUK III. - De leidend ambtenaar Art. II.4. Onverminderd de bevoegdheden voortvloeiend uit de bepalingen van het stambesluit VOI is de leidend ambtenaar verantwoordelijk voor de organisatie en het bestuur van de instelling.

Hij coördineert de werkzaamheden van de instelling en is belast met het toezicht op de werking ervan.

Hij draagt zorg voor de coördinatie en de integratie van het beleid binnen de instelling en voor de relatie tussen de personeelsleden enerzijds en het Vast Bureau en de Algemene Raad, de minister en de andere bevoegde leden van de Vlaamse Regering anderzijds. In dit verband : - leidt en coördineert hij het opmaken van de begrotingsvoorstellen; - coördineert hij de beleidsvoorbereiding; - waakt hij over de deontologie van de personeelsleden van zijn instelling en de gedetacheerden zoals bepaald in artikel 160, § 2, van het decreet betreffende het Onderwijs II van 31 juli 1990; - waakt hij erover dat de beslissingen van de Vlaamse Regering, het Vast Bureau en de Algemene Raad worden uitgevoerd; - oefent hij gezag uit over het personeel van de instelling en zorgt voor de tucht, de orde en de organisatie; - neemt hij de voor de instelling bestemde zendingen in ontvangst, onverminderd de eventuele delegaties die ter zake worden verleend, en ondertekent hij de briefwisseling inzake het functioneren van de instelling die de Vlaamse Regering of de minister niet bindt.

DEEL III. - RECHTEN EN PLICHTEN DEEL IV. - CUMULATIE VAN BEROEPSACTIVITEITEN DEEL V. - HET DOELTREFFEND INZETTEN VAN HET PERSONEEL DEEL VI. - DE AANWERVING DEEL VII. - DE STAGE EN DE BENOEMING TOT AMBTENAAR DEEL VIII. - DE ADMINISTRATIEVE LOOPBAAN TITEL I. - Anciënniteit Art. VIII.1. De anciënniteit die de ambtenaar van de instelling verworven heeft op 1 oktober 2000, krachtens een reglementaire bepaling die op hem van toepassing was, blijft behouden.

DEEL IX. - TUCHTREGELING TITEL I. - De tuchtprocedure HOOFDSTUK I. - De bevoegde overheid Art. IX.1. In afwijking van artikel IX 8 van het stambesluit VOI wordt de tuchtstraf voor de leidend ambtenaar en de adjunct leidend ambtenaar voorgesteld door de voorzitter van het Vast Bureau.

Art. IX.2. In afwijking van artikel IX 9 van het stambesluit VOI wordt de tuchtstraf voor de leidend ambtenaar en de adjunct leidend ambtenaar uitgesproken door het Vast Bureau.

Art. IX.3. In afwijking van artikel IX 10 van het stambesluit VOI wordt de tuchtstraf na advies van de raad van beroep definitief uitgesproken door de Algemene Raad voor de leidend ambtenaar, de adjunct leidend ambtenaar en de ambtenaar van rang A2.

DEEL X. - DE SCHORSING IN HET BELANG VAN DE DIENST DEEL XI. - HET VERLOF EN DE ADMINISTRATIEVE TOESTAND TIJDENS VERLOF TITEL I. - Verlof voor opdracht HOOFDSTUK I. - Verlof voor opdracht van algemeen belang Art. XI.1. In afwijking van artikel XI 58, § 2 van het stambesluit VOI wordt het karakter van algemeen belang voor de overige opdrachten voor de leidend ambtenaar en de adjunct leidend ambtenaar erkend door het Vast Bureau.

DEEL XII. - VERLIES VAN DE HOEDANIGHEID VAN AMBTENAAR EN DEFINITIEVE AMBTSNEERLEGGING DEEL XIII. - GELDELIJK STATUUT TITEL I. - Toelagen HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen en definities Art. XIII.1. § 1. De ambtenaar die de functie van autobestuurder van de leidend ambtenaar uitoefent, heeft recht op een forfaitaire toelage voor extra prestaties van 3.050,00 euro (100 %) op jaarbasis. Dit bedrag volgt de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig artikel XIII 22 van het stambesluit VOI. § 2. De in § 1 genoemde toelage wordt maandelijks en na vervallen termijn uitbetaald. § 3. Deze toelage voor extra prestaties is niet cumuleerbaar met andere toelagen voor het presteren van overuren en zaterdag-, zondags- en nachtwerk.

HOOFDSTUK II. - Prestatietoelagen Afdeling 1. - De managements- en staftoelage Art. XIII.2. De instantie bedoeld in artikel XIII 55 § 2 van het stambesluit VOI is het Vast Bureau.

Afdeling 2. - Functioneringstoelage Art. XIII.3. De instantie bedoeld in artikel XIII 57 van het stambesluit VOI is het Vast Bureau.

TITEL II. - Verhoogde rente in geval van arbeidsongeval en ongeval op de weg naar en van het werk Art. XIII.4. Voor de toepassing van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector wordt de rente in geval van blijvende invaliditeit en in geval van overlijden, toegekend ingevolge een arbeidsongeval of een ongeval op de weg naar en van het werk, berekend op basis van de jaarlijkse bezoldiging van het personeelslid, beperkt tot 123.946,76 euro per jaar en per persoon.

TITEL III. - Overgangsbepalingen HOOFDSTUK I. - De salarisschalen Art. XIII.5. De ambtenaar die vóór 10 mei 1995 de overgangssalarisschaal B 213 genoot, blijft deze behouden tot een organieke salarisschaal hem voordeliger wordt.

Art. XIII.6. De salarisschaal B213 werd opgenomen als bijlage bij dit besluit.

HOOFDSTUK II. - Ervaring Art. XIII.7. De ervaring die de leidend ambtenaar en de directeurs hebben opgedaan in de privé-sector en die nuttig is voor hun taakuitoefening bij de instelling worden in aanmerking genomen bij de berekening van hun geldelijke anciënniteit mits instemming van de Algemene Raad. Deze bepaling geldt enkel voor de betrokken personeelsleden die reeds in dienst waren vóór 1 januari 1995.

DEEL XIV. - DE RECHTSPOSITIE VAN HET CONTRACTUELE PERSONEELSLID TITEL I. - Verhoogde rente in geval van arbeidsongeval en ongeval op weg naar en van het werk Art. XIV.1. Inzake de verhoogde rente ingeval van arbeidsongeval en ongeval op de weg naar en van het werk, geldt voor het contractuele personeelslid dezelfde regeling als voor de ambtenaar.

TITEL II. - Overgangsbepalingen Art. XIV.2. De contractuele personeelsleden die ten laatste op 1 juni 1994 in dienst zijn bij de instelling en een gunstige beoordeling hebben bekomen, worden voor onbepaalde duur en ambtshalve in dienst gehouden op voorwaarde dat het aantal op de in de personeelsformatie voorziene betrekkingen niet wordt overschreden.

DEEL XV. - SLOTBEPALINGEN Art. XV.1. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2000 met uitzondering van de volgende artikelen : Artikel XIII.1 : bij publicatie in het Belgisch Staatsblad Artikel XIII.5 : 1 juni 1995 Artikel XIII.6 : 1 juni 1995 Artikel XIII.7 : 1 januari 1995 Art. XV.2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 maart 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

Bijlage ISB VLOR Instellingsspecifieke salarisschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2005 houdende organisatie van het permanent secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad en de instellingsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel Brussel, 18 maart 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE

^