Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 december 2008
gepubliceerd op 23 februari 2009

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de samensmelting van de Polder Hamme-Moerzeke, de Polder Durme Zuid-Oost, de Polder Durme Noord-West, de Polder Durme Noord-Oost, de Polder van Grembergen en de Polder Sint-Onolfs en een grensaanpassing tot een nieuwe polder met als naam Polder Schelde Durme Oost

bron
vlaamse overheid
numac
2009035144
pub.
23/02/2009
prom.
19/12/2008
ELI
eli/besluit/2008/12/19/2009035144/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de samensmelting van de Polder Hamme-Moerzeke, de Polder Durme Zuid-Oost, de Polder Durme Noord-West, de Polder Durme Noord-Oost, de Polder van Grembergen en de Polder Sint-Onolfs en een grensaanpassing tot een nieuwe polder met als naam Polder Schelde Durme Oost


De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 3 juni 1957 betreffende de polders, artikelen 2, 6, 7 en 103;

Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gewijzigd bij de decreten van 23 december 2005, 19 mei 2006, 16 juni 2006, 25 mei 2007 en 7 december 2007, artikel 20, 21 en 46;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 januari 1958 houdende bepaling van de datum waarop de wet betreffende de wateringen en de wet betreffende de polders in werking treden, en houdende afbakening van de polderzones;

Overwegende dat er een voorontwerp is opgesteld tot fusie van de Polder Durme Noord-Oost, de Polder Durme Noord-West, de Polder Durme Zuid-Oost, de Polder Hamme-Moerzeke, de Polder van Grembergen, de Polder Sint-Onolfs en een grensaanpassing in het kader van de modernisering polders en wateringen om te komen tot een daadkrachtigere invulling van de doelstellingen vermeld in het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 16 juni 2008 tot en met 16 juli 2008 in de gemeente Waasmunster geen bezwaren werden ingediend;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 1 augustus 2008 tot en met 1 september 2008 in de stad Lokeren geen bezwaren werden ingediend;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 18 juni 2008 tot en met 18 juli 2008 in de gemeente Zele geen bezwaren werden ingediend;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 15 juni 2008 tot en met 15 juli 2008 in de stad Dendermonde geen bezwaren werden ingediend;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat werd georganiseerd van 15 juni 2008 tot en met 15 juli 2008 in de gemeente Hamme één bezwaar werd ingediend door de heer Segers uit Hamme;

Overwegende dat het bezwaarschrift van de heer Segers uit Hamme samengevat stelt dat de voorgestelde fusie niet voldoet aan de Polderwetgeving; dat de samen te voegen polders te verscheiden zijn wat waterhuishouding betreft; dat veel terreinkennis verloren zal gaan; dat de bestuursleden niet in staat zullen zijn met kennis van zaken beslissingen te nemen; dat de Polder Sint-Onolfs aan de overkant van de Schelde ligt; dat de noordelijke Durmepolders gezien de terreinkarakteristieken niet thuishoren in de voorgestelde fusie; dat de andere polderbesturen geen vragende partij zijn voor een fusie; dat de dienstverlening zal verminderen;

Overwegende dat het niet-opnemen van de Polder Sint-Onolfs tot isolatie van die kleine polder zou leiden en zijn voortbestaan op langere termijn in het gedrang kan brengen; dat de polder een gemeenschappelijke problematiek vertoont waardoor fusie verantwoord is; dat het polderbestuur in kwestie bovendien voorwaardelijk gunstig advies heeft uitgebracht; dat de voorwaarden uit dat advies alleen betrekking hebben op de begrenzing en de vertegenwoordiging; dat de fusie niet in strijd is met de bestaande Polderwetgeving nu de daarin vastgelegde procedure stipt wordt nageleefd en het doel van de voorgenomen fusie overeenstemt met het doel vermeld in de Polderwetgeving; dat de noordelijke Durmepolders geïntegreerd worden aangezien het bij polderuitbreidingen verantwoord is zich te richten op de grenzen van het watersysteem; dat de deelbekkengrens dan ook een logische afbakening is;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat georganiseerd werd van 15 juni 2008 tot en met 15 juli 2008 in de gemeente Temse geen bezwaren werden ingediend;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat georganiseerd werd van 15 juni 2008 tot en met 15 juli 2008 in de stad Sint-Niklaas geen bezwaren werden ingediend;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat georganiseerd werd van 1 augustus 2008 tot en met 1 september 2008 in de gemeente Bornem geen bezwaren werden ingediend;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat georganiseerd werd van 29 augustus 2008 tot en met 29 september 2008 in de gemeente Sint-Amands geen bezwaren werden ingediend;

Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek dat georganiseerd werd van 15 juni 2008 tot en met 15 juli 2008 in de gemeente Buggenhout geen bezwaren werden ingediend;

Overwegende dat de samensmeltende polders allen advies gaven, respectievelijk op 3 juli 2008 voor wat de Polder Durme Noord-Oost, de Polder Durme Noord-West, de Polder Durme Zuid-Oost en de Polder van Grembergen betreft, de Polder Sint-Onolfs advies gaf op 10 juli 2008 en de Polder Hamme-Moerzeke op 11 juli 2008;

Overwegende dat de volgende aanpalende polders advies gaven : Polder Oude en Nieuwe Schorren op 3 juni 2008, de Polder van de Beneden Dender op 13 juni 2008, de Polder van Weert op 30 juni 2008, de Polder Moervaart en Zuidlede op 10 juli 2008, de Polder tussen Schelde en Durme op 11 juli 2008, de Tielrodebroekpolder op 10 augustus 2008 en de Polder Sinaai-Daknam op 8 september 2008;

Overwegende dat de aanpalende polder van Vlassenbroek in zijn brief van 7 juli 2008 aangaf geen advies te verlenen aangezien hij geen betrokken partij is;

Overwegende dat de volgende gemeentebesturen in kwestie advies gaven : dat van Bornem op 16 juni 2008, dat van Zele op 11 juli 2008, dat van Waasmunster op 16 juli 2008, dat van Dendermonde op 17 juli 2008, dat van Sint-niklaas op 4 augustus 2008, dat van Temse op 5 augustus 2008 en dat van Lokeren op 16 september 2008;

Overwegende dat de opmerkingen van de polder- en gemeentebesturen nagenoeg allemaal terug te voeren zijn tot de afbakening en de daarmee samenhangende grenscorrecties;

Overwegende dat, zoals eerder aangehaald, het bij polderuitbreidingen verantwoord is zich te richten op de grenzen van het watersysteem zoals hier het geval is; dat de deelbekkengrens dan ook een logische afbakening is; dat grenscorrecties binnen het kader van de stroomgebiedbeheerplannen na het doorlopen van een openbaar onderzoek mogelijk blijven;

Overwegende dat de gemeentebesturen van Buggenhout, Hamme en Sint-Amands geen advies hebben uitgebracht;

Overwegende het advies van de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen, gegeven op 9 oktober 2008;

Overwegende dat het advies louter een fusie vooropstelt van de zes bestaande polders en geen aanpassing van de grenzen;

Overwegende dat ernaar gestreefd moet worden om bij de reorganisatie van polderbesturen, ondermeer via fusie, zich te richten op de grenzen van het watersysteem; dat aanpassing van de bestaande poldergrenzen daarom wenselijk is; dat de deelbekkengrens dan ook een logische afbakening is;

Overwegende het advies van de deputatie van de provincie Antwerpen, gegeven op 24 juli 2008;

Overwegende dat het advies stelt dat het niet wenselijk is het werkingsgebied van de polders uit te breiden gezien de verouderde wetgeving; dat de grenzen niet conform de waterschapsgrenzen zijn;

Overwegende dat de deelbekkengrenzen werden vastgelegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 september 2005 betreffende de geografische indeling van watersystemen en de organisatie van het integraal waterbeleid in uitvoering van Titel I van het decreet van 18 juli 2003; dat krachtens artikel 30 van hetzelfde decreet waterschappen werden opgericht per deelbekken of voor verschillende deelbekkens die behoren tot hetzelfde bekken, dat dit impliceert dat de waterschapsgrenzen worden geacht samen te vallen met de deelbekkengrenzen; dat de grenzen van de nieuwe polder de grenzen van het waterschap respecteren.

Overwegende dat de samenvoeging van bestaande polders, inclusief een grensaanpassing tot één grote, leefbare polderentiteit, een maatregel van algemeen belang is die ertoe strekt de nieuw gevormde eenheid, zowel op het financiële en op het administratieve vlak, als op het gebied van de uitvoering van werken, tot een grotere efficiëntie en een verdere professionalisering te brengen;

Overwegende dat de samensmelting en uitbreiding van de polders bijdragen tot administratieve vereenvoudiging voor de gemeenten en de provincies en bijdragen tot een betere dienstverlening voor de burgers;

Overwegende dat bij polderfusies vermeden moet worden dat polder- of wateringbesturen geïsoleerd worden, in casu de Polder Sint-Onolfs, zonder daarbij echter de waterschapsgrens te overschrijden;

Overwegende dat de zes samen te smelten polders allemaal in hetzelfde waterschap liggen;

Overwegende dat het, onder meer in het kader van de watertoets, noodzakelijk is om het waterbeheer af te stemmen op het watersysteem, ook in ontpolderde, afwaterende gebieden, en dat er daarom naar gestreefd moet worden om zich bij polderaanpassingen te richten op de grenzen van het watersysteem in kwestie;

Overwegende dat uitbreiding van de polder tot de noordelijke deelbekkengrens bovendien verantwoord is aangezien verstedelijkte gebieden bijdragen tot verhoogde kosten in het waterbeheer door het grote aandeel verharde oppervlakten;

Overwegende dat de opname van de Polder Sint-Onolfs binnen de nieuwe polder wenselijk is om de redenen aangehaald in de weerlegging van het bezwaarschrift van de heer Segers uit Hamme;

Overwegende dat de poldergrens niet op kadasterniveau bepaald werd; dat de Polderwet geen schaalniveau oplegt; dat gekozen wordt de schaal van de gewestplannen te hanteren; dat de kaart waarop de polder afgebakend wordt aldus dezelfde rechtszekerheid biedt; dat overgegaan zal worden tot afbakening op perceelsniveau overeenkomstig artikel 8 van de Polderwet; dat daartoe een lijst met ingelanden moet opgemaakt worden; dat voor kadastrale percelen die de poldergrens overschrijden de 50 % regel gehanteerd kan worden om uit te maken of ze al dan niet opgenomen worden in de lijst;

Overwegende dat de billijkheid en de rechtvaardigheid vereisen dat het benoemde personeel, alsook het contractuele personeel van de samen te smelten polders, wordt overgenomen door de nieuwe polder, met behoud van hun rechten en plichten, naar analogie van de bepalingen van CAO 32bis van 7 juni 1985 betreffende het behoud van rechten van werknemers bij wijziging van werkgever ingevolge overgang van onderneming;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 december 2008;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Er wordt een nieuwe polder, genaamd Polder Schelde Durme Oost, opgericht. De omschrijving van die polder wordt aangeduid op het plan, dat als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd. Die polder ontstaat na samensmelting van de Polder Durme Noord-Oost, de Polder Durme Noord-West, de Polder Durme Zuid-Oost, de Polder Hamme-Moerzeke, de Polder van Grembergen en de Polder Sint-Onolfs en een grensaanpassing, afgestemd op de grenzen van het watersysteem.

De zes samensmeltende polders, vermeld in bijlage 1 die bij dit besluit is gevoegd, worden opgeheven vanaf de datum waarop dit besluit in werking treedt.

Art. 2.De nieuwe polder is de rechtsopvolger onder algemene titel van de polders, vermeld in artikel 1. In die hoedanigheid neemt de nieuwe polder het integrale vermogen, dat bestaat uit alle goederen, rechten, schuldvorderingen en schulden, over van de polders, vermeld in artikel 1.

Art. 3.De personeelsleden die op de datum waarop dit besluit in werking treedt statutair of contractueel tewerkgesteld zijn in de af te schaffen en samen te smelten polders, gaan over naar die nieuwe polder. Die overgang gebeurt met behoud van: 1° de administratieve, geldelijke en schaalanciënniteit;2° de salarisschaal en functionele loopbaan waarop zij in voorkomend geval aanspraak kunnen maken volgens de bestaande reglementering op het ogenblik van hun overgang;3° de reglementair toegekende vergoedingen en toelagen waarop zij aanspraak kunnen maken volgens de bestaande reglementering op het ogenblik van hun overgang. De bovenstaande elementen zijn op persoonlijke titel en zijn uitdovend als het geheel van salaris en reglementair toegekende vergoedingen en toelagen bij de nieuwe polder gunstiger is.

De individuele contractuele personeelsleden moeten akkoord gaan met de overgang naar de nieuwe polder.

Art. 4.De provincie Oost-Vlaanderen wordt aangewezen als provinciale overheid, die bevoegd is om ter uitvoering van de Polderwet op te treden.

De gouverneur wordt overeenkomstig artikel 8 van de Polderwet belast met het samenroepen van de algemene vergadering waarop het polderreglement wordt vastgesteld en het nieuwe bestuur wordt verkozen.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking vanaf de datum van de goedkeuring van het polderreglement van de nieuwe polder door de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 8 van de Polderwet.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het natuurbehoud en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 december 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Mevr. H. CREVITS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^