Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 mei 2006
gepubliceerd op 23 juni 2006

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2001 houdende de erkenning, de registratie en de machtiging, en houdende de aansluiting, de aanvraag en de tenlasteneming in het kader van de zorgverzekering

bron
vlaamse overheid
numac
2006035941
pub.
23/06/2006
prom.
19/05/2006
ELI
eli/besluit/2006/05/19/2006035941/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 MEI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2001 houdende de erkenning, de registratie en de machtiging, en houdende de aansluiting, de aanvraag en de tenlasteneming in het kader van de zorgverzekering


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, gewijzigd bij de decreten van 22 december 1999, 8 december 2000, 18 mei 2001, 20 december 2002, 30 april 2004, 7 mei 2004, 24 juni 2005, 25 november 2005 en 23 december 2005;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2001 houdende de erkenning, de registratie en de machtiging, en houdende de aansluiting, de aanvraag en de tenlasteneming in het kader van de zorgverzekering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 december 2001, 25 oktober 2002, 13 december 2002, 9 mei 2003, 14 november 2003, 2 april 2004, 22 oktober 2004, 11 maart 2005, 15 april 2005 en 2 december 2005;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 11 mei 2006;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat vanaf 1 mei 2006 de decretale bepalingen inzake de administratieve geldboete in werking treden en vanaf dat ogenblik moet worden vastgesteld aan welke personen een administratieve geldboete dient te worden opgelegd;

Overwegende dat ten laatste op 1 mei 2006 aan de zorgkassen en de rechtsonderhorigen rechtszekerheid moet worden geboden inzake de toepassing van de administratieve geldboete in het kader van de zorgverzekering;

Overwegende dat ten laatste op 1 mei 2006 aan de zorgkassen en de rechtsonderhorigen duidelijkheid moet worden geboden inzake criteria op basis van dewelke de administratieve geldboete zal worden opgelegd;

Overwegende dat de bepalingen van dit wijzigingsbesluit inzake de administratieve geldboete de reglementaire basis moeten vormen voor een ministerieel besluit houdende wijziging van de enige bijlage bij het ministerieel besluit van 6 januari 2006 houdende de goedkeuring van de handleiding zorgverzekering;

Overwegende dat elke vertraging in de toepassing van administratieve geldboete het financiële evenwicht van de zorgverzekering in het gedrang kan brengen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2001 houdende de erkenning, de registratie en de machtiging, en houdende de aansluiting, de aanvraag en de tenlasteneming in het kader van de zorgverzekering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 december 2001, 25 oktober 2002, 13 december 2002, 9 mei 2003, 14 november 2003, 2 april 2004, 22 oktober 2004, 11 maart 2005, 15 april 2005 en 2 december 2005, wordt een hoofdstuk IVbis, bestaande uit artikel 19ter tot 19sexies, ingevoegd, dat luidt als volgt : « Hoofdstuk IVbis. Administratieve geldboete

Art. 19ter.§ 1. Een administratieve geldboete wordt opgelegd aan iedere aangeslotene, vermeld in artikel 15 en 16, die drie, niet noodzakelijk opeenvolgende keren, de bijdrage, vermeld in artikel 17, niet, slechts gedeeltelijk of laattijdig heeft betaald.

De minister kan de nadere voorwaarden bepalen waaronder bepaalde jaren niet in aanmerking worden genomen voor de toepassing van het eerste lid. § 2. Als de bijdrage gedurende vijf jaar ononderbroken tijdig en volledig wordt betaald én alle achterstallige bijdragen werden vereffend, worden de voorafgaande niet-, gedeeltelijke en laattijdige betalingen van de bijdrage, met een maximum van twee, niet meer in aanmerking genomen voor de berekening van de drie, niet noodzakelijk opeenvolgende, keren die aanleiding geven tot het opleggen van een administratieve geldboete.

Art. 19quater.Een aangeslotene als vermeld in artikel 16 kan, op het ogenblik dat hem een administratieve geldboete wordt opgelegd, met terugwerkende kracht afstand doen van zijn lidmaatschap. Als hij afstand doet van het lidmaatschap, wordt het lidmaatschap stopgezet met terugwerkende kracht en vervalt de administratieve geldboete. De reeds volledig of onvolledig betaalde bijdragen kunnen niet worden teruggevorderd. De minister kan hiertoe nadere regels bepalen.

Als de persoon, vermeld in het eerste lid, nadat hij afstand heeft gedaan van zijn lidmaatschap, zich opnieuw aansluit bij een zorgkas, blijven artikel 5, eerste lid, punt 6°, artikel 6, § 1, vierde lid, artikel 10, § 1, tweede lid, van het decreet, van toepassing.

Art. 19quinquies.§ 1. De zorgkassen delen aan het Vlaams Zorgfonds de gegevens mee van de personen die in aanmerking komen voor een administratieve geldboete. De minister bepaalt hiertoe de nadere regels. § 2. De ambtenaren, vermeld in artikel 21bis, § 2, van het decreet, leggen de administratieve geldboete op. De betrokkene wordt met een aangetekende brief uitgenodigd de administratieve geldboete, in voorkomend geval verhoogd met het openstaande saldo van de nog verschuldigde bijdrage, te betalen binnen een termijn van één maand. § 3. De personen aan wie een administratieve geldboete wordt opgelegd, kunnen binnen de termijn, vermeld in § 2, een bezwaarschrift indienen bij het Fonds. Het bezwaarschrift moet met redenen omkleed zijn en vergezeld zijn van alle relevante stukken. De leidend ambtenaar neemt een gemotiveerde beslissing na het advies van zijn administratie. De minister bepaalt de nadere regels aangaande de bezwaarprocedure.

Art. 19sexies.Als een persoon niet betaalt, noch een bezwaarschrift indient, binnen de termijn, vermeld in artikel 19quinquies, § 2, zal de administratieve geldboete, in voorkomend geval verhoogd met het openstaande saldo van de nog verschuldigde bijdrage, bij dwangbevel worden ingevorderd.

De gegevens van de personen ten aanzien van wie de administratieve geldboete, in voorkomend geval verhoogd met het openstaande saldo van de nog verschuldigde bijdrage, bij dwangbevel moet worden ingevorderd, worden bezorgd aan de ambtenaren, vermeld in artikel 21bis, § 3, van het decreet. De minister bepaalt hiertoe de nadere regels. »

Art. 2.In artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 25 oktober 2002, 9 mei 2003, 14 november 2003 en 2 april 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « Om aanspraak te maken op een tenlasteneming moet een gebruiker op het ogenblik van zijn aanvraag voor tenlasteneming voldoen aan de bepalingen van artikel 5 van het decreet en aan de bepalingen van dit besluit en de gebruiker moet de verschuldigde ledenbijdrage voor alle voorgaande jaren betaald hebben. Om aanspraak te blijven maken op een tenlasteneming moet de gebruiker de voor het lopende jaar verschuldigde ledenbijdrage betaald hebben vóór 31 december. De minister kan hiervoor nadere regels bepalen. » 2° § 3 wordt opgeheven;3° in § 4 worden de woorden "artikel 5, eerste lid, 6°" vervangen door de woorden "artikel 5, 6°";4° in § 5, eerste lid, worden de woorden "artikel 5, eerste lid, 1°, 3°, 4° en 5°" vervangen door de woorden "artikel 5, 1°, 3°, 4° en 5°";5° in § 5, tweede lid, worden de woorden "artikel 5, eerste lid, 2°" vervangen door de woorden "artikel 5, 2°";6° in § 5, derde lid, worden de woorden "artikel 5, eerste lid" telkens vervangen door de woorden "artikel 5".

Art. 3.In artikel 21, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002, worden in het derde lid de woorden "of, in het ontkennend geval, een regularisatie heeft aangevraagd" vervangen door de woorden "of ononderbroken sociaal verzekerd was in de lidstaten van de Europese Unie of in de staten die partij zijn bij de Europese Economische Ruimte".

Art. 4.In artikel 28, § 2, van hetzelfde besluit wordt een tweede lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Als een zorgkas, bij gebrek aan bewijs van het verminderd zelfzorgvermogen, niet kan beslissen binnen de termijn van zestig dagen kan de beslissingstermijn worden verlengd. De minister bepaalt hiervoor de nadere regels. »

Art. 5.In artikel 28, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 december 2002, wordt een tweede lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « De minister kan nadere regels bepalen waarbij een positieve beslissing voor mantel- en thuiszorg, in afwijking van het vorige lid, 2°, de maximumtermijn van drie jaar mag overschrijden. »

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2006, met uitzondering van : 1° artikel 2, 1°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2006;2° artikel 2, 2° tot 6°, en artikel 3, die uitwerking hebben met ingang van 1 oktober 2001.

Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 mei 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE

^