Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 oktober 2001
gepubliceerd op 20 november 2001

Besluit van de Vlaamse regering houdende het gratis vervoer en de gratis levering van een hoeveelheid elektriciteit als sociale openbaredienstverplichting

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001036255
pub.
20/11/2001
prom.
19/10/2001
ELI
eli/besluit/2001/10/19/2001036255/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 OKTOBER 2001. - Besluit van de Vlaamse regering houdende het gratis vervoer en de gratis levering van een hoeveelheid elektriciteit als sociale openbaredienstverplichting


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 19, 1°, e;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 februari 2001;

Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 1 maart 2001, Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 7 maart 2001;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 29 juni 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies 31.935/1 van de Raad van State, gegeven op 27 september 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder huishoudelijke eindafnemer : elke persoon die elektriciteit afneemt om te voorzien in zijn persoonlijke behoeften of die van zijn gezin.

Art. 2.Elke netbeheerder is ertoe gehouden om, met ingang van 1 januari 2002 tot op het moment waarop alle eindafnemers in aanmerking komende afnemers worden, ten gunste van elke op zijn distributienet aangesloten huishoudelijke eindafnemer per kalenderjaar de hoeveelheid elektriciteit, bedoeld in artikel 4, gratis te vervoeren en te leveren.

Art. 3.De openbaredienstverplichting, bedoeld in artikel 2, is niet verschuldigd aan een huishoudelijke eindafnemer wanneer de aansluiting van de huishoudelijke eindafnemer op het distributienet een aansluiting betreft in een gebouw of een deel van een gebouw dat niet zijn domicilie is.

Art. 4.§ 1. De hoeveelheid elektriciteit, bedoeld in artikel 2, wordt als volgt berekend : de hoeveelheid elektriciteit = (100 kWh + 100 kWh x het aantal personen die op 1 januari van het beschouwde jaar gedomicilieerd zijn op het adres van de aansluiting van de huishoudelijke eindafnemer op het distributienet) naar rata van de duur van de aansluiting van deze huishoudelijke eindafnemer op zijn distributienet gedurende dat kalenderjaar en de periode waarin deze huishoudelijke eindafnemer voor zijn volledige verbruik een gebonden afnemer is. § 2. In appartementsgebouwen waar slechts één aansluiting aanwezig is, waarvan verschillende personen die niet gedomicilieerd zijn op het adres van aansluiting maar op een adres in het appartementsgebouw, elektriciteit afnemen, wordt de hoeveelheid elektriciteit, bedoeld in artikel 2, als volgt berekend : de hoeveelheid elektriciteit = (100 kWh + 100 kWh x het aantal personen die op 1 januari van het beschouwde jaar gedomicilieerd zijn op een adres in het betrokken appartementsgebouw) naar rata van de duur van de aansluiting op zijn distributienet gedurende dat kalenderjaar en de periode waarin deze personen voor hun volledige verbruik gebonden afnemers zijn.

De titularis van de aansluiting of zijn afgevaardigde zorgt ervoor dat de gratis hoeveelheid elektriciteit verdeeld wordt over de verschillende adressen in het betrokken appartementsgebouw op basis van het aantal personen die gedomicilieerd zijn op deze adressen. § 3. De hoeveelheid elektriciteit, bedoeld in § 1 en § 2, kan niet meer bedragen dan het jaarlijkse verbruik op de desbetreffende aansluiting op het distributienet.

Art. 5.Met het oog op het gratis verkrijgen van de hoeveelheid elektriciteit als gevolg van de openbaredienstverplichting, bedoeld in artikel 2, zullen de huishoudelijke eindafnemers, hetzij uit zichzelf, hetzij op eenvoudig verzoek van hun netbeheerder, de nodige gegevens verstrekken over het aantal personen dat op I januari van het beschouwde jaar gedomicilieerd was op het adres van de aansluiting van de huishoudelijke eindafnemer op het distributienet.

Voor appartementsgebouwen waar slechts één aansluiting op het distributienet aanwezig is, zal de titularis van de aansluiting of zijn afgevaardigde zijn netbeheerder op de hoogte brengen van het aantal personen dat op 1 januari van het beschouwde jaar zijn domicilie heeft op een adres in het appartementsgebouw in kwestie.

In voorkomend geval kan de betrokken netbeheerder eisen dat deze gegevens eensluidend worden verklaard door de gemeente waarin de aansluiting op het distributienet gelegen is.

Art. 6.Op de jaarlijkse afrekeningsfactuur of iedere afrekeningsfactuur naar aanleiding van een verhuizing, een afsluiting of de overdracht naar een houder van een leveringsvergunning wordt, ter uitvoering van de verplichting, bedoeld in artikel 2, een bedrag in mindering gebracht gelijk aan de hoeveelheid elektriciteit, bedoeld in artikel 4, vermenigvuldigd met de prijs voor het vervoer en de levering van 1 kWh elektriciteit tijdens de dag.

Op de factuur, genoemd in het eerste lid, worden in een afzonderlijke regel vermeld : de hoeveelheid elektriciteit, bedoeld in artikel 4, de prijs voor het vervoer en de levering van 1 kWh elektriciteit tijdens de dag, en het totale bedrag dat in mindering wordt gebracht, bedoeld in het eerste lid.

Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 oktober 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT

^