19 OKTOBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen en de gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen

De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2006, inzonderheid op artikel 25;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2005 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen en de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 12 juli 2007;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid van 26 september 2007;

Gelet op het advies 43.510/3 van de Raad van State, gegeven op 18 september 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° de bevoegde entiteit : de entiteit van het beleidsdomein Landbouw en Visserij die de minister als bevoegde entiteit heeft aangewezen;2° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid;3° Verordening (EG) nr.509/2006 : Verordening (EG) nr. 509/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen; 4° Verordening (EG) nr.510/2006 : Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen; 5° Verordening (EG) nr.1898/2006 : Verordening (EG) nr. 1898/2006 van de Commissie van 14 december 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen; 6° oorsprongsbenaming : de naam van het Vlaamse Gewest, van een deel van zijn grondgebied of van een bepaalde plaats op zijn grondgebied, die wordt gebruikt in de benaming van een landbouwproduct of een levensmiddel dat aan de volgende drie voorwaarden voldoet : a) dat afkomstig is uit het Vlaamse Gewest, uit een gedeelte van zijn grondgebied of uit een bepaalde plaats op zijn grondgebied;b) waarvan de kwaliteit of de kenmerken hoofdzakelijk of uitsluitend aan het geografische milieu, dat factoren van natuurlijke en menselijke aard omvat, toe te schrijven zijn;c) waarvan de productie, de verwerking en de bereiding verricht worden in het bepaalde geografische gebied. Bepaalde, al dan niet geografische, traditionele benamingen, worden eveneens als oorsprongsbenaming beschouwd, als ze een landbouwproduct of levensmiddel van oorsprong uit een streek of bepaalde plaats aanduiden, dat aan de voorwaarden, vermeld in dit punt 6°, voldoet; 7° geografische aanduiding : de naam van het Vlaamse Gewest, van een deel van zijn grondgebied of van een bepaalde plaats op zijn grondgebied, die wordt gebruikt in de benaming van een landbouwproduct of een levensmiddel dat aan de volgende drie voorwaarden voldoet : a) dat afkomstig is uit het Vlaamse Gewest, uit een gedeelte van zijn grondgebied of uit een bepaalde plaats op zijn grondgebied;b) waarvan een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk aan deze geografische oorsprong toegeschreven kan worden;c) waarvan de productie en/of de verwerking en/of de bereiding in het bepaalde geografische gebied verricht worden. Bepaalde, al dan niet geografische, traditionele benamingen, worden eveneens als geografische aanduiding beschouwd, als ze een landbouwproduct of levensmiddel van oorsprong uit een streek of bepaalde plaats aanduiden, dat aan de voorwaarden, vermeld in dit punt 7°, voldoet; 8° gegarandeerde traditionele specialiteit : de gegarandeerde traditionele specialiteit, vermeld in artikel 2, 1, c), van Verordening (EG) nr.509/2006; 9° de adviescommissie : een door de minister samengestelde commissie die advies verleent;10° het productdossier : het productdossier, vermeld in artikel 6, 2, van Verordening (EG) nr.509/2006, of het productdossier, vermeld in artikel 4, 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006, naargelang het een registratieaanvraag van een gegarandeerde traditionele specialiteit betreft dan wel een registratieaanvraag van een oorsprongsbenaming of een geografische aanduiding. HOOFDSTUK II. - Erkenning van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen en de gegarandeerde traditionele specialiteiten Afdeling I. - Registratieaanvraag van een oorsprongsbenaming of van

een geografische aanduiding

Art. 2.§ 1. De registratieaanvraag van een oorsprongsbenaming of van een geografische aanduiding kan alleen worden ingediend voor de landbouwproducten en levensmiddelen, vermeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 510/2006. § 2. De registratieaanvraag van een oorsprongsbenaming of van een geografische aanduiding wordt ingediend door een groepering als vermeld in artikel 5, 1, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 510/2006.

De registratieaanvraag kan ook worden ingediend door één enkele natuurlijke persoon of rechtspersoon, die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1898/2006. § 3. De registratieaanvraag van een oorsprongsbenaming of van een geografische aanduiding bevat ten minste de elementen, vermeld in artikel 5, 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006. De registratieaanvraag wordt met een aangetekende brief ingediend bij de bevoegde entiteit.

Art. 3.§ 1. De registratieaanvraag van een oorsprongsbenaming of van een geografische aanduiding wordt opgenomen in een bericht dat wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Het bericht bevat de geplande oorsprongsbenaming of geografische aanduiding van een product of een levensmiddel en een samenvatting van het productdossier. Het nodigt elke natuurlijke persoon of rechtspersoon met een rechtmatig belang uit om kennis te nemen van het productdossier en om bezwaren te uiten binnen een termijn van dertig kalenderdagen, die begint op de dag na de bekendmaking van het bericht in het Belgisch Staatsblad.

De aanvrager wordt op de hoogte gebracht van de eventuele bezwaren van derden en wordt verzocht om daarop te antwoorden binnen een termijn van vijfenveertig kalenderdagen.

Bij gebrek aan antwoord binnen de gestelde termijn, wordt de aanvraag geacht ingetrokken te zijn.

De bezwaren en de antwoorden op de bezwaren worden met een aangetekende brief ingediend bij de bevoegde entiteit. § 2. Na het verstrijken van de termijn, vermeld in § 1, tweede lid, of als er geen opmerkingen geuit werden, na het verstrijken van de termijn, vermeld in § 1, eerste lid, wordt het aanvraagdossier voor advies aan de adviescommissie voorgelegd.

De adviescommissie beschikt over een termijn van vijfenveertig kalenderdagen vanaf de ontvangst van het aanvraagdossier om een gemotiveerd advies te verlenen. Het advies van de commissie is niet bindend. § 3. Het advies wordt, samen met het aanvraagdossier en de eventuele bezwaren en antwoorden, onverwijld aan de minister bezorgd. De minister beslist binnen één maand na ontvangst van het advies of de aanvraag gerechtvaardigd is en voldoet aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 510/2006.

De beslissing wordt onverwijld met een aangetekende brief bezorgd aan de aanvrager en aan de derden die van de mogelijkheid gebruikgemaakt hebben om hun bezwaren te uiten. § 4. Bij een voor de aanvrager gunstige beslissing wordt die beslissing en de versie van het productdossier waarop de beslissing betrekking heeft, openbaar gemaakt op de website van de bevoegde entiteit. § 5. Te rekenen vanaf de datum waarop het productdossier via de website van de bevoegde entiteit wordt bekendgemaakt, beschikt elke betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon met een rechtmatig belang over een nieuwe termijn van dertig kalenderdagen om bezwaar in te dienen. Het bezwaar wordt met een aangetekende brief bij de bevoegde entiteit ingediend en wordt onverwijld bezorgd aan de minister, die het bezwaar binnen één maand na ontvangst beoordeelt.

De eindbeslissing wordt onverwijld met een aangetekende brief bezorgd aan de aanvrager en aan de derden, die van de mogelijkheid gebruikgemaakt hebben om hun bezwaren te uiten. § 6. Bij een voor de aanvrager gunstige eindbeslissing dient de bevoegde entiteit de aanvraag tot communautaire registratie in bij de Europese Commissie. § 7. Dit artikel is ook van toepassing op een aanvraag tot wijziging van het productdossier als vermeld in artikel 9, 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006. Afdeling II. - Registratieaanvraag van een gegarandeerde traditionele

specialiteit

Art. 4.De registratieaanvraag van een gegarandeerde traditionele specialiteit kan alleen worden ingediend voor landbouwproducten en levensmiddelen, vermeld in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 509/2006.

Een registratieaanvraag van een gegarandeerde traditionele specialiteit kan uitsluitend ingediend worden door een groepering als vermeld in artikel 2, 1, d), van Verordening (EG) nr. 509/2006, waarvan de activiteiten betrekking hebben op een deel of op het hele grondgebied van het Vlaamse Gewest.

De registratieaanvraag van een gegarandeerde traditionele specialiteit bevat ten minste de elementen, vermeld in artikel 7, 3, van Verordening (EG) nr. 509/2006. De registratieaanvraag wordt met een aangetekende brief ingediend bij de bevoegde entiteit.

Art. 5.§ 1. De registratieaanvraag van een gegarandeerde traditionele specialiteit wordt opgenomen in een bericht dat wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Het bericht bevat de geplande gegarandeerde traditionele specialiteit van een product of een levensmiddel en een samenvatting van het productdossier. Het nodigt elke natuurlijke persoon of rechtspersoon met een rechtmatig belang uit om kennis te nemen van het productdossier en om bezwaren te uiten binnen een termijn van dertig kalenderdagen, die begint op de dag na de bekendmaking van het bericht in het Belgisch Staatsblad.

De aanvrager wordt op de hoogte gebracht van de eventuele bezwaren van derden en wordt verzocht om daarop te antwoorden binnen een termijn van vijfenveertig kalenderdagen.

Bij gebrek aan antwoord binnen de gestelde termijn, wordt de aanvraag geacht ingetrokken te zijn.

De bezwaren en de antwoorden op de bezwaren worden met een aangetekende brief ingediend bij de bevoegde entiteit. § 2. Na het verstrijken van de termijn, vermeld in § 1, tweede lid, of als er geen opmerkingen geuit werden, na het verstrijken van de termijn, vermeld in § 1, eerste lid, wordt het aanvraagdossier voor advies aan de adviescommissie voorgelegd.

De adviescommissie beschikt over een termijn van vijfenveertig kalenderdagen vanaf de ontvangst van het aanvraagdossier om een gemotiveerd advies te verlenen. Het advies van de commissie is niet bindend. § 3. Het advies wordt, samen met het aanvraagdossier en de eventuele bezwaren en antwoorden, onverwijld aan de minister bezorgd. De minister beslist binnen één maand na ontvangst van het advies of de aanvraag gerechtvaardigd is en voldoet aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 509/2006.

De beslissing wordt onverwijld met een aangetekende brief bezorgd aan de aanvrager en aan de derden die van de mogelijkheid gebruikgemaakt hebben om hun bezwaren te uiten. § 4. Bij een voor de aanvrager gunstige beslissing wordt die beslissing en de versie van het productdossier waarop de beslissing betrekking heeft, openbaar gemaakt op de website van de bevoegde entiteit en wordt de aanvraag tot communautaire registratie door de bevoegde entiteit bij de Europese Commissie ingediend. § 5. Dit artikel is ook van toepassing op een aanvraag tot wijziging van het productdossier als vermeld in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 509/2006. Afdeling III. - De adviescommissie

Art. 6.De minister bepaalt de samenstelling van de adviescommissie. Afdeling IV. - Controle

Art. 7.§ 1. De naleving van het productdossier wordt gecontroleerd door de controle-instellingen die de minister heeft aangewezen. De controle wordt uitgevoerd volgens de door de minister vastgestelde bepalingen. § 2. Als vastgesteld wordt dat een product niet beantwoordt aan de gegevens van het productdossier, kan de minister bevelen dat de betrokken producent de oorsprongsbenaming, de geografische aanduiding of de gegarandeerde traditionele specialiteit niet mag gebruiken zolang niet aan de door de minister vastgestelde voorwaarden voldaan is.

De weigering van een controle of de verhindering ervan wordt gelijkgesteld met de vaststelling dat het product niet beantwoordt aan de gegevens van het productdossier. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 8.Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 mei 2005 betreffende de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen en de specificiteitscertificering voor landbouwproducten en levensmiddelen wordt opgeheven.

Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 maart 2007.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 oktober 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS