Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 20 juni 2014
gepubliceerd op 14 augustus 2014

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurtwegen

bron
vlaamse overheid
numac
2014204373
pub.
14/08/2014
prom.
20/06/2014
ELI
eli/besluit/2014/06/20/2014204373/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JUNI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurtwegen


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen, artikel 28, gewijzigd bij het decreet van 4 april 2014;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 april 2014;

Gelet op advies nr. 56.281/1 van de Raad van State, gegeven op 27 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Het openbaar onderzoek, vermeld in artikel 28 van de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen, wordt gehouden volgens de bepalingen, vermeld in paragraaf 2 tot en met 7. § 2. De gemeenteraad beraadslaagt naargelang het geval over : 1° het voornemen om een buurtweg te openen, te wijzigen of te verleggen, met inbegrip van de vaststelling van een rooilijnplan;2° de vaststelling van een rooilijnplan voor een bestaande buurtweg;3° het voornemen om een buurtweg af te schaffen. Als de beraadslaging, vermeld in het eerste lid, een rooilijnplan omvat, stelt de gemeenteraad een ontwerp gemeentelijk rooilijnplan voorlopig vast.

In de gevallen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, bevat het rooilijnplan minstens de getroffen percelen, alsook de actuele en toekomstige rooilijn. In het geval, vermeld in het eerste lid, 3°, bevat de beraadslaging een plan van de buurtweg die de gemeenteraad wil afschaffen. § 3. Het college van burgemeester en schepenen onderwerpt de beraadslaging, vermeld in paragraaf 2, eerste lid, en, in voorkomend geval, het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan aan een openbaar onderzoek dat binnen dertig dagen na de beraadslaging minstens wordt aangekondigd door : 1° aanplakking aan het gemeentehuis en ter plaatse, minstens aan het begin- en eindpunt van het nieuwe, te wijzigen of af te schaffen wegdeel;2° een bericht op de website van de gemeente of in het gemeentelijk infoblad;3° een bericht in het Belgisch Staatsblad;4° in voorkomend geval, een afzonderlijke mededeling, met een aangetekende brief in hun woonplaats, aan de eigenaars van de percelen die zich bevinden in het ontwerp van rooilijnplan;5° in voorkomend geval, een afzonderlijke mededeling, met een aangetekende brief in hun woonplaats, aan de eigenaars van percelen die palen aan de af te schaffen buurtweg;6° een afzonderlijke mededeling aan de deputatie. De aankondiging, vermeld in het eerste lid, vermeldt minstens : 1° waar de beraadslaging en, in voorkomend geval, het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan ter inzage ligt;2° de begin- en einddatum van het openbaar onderzoek;3° het adres waar de opmerkingen en bezwaren naartoe gestuurd moeten worden of kunnen worden afgegeven, en de te volgen formaliteiten. § 4. Na de aankondiging worden de beraadslaging en, in voorkomend geval, het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan gedurende dertig dagen ter inzage gelegd in het gemeentehuis.

Opmerkingen en bezwaren worden uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek naar de gemeente verstuurd met een aangetekende brief of afgegeven tegen ontvangstbewijs. § 5. De gemeenteraad beraadslaagt definitief binnen zestig dagen na het einde van het openbaar onderzoek en stelt in voorkomend geval het gemeentelijk rooilijnplan definitief vast.

Bij de definitieve beraadslaging en, in voorkomend geval, de definitieve vaststelling van het rooilijnplan kunnen ten opzichte van de voorlopige beraadslaging en, in voorkomend geval, het voorlopig vastgestelde plan alleen wijzigingen worden aangebracht die gebaseerd zijn op of voortvloeien uit de bezwaren en opmerkingen die geformuleerd zijn tijdens het openbaar onderzoek.

De definitieve beraadslaging en, in voorkomend geval, het definitief vastgestelde rooilijnplan kunnen geen betrekking hebben op delen van het grondgebied die niet opgenomen zijn in de voorlopige beraadslaging of, in voorkomend geval, in het voorlopig vastgestelde rooilijnplan. § 6. Als gelijktijdig met de beraadslaging en het rooilijnplan een onteigeningsplan wordt opgemaakt, wordt het onteigeningsplan onderworpen aan het openbaar onderzoek dat georganiseerd wordt over de beraadslaging en het rooilijnplan. § 7. De definitieve beraadslaging en, in voorkomend geval, het definitief vastgestelde rooilijnplan worden aan de deputatie bezorgd.

Art. 2.Dit besluit is slechts van toepassing op de openbare onderzoeken die georganiseerd worden over beraadslagingen die plaats hebben na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 juni 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, Ph. MUYTERS

^