Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 20 november 2020
gepubliceerd op 16 december 2020

Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een projectsubsidie ter compensatie van de kosten voor noodopvang van schoolkinderen

bron
vlaamse overheid
numac
2020044254
pub.
16/12/2020
prom.
20/11/2020
ELI
eli/besluit/2020/11/20/2020044254/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 NOVEMBER 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van een projectsubsidie ter compensatie van de kosten voor noodopvang van schoolkinderen


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, artikel 3, derde lid; - het decreet van 20 december 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2019 pub. 09/03/2020 numac 2020030067 bron vlaamse overheid DECREET houdende de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020, artikel 11, begrotingsartikel PJ0-1PMC2GA-WT; - het decreet van 26 juni 2020Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/06/2020 pub. 09/09/2020 numac 2020042593 bron vlaamse overheid Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020 sluiten houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2020, artikel 11, begrotingsartikel PJ0-1PMC2GA-WT. Vormvereiste(n) - Het begrotingsakkoord werd aangevraagd op 18 november 2020. - Gelet op de hoogdringendheid wordt geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid omdat scholen en opvanginitiatieven opnieuw geconfronteerd worden met sluiting omwille van de gevolgen van de coronacrisis en er hierdoor noodopvang voor schoolkinderen georganiseerd moet worden. Lokale besturen/de VGC nemen hierin de regierol op. Om hen financieel te steunen is het nodig om deze subsidie voor noodopvang op korte termijn te kunnen toekennen volgens de modaliteiten vastgelegd in dit besluit.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op de volgende motieven: Dit ontwerp van besluit kent een projectsubsidie toe aan lokale besturen voor de financiële ondersteuning van de initiatieven die vanaf 9 november 2020 noodopvang voor schoolkinderen organiseren.

Tijdens de coronapandemie worden we opnieuw geconfronteerd met plotse sluitingen van opvanglocaties en scholen. Er komt hierdoor een grote druk op de ouders te liggen om opvang te vinden en vaak is de opvangnood acuut. Ouders bekijken bij sluitingen van scholen of opvanginitiatieven eerst maximaal zelf of er geen opvang kan voorzien worden via het informeel circuit.

De Vlaamse Regering wil ouders ondersteunen door de opvangmogelijkheden te verruimen. Niet alle ouders die opvangnood hebben, vinden immers een oplossing in het eigen netwerk. Het kan bijvoorbeeld gaan om ouders met essentiële beroepen (bv. zorgsector, kinderopvang), kwetsbare gezinnen, ouders in precaire arbeidsomstandigheden (interim, losse contracten...), enz. Deze opvangnood neemt de Vlaamse Regering ernstig en daarom wordt een regeling noodopvang uitgewerkt. Er wordt hierbij opnieuw gekeken naar de lokale besturen/VGC om een regierol op te nemen en waar nodig bijkomende opvangplaatsen te creëren.

Indien er een opvangnood is, geldt tijdens de schoolperiodes hetzelfde getrapt systeem als voor de noodopvang in mei/juni: - De school voorziet eerst maximaal zelf opvang/toezicht tijdens de lesuren binnen de mogelijkheden; - Vervolgens wordt gekeken naar een flexibele inzet van de beschikbare middelen in de buitenschoolse opvang; - Tot slot, en enkel indien bovenstaande opties geen soelaas bieden, wordt noodopvang georganiseerd door middel van het creëren van bijkomend opvangaanbod. Het lokaal bestuur/de VGC neemt hier een regierol.

Tijdens de vakantieperiodes geldt volgend getrapt systeem: - Vooreerst wordt gezocht naar oplossingen door de flexibele inzet van bestaande middelen in de buitenschoolse opvang; - Indien dat niet lukt, en enkel indien bovenstaande opties geen soelaas bieden, wordt noodopvang georganiseerd door middel van het creëren van bijkomend opvangaanbod. Het lokaal bestuur/de VGC neemt hier een regierol.

De Vlaamse regering wil de lokale besturen/VGC ondersteunen in deze taak en voorziet daarom in een financiële vergoeding zodat de noodopvang (bijkomend opvangaanbod) gegarandeerd kan worden.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof; - de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019; - het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.

Initiatiefnemer(s) Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, de Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand en de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° Agentschap Binnenlands Bestuur: het intern verzelfstandigd agentschap, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/10/2005 pub. 13/03/2006 numac 2006035331 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap "Agentschap voor Binnenlands Bestuur" type besluit van de vlaamse regering prom. 28/10/2005 pub. 30/11/2005 numac 2005036461 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de verspreiding van milieu-informatie type besluit van de vlaamse regering prom. 28/10/2005 pub. 30/11/2005 numac 2005036455 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking sluiten;2° agentschap Opgroeien regie: het intern verzelfstandigd agentschap, opgericht bij het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie;3° attest van toezicht: een attest van toezicht voor buitenschoolse gezinsopvang of groepsopvang, met uitzondering van het attest van toezicht voor vakantieopvang, toegekend door Opgroeien regie met toepassing van het Kwaliteitsbesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014;4° buitenschoolse opvang: de opvang van kinderen die naar de basisschool, vermeld in artikel 3, 6°, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, gaan, met uitzondering van: a) het verstrekken van onderwijs;b) de activiteiten van internaten;c) de activiteiten van jeugdwerk en van sportdiensten;d) de jeugdhulpverlening, vermeld in artikel 2, § 1, 30°, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp;e) het bieden van exclusieve zorg aan kinderen met een handicap;f) het bieden van gezondheidszorg aan kinderen;g) het passen op kinderen van klanten of bezoekers;5° erkenning: een erkenning voor buitenschoolse gezinsopvang of groepsopvang, toegekend door Opgroeien regie met toepassing van het Kwaliteitsbesluit Buitenschoolse Opvang van 16 mei 2014;6° lokaal bestuur: het gemeentebestuur of het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of, wat het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad betreft, de Vlaamse Gemeenschapscommissie;7° lokale actor: organisatoren buitenschoolse opvang, jeugdwerkinitiatieven, en al wie plaatselijk een invulling geeft aan opvang van kinderen voor en zolang ze naar de basisschool gaan;8° informele opvang: opvang door een natuurlijke persoon die de opvang niet professioneel aanbiedt;9° opvanglocatie: een vestigingsplaats waar opvang van schoolkinderen georganiseerd wordt;10° noodopvang: bijkomend opvangaanbod, dat plaatsvindt ofwel tijdens de schooluren in een schoolperiode ofwel overdag tijdens een vakantieperiode, wanneer geen onderwijs of opvang wordt voorzien.Dit aanbod wordt georganiseerd voor schoolkinderen voor wie geen andere opvangoplossing wordt gevonden. 11° schoolkinderen: kinderen die naar de basisschool, vermeld in artikel 3, 6°, van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, gaan;12° vakantieperiode: de periode zoals bepaald in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs en in het deeltijds onderwijs georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;13° vergunning: de vergunning toegekend aan een organisator voor het organiseren van buitenschoolse opvang in een opvanglocatie waar gelijktijdig en in dezelfde binnenruimte ook vergunde kinderopvang als vermeld in artikel 4 van het decreet van 20 april 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2012 pub. 15/06/2012 numac 2012035637 bron vlaamse overheid Decreet houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters sluiten houdende de organisatie van kinderopvang van baby's en peuters, georganiseerd wordt.

Art. 2.Het Agentschap Binnenlands Bestuur kent een eenmalige projectsubsidie toe aan de lokale besturen die op basis van de voorwaarden, vermeld in artikel 5 tot en met 7, in aanmerking komen voor een subsidie voor de compensatie van de kosten voor noodopvang van schoolkinderen vanaf 9 november 2020 tot en met 2 april 2021.

De toekenning van deze eenmalige projectsubsidie aan de lokale besturen gebeurt op basis van de ingediende aanvragen, vermeld in artikel 5, 1°.

Art. 3.De subsidie bedraagt: 1° voor de inzet van personeel: 20 euro per effectief opgevangen kind per volledige dag en 10 euro per effectief opgevangen kind per halve dag;2° voor de inzet of het veiligheidsonderhoud van de infrastructuur: 10 euro per effectief opgevangen kind per dag.

Art. 4.Het organiseren van de opvang van schoolkinderen in de schoolperiode gebeurt op onderstaande getrapte wijze: 1° in eerste instantie wordt de opvang door de scholen zelf georganiseerd, met maximale inzet van het beschikbare personeel en de beschikbare accommodatie in de desbetreffende gemeente.Indien de scholen de opvang van schoolkinderen niet kunnen garanderen, doen ze beroep op het lokaal bestuur dat vanuit zijn regierol bekijkt hoe de opvang van schoolkinderen tijdens de schooluren wel gegarandeerd kan worden; 2° in tweede instantie en enkel indien de opvang van schoolkinderen op school zoals vermeld in 1° niet volstaat, bekijkt het lokaal bestuur vanuit haar regierol of de organisatoren buitenschoolse opvang binnen hun beschikbare middelen kunnen voorzien in de opvang van schoolkinderen in de respectieve gemeente;3° in laatste instantie en enkel ingeval de opvang, vermeld in punt 1° en punt 2°, niet volstaat, wordt er noodopvang georganiseerd door middel van het creëren van bijkomend opvangaanbod.Het lokale bestuur neemt hier een regierol op en geeft hierbij gelijke kansen aan elke lokale actor.

Het organiseren van de opvang van schoolkinderen in de vakantieperiode gebeurt op onderstaande getrapte wijze: 1° in eerste instantie bekijkt het lokaal bestuur vanuit haar regierol of de organisatoren buitenschoolse opvang binnen hun beschikbare middelen kunnen voorzien in de opvang van schoolkinderen in de respectieve gemeente;2° in laatste instantie en enkel ingeval de opvang, vermeld in punt 1°, niet volstaat, wordt de noodopvang georganiseerd door middel van het creëren van bijkomend opvangaanbod.Het lokale bestuur neemt hier een regierol op en geeft hierbij gelijke kansen aan elke lokale actor.

Het bijkomend opvangaanbod tijdens een schoolperiode, vermeld in het eerste lid, 3°, en het bijkomend opvangaanbod tijdens een vakantieperiode, vermeld in het tweede lid, 2°, wordt gecreëerd door de lokale besturen zelf of door andere lokale actoren. Het kan hierbij om de volgende lokale actoren gaan: 1° organisatoren van buitenschoolse opvang die buiten de normale openingsuren nog bijkomend opvangaanbod willen creëren tijdens de schooluren in de schoolperiode of tijdens de vakantieperiode.Indien de noodopvang gebeurt door deze organisatoren buitenschoolse opvang, wordt bij voorkeur opvang voorzien voor kleuters; 2° bestaande en reeds bekende organisatoren buitenschoolse opvang waarvoor geen vergunning, attest van toezicht, erkenning of toestemming door Opgroeien regie toegekend werd;3° jeugdwerkinitiatieven of sportwerkinitiatieven. In geval van noodopvang tijdens een vakantieperiode kunnen ook scholen vrijwillig instaan voor het creëren van bijkomend opvangaanbod.

Art. 5.Om de subsidie, vermeld in artikel 2, te kunnen ontvangen, voldoet het lokaal bestuur aan de volgende voorwaarden: 1° het lokaal bestuur dient een aanvraag in die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 6;2° het lokaal bestuur leeft de voorwaarde inzake de getrapte organisatie van de noodopvang, vermeld in artikel 4, na en neemt hierin een regierol op;3° het lokaal bestuur werkt voor de organisatie van de noodopvang in onderling overleg samen met andere lokale actoren.Een gelijke behandeling van het publiek aanbod en het privaat initiatief staat daarbij voorop; 4° het lokaal bestuur sluit met de lokale actoren een overeenkomst voor noodopvang af, waarin minstens het bijkomende opvangaanbod in de vorm van dagen waarvoor ze de subsidie zullen aanwenden zoals bepaald in artikel 3 van voorliggend besluit, wordt bepaald;5° de lokale besturen vergoeden de lokale actoren voor de kosten die gemaakt werden voor het creëren van bijkomend opvangaanbod aan de hand van de parameters vastgelegd in artikel 3 van dit besluit, binnen de maand volgend op de maand waarin de noodopvang uitgevoerd werd.

Art. 6.Het lokaal bestuur dient uiterlijk op 1 juni 2021 via digitale weg bij het Agentschap Binnenlands Bestuur een aanvraag in voor het ontvangen van de subsidie, vermeld in artikel 2, In deze aanvraag bezorgt het lokaal bestuur de volgende informatie: 1° de identificatiegegevens van het lokaal bestuur;2° per lokale actor en per datum waarop de opvang heeft plaatsgevonden, het aantal effectief opgevangen kinderen in het licht van de getrapte organisatie van de noodopvang, vermeld in artikel 4; 3° een verklaring op eer dat "De gegevens over het aantal effectief opgevangen kinderen correct zijn."; 4° een verklaring op eer dat: "De organisator de voorwaarden vermeld in dit besluit heeft nageleefd."; 5° de datum en ondertekening.

Art. 7.Het lokaal bestuur wendt de subsidie, vermeld in artikel 2, enkel aan ter compensatie van noodopvang die voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° het gaat om een compensatie voor de creatie van bijkomend opvangaanbod, zoals vermeld in artikel 4;2° het bijkomend opvangaanbod, zoals vermeld in artikel 4, wordt door geen enkele andere steunmaatregel of financieringsbron gecompenseerd;3° het gaat om opvang tijdens de schooluren in een schoolperiode van schoolkinderen voor wie geen onderwijs op school georganiseerd wordt, maar die wel nood hebben aan opvang of om opvang tijdens een vakantieperiode van schoolkinderen die nood hebben aan opvang;4° de subsidie wordt in geen geval aangewend om de kosten voor informele opvang te compenseren;5° het gaat om noodopvang die georganiseerd wordt in de periode van 9 november 2020 tot en met 2 april 2021;6° het gaat om noodopvang die kosteloos georganiseerd wordt voor de ouders;7° De subsidie kan in geval van opvang door organisatoren buitenschoolse opvang, enkel aangewend worden om bijkomend opvangaanbod te compenseren dat buiten de normale buitenschoolse opvanguren georganiseerd wordt en voldoet aan de voorwaarden, vermeld in dit artikel.Een organisator buitenschoolse opvang kan enkel aanspraak maken op de subsidie, vermeld in artikel 2, op voorwaarde dat hij alle beschikbare en op een andere manier gesubsidieerde opvanguren heeft uitgeput. De organisator buitenschoolse opvang bezorgt hierover een verklaring op eer aan het lokaal bestuur en kan dit op vraag van het agentschap Opgroeien regie en het Agentschap Binnenlands Bestuur ook aantonen.

Art. 8.Als het lokaal bestuur voldoet aan de voorwaarden om de subsidie te ontvangen, betaalt het Agentschap Binnenlands Bestuur het volledige subsidiebedrag uit, uiterlijk op 30 september 2021.

Art. 9.Het Agentschap Binnenlands Bestuur en het agentschap Opgroeien regie oefenen toezicht uit op de naleving van de bepalingen van dit besluit. Het lokaal bestuur verstrekt daartoe de gevraagde inlichtingen of stukken.

Art. 10.Met behoud van de toepassing van artikel 13 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, zal de subsidie worden verminderd of teruggevorderd als het lokaal bestuur de bepalingen van dit besluit niet naleeft.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor het binnenlands Bestuur en het stedenbeleid en de Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 9 november 2020.

Brussel, 20 november 2020.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand, B. WEYTS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE

^