Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 20 september 2002
gepubliceerd op 30 oktober 2002

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002036370
pub.
30/10/2002
prom.
20/09/2002
ELI
eli/besluit/2002/09/20/2002036370/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 SEPTEMBER 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten


De Vlaamse regering, Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;

Gelet op het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten, inzonderheid op artikel 11, § 8, gewijzigd bij het decreet van 22 februari 1995;

Gelet op het decreet van 8 december 1998 houdende diverse bepalingen naar aanleiding van de begrotingscontrole 1998, inzonderheid op artikel 2, § 2;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 november 1993 tot bepaling van de algemene voorschriften inzake instandhouding en onderhoud van monumenten en stads- en dorpsgezichten;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 19 juli 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid wordt gemotiveerd door het feit dat het van het grootste belang is dat dit besluit snel bekendgemaakt wordt;

Dit is aangewezen omdat een vertraging nadelig is voor de uitvoering van het restauratieprogramma. Indien restauratiewerken als gevolg daarvan worden uitgesteld, bestaat het gevaar voor verdere beschadiging van monumenten, die uiteraard zullen resulteren in nog duurdere restauratiewerken. En met de komende winter in het verschiet is het gevaar voor verdere beschadiging zeker niet denkbeeldig.

Bovendien kan een uitstel ook problemen veroorzaken bij de organisatie van het gebruik van de schoolgebouwen. Dit is in het bijzonder vervelend in het begin van een nieuw schooljaar.

De regeling betreft trouwens een louter materiële vergissing die is geslopen in het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerken aan beschermde monumenten. Als gevolg daarvan worden een aantal onderwijsgebouwen uitgesloten uit de premieregeling, hetgeen geenszins de bedoeling is. De bedoelde premienemers werden ook al vermeld in het besluit van de Vlaamse regering van 5 april 1995 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerken aan beschermde monumenten, dat ondertussen vervangen werd door het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten;

Overwegende dat het ontworpen besluit bovenvermelde problemen kan oplossen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 18, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Tussen de woorden « restauratiewerkzaamheden ondernomen » en de woorden « door een open-monumentenvereniging » wordt de zinsnede « aan onderwijsgebouwen door een universiteit, een Vlaamse autonome hogeschool, een Gemeenschapsschool of een gesubsidieerde vrije school, of voor restauratiewerkzaamheden ondernomen » ingevoegd.2° De bepaling onder 2° wordt vervangen door wat volgt : « De raad van bestuur van de open-monumentenvereniging moet ten minste zeven leden hebben.» 3° De bepaling onder 3° wordt vervangen door wat volgt : « Indien de open-monumentenvereniging erfpachter is, kunnen van de raad van bestuur, die ten minste zeven leden moet hebben, slechts twee natuurlijke personen deel uitmaken die eigenaar zijn of die echtgenoot van of verwant zijn met de eigenaar tot in de tweede graad, of slechts twee privaatrechtelijke rechtspersonen die eigenaar zijn of houder van andere zakelijke rechten dan erfpacht.»

Art. 2.In artikel 20, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten wordt tussen de woorden « seminaries en pastorieën, » en de woorden « worden de kosten verdeeld » de zinsnede « en met begrip van onderwijsgebouwen » ingevoegd.

Art. 3.In artikel 21, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten wordt tussen de woorden « seminaries en pastorieën, » en de woorden « worden de kosten verdeeld » de zinsnede « en met begrip van onderwijsgebouwen » ingevoegd.

Art. 4.Aan artikel 26, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten worden na de woorden « algemene of beperkte offerteaanvraag » de woorden « of onderhandelingsprocedure » toegevoegd.

Art. 5.In artikel 28, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten worden tussen de woorden « op basis van een stockaanbesteding » en de woorden « die georganiseerd wordt » de woorden « of bestellingsopdracht » ingevoegd.

Art. 6.Artikel 29, § 3, van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten wordt vervangen door wat volgt : « Onder onderzoek worden de volgende werkzaamheden begrepen : 1° algemeen historisch-archivalisch bronnenonderzoek, inzonderheid : a) gerichte inventaris en studie van literatuur, topografische, iconografische, planmatige en oude fotografische documenten (zoals foto's, postkaarten, gravures);b) archiefonderzoek in functie van of in relatie met het bouwhistorisch en materiaaltechnisch onderzoek;c) rapportering en reproductie van relevante teksten en weergave van afbeeldingen die voorzien zijn van een referentie;2° bouwhistorisch, materiaaltechnisch en/of archeologisch onderzoek in situ, inzonderheid : a) bouwhistorische analyse van de algemene constructieve opvatting en het materiaalgebruik van het monument en alle bouwonderdelen (zoals gevels, daken, muren, funderingen, mortels, smeedijzer, buiten- en binnenschrijnwerk, houten onderdelen, stucwerken, glas, vloeren, wanden, balklagen, trappen, schouwen);b) systematische bouwhistorische opname en steekproefgewijs onderzoek naar bouwsporen, materiaaltechnisch onderzoek met betrekking tot afwerklagen exterieur en interieur (zoals bepleistering, kaleilagen, stucwerk, picturale afwerklagen, muurschilderingen, historisch behang);c) dendrochronologisch onderzoek van kapconstructies;d) evaluatie van de authenticiteit van de onderdelen van het monument;e) een fotografische opname van het monument (exterieur en interieur) met als doel een volledig beeld te geven van het gebouw en zijn onderdelen.De foto's moeten aangebracht worden op een opmetingsplan; f) aanbrengen van vergelijkingsmateriaal.Situeren van de resultaten van het onderzoek ten opzichte van vergelijkingsmateriaal; g) een helder en operationeel eindverslag met praktische voorstellen voor de restauratieopties, inzonderheid : - formuleren van conservatie- en restauratievoorstellen op basis van het onderzoek en rekening houdend met de resultaten van het algemeen historisch-archivalisch bronnenonderzoek voor zover deze beschikbaar zijn; - formuleren van nog eventueel noodzakelijk aanvullend onderzoek naar aanwezig kunstbezit, zoals glas-in-loodramen, muurschilderingen, en/of aanvullend archeologisch onderzoek en diepgaander materiaaltechnische analyses; h) de begeleiding tijdens de uitvoering van de restauratiewerkzaamheden vanuit bouwhistorisch standpunt, inzonderheid : - regelmatig bijwonen van de werfvergaderingen; - adviseren vanuit de bevindingen van de bouwhistorische nota; - rapporteren en evalueren van aangetroffen bouwsporen tijdens de restauratiewerkzaamheden; - bijsturing van de nota van het bouwhistorisch onderzoek op basis van de eventuele vondsten; 3° omgevingsonderzoek, inzonderheid : a) de historische tuinaanleg;b) de historisch stedenbouwkundige aanleg;4° bouwtechnisch onderzoek van de stabiliteit van het monument, inzonderheid van zijn funderingen en van de bodem waarop het staat, met het oog op zijn instandhouding of het verzekeren van zijn draagkracht in geval van herbestemming of het intensifiëren van de bestaande bestemming;5° een bestemming- of herbestemmingonderzoek.

Art. 7.In artikel 30, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten wordt de letter « a) » geschrapt.

Art. 8.In artikel 30, § 1, van het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten wordt bepaling b) geschrapt.

Art. 9.Art 30, § 2, wordt vervangen door wat volgt : « Onder gespecialiseerde restauratiewerkzaamheden worden begrepen : 1° orgels, beiaarden, torenuurwerken, luiklokken;2° historische instrumenten;3° beeldhouwwerken (hout en steen), grafstenen;4° panelen, schilderijen, muurschilderingen;5° muurbekledingen, textiel;6° bomen, historische tuinen;7° meubilair, lambriseringen, tuin- en straatmeubilair;8° heraldische wapens en symbolen;9° glasramen;10° smeedwerk;11° archeologisch bodemonderzoek;12° industrieel-archeologische instrumenten, machines en objecten;13° en andere cultuurgoederen die integrerend deel uitmaken van een monument, inzonderheid de bijhorende uitrusting en de decoratieve elementen.»

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad .

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Monumenten, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 20 september 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN

^