Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 21 april 1998
gepubliceerd op 10 juni 1998

Besluit van de Vlaamse regering houdende subsidiëring van gecoördineerde initiatieven van institutionele en onderwijskundige grensoverschrijdende samenwerking van Vlaamse instellingen voor hoger onderwijs met partners uit regio's begrepen onder het zogenaamde « Grenslandenbeleid »

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1998035583
pub.
10/06/1998
prom.
21/04/1998
ELI
eli/besluit/1998/04/21/1998035583/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 APRIL 1998. - Besluit van de Vlaamse regering houdende subsidiëring van gecoördineerde initiatieven van institutionele en onderwijskundige grensoverschrijdende samenwerking van Vlaamse instellingen voor hoger onderwijs met partners uit regio's begrepen onder het zogenaamde « Grenslandenbeleid »


De Vlaamse regering, Gelet op de wetten op de Rijkcomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, in zonderheid de artikelen 55 tot 58;

Gelet op het decreet van 19 december 1997 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998, in zonderheid artikel 10, § 6, en artikel 13;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 1994 tot regeling van de begrotingscontrole, zoals gewijzigd;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 20 april 1998;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemeen

Artikel 1.Ten laste van de kredieten ingeschreven op de basisallocatie 33.02 « Grenslandenbeleid » van het programma 33.30 van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 worden aan de hierna genoemde initiatieven voor gecoördineerde institutionele en onderwijskundige grensoverschrijdende samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs de erbij horende subsidiebedragen toegekend.

Activiteiten 1997 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK II. - Aard en doelstellingen van de gecoördineerde initiatieven

Art. 2.De gecoördineerde initiatieven voor internationale institutionele en onderwijskundige samenwerking worden gesubsidieerd voor projecten lopende over de jaren 1997 en 1998 met betrekking tot volgende actieterreinen : gezamenlijke ontwikkeling van curricula en onderwijsmodules, gezamenlijke onderzoeks- en projectactiviteiten, mobiliteit van studenten, docenten en bestuurlijke staf.

Art. 3.De doelstellingen van de gecoördineerde initiatieven kunnen verder gedefinieerd worden als zowel gericht op de verhoging van de onderwijskundige expertise van de deelnemende instellingen als op de ondersteuning van het hoger onderwijsbeleid van de overheid van de betrokken landen. HOOFDSTUK III. - Financiële aspecten en verantwoording

Art. 4.De subsidie van de Vlaamse Gemeenschap kan worden gebruikt voor personeels-, exploitatie en uitrustingskosten. De subsidie wordt gestort op een rekening van de penvoerende instelling.

Art. 5.§ 1. De subsidies van 1997 worden vereffend in twee schijven : een eerste schijf van 90 % na de ondertekening van dit besluit en het saldo van 10 % mits het voorleggen van een interimrapport met financieel verslag over het academiejaar 1997-1998 met bijbehorende verantwoordingsstukken. § 2. De subsidies van 1998 worden vereffend in drie schijven : een eerste schijf van 45 % wordt betaald op 1 september 1998; een tweede schijf van 45 % wordt betaald op 1 januari 1999; het saldo van 10 % wordt vereffend na voorlegging en goedkeuring van het eindrapport en van de eindafrekening met bijbehorende verantwoordingsstukken en het financieel verslag van het academiejaar 1998-1999. § 3. De verantwoordingsstukken moeten vóór 1 november 1999 ingediend worden bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs, administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek.

Het eindrapport bevat een inventaris van de werkzaamheden die in het kader van het gecoördineerd initiatief werden opgestart en/of verder uitgebouwd en zal verder verslag uitbrengen over de vorderingen inzake bestuurlijke en onderwijskundige samenwerking tussen de betrokken instellingen, van de resultaten die werden bereikt met aanduiding van de mogelijkheden tot verdere continuïteit en van de vooruitzichten op implementatie van de resultaten. HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 april 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE

^