Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 21 april 2006
gepubliceerd op 06 juni 2006

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Herstelfonds

bron
vlaamse overheid
numac
2006035857
pub.
06/06/2006
prom.
21/04/2006
ELI
eli/besluit/2006/04/21/2006035857/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 APRIL 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het financiële en materiële beheer van de dienst met afzonderlijk beheer Herstelfonds


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, inzonderheid op artikel 159bis, ingevoegd bij het decreet van 10 maart 2006;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 140;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 6 februari 2006;

Gelet op advies 39.899/1 van de Raad van State, gegeven op 9 maart 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1) het decreet : het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening;2) de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening;3) het Herstelfonds : de dienst met afzonderlijk beheer Herstelfonds, vermeld in artikel 159bis van het decreet. HOOFDSTUK II. - De begroting

Art. 2.Het Herstelfonds maakt jaarlijks een begroting op van alle ontvangsten en alle uitgaven volgens de richtlijnen van de Vlaamse Regering.

Het begrotingsjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.

Art. 3.De begroting wordt onderverdeeld in twee delen : 1) de ontvangsten;2) de uitgaven. De minister kan de ontvangsten en uitgaven nader indelen in door hem te bepalen economische categorieën.

Art. 4.De raming van de ontvangsten heeft betrekking op : 1) het over te dragen saldo;2) de eventuele dotaties;3) de bedragen die het Herstelfonds ontvangt krachtens titel V, hoofdstuk I, van het decreet;4) de bedragen die het Herstelfonds gedurende het begrotingsjaar in kwestie zal ontvangen.

Art. 5.De uitgavenbegroting wordt opgemaakt volgens het stelsel van de gesplitste kredieten en bevat : 1) vastleggingskredieten ten belope waarvan bedragen kunnen worden vastgelegd voor verbintenissen die ontstaan of worden gesloten tijdens het begrotingsjaar en voor de recurrente verbintenissen, waarvan de gevolgen zich over meerdere jaren voordoen, ten belope van de tijdens het begrotingsjaar opeisbare sommen;2) ordonnanceringskredieten ten belope waarvan tijdens het begrotingsjaar bedragen kunnen worden vereffend uit hoofde van rechten, vastgesteld ter uitvoering van voorafgaandelijk vastgelegde verbintenissen.

Art. 6.Het begrotingsontwerp van het Herstelfonds wordt voor goedkeuring voorgelegd aan de minister en toegevoegd aan het ontwerp van decreet houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 7.De minister kan kredietoverschrijvingen en kredietoverschrijdingen toestaan met het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen.

Als de kredietoverschrijdingen in totaal een hogere dotatie zouden meebrengen dan die welke ingeschreven is in de administratieve begroting van de Vlaamse Gemeenschap, moeten ze voorafgegaan worden door een overeenstemmende wijziging van die begroting. HOOFDSTUK III. - De comptabiliteit en aflegging van de rekeningen

Art. 8.Het hoofd van het agentschap Inspectie RWO van het Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed wordt aangesteld als ordonnateur van het Herstelfonds. Hij kan andere ambtenaren van niveau A die tot zijn agentschap behoren voordragen als ordonnateur.

Art. 9.Op het einde van ieder kwartaal worden een staat van ontvangsten en een staat van uitgaven opgemaakt.

De minister legt die staten door bemiddeling van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, voor aan het Rekenhof. De bewijsstukken worden ter plaatse bewaard.

Art. 10.De minister benoemt, in samenspraak met de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, de rekenplichtigen voor de verrichtingen van het Herstelfonds.

Het hoofd van het agentschap Inspectie RWO bepaalt voor welke verrichtingen, die voortvloeien uit de toepassing van titel V van het decreet, de overeenkomstig het eerste lid benoemde rekenplichtigen hun ambt uitoefenen.

Art. 11.Op het einde van ieder jaar worden de volgende stukken opgesteld : 1) een beheersrekening;2) een rekening van uitvoering van de begroting;3) een staat van activa en passiva. Uiterlijk op 31 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarop de voormelde stukken betrekking hebben, stuurt de minister ze aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, die ze voor 30 april van hetzelfde jaar aan het Rekenhof bezorgt.

Art. 12.De uitvoeringsrekening van het Herstelfonds wordt gevoegd bij die van het algemeen bestuur van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 13.Op de begroting van een bepaald jaar worden aangerekend : 1) op het vastleggingskrediet : het bedrag van de verbintenissen aangegaan tijdens het begrotingsjaar overeenkomstig de bepalingen van artikel 5;2) op het ordonnanceringskrediet : de sommen die worden geordonnanceerd gedurende het begrotingsjaar.

Art. 14.Er wordt een vermogenscomptabiliteit gevoerd. Daartoe wordt onder meer een inventaris van het vermogen opgemaakt overeenkomstig de ter zake geldende bepalingen. HOOFDSTUK IV. - Het beheer

Art. 15.Het hoofd van het agentschap Inspectie RWO wordt aangesteld als beheerder van het Herstelfonds. Hij kan zijn bevoegdheden, vermeld in dit hoofdstuk, overdragen aan ambtenaren van niveau A die tot zijn agentschap behoren. Die ambtenaren mogen niet als ordonnateur van het Herstelfonds worden voorgedragen of benoemd.

Art. 16.§ 1. De beheerder is bevoegd om : 1) bestekken voor werken, leveringen of diensten of de bescheiden die ze vervangen goed te keuren;2) de wijze te kiezen waarop de opdrachten worden gegund;3) opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen of diensten te gunnen en te zorgen voor de uitvoering ervan. Deze machtiging geldt slechts binnen de perken van de geopende kredieten en van de in de volgende tabel opgenomen ramingen of bedragen in euro, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De beheerder zorgt bovendien voor de eenvoudige uitvoering van de opdrachten voor de aanneming van werken, leveringen of diensten die in het kader van het functioneren van het Herstelfonds worden gegund door de Vlaamse Regering of de minister. Onder eenvoudige uitvoering moet worden verstaan het nemen van alle maatregelen en beslissingen om de opdracht binnen de perken van de aanneming te realiseren, met uitzondering van de maatregelen en beslissingen die een beoordeling door de gunnende overheid vereisen. § 3. De beheerder is met betrekking tot de opdrachten, vermeld in § 1, eerste lid, en § 2, tevens bevoegd om : 1) gemotiveerde afwijkingen toe te staan van de essentiële bepalingen en voorwaarden als vermeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;2) boeten kwijt te schelden, na advies van de bevoegde juridische afdeling over de gegrondheid en de ontvankelijkheid van de kwijtschelding;3) prijsherzieningen, voortvloeiend uit de overeenkomsten in kwestie, goed te keuren zonder beperking van bedrag; 4) verrekeningen, andere dan voormelde herzieningen, ramingsstaten en de hieraan verbonden termijnverlengingen, goed te keuren voor zover hieruit geen totale extra uitgaven van meer dan 25 % voortvloeien en de uitgaven niet meer bedragen dan 250.000 euro. § 4. De beheerder is bovendien bevoegd om allerlei uitgaven goed te keuren die buiten de toepassing vallen van de wetgeving op de overheidsopdrachten en die betrekking hebben op de uitvoering van de taken van het Herstelfonds, tot een bedrag van maximaal 62.500 euro per beslissing, voor zover het niet gaat om subsidies.

Art. 17.Het bedrag van de uitgaven en het bedrag van de verbintenissen worden beperkt door het bedrag van de goedgekeurde limitatieve kredieten en door het bedrag van de ontvangsten.

Art. 18.Vanaf het begin van het jaar mogen de bij het verstrijken van het vorige jaar beschikbare geldmiddelen gebruikt worden.

Art. 19.De rekenplichtige die tegenover het Rekenhof verantwoording moet afleggen is met betrekking tot de overeenkomstig artikel 10 vastgestelde verrichtingen en overeenkomstig de opdrachten, gedefinieerd in zijn aanstellingsbesluit, belast met : 1) het behandelen en bewaren van de gelden en waarden;2) het opstellen en bewaren van de bescheiden, vermeld in artikel 9 en 11;3) het bijhouden van de inventaris van het vermogen en van de vermogenscomptabiliteit. HOOFDSTUK V. - De controle

Art. 20.Het Rekenhof en het agentschap Centrale Accounting van het Vlaams Ministerie van Financiën en Begroting kunnen de rekeningen ter plaatse controleren. Ze mogen te allen tijde alle bewijsstukken, staten, inlichtingen of toelichtingen opvragen die betrekking hebben op de ontvangsten, de uitgaven, de activa en de schulden.

De uitgaven worden vereffend en betaald zonder bemiddeling van het Rekenhof en zonder visum van de controleur van de vastleggingen. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 21.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop artikel 159bis van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening in werking treedt.

Art. 22.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 april 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN

^