Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 21 april 2017
gepubliceerd op 29 mei 2017

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten

bron
vlaamse overheid
numac
2017040330
pub.
29/05/2017
prom.
21/04/2017
ELI
eli/besluit/2017/04/21/2017040330/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 APRIL 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/09/2006 pub. 29/09/2006 numac 2006022950 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten type koninklijk besluit prom. 24/09/2006 pub. 29/09/2006 numac 2006022951 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie sluiten betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten, artikel 3, tweede lid, vervangen bij de wet van 4 juli 2005, artikel 5, 1°, vervangen bij de wet van 4 juli 2005, artikel 6, § 2, vervangen bij de wet van 4 juli 2005, artikel 7, vervangen bij de wet van 4 juli 2005 en gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006, en artikel 10, § 1, vervangen bij het decreet van 24 februari 2017;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/09/2006 pub. 29/09/2006 numac 2006022950 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten type koninklijk besluit prom. 24/09/2006 pub. 29/09/2006 numac 2006022951 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie sluiten betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 juni 2016;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 29 augustus 2016;

Gelet op advies 61.027/1 van de Raad van State, gegeven op 27 maart 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 september 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/09/2006 pub. 29/09/2006 numac 2006022950 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten type koninklijk besluit prom. 24/09/2006 pub. 29/09/2006 numac 2006022951 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van kermisactiviteiten en ambulante activiteiten in kermisgastronomie sluiten betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten wordt een punt 3° toegevoegd, dat luidt als volgt: "3° Agentschap Innoveren en Ondernemen: het agentschap, opgericht bij besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het Agentschap Innoveren en Ondernemen; ".

Art. 2.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° aan het eerste lid wordt de volgende zin toegevoegd: "De gemeente kan in haar gemeentelijk reglement het occasionele karakter definiëren."; 2° er wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "De gemeente kan individuele particuliere verkopen onderwerpen aan een voorafgaande toestemming.".

Art. 3.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 7.§ 1. Producten of diensten met een niet-commercieel karakter verkopen, te koop aanbieden of uitstallen is niet onderworpen aan de bepalingen van de wet als die activiteiten aan al de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze vinden plaats met een menslievend, sociaal, cultureel, educatief, sportief doel of met als doel de verdediging en promotie van de natuur, de dierenwereld, een ambacht of streekproducten, of bij een humanitaire catastrofe, een ramp of belangrijke schade;2° ze blijven occasioneel;3° de betrokken burgemeester of zijn afgevaardigde heeft vooraf toestemming verleend;4° voorafgaand toegelaten zijn door de Minister of de personeelsleden aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd als ze de grenzen van de gemeente overschrijdt en geen bijkomende toelating van de gemeente vereist is. De voorwaarde vermeld in het eerste lid, 3°, geldt niet ingeval toepassing wordt gemaakt van het eerste lid, 4°.

De gemeente kan in haar gemeentelijk reglement het occasionele karakter, vermeld in het eerste lid, 2°, definiëren.

Tijdens de verkoop, te-koop-aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van producten of diensten als vermeld in het eerste lid, is elke verkoper herkenbaar via een kenmerk dat het mogelijk maakt om de operatie te identificeren.

Op verzoek van de overheid die de toestemming heeft verleend, overhandigt de verantwoordelijke, binnen dertig dagen, het bewijs van de bestemming van de fondsen om het aangegeven doel te realiseren. § 2. De aanvraag van een toestemming als vermeld in paragraaf 1, is, afhankelijk van de situatie, aan de burgemeester(s) of aan zijn afgevaardigde(n) of aan de Minister of aan de personeelsleden aan wie hij die bevoegdheid heeft gedelegeerd, gericht op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs. Ze bepaalt de verantwoordelijke van de actie, het doel ervan, de plaats of plaatsen, alsook de periode of periodes van verkoop, de te koop aangeboden producten of diensten en een schatting van de hoeveelheid.

De toestemming, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° of 4°, is beperkt tot één jaar. Ze is hernieuwbaar. Ze bevat de vermeldingen uit de aanvraag. § 3. De toestemming, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° of 4°, kan geweigerd worden en de actie kan verboden worden als de doelstelling niet overeenstemt met de doelstellingen, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, of als de voorgestelde verkopen een risico vormen voor de openbare orde, veiligheid, gezondheid of rust.

Als de overheid die ervoor bevoegd is de toestemming te verlenen, argwaan heeft over de reële doelstellingen van de actie of over de moraliteit van de verantwoordelijke(n), kan ze een voorafgaand onderzoek laten uitvoeren door de personen, vermeld in artikel 11, § 1, van de wet, en artikel 45 van dit besluit. Ze kan ook van een of meer verantwoordelijken eisen dat ze een uittreksel uit het strafregister voorleggen.

De toestemming, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 3° of 4°, kan ingetrokken worden of de actie kan verboden worden, tijdens de manifestatie, door de bevoegde overheid als vastgesteld wordt dat de voorwaarden van de toestemming of van de verklaring of de voorschriften, vermeld in dit artikel, niet worden nageleefd.

Iedere nieuwe actie kan verboden worden voor een natuurlijke of rechtspersoon of een vereniging die de bepalingen van dit artikel niet naleeft, gedurende een periode van één jaar vanaf de vaststelling van de niet-naleving. In geval van recidive kan de duur van de voormelde periode op drie jaar worden gebracht.

De weigering, het verbod of de intrekking wordt betekend met een aangetekende brief tegen ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs."

Art. 4.In artikel 13, eerste lid, en artikel 14, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden tussen het woord "voorwaarden" en het woord "tot" de woorden "voor het verkrijgen van de machtiging en" ingevoegd.

Art. 5.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 15.De machtiging is alleen geldig als de volgende documenten erbij gevoegd zijn: 1° het identiteitsbewijs van haar houder of, voor de niet-ingezeten en de buitenlandse onderdanen, een identiteitsbewijs dat dat vervangt;2° een bewijs waaruit blijkt dat de uitoefening van de ambulante activiteiten in kwestie behoorlijk gedekt wordt door verzekeringspolissen voor burgerlijke aansprakelijkheid en desgevallend tegen brandrisico's;3° het bewijs dat bij de uitoefening van een ambulante activiteit waarbij voeding wordt verkocht, voldaan wordt aan de reglementaire voorwaarden voor de volksgezondheid. De machtiging en documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, worden voorgelegd op elk verzoek van de personen, vermeld in artikel 11, § 1, van de wet, en artikel 44 en 45 van dit besluit.

De gemeente of de concessionaris zal de machtiging en de documenten, vermeld in het eerste lid, 1° tot en met 3°, bij de toekenning van een standplaats en nadien periodiek en steekproefsgewijs controleren.".

Art. 6.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zin "Ze wordt vergezeld van een bewijs van goed gedrag en zeden van de persoon voor wie de machtiging is gevraagd of van het akkoord van het Openbaar Ministerie betreffende de uitoefening van de geplande ambulante activiteit door de betrokkene." vervangen door de zin "Voor de persoon die de ambulante activiteit ten huize van de consument zal uitoefenen, wordt bij de aanvraag van een machtiging een uittreksel uit het strafregister gevoegd of het akkoord van het Openbaar Ministerie over de uitoefening van de geplande ambulante activiteit door de betrokkene."; 2° in paragraaf 6 wordt de zinsnede "de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie" vervangen door de woorden "het Agentschap Innoveren en Ondernemen".

Art. 7.Artikel 20 en 22 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 8.In artikel 23 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 9.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 10.In artikel 26, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt punt 5° opgeheven.

Art. 11.In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt tussen het woord "standplaatsen" en het woord "worden" het woord "kunnen" ingevoegd;2° aan de bestaande tekst, die paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 2.De gemeente kan met voorafgaande inschrijvingen op de losse standplaatsen werken. Voor de voorafgaande inschrijving en de toewijzing houdt ze een openbaar register bij.

Kandidaturen kunnen ingediend worden conform artikel 30.

Tenzij het gemeentereglement in een afwijkende regeling voorziet, worden de aanvragen van losse standplaatsen volgens de chronologische volgorde van hun indiening toegewezen en, in voorkomend geval, op basis van de gevraagde plaats en specialisatie. Als twee of meer aanvragen gelijktijdig ingediend worden, wordt de volgorde van toewijzing bij loting bepaald. De gemeente of de concessionaris maakt de toewijzing van de standplaats bekend aan de aanvrager met een aangetekende brief tegen ontvangstbewijs, door overhandiging van een brief tegen ontvangstbewijs of op een duurzame drager tegen ontvangstbewijs.

In het gemeentereglement kunnen bijkomende modaliteiten worden vastgelegd.".

Art. 12.In artikel 28 van hetzelfde besluit wordt tussen de zinsnede "vrijkomt," en het woord "maakt" de zinsnede "gaat de gemeente na of er een geschikte kandidaat is in het register, vermeld in artikel 31.

Als het register geen geschikte kandidaat bevat," ingevoegd.

Art. 13.Artikel 30 van het hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 30.De gemeente bepaalt in haar gemeentelijk reglement de modaliteiten voor de indiening van kandidaturen voor een standplaats.

Ze hanteert een transparant systeem met duidelijke registratie van het tijdstip van de indiening van de kandidatuur.".

Art. 14.Aan artikel 31 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4. Met uitzondering van de verplichting om een register bij te houden, vermeld in paragraaf 1, is dit artikel alleen van toepassing als het gemeentelijk reglement niet in een afwijkende regeling voorziet.".

Art. 15.Aan artikel 32 van hetzelfde besluit wordt een achtste lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Met uitzondering van het eerste lid is dit artikel alleen van toepassing als het gemeentelijk reglement niet in een afwijkende regeling voorziet.".

Art. 16.In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de bepaling "- in voorkomend geval, de hoedanigheid van standwerker;" opgeheven; 2° in het tweede lid wordt de zinsnede ", de hoedanigheid van standwerker" opgeheven; 3° tussen het tweede en derde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Het eerste en het tweede lid zijn alleen van toepassing als het gemeentelijk reglement niet in een afwijkende regeling voorziet.".

Art. 17.In hoofdstuk V, afdeling I, van hetzelfde besluit wordt het opschrift van Onderafdeling V vervangen door wat volgt: "Onderafdeling V. De overdracht van standplaatsen en de opschorting van abonnementen".

Art. 18.Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 35.De overdracht van standplaatsen met abonnement is toegelaten als de overnemer houder is van een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten als werkgever en de specialisatie van de overlater voortzet op de overgedragen standplaats, behalve als de gemeente een wijziging van specialisatie toestaat.

Binnen het eerste jaar na de overdracht kan een standplaats niet opnieuw worden overgedragen, behalve na de expliciete goedkeuring van de gemeente.

De inname van de overgedragen standplaatsen door de overnemer is pas toegelaten als de gemeente of de concessionaris heeft vastgesteld dat: 1° de overnemer beschikt over een machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten om dezelfde specialisaties als de overlater of de specialisaties die toegelaten zijn door de gemeente, uit te oefenen; 2° als het gemeentelijk reglement het aantal standplaatsen per onderneming beperkt, de onderneming van de overnemer dat aantal niet overschrijdt.".

Art. 19.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 20.Aan artikel 37 van hetzelfde besluit wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Dit artikel is alleen van toepassing als het gemeentelijk reglement niet in een afwijkende regeling voorziet.".

Art. 21.Artikel 39 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 22.Aan artikel 42 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4. Dit artikel is alleen van toepassing als het gemeentelijk reglement niet in een afwijkende regeling voorziet.".

Art. 23.In artikel 43 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° in paragraaf 3 worden de woorden ", met uitzondering van artikel 30, § 1, eerste lid" opgeheven;2° er wordt een paragraaf 4 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 4.Dit artikel is alleen van toepassing als het gemeentelijk reglement niet in een afwijkende regeling voorziet.".

Art. 24.In artikel 44 van hetzelfde besluit worden de woorden "de artikelen 15 en 20" vervangen door de woorden "artikel 15".

Art. 25.De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 april 2017.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Philippe MUYTERS

^