Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 21 februari 2003
gepubliceerd op 30 april 2003

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 tot vaststelling van de gelijkwaardigheid van bepaalde bekwaamheidsbewijzen van godsdienstige of ideologische aard met de vereiste of de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in de door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003035366
pub.
30/04/2003
prom.
21/02/2003
ELI
eli/besluit/2003/02/21/2003035366/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 FEBRUARI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 tot vaststelling van de gelijkwaardigheid van bepaalde bekwaamheidsbewijzen van godsdienstige of ideologische aard met de vereiste of de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in de door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet betreffende het decreet betreffende het onderwijs - XIV van 14 februari 2003, inzonderheid artikel X.41 en X.44;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 tot vaststelling van de gelijkwaardigheid van bepaalde bekwaamheidsbewijzen van godsdienstige of ideologische aard met de vereiste of de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in de door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 september 1995;

Gelet op het protocol nr. 245 van 18 september 2002 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelende onderhandelingscomité, bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op het advies 34.288/1 van de Raad van State, gegeven op 21 november 2002 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 tot vaststelling van de gelijkwaardigheid van bepaalde bekwaamheidsbewijzen van godsdienstige of ideologische aard met de vereiste of de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen in de door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen wordt vervangen door wat volgt : «

Artikel 1.Dit besluit bepaalt de gelijkwaardigheid van bepaalde bekwaamheidsbewijzen van godsdienstige of ideologische aard met de vereiste of de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen voor de categorieën van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het ondersteunend personeel van de door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen waar uitvoering is gegeven aan de bepalingen van artikel X.41 van het decreet betreffende het onderwijs XIV van 14 februari 2003. »

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van 20 september 1995, wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. Op voorwaarde dat de passende geschiktheid in hoofde van de hierna vermelde bedienaars van de erkende erediensten wordt bewezen, wordt voor de toepassing van artikel X.41 van het decreet betreffende het onderwijs XIV van 14 februari 2003 de hoedanigheid van bedienaar van de eredienst gelijkwaardig verklaard : 1° voor de periode van 1 september 1989 tot en met 31 augustus 1999, met het diploma van : a) kleuterleider en b) kleuteronderwijzer en c) onderwijzer en d) geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs voor de algemene vakken en e) tenminste hoger onderwijs van het lange type (HOLT) + bewijs van pedagogische bekwaamheid (BPB);2° voor de periode van 1 september 1999 tot en met 31 augustus 2000, met het diploma van : a) kleuterleider en b) kleuteronderwijzer en c) onderwijzer en d) geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs voor de algemene vakken en e) geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs en f) hoger onderwijs van het korte type (HOKT) + BPB en g) tenminste HOLT + BPB;3° voor de periode van 1 september 2000 tot en met 31 augustus 2002, met het diploma van : a) kleuterleider en b) kleuteronderwijzer en c) onderwijzer en d) geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs voor de algemene vakken en e) geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 1 voor de algemene vakken en f) geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs en g) geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 1 en h) HOKT + BPB en i) tenminste HOLT + BPB;4° vanaf 1 september 2002, met het diploma van : a) kleuterleider en b) kleuteronderwijzer en c) onderwijzer en d) geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs voor de algemene vakken en e) geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 1 voor de algemene vakken en f) geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs en g) geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 1 en h) tenminste HOKT + BPB en i) HOKT + BPB en j) tenminste HOLT + BPB ».

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 2bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art.2bis . Als één van de in artikel 2, § 2, bedoelde personeelsleden uittreedt, blijft hij de onderwijsbevoegdheid behouden die aan zijn getuigschrift verbonden was. »

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1989, met uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft op 1 september 1998.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 februari 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN

^