Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 21 juni 1999
gepubliceerd op 21 september 1999

Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998 tot uitvoering van het decreet inzake sociale werkplaatsen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1999036176
pub.
21/09/1999
prom.
21/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/21/1999036176/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 JUNI 1999. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998 tot uitvoering van het decreet inzake sociale werkplaatsen


De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Gelet op het decreet van 14 juli 1998 inzake sociale werkplaatsen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998 tot uitvoering van het decreet inzake sociale werkplaatsen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1997 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 september 1998;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 oktober 1992 tot delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 7 oktober 1993, Besluit :

Artikel 1.In toepassing van artikel 2, § 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998 tot uitvoering van het decreet inzake sociale werkplaatsen worden de volgende periodes gelijkgesteld met een periode van inactiviteit : - de periode van onderbreking van werkloosheid, met inbegrip van de periodes van deeltijdse arbeid, kleiner dan 3 maanden; - de periode van onderbreking van inschrijving als werkzoekende, met inbegrip van de periodes van deeltijdse arbeid, kleiner dan 3 maanden; - de periode van onderbreking van de wachttijd, zoals bepaald in artikel 36 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, kleiner dan 3 maanden; - de periode van onderbreking van de wachttijd, zoals bepaald in artikel 35, §§ 1 en 3 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering in het geval zoals bedoeld in artikel 39 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, kleiner dan 3 maanden; - de periode van tewerkstelling in een beschutte werkplaats; - de periode van tewerkstelling krachtens artikel 60 § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; - de periode van tewerkstelling van een doelgroepwerknemer in een door de minister erkende sociale werkplaats; - de periode van tewerkstelling als gesubsidieerde contractueel op grond van de artikelen 6bis, 6ter, 7 en 7bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 tot veralgemening van het stelsel van gesubsidieerde contractuelen; - de periode van tewerkstelling als gesubsidieerde contractueel op grond van de artikelen 6bis, 6ter, 7 en 7bis van het besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1993 houdende uitvoering van het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen; - de periode van tewerkstelling op grond van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 houdende harmonisering van diverse stelsels werkervaringsprojecten.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1999.

Brussel, 21 juni 1999.

Th. KELCHTERMANS

^