Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 21 september 2012
gepubliceerd op 18 oktober 2012

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, wat betreft de bodempreventie- en bodembeheersplicht en de bodemsaneringsorganisaties

bron
vlaamse overheid
numac
2012036092
pub.
18/10/2012
prom.
21/09/2012
ELI
eli/besluit/2012/09/21/2012036092/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 SEPTEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 14/12/2007 pub. 22/04/2008 numac 2008200841 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, wat betreft de bodempreventie- en bodembeheersplicht en de bodemsaneringsorganisaties


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, artikel 91, 97 en 98, gewijzigd bij het decreet van 12 december 2008;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 14/12/2007 pub. 22/04/2008 numac 2008200841 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 juli 2012;

Gelet op advies 51.709/1/V van de Raad van State, gegeven op 26 juli 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 122 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 14/12/2007 pub. 22/04/2008 numac 2008200841 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering en de bodembescherming wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 122.Het individueel bodempreventie- en bodembeheersplan, vermeld in artikel 91, § 1, van het Bodemdecreet, wordt opgemaakt onder leiding van een erkende bodemsaneringsdeskundige van type 2 en moet driejaarlijks geactualiseerd worden.

Het individueel bodempreventie- en bodembeheersplan moet de volgende maatregelen en documenten bevatten voor zover die relevant zijn in het geval in kwestie : 1° een rapport over de volgende aspecten inzake preventie van bodemverontreiniging : a) de milieuvergunningstoestand;b) de infrastructuurvoorziening met het oog op bodembescherming;c) de al genomen maatregelen ter voorkoming van nieuwe bodemverontreiniging;d) de nog te nemen maatregelen ter voorkoming van nieuwe bodemverontreiniging;2° een rapport over de volgende aspecten inzake het beheersen van de bestaande bodemverontreiniging die het gevolg is van de activiteiten waarvoor het bodempreventie- en bodembeheersplan moet worden opgemaakt : a) de al genomen maatregelen om de bodemverontreiniging te beheersen en de verspreiding ervan te voorkomen;b) de nog te nemen maatregelen om de bodemverontreiniging te beheersen en de verspreiding ervan te voorkomen;c) de te nemen maatregelen voor een optimale aanpak van de bodemverontreiniging;d) de mogelijke gevolgen van de bodemverontreiniging voor de exploitant, de eigenaar, de gebruiker en het personeel van de inrichting, alsook voor de omgeving;3° de resultaten van de uitgevoerde monsternemingen en analyses;4° de maatregelen voor de voorlichting en sensibilisering van het personeel en de omgeving over de maatregelen die opgenomen zijn in het rapport, vermeld in punt 1° en 2° ;5° een financieel plan dat het bewijs bevat van de opbouw van een financiële reserve die overeenstemt met de geschatte kosten van het beschrijvend bodemonderzoek en de bodemsanering die het gevolg is van de bodemverontreiniging die veroorzaakt is door de activiteit waarvoor het bodempreventie- en bodembeheersplan moet worden opgemaakt.De financiële reserve moet jaarlijks opgebouwd worden met minstens 10% van de geschatte kosten; 6° een planning voor het volgende oriënterend bodemonderzoek dat uitgevoerd wordt in het kader van de periodieke onderzoeksplicht.».

Art. 2.In artikel 123 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Het individueel bodempreventie- en beheersplan wordt driejaarlijks aan de OVAM betekend met een aangetekende brief tegen ontvangstbewijs, uiterlijk op 31 december. Het eerste individueel bodempreventie- en bodembeheersplan wordt aan de OVAM betekend uiterlijk op 31 december van het jaar dat volgt op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het besluit waarbij de Vlaamse Regering bepaalt dat voor de activiteit een individueel bodempreventie- en bodembeheersplan moet worden opgesteld en aan de OVAM moet voorgelegd worden. ».

Art. 3.Artikel 124 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 124.Het sectoraal bodempreventie- en bodembeheersplan, vermeld in artikel 91, § 3, van het Bodemdecreet, wordt opgesteld door een erkende bodemsaneringsorganisatie. Het sectoraal bodempreventie- en bodembeheersplan moet een algemeen en een individueel deel bevatten, en wordt driejaarlijks geactualiseerd.

Het algemene deel van het sectoraal bodempreventie- en bodembeheersplan moet de volgende documenten bevatten : 1° een inventaris van de bekende specifieke bodemverontreiniging, veroorzaakt door de activiteit waarvoor de bodemsaneringsorganisatie werd opgericht;2° een beschrijving van de specifieke aard van de verontreiniging, vermeld in punt 1° ;3° een opsomming van de maatregelen die algemeen geformuleerd kunnen worden ter voorkoming van nieuwe en ter beheersing van bestaande bodemverontreiniging, veroorzaakt door de activiteit waarvoor de bodemsaneringsorganisatie werd opgericht;4° een financieel plan met de geschatte gecumuleerde kosten van de beschrijvende bodemonderzoeken en de bodemsaneringen die het gevolg zijn van de bodemverontreiniging, veroorzaakt door de activiteit waarvoor de bodemsaneringsorganisatie werd opgericht, voor alle personen die voor de uitvoering van hun verplichtingen, vermeld in artikel 91, § 1, van het Bodemdecreet, een beroep doen op de bodemsaneringsorganisatie. Het individueel deel van het sectoraal bodempreventie- en bodembeheersplan moet voor elke persoon die voor de uitvoering van zijn verplichtingen, vermeld in artikel 91, § 1, van het Bodemdecreet, een beroep doet op de bodemsaneringsorganisatie, de volgende documenten bevatten : 1° een opsomming van eventueel afwijkende of aanvullende maatregelen in de zin van het tweede lid;2° de resultaten van de uitgevoerde monsternemingen en analyses.».

Art. 4.In artikel 125, eerste lid van hetzelfde besluit wordt het woord « jaarlijks » vervangen door het woord « driejaarlijks ».

Art. 5.Aan artikel 128 van hetzelfde besluit wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De Vlaamse Regering kan een termijn bepalen waarbinnen de overeenkomsten, vermeld in artikel 97, § 1, van het Bodemdecreet, moeten worden afgesloten. ».

Art. 6.Aan artikel 134 van hetzelfde besluit wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De bijdrage, vermeld in het eerste lid, kan eveneens aangewend worden voor kosten voor beschrijvende bodemonderzoeken of bodemsaneringen inzake historische bodemverontreiniging die derden hebben gemaakt en die door de erkende bodemsaneringsorganisatie worden aanvaard. Als er sprake is van gemengde bodemverontreiniging, kan de bijdrage, vermeld in het eerste lid, alleen betrekking hebben op het als historisch te beschouwen deel van de bodemverontreiniging. Voor de evaluatie van de ingediende kosten moet de erkende bodemsaneringsorganisatie een beoordelingskader aan de OVAM voorleggen. Binnen een termijn van 60 dagen na ontvangst ervan keurt de OVAM het beoordelingskader goed, of legt ze aanvullingen of wijzigingen op. Als de OVAM aanvullingen of wijzigingen oplegt, wordt het aangepaste beoordelingskader aan de OVAM bezorgd binnen een door de OVAM bepaalde termijn. Binnen een termijn van zestig dagen na ontvangst van het aangepaste beoordelingskader spreekt de OVAM zich uit over het aangepaste beoordelingskader. Op eenvoudig verzoek van de OVAM moet de erkende bodemsaneringsorganisatie het beoordelingskader aanpassen. ».

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 21 september 2012.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE

^