Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 22 juni 2001
gepubliceerd op 30 augustus 2001

Besluit van de Vlaamse regering houdende goedkeuring van de wijziging van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de personeelsformatie

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035969
pub.
30/08/2001
prom.
22/06/2001
ELI
eli/besluit/2001/06/22/2001035969/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 JUNI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering houdende goedkeuring van de wijziging van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de personeelsformatie


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1985 op de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen inzonderheid op artikel 4, § 2, gewijzigd bij decreet van 4 april 1990;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 houdende goedkeuring van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de personeelsformatie, gewijzigd bij besluit van 27 mei 1997;

Gelet op de beslissing van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen van 10 maart 1999 tot wijziging van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de personeelsformatie;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor ambtenarenzaken, gegeven op 20 juni 2000;

Gelet op het protocol nr. 162.166 van 19 maart 2001 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media.

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De als bijlage bij dit besiuit gevoegde wijziging van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de personeelsformatie wordt goedgekeurd.

Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 22 juni 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, D. VAN MECHELEN

BIJLAGE Wijziging van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de personeelsformatie

Artikel 1.In artikel Vl 2, § 1, van dit reglement worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° in het bezit zijn van een diploma of studiegetuigschrift dat overeenstemt met het niveau van de te verlenen graad volgens de tabel die gevoegd is als bijlage 4 bij het Vlaams personeelsstatuut;2° een tweede lid wordt toegevoegd dat luidt als volgt : « Houders van een diploma of getuigschrift dat toegang verleent tot een bepaald niveau worden uitgesloten van deelname aan een wervingsexamen voor een lager niveau. De voorwaarde dat men geen hoger diploma of getuigschrift mag bezitten geldt niet voor : - de diploma's die behaald werden na de inschrijving voor het wervingsexamen; - de toegang tot de niveaus D en E waarvoor bepaalde diploma's of getuigschriften wel in aanmerking worden genomen indien dit wordt vereist in de functiebeschrijving of het examenreglement".

Art. 2.In deel Vl. De aanwerving, van hetzelfde reglement wordt een TITEL 4 toegevoegd die luidt als volgt : « TITEL 4. - OVERGANGSBEPALINGEN Art. Vl 22. De voorwaarde van artikel Vl 2, § 1, tweede lid, dat de kandidaten voor deelname aan een wervingsexamen geen hoger diploma of getuigschrift mogen bezitten dan vereist wordt voor het niveau van de vacante betrekking, geldt niet wanneer de aanwervingsprocedure voor de vacante betrekking werd aangevangen voor 8 juni 1998".

Art. 3.In artikel Xl 1 van hetzelfde reglement wordt onder Titel 6 de derde alinea vervangen door wat voigt : « - de machtiging niet mag worden toegekend aan de leidend ambtenaar en de adjunctleidend ambtenaar".

Art. 4.Aan artikel XlII 6 van hetzelfde reglement wordt een § 3 toegevoegd die luidt als volgt : « § 3. De ambtenaar die overeenkomstig de regeling vermeld in het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten voor zijn dienstreizen gebruik maakt van een eigen wagen, heeft vanaf 1 januari 1997 recht, als vergoeding van al de kosten die uit het gebruik van dat voertuig voortspruiten, op een kilometervergoeding zoals bepaald in onderstaande tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze vergoedingen volgen de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de regeling vastgesteld in artikel XlIl 23 van het Vlaams personeelsstatuut".

Art. 5.In artikel XIV 6 van hetzelfde reglement worden volgende wijzigingen aangebracht. 1° 5° wordt vervangen door wat volgt : « 5° een diploma of getuigschrift bezitten dat overeenstemt met het niveau van de vacante betrekking, met uitsluiting van hogere diploma's of getuigschriften en dat eventueel in de functiebeschrijving nader wordt bepaald;2° een tweede lid wordt toegevoegd dat luidt als volgt : « De voorwaarde vermeld in het eerste lid, 5° geldt niet : - wanneer het hoger diploma of getuigschrift werd behaald na de inschrijving of na het slagen voor de selectieprocedure voor de vacante betrekking; - voor de contractuele personeelsleden die worden in dienst genomen ter vervanging van personeelsleden met loopbaanonderbreking; - bij verlenging van lopende arbeidsovereenkomsten".

Art. 6.Artikel XIV 35 van hetzelfde reglement wordt vervangen door wat volgt : Art. XIV 35. Het contractuele personeelslid kan loopbaanonderbreking krijgen volgens de reglementering die geldt in de privé-sector".

Art. 7.In deel XIV, Titel 3, hoofdstuk 2, afdeling 5 van hetzelfde reglement wordt een artikel XIV 35bis ingevoegd dat luidt als volgt : « Art. XIV 35bis. Het contractuele personeelslid heeft het recht om gedurende 3 maanden voltijdse loopbaanonderbreking te nemen naar aanleiding van de geboorte of adoptie van een kind.

Wanneer het contractuele personeelslid de onderbreking aanvraagt naar aanleiding van de geboorte van een kind, dient de loopbaanonderbreking : - onmiddellijk aan te sluiten op het bevallingsverlof, als het een vrouwelijk personeelslid is; - uiterlijk een aanvang te nemen op de eerste dag die volgt op de periode van 8 weken vanaf de geboorte van het kind, als het een mannelijk personeelslid is".

Art. 8.Artikel XIV 36 van hetzelfde reglement wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIV 36. Het contractuele personeelslid kan het gecontingenteerd verlof krijgen vermeld in artikel Xl 87 van het Vlaams personeelsstatuut.

Dit verlof is een gunst behalve als het wordt gevraagd om een stage of een proeftijd bij dezelfde of een andere werkgever te vervullen. In dit geval geldt het gecontingenteerd verlof als een eenmalig recht.

Aan het contractuele personeelslid in proeftijd wordt geen gecontingenteerd verlof toegekend".

Art. 9.In deel XIV, Titel 3, hoofdstuk 2 van hetzelfde reglement wordt de volgende afdeling toegevoegd : « Afdeling 11. Vormingsverlof Art. XIV 39ter. Het contractuele personeelslid kan vormingsverlof verkrijgen overeenkomstig de regeling die voor de ambtenaar werd vastgesteld in het artikel Xl 84 van het Vlaams personeelsstatuut op voorwaarde dat de opgedane kennis nog tijdens de tewerkstelling bij de instelling kan worden gevaloriseerd".

Art. 10.Artikel XIV 49 van hetzelfde reglement wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIV 49. Het contractuele personeelslid heeft recht op dezelfde vergoedingen, toelagen en sociale voordelen als de ambtenaar die dezelfde functie uitoefent, met uitzondering van de vergoeding wegens begrafeniskosten".

Art. 11.In hetzelfde reglement wordt in deel XIV, titel 4, voor het artikel XIV 50 een artikel XIV 49bis ingevoegd dat luidt als volgt : « Art. XIV 49bis. De voorwaarde dat de kandidaat voor een contractuele betrekking geen hoger diploma of getuigschrift mag bezitten dan vereist voor het niveau van de vacante betrekking, geldt niet wanneer de aanwervingsprocedure voor de vacante betrekking werd aangevangen voor 8 juni 1998".

Art. 12.In hetzelfde reglement worden in bijlage 6 volgende salarisschalen opgenomen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 13."Dit reglement heeft uitwerking met ingang van 1 november 1997, met uitzondering van : 1° de schalen A131, A132 en A133 in het artikel 12 die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 1995;2° de schaal C124 in het artikel 12 die uitwerking heeft met ingang van 1 juli 1994;3° de artikelen 4 en 8 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 1997;4° het artikel 9 dat uitwerking heeft op 1 september 1997;5° de artikelen 1, 2 en 11 die uitwerking hebben met ingang van 8 juni 1998". Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering houdende goedkeuring van de wijziging van het organiek reglement tot vaststelling van de regeling inzake het personeel van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen en van de personeelsformatie.

De minister-president van de Vlaamse repering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media D. VAN MECHELEN

^