Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 22 juni 2007
gepubliceerd op 11 juli 2007

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de heffing in de sector melk en zuivelproducten

bron
vlaamse overheid
numac
2007036046
pub.
11/07/2007
prom.
22/06/2007
ELI
eli/besluit/2007/06/22/2007036046/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JUNI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de heffing in de sector melk en zuivelproducten


De Vlaamse Regering, Gelet op Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten;

Gelet op Verordening (EG) nr. 595/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 houdende vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad tot vaststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw-, en zeevisserijproducten, inzonderheid op artikel 3, § 1, 1°, vervangen bij de wet van 29 december 1990;

Gelet op het decreet van 22 december 2006 tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het mestbeleid en van het landbouwbeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de extra heffing in de sector melk en zuivelproducten, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 maart 2007;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat er overleg heeft plaatsgevonden met de landbouworganisaties op 19 december 2006 en 2 februari 2007 waaruit de noodzaak bleek tot de afschaffing van de leasing, behalve in geval van overmacht. Tevens werd de beslissing genomen om de plafonds voor de individuele melkveehouder gelijk te schakelen met het plafond van de groepering en werden een aantal versoepelingen doorgevoerd voor de producent-overnemer. De wijzigingen in de wetgeving die voortvloeien uit dat overleg moeten uiterlijk in werking treden in het begin van het tijdvak 2007-2008, namelijk op 1 april 2007;

Gelet op advies van de Raad van State, gegeven op 6 juni 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2005 betreffende de toepassing van de heffing in de sector melk en zuivelproducten, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 4° wordt opgeheven;2° punt 5° en 6° worden vervangen door wat volgt : « 5° de bevoegde entiteit : een afdeling van het Agentschap voor Landbouw en Visserij;6° de producent : de landbouwer, natuurlijke persoon of rechtspersoon of een groepering van natuurlijke personen of rechtspersonen of van beide, zoals gedefinieerd in artikel 5, c), van Verordening (EG) nr. 1788/2003, die zijn bedrijf op een autonome wijze beheert als vermeld in artikel 4 van het decreet van 22 december 2006 tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het mestbeleid en van het landbouwbeleid. »; 3° punt 7° wordt opgeheven;4° in punt 11° wordt het woord « melkproductie-eenheid telkens vervangen door het woord « melkexploitatie »;5° in punt 12° wordt het woord « bedrijf » vervangen door het woord « melkveebedrijf » en worden de woorden « melkproductie-eenheden » vervangen door het woord « melkexploitaties »;6° in punt 15°, a) wordt het woord « productie-eenheid » vervangen door het woord « exploitatie »;7° in punt 19° wordt het woord « melkproductie-eenheid » vervangen door het woord « melkexploitatie ».

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 3.Om rekening te houden met veranderingen die de leveringen of de rechtstreekse verkopen van de producent beïnvloeden, kan hij een deugdelijk gemotiveerd verzoek indienen om voor de duur van het tijdvak of definitief een verhoging of vaststelling te verkrijgen van een van zijn referentiehoeveelheden, tegen overeenkomstige verlaging of opheffing van de andere referentiehoeveelheid. Dat verzoek moet met aangetekende brief bij de bevoegde entiteit ingediend worden via het typeformulier dat beschikbaar is bij de bevoegde entiteit of, in voorkomend geval, via het elektronische loket, dat beheerd wordt door de bevoegde entiteit door middel van het elektronische formulier, dat ter beschikking gesteld wordt door de bevoegde entiteit. De termijn voor het indienen van dat verzoek wordt, behoudens in geval van de toepassing van artikel 13, als volgt bepaald : 1° uiterlijk op 31 juli van het eerste tijdvak waarop de wijziging betrekking heeft, als het gaat om een definitieve wijziging of om de definitieve bepaling van referentiehoeveelheden.In geval van vrijmaking van de referentiehoeveelheid in kwestie, overeenkomstig artikel 15, mag het verzoek echter worden ingediend tot 30 november van hetzelfde tijdvak; 2° uiterlijk op 30 april van het tijdvak dat volgt op het tijdvak waarop de wijziging betrekking heeft, als het gaat om een tijdelijke wijziging of om de tijdelijke bepaling van referentiehoeveelheden.»

Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 4.De producent kan enkel in geval van uitzonderlijke overmacht het gedeelte van zijn referentiehoeveelheid voor leveringen of van zijn referentiehoeveelheid voor rechtstreekse verkopen, dat hijzelf niet kan gebruiken wegens die uitzonderlijke situatie, voor de duur van het tijdvak tijdelijk overdragen aan andere producenten.

Die tijdelijke overdrachten van referentiehoeveelheden in geval van overmacht worden alleen in aanmerking genomen als de totale hoeveelheid die de producent overneemt niet groter is dan 20 000 liter.

De minister zal nadere modaliteiten uitwerken m.b.t. de uitzonderlijke overmacht. »

Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 2°, wordt het woord « bedrijven » vervangen door het woord « melkveebedrijven »;2° in § 2 wordt punt 1° opgeheven;3° in § 2 wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° de producent-overnemer moet gedurende minstens negen jaar vanaf de datum van de uitwerking van overname van de referentiehoeveelheid een zodanige bedrijfsoppervlakte uitbaten dat zijn totale referentiehoeveelheid per ha niet groter wordt dan 20 000 liter, behalve in geval van overmacht of in geval van de toepassing van artikel 6, 6°.Dat bewijs van het uitbaten van de gronden moet jaarlijks worden geleverd aan de hand van de verzamelaanvraag. De gronden in kwestie moeten minstens in gebruik zijn door de producent-overnemer op de uiterste datum van indiening van de verzamelaanvraag; »; 4° in § 2 wordt punt 4° vervangen door wat volgt : « 4° de producent-overnemer mag gedurende het lopende tijdvak geen referentiehoeveelheid overdragen als overlater, behalve in geval van overmacht;»; 5° er wordt een nieuw punt 4bis ° ingevoegd, dat luidt als volgt : « 4bis ° de producent-overnemer mag gedurende het volgende tijdvak geen referentiehoeveelheid overdragen als overlater, behalve in geval van overmacht of als de overdracht geen enkele cumul van referentiehoeveelheden teweegbrengt voor de producent-overnemer;».

Art. 5.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 3° wordt het woord « productie-eenheid » telkens vervangen door het woord « exploitatie »;2° punt 4° wordt vervangen door wat volgt : « 4° gedurende die periode van vijf jaar mag de overnemer alleen het gehele bedrijf of een gedeelte ervan overdragen aan een andere producent voor zover die laatste op zijn beurt aan dezelfde voorwaarden voldoet als zijn overlater, en gedurende een nieuwe periode van vijf jaar zich ertoe verbindt dezelfde verplichtingen na te leven als zijn overlater;»; 3° er wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 8° de overgedragen referentiehoeveelheid mag niet hoger zijn dan 20 000 liter per hectare grond.».

Art. 6.In artikel 7, § 1, en § 2, 1°, en artikel 17, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord « melkproductie-eenheid » vervangen door het woord « melkexploitatie ».

Art. 7.In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt het woord « melkproductie-eenheid » vervangen door het woord « melkexploitatie »;2° in § 3, 5°, wordt het woord « productie-eenheid » vervangen door het woord « exploitatie ».

Art. 8.In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006, worden de volgende wijzigingan aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « 600 000 liter » vervangen door de woorden « 800 000 liter »;2° § 2 en § 5 worden opgeheven;3° in § 3 worden de woorden « §§ 1 en 2 » vervangen door de woorden « § 1 ».

Art. 9.In artikel 13, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006, wordt het woord « melkproductie-eenheid » telkens vervangen door het woord « melkexploitatie » en wordt het woord « productie-eenheid » vervangen door het woord « exploitatie ».

Art. 10.In artikel 14 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006, wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. De overdrachten van referentiehoeveelheid, vermeld in artikelen 5 tot 12, worden geregistreerd hetzij ambtshalve, hetzij op aanvraag, gericht aan de bevoegde entiteit aan de hand van een typeformulier dat beschikbaar is bij de bevoegde entiteit of, in voorkomend geval, via het elektronische loket dat beheerd wordt door de bevoegde entiteit door middel van het elektronische formulier, dat ter beschikking gesteld wordt door de bevoegde entiteit. De overgedragen percelen moeten worden aangegeven op de kaarten van de verzamelaanvragen. »

Art. 11.In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt punt 6° vervangen door wat volgt : « 6° voor de vrijmaking of de herverdeling van de referentiehoeveelheden moet de producent-overlater, respectievelijk de producent-verkrijger, een aanvraag indienen aan de hand van typeformulieren die beschikbaar zijn bij de bevoegde entiteit.Voor de aanvragen, vermeld in § 1, 4° en 5°, gelden de volgende voorwaarden : a) de aanvragen voor vrijmaking van referentiehoeveelheden, vermeld in § 1, 4°, moeten, om ontvankelijk te zijn, tussen 1 april en 30 november van het tijdvak in kwestie per aangetekende brief worden verstuurd naar de bevoegde entiteit of kunnen, in voorkomend geval, worden ingediend via het elektronische loket dat beheerd wordt door de bevoegde entiteit door middel van het elektronische formulier, dat ter beschikking gesteld wordt door de bevoegde entiteit.Die termijn is niet van toepassing op de aanvragen tot vrijmaking, vermeld in artikel 13; b) de aanvragen voor herverdeling van referentiehoeveelheden, vermeld in § 1, 5°, moeten, om ontvankelijk te zijn, tussen 1 oktober en 30 november van het tijdvak in kwestie per aangetekende brief verstuurd worden naar de bevoegde entiteit of kunnen, in voorkomend geval, worden ingediend via het elektronische loket dat beheerd wordt door de bevoegde entiteit door middel van het elektronische formulier, dat ter beschikking wordt gesteld door de bevoegde entiteit;»; 2° in § 2 wordt punt 3° vervangen door wat volgt : « 3° hij mag voor de herverdeling niet beschikken over een totale referentiehoeveelheid voor leveringen en rechtstreekse verkopen van meer dan 20 000 liter per hectare bedrijfsoppervlakte.De gronden in kwestie moeten minstens in gebruik zijn door de producent-overnemer op de uiterste datum van indiening van de verzamelaanvraag en het bewijs van het uitbaten van de gronden moet jaarlijks worden geleverd aan de hand van de verzamelaanvraag of, bij ontstentenis daarvan, door een verklaring op erewoord, die bevestigd moet worden door de verzamelaanvraag van het volgende burgerlijke jaar. Bij ontstentenis van die bevestiging wordt de referentiehoeveelheid van de producent opnieuw verminderd met de herverdeelde hoeveelheid; »; 3° in § 2 wordt punt 6° vervangen door wat volgt : « 6° de producent-verkrijger mag geen aanvraag tot overdracht van een referentiehoeveelheid hebben ingediend als overnemer gedurende het lopende tijdvak, behalve bij overname en oprichting van een bedrijf, of behalve als hij voldoet aan de voorwaarden, vermeld in § 1, 7°, a), en voor zover de referentiehoeveelheid na overdracht niet hoger is dan 800.000 liter. »; 4° in § 2 wordt punt 7° opgeheven;5° in § 3 wordt het woord « productie-eenheid » vervangen door het woord « exploitatie ».

Art. 12.§ 1. In artikel 18 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, derde lid, wordt het woord « productie-eenheid » vervangen door het woord « exploitatie »;2° in § 1, vierde lid, wordt de datum « 1 juli » vervangen door de datum « 15 juni »;2° in § 2 wordt punt 3° vervangen door wat volgt : « 3° hij stuurt het formulier naar de bevoegde entiteit, per aangetekende brief en uiterlijk op 30 april van het volgende tijdvak of, in voorkomend geval, via het elektronische loket dat beheerd wordt door de bevoegde entiteit, door middel van het elektronische formulier, dat ter beschikking gesteld wordt door de bevoegde entiteit.Eventueel voegt hij er de aanvraag tot tijdelijke wijziging of tot tijdelijke vaststelling van de referentiehoeveelheid bij, vermeld in artikel 3, 2°. Als die verklaring op 14 mei van het volgende tijdvak niet verstuurd is, geldt de boete die vastgesteld is in artikel 11, punt 3, van Verordening (EG) nr. 595/2004. Als de verklaring niet is ingediend voor 15 juni van het volgende tijdvak, geldt het bepaalde in artikel 11, punt 4, van Verordening (EG) nr. 595/2004. »

Art. 13.In artikel 19, § 2 en § 3, van hetzelfde besluit worden de data « 22 augustus » en « 1 september » telkens vervangen door de datum « 1 oktober ».

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op ingang van 1 april 2007.

Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid en de Zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 22 juni 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME

^