Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 23 december 2005
gepubliceerd op 02 maart 2006

Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2006035277
pub.
02/03/2006
prom.
23/12/2005
ELI
eli/besluit/2005/12/23/2006035277/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 DECEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1;

Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op artikel 6, § 2;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 mei 2005;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 23 juni 2005;

Gelet op het advies met nummer 38.709/1/V van de Raad van State, gegeven op 26 juli 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Benaming, doel en taakstelling van het agentschap

Artikel 1.Binnen het Vlaams ministerie van Leefmilieu, Natuur en Energie wordt een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid opgericht, onder de benaming Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, afgekort INBO. Het agentschap wordt gespecificeerd als Vlaamse wetenschappelijke instelling.

Het agentschap behoort tot het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie.

Art. 2.Het INBO heeft als missie in te staan voor beleidsgericht wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening inzake instandhouding, bevordering, duurzaam beheer en gebruik van biodiversiteit en haar natuurlijk milieu en de periodieke opmaak van de natuurrapportage.

Art. 3.§ 1. Het INBO heeft tot taak : 1° multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek te conceptualiseren en te initiëren op basis van de beleidsbehoeften en -vragen;2° wetenschappelijk beleidsvoorbereidend en ondersteunend onderzoek zelf te organiseren, te verrichten en erin te participeren;3° de verworven inzichten te vertalen en te integreren ter ondersteuning van beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -evaluatie;4° wetenschappelijke diensten te verlenen ter ondersteuning van het beleid en van de doelgroepen, onder andere door advisering, experimentele analyses, het aanreiken van producten, technieken, concepten en documentatie;Hiertoe kunnen constructies van co-financiering van eigen initiatieven of medefinanciering van projecten op initiatief van derden worden opgezet; 5° beleidsrelevante kennis op te bouwen en te verspreiden, onder meer via wetenschappelijke publicaties, onderzoeksrapportering en voordrachten;6° te zorgen voor de monitoring van de biodiversiteit, het duurzame gebruik van de natuur en van de milieukwaliteit voor zover dat relevant is voor de natuur en het natuurlijke milieu;7° periodiek te rapporteren over de toestand van de natuur en het natuurlijke milieu, en over de effecten van het milieubeleid en de mate waarin de vooropgestelde milieubeleidsdoelstellingen werden bereikt, en toekomstverkenningen te maken en de kennis en de monitoring ervan te evalueren. § 2. Het INBO vervult die taken onder meer door onderzoek en dienstverlening over : 1° de diversiteit van het genetisch materiaal dat de basis vormt van de natuurlijke biologische variatie, met nadruk op het behoud, het gebruik en de verbetering van genetische bronnen;2° aquatische ecosystemen, van rechtstreeks van waterlichamen afhankelijke terrestrische ecosystemen en van waterrijke gebieden met het oog op integraal waterbeleid 3° populaties en soorten, en hun beheer.De nadruk ligt daarbij op aspecten van verspreiding, aantal veranderingen in de tijd en bio-indicatie, met het oog op bescherming en behoud, duurzaam gebruik en bestrijding en preventie van overlast; 4° de toestand, de evolutie, het functioneren en de behandeling van bosecosystemen met het oog op bescherming en behoud, duurzaam gebruik en bosuitbreiding, met inbegrip van stedelijk groen;5° ecotopen (typologieën, abiotische en biotische randvoorwaarden, ruimtelijke samenhang, ruimtelijke en temporele variatie, inclusief monitoring en kartering zoals de biologische waarderingskaart) en gebiedsgericht natuurbeleid;6° verticale en horizontale interacties in ecosystemen en landschappen en biotische en abiotische sleutelprocessen die bepalend zijn voor de totstandkoming ervan, het functioneren ervan en de evolutie ervan in de tijd, met de bedoeling om de inrichting en het beheer van (grote) natuureenheden en -landschappen wetenschappelijk te onderbouwen;7° de natuurrapportage (NARA) met toestandsbeschrijving, beleidsevaluatie of scenariostudies van de natuur in Vlaanderen. § 3. In het kader van zijn missie en taken draagt het INBO, in samenwerking binnen het beleidsdomein en gecoördineerd door de Vlaamse Regering en het departement, bij tot : 1° de internationale, Europese, bovengewestelijke en intergewestelijke samenwerking en besluitvorming op milieu- en natuurgebied;2° het stimuleren van de realisatie van de doelstellingen van het milieu- en natuurbeleid door andere beleidsdomeinen en de uitbouw van vormen van samenwerking daarvoor;3° de realisatie van vormen van samenwerking met lokale overheden;4° de realisatie van vormen van samenwerking met niet-gouvernementele organisaties en belangengroepen. § 4. In het kader van zijn missie en taken draagt het INBO, in samenwerking binnen het beleidsdomein en gecoördineerd door de Vlaamse Regering en het departement, verder bij tot : 1° de volledige omzetting en toepassing van het internationaal en Europees milieurecht en van de samenwerkingsakkoorden met de andere gewesten;2° de communicatiestrategie en -planning van het beleidsdomein, met inbegrip van sensibilisering en informatieverstrekking;3° de realisatie van een breed maatschappelijk draagvlak voor zijn missie en het bevorderen van de maatschappelijke participatie daarin;4° het gecoördineerde doelgroepenbeleid van het beleidsdomein;5° de ontwikkeling van een zo goed mogelijk geïntegreerd instrumentarium voor het milieubeleid;6° het bepalen van de informatiebehoefte, de geïntegreerde inzameling van gegevens en informatie en het geïntegreerde informatiebeheer;7° de geïntegreerde aansturing van het wetenschappelijk onderzoek.

Art. 4.Bij het uitoefenen van zijn missie en taken treedt het agentschap op namens de rechtspersoon Vlaams Gewest. HOOFDSTUK II. - Aansturing en leiding van het agentschap

Art. 5.Het INBO ressorteert onder het hiërarchische gezag van de Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu en het waterbeleid, de landinrichting en het natuurbehoud, hierna de minister te noemen.

Art. 6.De minister stuurt het INBO, inzonderheid via de beheersovereenkomst.

Overeenkomstig artikel 9, § 1, 1°, van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, regelt de beheersovereenkomst de concretisering van de kwalitatieve en kwantitatieve wijze waarop het agentschap zijn taken moet vervullen, met strategische en operationele doelstellingen, beschreven aan de hand van meetbare criteria.

Art. 7.Het hoofd van het INBO is belast met de algemene leiding, de werking en de vertegenwoordiging van het INBO, onverminderd de mogelijkheid tot delegatie en subdelegatie van die bevoegdheid. HOOFDSTUK III. - Controle, opvolging en toezicht

Art. 8.Onverminderd artikel 9, 33 en 34 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 met betrekking tot de informatieverstrekking, rapportering, interne controle en interne audit is de minister is verantwoordelijk voor de opvolging van en het toezicht op het INBO.

Art. 9.Het INBO is belast met de interne controle van zijn bedrijfsprocessen en activiteiten.

Art. 10.De entiteit Interne Audit van de Vlaamse Gemeenschap evalueert de interne controlesystemen van het INBO en kan zo nodig administratieve onderzoeken instellen.

Art. 11.De informatieverstrekking en de rapportering door het INBO omvatten ten minste : 1° een jaarlijks ondernemingsplan, waarvan het wetenschappelijk onderzoeksprogramma inherent deel uitmaakt 2° een operationeel plan op middellange en lange termijn;3° een jaarlijks rapport en een eindrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst, op basis van beleids- en beheersrelevante indicatoren en kengetallen.

Art. 12.De minister kan, in het kader van de opvolging en de uitoefening van het toezicht, op ieder ogenblik aan het hoofd van het INBO informatie, rapportering en verantwoording vragen over bepaalde aangelegenheden, zowel op geaggregeerd niveau als op het niveau van individuele onderwerpen en dossiers. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2006.

Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu en het Waterbeleid, de Landinrichting en het Natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 december 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS

^