Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 23 mei 2014
gepubliceerd op 11 september 2014

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 betreffende de ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen en de interfaceactiviteiten van de associaties in de Vlaamse Gemeenschap

bron
vlaamse overheid
numac
2014035879
pub.
11/09/2014
prom.
23/05/2014
ELI
eli/besluit/2014/05/23/2014035879/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 MEI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/05/2009 pub. 23/07/2009 numac 2009035683 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen en de interfaceactiviteiten van de associaties in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende de ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen en de interfaceactiviteiten van de associaties in de Vlaamse Gemeenschap


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035587 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid sluiten betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid, artikel 56/3, 57 § 4 en 59;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/05/2009 pub. 23/07/2009 numac 2009035683 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen en de interfaceactiviteiten van de associaties in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende de ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen en de interfaceactiviteiten van de associaties in de Vlaamse Gemeenschap;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 28 februari 2014;

Gelet op advies 56.075/1 van de Raad van State, gegeven op 16 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie op 30 december 2006 (2006/C 323/01), omgezet moet worden in de Belgische rechtsorde;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 29/05/2009 pub. 23/07/2009 numac 2009035683 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen en de interfaceactiviteiten van de associaties in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende de ondersteuning van de Industriële Onderzoeksfondsen en de interfaceactiviteiten van de associaties in de Vlaamse Gemeenschap, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 1° tot en met 3° en punt 7° worden opgeheven; 2° punt 4° wordt vervangen door wat volgt: "4° interfacedienst: de binnen de associatie voor valorisatie bevoegde dienst, vermeld in artikel 101bis, 2°, van het decreet van 4 april 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/04/2003 pub. 14/08/2003 numac 2003035868 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen sluiten betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen;"; 3° punt 5° wordt vervangen door wat volgt: "5° BOF-besluit: het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2012 pub. 22/03/2013 numac 2013035244 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de financiering van de Bijzondere Onderzoeksfondsen aan de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap sluiten betreffende de financiering van de Bijzondere Onderzoeksfondsen aan de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap;"; 4° aan punt 8° wordt de zin "Alleen de vennootschappen, vermeld in artikel 2 van het Wetboek van Vennootschappen, worden aanvaard als handelsvennootschap naar Belgisch Recht." toegevoegd; 5° in punt 9° worden de woorden "Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie" vervangen door de woorden "Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie"; 6° punt 10° wordt vervangen door wat volgt: "10° IOF: een Industrieel Onderzoeksfonds als vermeld in artikel 57, § 1, van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035587 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid sluiten betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid.".

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2011, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de zinnen "Overeenkomstig artikel 74bis, § 2 van het decreet van 20 december 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002036637 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003 type decreet prom. 20/12/2002 pub. 10/02/2003 numac 2003035133 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de derde aanpassing van de begroting 2002 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003 worden de middelen aangewend voor strategisch basisonderzoek en toegepast wetenschappelijk onderzoek bij de partners van de associatie.Dit onderzoek heeft een economische finaliteit." vervangen door de zin "Het strategisch basisonderzoek en het toegepast wetenschappelijk onderzoek, gefinancierd door IOF-middelen, heeft een economische of gemengd economisch-maatschappelijke finaliteit. Dit onderzoek kan behoren tot alle wetenschappelijke disciplines."; 2° in het eerste lid worden tussen de woorden "uitvoering" en de woorden "van toegepast wetenschappelijk onderzoek" woorden "of organisatie" ingevoegd; 3° tussen het eerste en tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Maximaal 10% van de IOF-middelen kan besteed worden aan octrooikosten."; 4° in het derde lid, 2°, wordt het bedrag "50.000 EUR" vervangen door het bedrag "25.000 euro".

Art. 4.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2 wordt opgeheven;2° in paragraaf 3, eerste lid, wordt de zinsnede "De IOF raad, vermeld in artikel 74bis, § 5, 5°, van het decreet van 20 december 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002036637 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003 type decreet prom. 20/12/2002 pub. 10/02/2003 numac 2003035133 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de derde aanpassing van de begroting 2002 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003" vervangen door de woorden "Een Industrieel Onderzoeksfondsraad";3° in paragraaf 3 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Ten minste de helft van de leden van een Industrieel Onderzoeksfondsraad behoort tot geleding 1.Ten minste twee leden van een Industrieel Onderzoeksfondsraad behoren tot geleding 2. Ten minste een vierde van de leden van een Industrieel Onderzoeksfondsraad behoort tot geleding 3.".

Art. 5.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 6.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 2°, g), worden de woorden "de verantwoordelijkheid over" opgeheven;2° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "Maximaal 10% van de subsidie mag besteed worden aan overheadkosten, zijnde centrale beheerskosten en algemene exploitatiekosten die betrekking hebben op: 1° de huur en het onderhoud van gebouwen, lokalen en vergaderzalen met inbegrip van de normale kantooruitrusting, de kosten voor verwarming, verlichting, elektriciteit;2° het centrale beheer van goederen en diensten die voor de interfaceactiviteiten ter beschikking worden gesteld; 3° kosten die niet specifiek verbonden zijn aan de uitvoering van de vermelde interfaceactiviteiten, zoals telefonie, fax, kopieën, correspondentie, kantoorbenodigdheden."

Art. 7.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het vierde lid wordt de datum "1 september" vervangen door de datum "1 oktober";2° in het vijfde lid worden de woorden "Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie" vervangen door de woorden "Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie".

Art. 8.Aan artikel 9 van hetzelfde besluit worden een tweede tot en met een vijfde lid toegevoegd, die luiden als volgt: "In afwijking van het eerste lid wordt per associatie in een gegarandeerd minimumbedrag voorzien op basis van het maximale procentuele aandeel van de associatie in het IOF over de jaren 2009-2013 en de subsidie voor het IOF in 2013, namelijk 19.252.000 euro. Voor de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg vzw wordt als procentueel aandeel de bovengrens van het minimumaandeel van de Universiteit Hasselt in de BOF-middelen genomen, namelijk 4%. Het gegarandeerd minimumbedrag, geïndexeerd voor 2014, bedraagt dan respectievelijk: 1° Associatie Katholieke Universiteit Leuven vzw: 9.187.284 euro; 2° Associatie Universiteit Gent vzw: 6.139.121 euro; 3° Universitaire Associatie Brussel vzw: 2.205.882 euro; 4° Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen vzw: 2.073.607 euro; 5° Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg vzw: 778.089 euro.

De gegarandeerde minimumbedragen, vermeld in het tweede lid, worden jaarlijks geïndexeerd volgens de formule, vermeld in artikel III.5, § 9, eerste lid van de Codex hoger onderwijs van 20 december 2013.

Met uitzondering van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg vzw dragen de associaties die voor de verdeling van de subsidie met toepassing van artikel 9, eerste lid, artikel 10, 11 en 12 boven het gegarandeerd minimumbedrag uitkomen, naar rata van die verdeling bij tot het bereiken van het gegarandeerd minimumbedrag van de associaties die niet boven het gegarandeerd minimumbedrag uitkomen.

Als de uitbetaling van het gegarandeerd minimumbedrag niet mogelijk is in het kader van de jaarlijkse algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, worden deze gegarandeerde minimumbedragen naar rata van de besparing verminderd voor alle associaties.".

Art. 9.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt de zinsnede "vermeld in artikel 3, § 3, eerste lid, 2° " vervangen door de zinsnede "vermeld in artikel 33";2° in paragraaf 2 wordt de zinsnede "vermeld in artikel 4, § 8bis" vervangen door de zinsnede "vermeld in artikel 35 tot en met 40";3° in paragraaf 3 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "In het eerste lid wordt verstaan onder industriële contractinkomsten van de associatie: de inkomsten die de universiteit en de hogescholen, partner bij de associatie, en de universitaire ziekenhuizen, vermeld in artikel 4 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, verwerven: 1° van handelsvennootschappen op basis van contracten voor onderzoek en dienstverlening.Leerstoelen worden beschouwd als industriële contractinkomsten op voorwaarde dat er een contract is. Giften, schenkingen en inkomsten uit permanente vorming zijn uitgesloten; 2° uit klinische studies.Alleen de inkomsten uit klinische studies in de eerste en tweede klinische fase worden in rekening gebracht. De inkomsten uit klinische studies tellen maximaal voor 12,5% van de parameter mee; 3° uit licenties.Voor de toepassing van deze inkomsten wordt de volgende trapfunctie ingebouwd: a) licentie-inkomsten tot een bedrag van 7,5 miljoen euro hebben een gewicht van 1;b) licentie-inkomsten van een bedrag tussen 7,5 en 15 miljoen euro hebben een gewicht van 0,75;c) licentie-inkomsten van een bedrag tussen 15 en 25 miljoen euro hebben een gewicht van 0,5; d) licentie-inkomsten van een bedrag vanaf 25 miljoen euro hebben een gewicht van 0,25."; 4° in paragraaf 3 worden tussen het tweede en het derde lid twee leden ingevoegd, die luiden als volgt: "De middelen die rechtstreeks afkomstig zijn van de industrie en die verworven zijn door de strategische onderzoekscentra voor het onderzoek of onderzoeksgedeelte dat wordt uitgevoerd in de met dat strategische onderzoekscentrum geassocieerde onderzoeksgroepen van de universiteit of van de hogescholen, partner bij de associatie, worden ook beschouwd als industriële contractinkomsten van de associatie als die inkomsten gebaseerd zijn op een contract met een handelsvennootschap en als een zichtbare overhead uitbetaald wordt aan de partner bij de associatie. De contractinkomsten moeten transparant opgenomen zijn in de boekhouding en er moet over worden gerapporteerd, alsook over de onderliggende overeenkomsten. Dotatiegelden komen niet in aanmerking voor die aanvullende inkomstencomponent."; 5° in paragraaf 3, derde lid, wordt de zinsnede "1° tot en met 5°, " opgeheven;6° in paragraaf 4, tweede lid worden punt 1° en 2° vervangen door wat volgt: "1° de contractinkomsten die verworven zijn door de universiteit en door de hogescholen, partner bij de associatie, uit het laatste afgesloten Europese Kaderprogramma waarvan definitieve cijfers beschikbaar zijn voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie; 2° de middelen die verworven zijn door de strategische onderzoekscentra voor het onderzoek of onderzoeksgedeelte dat wordt uitgevoerd in een onderzoeksgroep van de universiteit of van de hogescholen, partner bij de associatie, als die partner bij de associatie een vergoeding ontvangt voor de indirecte kosten;"; 7° aan paragraaf 4, tweede lid, wordt een punt 3° toegevoegd dat luidt als volgt: "3° de middelen die verworven zijn door de universitaire ziekenhuizen, vermeld in artikel 4 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, voor het onderzoek of onderzoekgedeelte dat wordt uitgevoerd in een onderzoeksgroep van de universiteit of van de hogescholen, partner bij de associatie."; 8° in paragraaf 5, eerste lid, 2° en 3°, wordt het woord "aangevraagde" vervangen door de woorden "gepubliceerde aangevraagde"; 9° in paragraaf 5 wordt het derde lid vervangen door wat volgt: "In het eerste lid wordt verstaan onder gepubliceerde aangevraagde of toegekende octrooien van de associatie: de octrooien die aangevraagd zijn door of toegekend zijn aan de universiteit of aan de hogescholen, partner bij de associatie, of door of aan een universitair ziekenhuis als vermeld in artikel 4 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987."; 10° in paragraaf 6 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd dat luidt als volgt: "In het eerste lid wordt verstaan onder spin-offbedrijven van de associatie: de spin-offbedrijven, opgericht door de universiteit of door de hogescholen, partner bij de associatie, of door een universitair ziekenhuis als vermeld in artikel 4 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987."; 11° in paragraaf 6, tweede lid, 2°, wordt de zinsnede "tussen de associatie en de vennootschap waarin naar de associatie toe een billijke vergoeding is voorzien" vervangen door de zinsnede "waarin voorzien wordt in een billijke vergoeding";12° in paragraaf 6, derde lid, worden de woorden "van de associatie" opgeheven.

Art. 10.In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid opgeheven.

Art. 11.Artikel 14 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 april 2011, wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 14.De subsidie voor de interfaceactiviteiten wordt op de volgende wijze onder de associaties verdeeld, volgens een verdeelsleutel die rekening houdt met de verdeling van het wetenschappelijk personeel - Zelfstandig Academisch Personeel, Assisterend Academisch Personeel en Wetenschappelijk Personeel - over de universiteiten in de periode 2008-2012: 1° de Associatie Katholieke Universiteit Leuven vzw ontvangt 40,93% van de subsidie;2° de Associatie Universiteit Gent vzw ontvangt 32,01% van de subsidie;3° de Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen vzw ontvangt 12,31% van de subsidie;4° de Universitaire Associatie Brussel vzw ontvangt 11,14% van de subsidie;5° de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg vzw ontvangt 3,61% van de subsidie. In afwijking van het eerste lid ontvangt elke associatie een gegarandeerd minimumbedrag van 150.000 euro. Dat gegarandeerd minimumbedrag wordt jaarlijks geïndexeerd volgens de formule, vermeld in artikel III.5, § 9, eerste lid van de Codex hoger onderwijs van 20 december 2013.

De associaties die voor de verdeling van de subsidie op basis van het eerste lid boven dat gegarandeerd minimumbedrag uitkomen, dragen naar rata van die verdeling bij tot het bereiken van het gegarandeerd minimumbedrag van de associaties die er niet boven uitkomen.

Als de uitbetaling van het minimum niet mogelijk is in het kader van de jaarlijkse algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap, worden de gegarandeerde minimumbedragen naar rata van de besparing verminderd voor alle associaties."

Art. 12.In artikel 15, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "IOF-raad" vervangen door de woorden "Industrieel Onderzoeksfondsraad".

Art. 13.In artikel 16, tweede en derde lid, en artikel 17, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de zinsnede "over het voorgaande jaar" wordt opgeheven;2° de zinsnede ", in het jaar n+1, waarbij n staat voor het begrotingsjaar waarin de subsidie wordt vastgelegd" wordt toegevoegd.

Art. 14.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, tweede lid, en paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie" telkens vervangen door de woorden "Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie";2° in paragraaf 2, tweede lid, wordt het woord "twee" vervangen door het woord "drie";3° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "artikel 5" vervangen door de zinsnede "artikel 58 van het decreet van 30 april 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009035587 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid sluiten betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid";4° in paragraaf 3 wordt het tweede lid opgeheven;5° in paragraaf 5 wordt het woord "associatie" telkens vervangen door de woorden "universiteit en hogescholen".

Art. 15.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 22.In artikel 10, § 3, tweede en derde lid, worden voor de jaren binnen de referentieperiode tot en met 2014 de woorden "de partners bij de associatie" gelezen als "de universiteit, partner bij de associatie," Artikel 10, § 3, tweede lid, 2°, is niet van toepassing voor het jaar 2008 binnen de referentieperiode."

Art. 16.Artikelen 23 tot en met 26 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor het technologisch innovatiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 mei 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, I. LIETEN

^