Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 24 april 2015
gepubliceerd op 10 juni 2015

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan investeringen in de agrovoedingssector tot verhoging van de toegevoegde waarde, de kwaliteit en de voedselveiligheid van landbouwproducten

bron
vlaamse overheid
numac
2015035701
pub.
10/06/2015
prom.
24/04/2015
ELI
eli/besluit/2015/04/24/2015035701/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 APRIL 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan investeringen in de agrovoedingssector tot verhoging van de toegevoegde waarde, de kwaliteit en de voedselveiligheid van landbouwproducten


De Vlaamse Regering, Gelet op verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad, gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1310/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013;

Gelet op het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 9, eerste lid, 1° en tweede lid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/07/2007 pub. 14/09/2007 numac 2007036555 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan investeringen in de agrovoedingssector sluiten betreffende steun aan investeringen in de agrovoedingssector;

Gelet op het gezamenlijk advies van de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij en de Minaraad over de maatregelen in het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de programmaperiode 2014-2020, gegeven op 4 en 5 december 2013;

Gelet op de goedkeuring van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling 2014-2020 door de Europese Commissie, gegeven op 13 februari 2015;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 6 mei 2014;

Gelet op het advies 56.557/3 van de Raad van State, gegeven op 15 juli 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° bevoegde entiteit : het Departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij;2° landbouwer : een natuurlijke persoon of rechtspersoon die als hoofdactiviteit voor professionele doeleinden landbouwproducten kweekt, opkweekt, produceert of teelt, en waarvan het bedrijf, de maatschappelijke zetel of de exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest ligt;3° landbouwproducten : de producten, opgenomen in bijlage I bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, exclusief visserijproducten;4° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid.

Art. 2.Het hoofd van het Departement Landbouw en Visserij kan de aangelegenheden die conform dit besluit en de uitvoeringsbepalingen ervan onder de bevoegdheid van het departement vallen, subdelegeren aan personeelsleden van het departement die onder zijn hiërarchisch gezag staan, tot op het meest functionele niveau. HOOFDSTUK 2. - Investeringssteun

Art. 3.Binnen de grenzen van de daarvoor bestemde begrotingskredieten wordt steun verleend aan investeringen in de verwerking en afzet van landbouwproducten die : 1° in het Vlaamse Gewest liggen en daar operationeel zijn;2° een van de volgende doelen hebben : a) de kwaliteit, de voedselveiligheid of de toegevoegde waarde van landbouwproducten te verhogen, en die in hoofdzaak betrekking hebben op de voorbereiding of de eerste fase van het verwerkings- of vermarktingsproces;b) afval, restfracties of reststromen ten gevolge van de aanvoer, de verwerking of de afzet van de landbouwproducten te beperken of te hervaloriseren;3° een meerwaarde betekenen voor de landbouwer als leverancier van de te verwerken of af te zetten landbouwproducten.

Art. 4.De uitgaven die in aanmerking komen voor steun, kunnen betrekking hebben op : 1° de constructie of verwerving, inclusief leasing, van onroerende goederen;2° de constructie of verwerving, inclusief leasing, van installaties, machines en uitrusting;3° de ontwikkeling of verwerving van software en sturingsprogramma's, verbonden aan de uitgaven, vermeld in punt 1° en 2° ;4° de algemene kosten, verbonden aan de uitgaven, vermeld in punt 1°, 2° en 3°, zoals studie- en begeleidingskosten. Uitgaven komen alleen in aanmerking voor steun als de activiteit waarop de uitgaven betrekking hebben, start nadat de aanvraag voor steun, die volgt op een oproep als vermeld in artikel 7, plaatsvindt.

Met de start van een activiteit wordt het eerste van een van de volgende tijdstippen bedoeld : 1° de effectieve start van ontwikkelings-, constructie- of bouwwerkzaamheden;2° de effectieve levering van goederen of diensten;3° de eerste verbintenis waaruit onomkeerbaarheid van de uitgaven volgt. Een uitzondering vormen voorbereidende werkzaamheden en activiteiten, zoals de aanvraag van vergunningen, de uitvoering van haalbaarheidsstudies, het inwinnen van advies, de verwerving van grond.

Art. 5.De toegekende steun bedraagt 30 % van de uitgaven die in aanmerking komen, en wordt uitbetaald in de vorm van een kapitaalpremie.

Art. 6.De volgende kandidaat-begunstigden komen in aanmerking : 1° de verwerkers;2° de groepen van landbouwers;3° de groepen die bestaan uit twee of meer van de voorgaande kandidaat-begunstigden, waarbij : a) de groep beschikt over rechtspersoonlijkheid;b) de maatschappelijke zetel of de exploitatiezetel van de groep in het Vlaamse Gewest ligt;c) minstens de helft van de vennoten landbouwer of verwerker is, en meer dan de helft van het stemrecht in hun handen is. In het eerste lid wordt verstaan onder : 1° verwerker : een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, waarvan de maatschappelijke zetel of de exploitatiezetel in het Vlaamse Gewest ligt, die voor professionele doeleinden landbouwproducten verwerkt en afzet, en waarvan de hoofdactiviteit een van de volgende NACE-BEL-codes 2008 betreft : a) 10.110 : verwerking en conservering van vlees, met uitzondering van vlees van gevogelte; b) 10.120 : verwerking en conservering van gevogelte; c) 10.130 : vervaardiging van producten van vlees of van vlees van gevogelte; d) 10.311 en 10.312 : verwerking en conservering van aardappelen en productie van diepgevroren aardappelbereidingen; e) 10.320, 10.391, 10.392 en 10.393 : vervaardiging van groente- en fruitsappen, verwerking en conservering van groenten en productie van diepgevroren groenten; f) 10.510 : zuivelfabrieken en kaasmakerijen; g) 13.100 : bewerken en spinnen van textielvezels, beperkt tot activiteiten, uitgevoerd door vlassers; 2° groep van landbouwers : een rechtspersoon die aan de volgende voorwaarden voldoet : a) de hoofdactiviteit betreft een van de volgende activiteiten : 1) de kweek, opkweek of teelt van landbouwproducten of de respectieve ontwikkeling en verbetering daarvan;2) de verwerking of afzet van die landbouwproducten of van landbouwproducten die voor minstens 50 % afkomstig zijn van de vennoten die landbouwer zijn, of de respectieve ontwikkeling en verbetering van die verwerking of afzet;b) minstens de helft van de vennoten is landbouwer en meer dan de helft van het stemrecht is in hun handen;c) de maatschappelijke zetel of de exploitatiezetel ligt in het Vlaamse Gewest. HOOFDSTUK 3. - Organisatie van de steunverlening

Art. 7.De minister doet periodiek een oproep tot indiening van steunaanvragen en bepaalt daarbij : 1° het budget dat vastgelegd is voor steun;2° de periode waarin de steunaanvraag moet worden ingediend en de modaliteiten van de steunaanvraag;3° de periode waarin de uitgaven moeten worden gerealiseerd. De minister kan per oproep : 1° in een investeringsfocus of -thema voorzien;2° de maximale subsidie en de minimale of de maximale investeringsuitgaven per kandidaat-begunstigde of per aanvraag bepalen;3° bijkomende voorwaarden, specificaties of beperkingen opleggen die betrekking hebben op : a) de uitgaven, vermeld in artikel 4;b) de kandidaat-begunstigden, vermeld in artikel 6;4° bijkomende voorwaarden of specificaties opleggen die betrekking hebben op : a) de steun- en de betalingsaanvraag;b) de selectiecriteria, vermeld in artikel 9.

Art. 8.De kandidaat-begunstigde die de steun, vermeld in artikel 6, wil verkrijgen dient daarvoor een aanvraag in bij de bevoegde entiteit via het e-loket.

In het eerste lid wordt verstaan onder e-loket : het elektronische loket voor de aanvraag van steun dat ontwikkeld en beheerd wordt door de bevoegde entiteit. HOOFDSTUK 4. - Selectiecriteria

Art. 9.De ingediende aanvragen worden beoordeeld en gewaardeerd aan de hand van de volgende selectiecriteria : 1° de mate waarin de investeringen een meerwaarde betekenen voor de landbouwsector;2° de mate van duurzaamheid van de investering;3° de mate waarin de investering aansluit bij een samenwerking in de keten of ketenoverschrijdend. De aanvragen met de hoogste waardering komen bij voorrang voor steun in aanmerking.

Voor de beoordeling van de steunaanvragen op basis van de selectiecriteria kan de minister een beoordelingscollege van experten instellen. HOOFDSTUK 5. - Controles en uitbetaling van de steun

Art. 10.De toegekende steun wordt uitbetaald in maximaal twee schijven na de indiening van een aanvraag tot uitbetaling : 1° een eerste schijf kan worden uitbetaald na de voorlegging van facturen en betalingsbewijzen die minstens 30 % en maximaal 75 % van de toegekende steun vertegenwoordigen;2° het saldo of de totaliteit van de steun wordt uitbetaald na de voorlegging van alle resterende facturen en betalingsbewijzen en nadat een controle ter plaatse heeft plaatsgevonden en aan alle voorwaarden is voldaan.

Art. 11.De steun is pas verworven als de gesubsidieerde investeringen in gebruik worden gehouden voor de doeleinden waarvoor de steun is toegekend gedurende minimaal : 1° tien jaar voor gebouwen en hun inrichting;2° vijf jaar voor machines en installaties;3° drie jaar voor software en sturingsprogramma's. Als de minimale periode van gebruik voor de doeleinden waarvoor de steun is toegekend, niet wordt bereikt, wordt de steun herberekend en in verhouding teruggevorderd. HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen

Art. 12.De steun mag niet worden gecumuleerd met andere steun, ongeacht de bron en in welke vorm ze ook verleend is, met betrekking tot dezelfde uitgaven.

Art. 13.Het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 19/07/2007 pub. 14/09/2007 numac 2007036555 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende steun aan investeringen in de agrovoedingssector sluiten betreffende steun aan investeringen in de agrovoedingssector wordt opgeheven.

Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 april 2015.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE

^