Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 24 januari 2014
gepubliceerd op 20 februari 2014

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 tot vaststelling van de bijdrage van het Vlaamse Gewest in de uitgaven voor de werken uitgevoerd door de ruilverkavelingscomités en tot opheffing van het ministerieel besluit van 26 oktober 1978 tot vaststelling van de bijdrage van de Staat in de uitgaven voor de werken uitgevoerd in toepassing van de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken

bron
vlaamse overheid
numac
2014201037
pub.
20/02/2014
prom.
24/01/2014
ELI
eli/besluit/2014/01/24/2014201037/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 JANUARI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 tot vaststelling van de bijdrage van het Vlaamse Gewest in de uitgaven voor de werken uitgevoerd door de ruilverkavelingscomités en tot opheffing van het ministerieel besluit van 26 oktober 1978 tot vaststelling van de bijdrage van de Staat in de uitgaven voor de werken uitgevoerd in toepassing van de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken


De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van wet, artikel 47, artikel 61, ingevoegd bij de wet van 11 augustus 1978, en artikel 62, ingevoegd bij de wet van 11 augustus 1978 en gewijzigd bij de decreten van 19 juli 2002 en 1 maart 2013;

Gelet op de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken, artikel 2, gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013, artikel 29 en artikel 58, gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2013;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 tot vaststelling van de bijdrage van het Vlaamse Gewest in de uitgaven voor de werken uitgevoerd door de ruilverkavelingscomités;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 oktober 1978 tot vaststelling van de bijdrage van de Staat in de uitgaven voor de werken uitgevoerd in toepassing van de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 oktober 2013;

Gelet op advies 54.340/1 van de Raad van State, gegeven op 14 november 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 tot vaststelling van de bijdrage van het Vlaamse Gewest in de uitgaven voor de werken uitgevoerd door de ruilverkavelingscomités worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 1° worden de woorden "drooglegging en bevloeiing door middel van ondergrondse of bovengrondse systemen" vervangen door de woorden "drainage en irrigatie van land- en tuinbouwgronden", worden de woorden "grond-, verbeterings- en kavelinrichtingswerken" vervangen door de woorden "grondverbeterings- en kavelinrichtingswerken" en worden de woorden "elektriciteits- en watervoorziening" vervangen door het woord "nutsvoorzieningen";2° aan artikel 1, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 2.Ter uitvoering van artikel 58, tweede lid, van de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken, en met toepassing van artikel 2, derde lid, en artikel 29 van de voormelde wet, is de regeling, vermeld in paragraaf 1, van dit artikel, ook van toepassing op de vaststelling van de bijdrage van het Vlaamse Gewest in de uitgaven voor de werken, uitgevoerd door de ruilcomités, met dien verstande dat : 1° punt 3° moet gelezen worden zonder de zin "deze werken dienen in overeenstemming te zijn met een plan dat voorafgaand aan de beslissing tot subsidiëring door de Vlaamse minister bevoegd voor de landinrichting werd goedgekeurd, hetzij in de vorm van een ruilverkavelingsplan gevoegd bij de beslissing inzake het nut van de ruilverkaveling op grond van artikel 11 van voormelde wet, hetzij in de vorm van een structuurplan gevoegd bij de beslissing inzake de aanpassing van het openbaar domein op grond van artikel 70 van voormelde wet;het ruilverkavelingsplan of structuurplan dient tot stand te komen na een planvormingsprocedure waarbij deskundigen inzake landbouweconomie, cultuurtechniek, landschapszorg, natuurbehoud en planologie een geïntegreerde visie op de inrichting van het ruilverkavelingsblok ontwikkelen;"; 2° punt 6° als volgt moet worden gelezen : 6° 60 procent van het totale bedrag van de uitgaven voor de werken, uitgevoerd met het oog op de verbetering van de individuele landbouwstructuren, en die het rechtstreeks gevolg zijn van een tijdens de gebruiksruil of de daaropvolgende ruilverkaveling uit te voeren groot infrastructuurwerk, dat wil zeggen werken van drainage en irrigatie van land- en tuinbouwgronden, van aanleg en verbetering van toegangswegen tot hoevegebouwen, van grondverbeterings- en kavelinrichtingswerken, en van aanleg van primaire verdelingsnetten voor nutsvoorzieningen.».

Art. 2.Het ministerieel besluit van 26 oktober 1978 tot vaststelling van de bijdrage van de Staat in de uitgaven voor de werken uitgevoerd in toepassing van de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken wordt opgeheven.

Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 januari 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, J. SCHAUVLIEGE

^