24 MAART 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 1999 tot het nemen van bijzondere tijdelijke maatregelen ter voorkoming van de veteranenziekte door besmetting op handelsbeurzen en in expositieruimten

De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, inzonderheid op artikel 5, § 1, I, 2°, en op artikel 69, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet van 24 juni 1988, bekrachtigd bij de wet van 26 mei 1989, inzonderheid op artikel 134, vernummerd bij de wet van 27 mei 1989 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 mei 1989, en op artikel 135, § 2, tweede lid, 5°, ingevoegd bij de wet van 27 mei 1989;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 1999 tot het nemen van bijzondere tijdelijke maatregelen ter voorkoming van de veteranenziekte door besmetting op handelsbeurzen en in expositieruimter;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 maart 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er zich recent enkele gevallen van de veteranenziekte hebben voorgedaan, veroorzaakt door besmetting met Legionella pneumophila na blootstelling aan water in expositieruimten en handelsbeurzen;

Overwegende dat de veteranenziekte een ernstige aandoening is en dat de opgetreden infecties een dodelijke afloop kunnen hebben;

Overwegende dat de overdracht van de veteranenziekte op handelsbeurzen en in expositieruimten slechts met zekerheid volledig te voorkomen is door een volledig verbod op het gebruik van water in aërosolvorm of door technisch ingewikkelde maatregelen die een continue opvolging en bijsturing door de operatoren vereisen en die dan ook als operationeel niet doeltreffend te controleren moeten geëvalueerd worden;

Overwegende dat een evaluatie van de risico's op veteranenziekte evenwel uitwees dat een bijsturing en versoepeling van de geldende preventiemaatregelen mogelijk zijn met behoud van een hoog beschermingsniveau;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen en de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het opschrift van het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 1999 tot het nemen van bijzondere tijdelijke maatregelen ter voorkoming van de veteranenziekte door besmetting op handelsbeurzen en in expositieruimte wordt vervangen door wat volgt : « Besluit van de Vlaamse regering tot het nemen van bijzondere maatregelen ter voorkoming van de veteranenziekte door besmetting op handelsbeurzen en in expositieruimten. »

Art. 2.In artikel 1, 2°, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het woord « tijdelijk » en het woord « toestellen » worden de woorden « of permanent » ingevoegd;2° na de woorden « tentoongesteld worden » worden de woorden « met uitzondering van de toonzalen van winkels en handelszaken » toegevoegd.

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 2bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 2bis.Artikel 2 is niet toepasselijk indien : 1° de gebruikte systemen volledig zijn afgesloten zodat bezoekers niet blootgesteld kunnen worden aan de veroorzaakte aërosolen, of indien 2° het gaat om systemen die tentoongesteld of gebruikt worden onder minimaal de voorwaarden van artikel 2ter.»

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 2ter ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 2ter.§ 1. Voor de systemen bedoeld in artikel 2bis, 2°, zal steeds met gereinigde en gedesinfecteerde toestellen gewerkt worden en wordt leidingwater met drinkwaterkwaliteit als vulwater gebruikt. § 2. Tenzij de grootte en eigenheid van de gebruikte installaties dit niet toelaten, en deze onmogelijkheid bevestigd wordt door de verantwoordelijke van de handelsbeurs- of expositieruimte, worden zij dagelijks gereinigd en gedesinfecteerd en wordt het gebruikte water dagelijks ververst. De temperatuur van het water moet permanent afleesbaar zijn. § 3. De temperatuur van het gebruikte water in de systemen bedoeld in artikel 2bis, mag op geen enkel moment 20 °C overschrijden. De gebruikte of tentoongestelde systemen mogen geen onderdelen bevatten bedoeld om het water op te warmen. De watertemperatuur wordt iedere dag minstens viermaal geregistreerd, met name voor de opening van de handelsbeurs- of expositieruimte, als ook op drie andere, over de dagelijkse openingsperiode gespreide, momenten. § 4. Bij overschrijding van een watertemperatuur van 20 °C dient het systeem onmiddellijk te worden stilgelegd en zo snel mogelijk geledigd, gereinigd, gedesinfecteerd en opnieuw gevuld te worden met water van drinkwaterkwaliteit. »

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 2quater ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 2quater.De verantwoordelijke van de handelsbeurs- of expositieruimte, waar systemen tentoongesteld of gebruikt worden die water in aërosolvorm brengen, dient gekend te zijn bij de burgemeester van de plaats waar de handelsbeurs plaatsvindt of de expositieruimte zich situeert. »

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 2quinquies ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 2quinquies.§ 1. Door de verantwoordelijke van de handelsbeurs- of expositieruimte wordt een logboek bijgehouden waarin volgende gegevens genoteerd worden : 1° de plaats in de handelsbeurs- of expositieruimte waar systemen opgesteld zijn die water in aërosolvorm brengen, alsook de vermelding van het type systeem;2° de identificatiegegevens van de verantwoordelijke exposant;3° voor de systemen vallend onder artikel 2bis, 2°, van dit besluit : - alle temperatuursmetingen met datum en tijdstip waarop ze uitgevoerd werden; - de data en tijdstippen waarop de watertemperatuur van de gebruikte systemen 20 °C overschreed; - de data en tijdstippen waarop de gebruikte systemen gereinigd werden, al dan niet omwille van temperatuursoverschrijding; - de data en tijdstippen waarop het water in de gebruikte systemen ververst werd, al dan niet omwille van temperatuursoverschrijding; - de identificatiegegevens van de perso(o)n(en) die deze handelingen uitvoerden; - in voorkomend geval, de motivering waarom in bepaalde installaties de dagelijkse reiniging en verversing niet uitgevoerd konden worden. § 2. Het logboek ligt steeds ter inzage van de toezichthoudende ambtena(a)r(en) aangeduid door de burgemeester en wordt door de verantwoordelijke van de handelsbeurs- of expositieruimte minstens tot een maand na afloop van de expositie bijgehouden. »

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 24 maart 2000.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Gezondheidsbeleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor de Binnenlandse Aangelegenheden, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 maart 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Sport, J. SAUWENS