Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 24 november 2006
gepubliceerd op 29 december 2006

Besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van regelgeving in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie in het kader van het project « Beter Bestuurlijk Beleid »

bron
vlaamse overheid
numac
2006036990
pub.
29/12/2006
prom.
24/11/2006
ELI
eli/besluit/2006/11/24/2006036990/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 NOVEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van regelgeving in bepaalde sectoren van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie in het kader van het project « Beter Bestuurlijk Beleid »


De Vlaamse Regering, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 1994 tot uitvoering van het decreet van 23 maart 1994 betreffende het georganiseerd vrijwilligerswerk in de welzijns- en gezondheidssector, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 21 december 1994, 10 november 1998, 26 maart 2004 en 16 december 2005;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling in de Vlaamse Gemeenschap, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000, 14 mei 2004 en 31 maart 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 1998 betreffende de Adviserende Beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 september 2000 en 31 maart 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 betreffende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001, 24 september 2001, 18 januari 2002, 20 februari 2004 en 31 maart 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 mei 2001 tot regeling van de subsidiëring van de activiteiten inzake opvoedingsondersteuning, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2001 ter uitvoering van het decreet van 19 december 1997 betreffende het algemeen welzijnswerk, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 januari 2004 en 31 maart 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot uitvoering van het decreet van 21 maart 2003 betreffende de armoedebestrijding, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 25 februari 2005 en 31 maart 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de agentschappen van de Vlaamse ministeries;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 betreffende het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, betreffende de inwerkingtreding van regelgeving tot oprichting van agentschappen in het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en betreffende de wijziging van regelgeving met betrekking tot dat beleidsdomein, inzonderheid op artikel 13 en 14;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het project bestuurlijke vernieuwing van de Vlaamse administratie tot gevolg heeft dat bepaalde beslissingsbevoegdheden die voorheen aan de bevoegde ministers waren toegekend nu door de Vlaamse Regering rechtstreeks aan de hoofden van de departementen en agentschappen werden gedelegeerd;

Overwegende dat deze delegatieregeling weliswaar bepaalt dat drie maanden na de inwerkingtreding ervan daarmee strijdige sectorale regelgeving als stilzwijgend opgeheven moet beschouwd worden;

Overwegende dat dit tot verwarring en eventueel misverstanden kan leiden en dat omwille van de rechtszekerheid en de klantvriendelijkheid het noodzakelijk is de sectorale regelgeving onverwijld aan te passen aan deze nieuwe delegatieregeling;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de minister : het lid van de Vlaamse Regering dat bevoegd is voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en onder wiens hiërarchisch gezag het departement ressorteert;2° de secretaris-generaal : het personeelslid dat belast is met de leiding van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. HOOFDSTUK II. - Aanpassing van sectorale besluiten Onderafdeling I. - Vrijwilligerswerk

Art. 3.In het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 1994 tot uitvoering van het decreet van 23 maart 1994 betreffende het georganiseerd vrijwilligerswerk in de welzijns- en gezondheidssector, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 21 december 1994, 10 november 1998, 26 maart 2004 en 16 december 2005 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan artikel 1 wordt een 9° toegevoegd dat luidt als volgt : « 9° de secretaris-generaal : het personeelslid dat belast is met de leiding van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin »;2° in artikel 8, 10, § 1,en 17,derde lid worden de woorden « de minister » telkens vervangen door de woorden « de secretaris-generaal »;3° in artikel 17 wordt de zin : « Indien de administratie oordeelt dat de activiteiten daarin passen, deelt ze binnen zestig dagen na ontvangst van de aanvraag haar gemotiveerd advies aan de minister mee », geschrapt;4° in artikel 18 worden na de woorden « de minister, » de woorden « of de secretaris-generaal » toegevoegd. Onderafdeling II. - Schuldbemiddeling

Art. 4.In het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 1997 tot uitvoering van het decreet van 24 juli 1996 houdende regeling tot erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan artikel 1 wordt een 5° toegevoegd dat luidt als volgt : « 5° de secretaris-generaal : het personeelslid dat belast is met de leiding van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin »;2° in artikel 4, 5, tweede lid, en 8, eerste lid, worden de woorden « de minister » telkens vervangen door de woorden « de secretaris-generaal »;3° in artikel 5, laatste lid, en 6 worden na de woorden « de minister », de woorden « of de secretaris-generaal » toegevoegd;4° in artikel 11 worden na de woorden « de ministeriële besluiten », de woorden « of de besluiten van de secretaris-generaal » toegevoegd. Onderafdeling III. - Integrale gezinszorg

Art. 5.In het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidiëring van de centra voor integrale gezinszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000, 14 mei 2004 en 31 maart 2006 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan artikel 1 wordt een 18° toegevoegd dat luidt als volgt : « 18° de secretaris-generaal : het personeelslid dat belast is met de leiding van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin »;2° in artikel 7, 8, 9, § 2, 11, 16, 19, 20, 21, § 2 en 23 worden de woorden « de Vlaamse minister » telkens vervangen door de woorden « de secretaris-generaal »;3° artikel 9, § 1 wordt vervangen als volgt : § 1.Als de organisatie overeenkomstig artikel 8, eerste lid, een bezwaarschrift heeft ingediend, kan de secretaris-generaal alleen een definitieve beslissing omtrent het verlenen of het weigeren van de erkenning of van de wijziging van erkenning nemen, indien het advies van de beroepscommissie gelijkluidend is aan het met redenen omklede voornemen.

Zijn met redenen omklede beslissing wordt uiterlijk tegen 20 december door de administratie aan de organisatie betekend met een aangetekende brief.

Indien het advies van de beroepscommissie echter afwijkt van het met redenen omklede voornemen van de secretaris-generaal of indien er geen advies verleend werd na het verstrijken van de termijnen bedoeld in artikel 8, derde lid, wordt de definitieve beslissing door de Vlaamse minister genomen. De secretaris-generaal bezorgt in dat geval het bezwaarschrift, samen met het volledige administratief dossier en, in voorkomend geval, het advies van de beroepscommissie aan de Vlaamse minister.

De Vlaamse minister dient de organisatie vooraf te horen, als deze in haar bezwaarschrift daarom heeft verzocht.

Zijn met redenen omklede beslissing wordt uiterlijk tegen 20 december door de administratie aan de organisatie betekend met een aangetekende brief. »; 4° in artikel 9, § 3, artikel 10 en artikel 21, § 3 worden de woorden « de Vlaamse minister » telkens vervangen door de woorden « of de secretaris-generaal »;5° art.21, § 1 wordt vervangen als volgt : « § 1. Als het centrum overeenkomstig artikel 20, eerste lid, een bezwaarschrift heeft ingediend, kan de secretaris-generaal alleen een definitieve beslissing omtrent het intrekken van de erkenning nemen, indien het advies van de beroepscommissie gelijkluidend is aan het met redenen omklede voornemen.

Zijn met redenen omklede beslissing wordt uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van het advies van de beroepscommissie aan het centrum betekend met een aangetekende brief.

Indien het advies van de beroepscommissie echter afwijkt van het met redenen omklede voornemen van de secretaris-generaal of indien er geen advies verleend werd na het verstrijken van de termijnen, bedoeld in artikel 20, derde lid, wordt de definitieve beslissing door de Vlaamse minister genomen. De secretaris-generaal bezorgt in dat geval het bezwaarschrift, samen met het volledige administratief dossier en, in voorkomend geval, het advies van de beroepscommissie aan de Vlaamse minister.

De Vlaamse minister dient de organisatie vooraf te horen, als deze in haar bezwaarschrift daarom heeft verzocht.

Zijn met redenen omklede beslissing wordt uiterlijk binnen 30 dagen na ontvangst van het advies van de beroepscommissie of na het verstrijken van de in artikel 20, derde lid, bedoelde termijnen door de administratie aan het centrum betekend met een aangetekende brief. ». 6° in artikel 13 bis worden de woorden « de minister bevoegd voor de bijstand aan personen » vervangen door de woorden « de secretaris-generaal ». Onderafdeling IV. - Adviserende Beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden

Art. 6.In het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 1998 betreffende de Adviserende Beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan artikel 1 wordt een 7° en een 8° toegevoegd die luiden als volgt : « 7° de secretaris-generaal : het personeelslid dat belast is met de leiding van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin »; « 8° de administrateur-generaal : het personeelslid dat belast is met de leiding van een agentschap dat behoort tot het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin »; 2° artikel 6 wordt vervangen als volgt : « Artikel 6.De commissie heeft als opdracht de minister, de secretaris-generaal of de administrateur-generaal te adviseren over een beroep, bezwaar of verweer dat overeenkomstig artikel 7, § 1, wordt ingediend tegen een beslissing als bedoeld in artikel 13 van het decreet, die op basis van de toepasselijke sectorale regelgeving in gezins- en welzijnsaangelegenheden door de secretaris-generaal of de administrateur-generaal is genomen of tegen het door de secretaris-generaal of de administrateur-generaal op basis van die regelgeving geuite en formeel betekende voornemen tot het nemen van een dergelijke beslissing »; 3° artikel 7, § 3, eerste lid wordt vervangen als volgt : « § 3.Behoudens afwijking in de toepasselijke sectorale regelgeving bezorgt de commissie haar advies aan de administratie of de openbare instelling uiterlijk drie maanden na ontvangst van het beroeps-, bezwaar- of verweerschrift en van het administratieve dossier »; 4° in artikel 12 wordt de laatste zin geschrapt;5° het opschrift van hoofdstuk III wordt vervangen als volgt : « Hoofdstuk III.De definitieve beslissingen na advies van de commissie »; 6° artikel 14 wordt vervangen als volgt : « § 1.De minister, de secretaris-generaal of de administrateur-generaal kunnen alleen een definitieve beslissing nemen na ontvangst van het advies van de commissie of, bij ontstentenis daarvan, na het verstrijken van de termijn, genoemd in artikel 7, § 3, eerste lid.

Indien het advies van de commissie gelijkluidend is met de beslissing of het voornemen tot het nemen van een beslissing zoals bedoeld in artikel 13 van het decreet, wordt de definitieve beslissing genomen door de secretaris-generaal of de administrateur-generaal.

Indien het advies van de beroepscommissie echter afwijkt van het met redenen omklede voornemen van de secretaris-generaal of de administrateur-generaal of indien er geen advies verleend werd na het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 7, § 3, eerste lid wordt de definitieve beslissing door de Vlaamse minister genomen. De secretaris-generaal of de administrateur-generaal bezorgt in dat geval het bezwaarschrift, samen met het volledige administratief dossier en, in voorkomend geval, het advies van de beroepscommissie aan de Vlaamse minister.

Die definitieve beslissing is met redenen omkleed. Behoudens afwijking in de toepasselijke sectorale regelgeving wordt ze binnen twee maanden nadat de minister, de secretaris-generaal of de administrateur-generaal het advies van de commissie heeft ontvangen, door de administratie of de bevoegde openbare instelling aan de indiener van het beroeps-, bezwaar- of verweerschrift per aangetekende brief meegedeeld. Bij ontstentenis van advies deelt die administratie of instelling de beslissing van de minister binnen drie maanden na het verstrijken van de termijn, genoemd in artikel 7, § 3, eerste lid, per aangetekende brief mee aan voornoemde indiener. § 2.Indien de beslissing van de minister, de secretaris-generaal of de administrateur-generaal niet binnen de termijnen, bedoeld in § 1,laatste lid, aan de indiener van het beroeps-, bezwaar- of verweerschrift wordt meegedeeld, wordt het beroep, bezwaar of verweer van rechtswege geacht ingewilligd te zijn. ».

Onderafdeling V. - Maatschappelijk opbouwwerk

Art. 7.In het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2000 tot uitvoering van het decreet van 26 juni 1991 betreffende de erkenning en subsidiëring van het maatschappelijk opbouwwerk, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 juli 2001, 24 september 2001, 18 januari 2002, 20 februari 2004 en 31 maart 2006 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan artikel 1 wordt een 11° toegevoegd dat luidt als volgt : « 11° de secretaris-generaal : het personeelslid dat belast is met de leiding van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin »;2° in artikel 7, 9, § 1, eerste lid en § 2, 13, 19,§ 2, 20 en 26§ 2 en § 3, eerste en tweede lid worden de woorden « de minister » telkens vervangen door de woorden « de secretaris-generaal »;3° in artikel 9, § 1 worden de woorden « na ontvangst van het advies van de adviserende beroepscommissie of, indien dat advies niet tijdig wordt bezorgd, na het verstrijken van de termijn voor advies » vervangen door de woorden « indien het advies van de beroepscommissie gelijkluidend is aan het met redenen omklede voornemen »;4° in artikel 9,§ 1, wordt tussen het eerste lid en het tweede lid, een lid toegevoegd dat luidt als volgt : « Indien het advies van de commissie echter afwijkt van het voornemen, bedoeld in artikel 7, of indien er geen advies verleend werd na het verstrijken van de termijn voor advies, wordt de definitieve beslissing genomen door de minister.De secretaris-generaal bezorgt in dat geval het bezwaarschrift samen met het volledige administratief dossier en, in voorkomend geval, het advies van de beroepscommissie aan de Vlaamse minister.

De Vlaamse minister dient de organisatie vooraf te horen, als deze in haar bezwaarschrift daarom heeft verzocht. »; 5° in artikel 9,§ 4, worden de woorden « tweede lid, » geschrapt;6° in artikel 9, § 1, laatste lid, § 4,en § 5, 10, 19, § 3, en 26, § 3,laatste lid worden na de woorden « de minister », de woorden « of de secretaris-generaal » toegevoegd. Onderafdeling VI. - Gezinsondersteuning

Art. 8.In het besluit van de Vlaamse Regering van 18 mei 2001 tot regeling van de subsidiëring van de activiteiten inzake opvoedingsondersteuning, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan artikel 1 wordt een 5° toegevoegd dat luidt als volgt : « 7° de secretaris-generaal : het personeelslid dat belast is met de leiding van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin »;2° in artikel 2, § 1, § 2 en § 5, en in artikel 3 worden de woorden « de minister » telkens vervangen door de woorden « de secretaris-generaal ». Onderafdeling VII. - Algemeen welzijnswerk

Art. 9.In het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2001 ter uitvoering van het decreet van 19 december 1997 betreffende het algemeen welzijnswerk, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 9 januari 2004 en 31 maart 2006 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan artikel 1 wordt een 7° toegevoegd dat luidt als volgt : « 7° de secretaris-generaal : het personeelslid dat belast is met de leiding van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin »;2° in artikel 2, 4, § 1, 2°, 12, 13, 17, 19, 20, 23, 24, 25, § 1, 28, 30, 32, § 1 en § 2, eerste lid en artikel 33, eerste lid worden de woorden « de minister » telkens vervangen door de woorden « de secretaris-generaal »;3° in artikel 14 worden na de woorden « de minister », de woorden « of de secretaris-generaal » ingevoegd;4° in artikel 32, § 2, tweede, derde en vierde lid worden de woorden « zijn beslissing » vervangen door de woorden « de beslissing van de secretaris-generaal ». Onderafdeling VIII. - Armoedebestrijding

Art. 10.In het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot uitvoering van het decreet van 21 maart 2003, betreffende de armoedebestrijding, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 25 februari 2005 en 31 maart 2006 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan artikel 1 wordt een 16° toegevoegd dat luidt als volgt : « 16° de secretaris-generaal : het personeelslid dat belast is met de leiding van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin »;2° in artikel 18, 19, 28, 31, 32, 33 en 39 worden de woorden « de coördinerende minister » telkens vervangen door de woorden « de secretaris-generaal ». HOOFDSTUK III. - Aanpassing organisatiebesluit

Art. 11.In hoofdstuk V van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie wordt een artikel 32bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 32bis.In afwijking van artikel 32, tweede lid, maken de leidinggevende personeelsleden die aan het hoofd staan van de agentschappen, vermeld in artikel 23, § 2, 1° en 2°, geen deel uit van de beleidsraad van het beleidsdomein in kwestie. » HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2006.

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 24 november 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE

^