Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 24 oktober 2003
gepubliceerd op 26 november 2003

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het stambesluit VOI van 30 juni 2000 inzake de reis- en maaltijdvergoeding

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003201896
pub.
26/11/2003
prom.
24/10/2003
ELI
eli/besluit/2003/10/24/2003201896/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 OKTOBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het stambesluit VOI van 30 juni 2000 inzake de reis- en maaltijdvergoeding


De Vlaamse regering, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs, inzonderheid op artikel 67, § 2;

Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 20ter, § 2, ingevoegd bij het decreet van 5 juli 1989 en gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, inzonderheid op artikel 32ter , § 1, ingevoegd bij het decreet van 12 december 1990 en op artikel 32ter , §§ 3 en 4, ingevoegd bij het decreet van 12 december 1990 en gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op de wet van 17 mei 1976 tot oprichting van een Dienst voor de Scheepvaart en van een « Office de la Navigation », inzonderheid op artikel 8, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op artikel 38, gewijzigd bij de decreten van 20 april 1994 en 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 20 maart 1984 houdende oprichting van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling, inzonderheid op artikel 3, § 1, ten dele vernietigd door het arrest nr. 28 van het Arbitragehof van 28 oktober 1986 en op artikel 3, § 2, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin, inzonderheid op artikel 5, § 1 en artikel 11, § 1, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 7 juli 1998 betreffende de openbare instelling Toerisme Vlaanderen en de Vlaamse Raad voor het Toerisme, inzonderheid op artikel 2 en artikel 20;

Gelet op het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, inzonderheid op artikel 3 en op artikel 9, § 1, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, inzonderheid op artikel 18, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het Onderwijs II, inzonderheid op artikel 160, gewijzigd bij de decreten van 17 juli 1991, 9 april 1992 en 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 12 december 1990 betreffende het bestuurlijk beleid, inzonderheid op artikelen 24, 44, § 1 en 45, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, inzonderheid op artikel 48, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 23 januari 1991 tot oprichting van Export Vlaanderen, inzonderheid op artikel 20, § 1, gewijzigd bij het decreet van 24 juli 1996;

Gelet op het decreet van 4 mei 1994 betreffende de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, inzonderheid op artikel 57, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 32, § 1;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, gegeven op 19 februari 2003;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel, gegeven op 13 februari 2003;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem, gegeven op 20 februari 2003;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Landmaatschappij, gegeven op 12 februari 2003;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Dienst voor de Scheepvaart, gegeven op 19 februari 2003;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 26 februari 2003;

Gelet op het advies van de algemene raad van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 11 maart 2003;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Export Vlaanderen, gegeven op 13 februari 2003;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs, gegeven op 28 februari 2003;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van N.V. Zeekanaal en Watergebonden grondbeheer Vlaanderen, gegeven op 12 februari 2003;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Toerisme Vlaanderen, gegeven op 10 maart 2003;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen, gegeven op 28 maart 2003;

Overwegende dat de raden van bestuur van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding en het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap nog geen advies hebben verstrekt;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Landmaatschappij, gegeven op 18 februari 2003;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 6 februari 2003;

Gelet op het advies van de directieraad van de Dienst voor de Scheepvaart, gegeven op 7 februari 2003;

Gelet op het advies van de directieraad van het Commissariaatgeneraal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, gegeven op 18 februari 2003;

Gelet op het advies van de directieraad van de Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs, gegeven op 17 februari 2003;

Gelet op het advies van de directieraad van de administratieve diensten van het Gemeenschapsonderwijs, gegeven op 21 februari 2003;

Gelet op het advies van de directieraad van het permanent secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 10 februari 2003;

Gelet op het advies van de directieraad van Kind en Gezin, gegeven op 11 februari 2003;

Gelet op het advies van de directieraad van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel, doorgestuurd op 5 februari 2003;

Gelet op het advies van de directieraad van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem, gegeven op 4 februari 2003;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Milieumaatschappij, gegeven op 10 maart 2003;

Gelet op het advies van de directieraad van Toerisme Vlaanderen gegeven op 27 februari 2003;

Gelet op het advies van de directieraad van N.V. Zeekanaal en Watergebonden grondbeheer Vlaanderen, gegeven op 7 februari 2003;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, gegeven op 26 februari 2003;

Gelet op het advies van de directieraad van het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen, gegeven op 14 februari 2003;

Overwegende dat de directieraden van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest en het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, nog geen advies hebben verstrekt;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 februari 2003;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 20 maart 2003;

Gelet op het protocol nr. 200.612 van 1 juli 2003 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op het advies nr. 35.827/1/V van de Raad van State, gegeven op 1 september 2003, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, de Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, de Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport;

Na beraadslaging, Besluit : Art.1. In deel XIII, Titel IV, hoofdstuk III van het stambesluit VOI van 30 juni 2000, zoals gewijzigd door het besluit van de Vlaamse regering van 8 maart 2002, wordt een artikel XIII 104quinquies ingevoegd luidend als volgt : « Art. XIII 104quinquies . Onkostenstaten die na een termijn van 6 maand bij de onmiddellijke hiërarchische meerdere worden ingediend zijn onontvankelijk. De ambtenaar die binnen een termijn van drie maanden zijn behoorlijk en volledig ingevulde onkostenstaat bij zijn onmiddellijke hiërarchische meerdere heeft ingediend, maar 3 maand na de indiening nog niet werd betaald, ontvangt vanaf de vierde maand na de indiening een jaarintrest van 3 %. »

Art. 2.Artikel XIII 104quinquies van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art. XIII 104sexies . § 1. De ambtenaar die voor dienstreizen gebruik maakt van zijn privé-voertuig, zoals hierna vermeld, heeft per afgelegde kilometer recht op een overeenkomstige vergoeding van : auto, motorfiets en bromfiets : 0,2677 EUR/km fiets : 0,15 EUR/km op basis van een onkostenstaat voor reis- en maaltijdvergoeding .

In voorkomend geval heeft hij ook recht op de terugbetaling van parkeerkosten. § 2. Ingeval van carpooling wordt voor de bestuurder de vergoeding verhoogd met de helft. De personeelsleden die meereizen hebben geen recht op km-vergoeding. § 3. Indien de ambtenaar een reizende functie uitoefent kan hem voor het gebruik van zijn privé-voertuig een forfaitaire vergoeding worden betaald overeenkomstig bijlage Xa bij dit besluit. In dit geval dient hij geen onkostenstaat in. De reizende functies worden gedefinieerd door de directieraad. Voor het bepalen van deze reizende functies, worden gemiddeld 3 000 km en 60 dienstreizen per jaar als minimum gesteld. § 4. De bedragen voor het gebruik van het privé-voertuig : auto, motorfiets of bromfiets, vermeld in §§ 1 en 2, en de bedragen vermeld in bijlage Xa worden elk jaar op 1 juli herzien door de Vlaamse minister bevoegd voor Ambtenarenzaken in functie van de evolutie van de criteria zoals bepaald in de federale reglementering inzake reiskosten. » Art. 3 . Artikel XIII 104sexies van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art. XIII 104septies . § 1. Wanneer de ambtenaar verplicht is zijn privé-voertuig : hetzij auto, hetzij motorfiets, hetzij bromfiets te gebruiken voor een dienstreis, wordt de verplaatsing van de woonplaats naar de standplaats vergoed aan de helft van de kilometervergoeding. § 2. Wanneer de kortste afstand van de woonplaats naar de plaats waarheen de ambtenaar zich moet begeven niet over de administratieve standplaats loopt dan wordt de ambtenaar volledig vergoed vanaf de woonplaats. » Art. 4 . Artikel XIII 104novies van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art. XIII 104decies . § 1. De vergoeding voor middagmaal wordt slechts uitbetaald voor dienstreizen die in het totaal minstens zes uur duren. § 2. Indien de ambtenaar een reizende functie uitoefent kan hem voor de vergoeding voor middagmaal een forfaitaire vergoeding worden betaald overeenkomstig bijlage XIb. In dit geval dient hij geen onkostenstaat in. De reizende functies worden gedefinieerd door de directieraad.

Voor het bepalen van deze reizende functies houdt de directieraad rekening met de minima bepaald in artikel XIII 104sexies , § 3. § 3. De vergoeding voor avondmaal wordt slechts uitbetaald voor dienstreizen, die in het totaal minstens zes uur duren en beginnen om of na 14 uur. § 4. In uitzonderlijke gevallen kan de vergoeding voor middagmaal en deze voor avondmaal slechts gecumuleerd worden voor dienstreizen die minstens 12 uur duren. § 5. Er wordt geen maaltijdvergoeding toegekend voor dienstreizen binnen een straal van 25 km vanaf de standplaats of woonplaats wanneer de verplaatsing met een motorvoertuig gedaan wordt of binnen een straal van 5 km in het andere geval. Onder motorvoertuig wordt verstaan een auto, een motorfiets of een bromfiets. Indien een ambtenaar om dienstredenen verplicht wordt om gedurende een bepaalde periode een maaltijd te nemen in een restaurant waar de kostprijs in ruime mate hoger ligt dan in een restaurant van de instelling of het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, kan de Vlaamse minister bevoegd voor Ambtenarenzaken hem op deze bepaling een tijdelijke afwijking toestaan en dus toch een maaltijdvergoeding toekennen. § 6.Voor eigen kosten van de werkgever heeft de ambtenaar die een binnenlandse dienstreis maakt met overnachting maximaal recht tot terugbetaling van kamer en ontbijt tot een bedrag van 115 euro in de agglomeratie Brussel en 100 euro in de rest van het land. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd maar herzien samen met bijlage I van de omzendbrief PEBE/VOI/2003/6 van 23 mei 2003 inzake de reis- en dagvergoeding voor buitenlandse reizen. § 7. De vergoeding bedoeld in §§ 1, 3 en 4 bedraagt 9,5 EUR (100 %) en volgt de evolutie van het gezondheidsindexcijfer, overeenkomstig artikel XIII 22. De vergoeding bedoeld in §§ 1 en 3 wordt betaald na het indienen van een onkostenstaat. »

Art. 5.§ 1. In deel XIII, titel IV, hoofdstuk III 'Reis-en hotelkosten en maaltijdvergoeding voor dienstreizen', afdeling 3 'Hotelkosten en maaltijdvergoeding' van hetzelfde besluit wordt het opschrift van onderafdeling 1 vervangen door 'Binnenlandse reizen' en het opschrift van onderafdeling 2 door 'Buitenlandse reizen. § 2. Het opschrift van de voormelde afdeling 3 wordt vervangen als volgt : « Hotel- en dagvergoeding. » § 3. Het opschrift van het hoofdstuk III wordt vervangen als volgt : « Reis- en hotelvergoeding en maaltijd- en dagvergoeding voor dienstreizen ».

Art. 6.Artikel XIII 104decies van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Art. XIII 104undecies . § 1. Voor dienstopdrachten in het buitenland worden de reservaties en de betalingen voor overnachting en ontbijt op basis van een eenpersoonskamer, maaltijden en andere eigen kosten van de werkgever, gedaan door de cel buitenlands beleid van de betrokken entiteit of wanneer er geen is door de dienst, aangeduid door de leidend ambtenaar.

Daarnaast kan de ambtenaar een onkostenstaat met originele bewijsstukken indienen voor eigen kosten van de werkgever die : - niet konden voorzien worden door de cel buitenlands beleid van zijn entiteit of de door de leidend ambtenaar aangeduide dienst; - of niet in de reservatie zijn inbegrepen. § 2. Wanneer voor de buitenlandse reis niet de nodige reservaties werden gedaan door de cel buitenlands beleid van zijn entiteit of de door de leidend ambtenaar aangeduide dienst, heeft de ambtenaar die een dienstreis in het buitenland maakt en de overnachting met ontbijt, maaltijden en andere kleine onkosten dient te betalen maximum recht op : - de terugbetaling van kamer en ontbijt op basis van een eenpersoonskamer; - een dagvergoeding volgens de bedragen vermeld in bijlage I van de omzendbrief PEBE/VOI/2003/6 inzake de reis - en dagvergoeding voor buitenlandse reizen.

Deze bedragen worden niet geïndexeerd. »

Art. 7.In deel XIII, Titel IV, Hoofdstuk III. 'Reis- en hotelkosten en maaltijdvergoeding voor dienstreizen' van hetzelfde besluit wordt een afdeling 4 ingevoegd luidend als volgt : « Afdeling 4. « Reis- en maaltijdvergoeding voor het personeel op de dienstboten. » « Art. XIII 104duodecies . § 1. Een dienstopdracht die bestaat uit vaarprestaties voor een duur van minstens zes uur per shift op een dienstboot die zich verplaatst buiten een werkelijke afstand van 5 km van de standplaats geeft recht op één forfaitaire maaltijdvergoeding van 8,2 euro (100 %). § 2. Vanaf 13 uren verblijf wegens dienstopdracht met vaarprestaties op een dienstboot die zich verplaatst buiten een werkelijke afstand van 5 km van de standplaats, heeft de ambtenaar recht op een bijkomende maaltijdvergoeding van 8,2 euro (100 %). § 3. De forfaitaire vergoeding bedoeld in §§ 1 en 2 wordt betaald na het indienen van een onkostenstaat.

Art. XIII 104terdecies . De ambtenaar die effectieve prestaties verricht op een dienstboot heeft geen recht op reiskosten. »

Art. 8.De nummering van de bestaande artikelen van hetzelfde besluit wordt als volgt aangepast : - artikel XIII 104septies wordt XIII 104octies ; - artikel XIII 104octies wordt XIII 104novies .

Art. 9.Bijlage Xa en XIb bij hetzelfde besluit wordt vervangen respectievelijk door bijlage I en II bij dit besluit.

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2003, uitgezonderd : - artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 oktober 2003; - de bedragen vermeld in artikel XIII 104sexies , § 1, sub artikel 2, die uitwerking hebben met ingang van 1 juli 2002; - artikel 7 dat uitwerking heeft met ingang van 1 oktober 2002.

Art. 11.Artikel 2, wat artikel XIII 104sexies , § 3 betreft, heeft uitwerking met ingang van 1 september 2001.

Brussel, 24 oktober 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, L. SANNEN De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, A. BYTTEBIER De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, P. CEYSENS De Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport, M. KEULEN

Bijlage I (in EUR) (VOI-binnenlandse reizen) Forfaitarisering km-vergoeding (geldig vanaf 1 juli 2002) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het stambesluit VOI van 30 juni 2000, inzake de reis- en maaltijdvergoeding.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, L. SANNEN De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, A. BYTTEBIER De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, P. CEYSENS De Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport, M. KEULEN

Bijlage II (VOI - binnenlandse reizen) Forfaitarisering maaltijdvergoeding (vanaf 1 april 2003) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het stambesluit VOI van 30 juni 2000, inzake de reis- en maaltijdvergoeding.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, G. BOSSUYT De Vlaamse minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, L. SANNEN De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, A. BYTTEBIER De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid en E-government, P. CEYSENS De Vlaamse minister van Wonen, Media en Sport, M. KEULEN

^