Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 25 februari 2005
gepubliceerd op 08 april 2005

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van de algemene werkingstoelage aan de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2005035377
pub.
08/04/2005
prom.
25/02/2005
ELI
eli/besluit/2005/02/25/2005035377/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 FEBRUARI 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toekenning van de algemene werkingstoelage aan de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk


De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 24 december 2004 houdende de bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005 (het Programmadecreet) waarin onder meer een hoofdstuk XIII 'reorganisatie watersector' is opgenomen;

Gelet op de overeenkomst de dato van 10 november 1993, tussen het Vlaamse Gewest en de N.V. Aquafin (verder de Beheersovereenkomst), zoals gewijzigd;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door het feit dat moet vermeden worden dat de exploitanten van een openbaar waterdistributienetwerk in financiële problemen komen;

Gelet op de artikelen 55 tot en met 58 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de Begroting, gegeven op 25 februari 2005;

Overwegende dat het Programmadecreet (hoofdstuk XIII) onder meer voorziet in de wijziging van het Decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending (het Drinkwaterdecreet) waarin artikel 6bis werd toegevoegd dat stelt dat : « § 1. Elke exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk wordt belast met de sanering van het door de exploitant aan haar abonnees geleverde water met het oog op het behoud van de kwaliteit van het geleverde water. »; « § 4. Aan de uitvoering van de bovengemeentelijke saneringsverplichting in hoofde van de exploitant van een openbaar waterdistributienetwerk voldaan wordt door een overeenkomst af te sluiten met de in § 1 van artikel 32septies van de wet van 26 maart 1971 bedoelde vennootschap. »;

Overwegende dat in artikel 16bis van hetzelfde decreet gesteld wordt dat bij het bepalen van de bijdrage in de kostprijs van de bovengemeentelijke saneringsverplichting onder meer dient rekening gehouden te worden met de door het Vlaams Gewest toegekende tussenkomst in de financiering;

Overwegende dat in het addendum aan de Beheersovereenkomst, goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 17 december 2004, tussen Aquafin en het Vlaamse gewest wordt bepaald dat de facturen die aan Aquafin betaald dienen te worden overeenkomstig artikel 48 van de Beheersovereenkomst met betrekking tot de vergoedingen voorzien onder hoofdstuk 14, betaald zullen worden door de exploitanten van de openbare waterdistributienetwerken;

Overwegende dat de inkomsten van de Exploitanten niet volstaan om de uitgaven voor de uitvoering van de bovengemeentelijke saneringsverplichting te dekken;

Dat het aldus noodzakelijk is in het algemeen belang, een algemene werkingstoelage toe te kennen aan de exploitanten van de openbare waterdistributienetwerken;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat de drinkwatermaatschappijen zo snel mogelijk teneinde de liquiditeit van de N.V. Aquafin niet in het gedrang te brengen de hangende facturen moeten kunnen betalen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° de Beheersovereenkomst : overeenkomst de dato van 10 november 1993, tussen het Vlaamse Gewest en de N.V. Aquafin, zoals gewijzigd; 2° de Exploitant(en) : de exploitant(en) van de openbare waterdistributienetwerken;3° de Economische Toezichthouder : toezichthouder bedoeld in artikel 32quater, § 1, 8° van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging; 4° de N.V. Aquafin : de vennootschap bedoeld in artikel 32septies van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging; 5° het drinkwaterdecreet : het decreet van 24 mei 2002 betreffende water voor menselijke aanwending.

Art. 2.In het kader van het algemeen belang, ter ondersteuning van de invulling van de bovengemeentelijke saneringsplicht opgelegd in artikel 6bis van het drinkwaterdecreet, wordt aan de Exploitanten een algemene werkingstoelage toegekend.

Art. 3.De algemene werkingstoelagen worden aangerekend op het MINA-fonds.

Art. 4.§ 1. De verdeling van voorschotten op de algemene werkingstoelagen tussen de exploitanten gebeurt op basis van een vast te stellen sleutel in functie van de te saneren vuilvracht. Deze sleutel wordt jaarlijks, na advies van de Economische toezichthouder, vastgesteld door de minister van Leefmilieu. § 2. De uitgekeerde werkingstoelage dient aangewend te worden ter invulling van de bovengemeentelijke saneringsverplichting.

Art. 5.De aanwending van de algemene werkingstoelage wordt gecontroleerd door de economische toezichthouder. Bij een oneigenlijke aanwending van de ter beschikking gestelde kredieten zullen de betreffende kredieten teruggevorderd worden.

Art. 6.§ 1. De Werkingstoelagen worden uitgekeerd op basis van kwartaalvoorschotten, in functie van de te factureren vergoedingen door de N.V. Aquafin, overeenkomstig de Beheersovereenkomst. § 2. De hoogte van elk kwartaalvoorschot wordt door de minister van Leefmilieu bepaald op advies van de economische regulator. § 3. Het derde kwartaal van het jaar n wordt de definitieve afrekening van het jaar n-1 gemaakt en verrekend met het voorschot van het derde kwartaal van het jaar n. § 4. De definitieve afrekening van het jaar n-1 gebeurt op basis van de volgende formule : T = F - (BxR) T : de definitieve toelage met betrekking tot het jaar n-1 F : de werkelijk gefactureerde vergoeding door de N.V. Aquafin, na goedkeuring van de vorderingsstaten door de Economische Toezichthouder, aan de Exploitanten met betrekking tot het jaar n-1.

B : de, overeenkomstig het Drinkwaterdecreet, werkelijk gefactureerde bijdrage door de Exploitanten aan hun abonnees met betrekking tot het jaar n-1 R : het voor het jaar n-1 vastgestelde inningspercentage, dat een vergoeding voor de kosten en het debiteurenrisico omvat.

De bedragen T, F en B zijn exclusief BTW. § 5. Het inningspercentage(R) wordt vastgelegd door de minister van Leefmilieu, na advies van de Economische Toezichthouder en de Inspectie van Financiën en na het akkoord van de minister bevoegd voor Begroting. § 6. Het 4de kwartaal van het jaar n wordt er een voorlopige afrekening gemaakt voor het jaar n.

Art. 7.§ 1. De werkingstoelagen van het betreffende kwartaal dienen uitbetaald te zijn voor de vervaldatum van facturen van de N.V. Aquafin, opgemaakt na goedkeuring van de vorderingsstaten door de Economische Toezichthouder, met betrekking tot datzelfde kwartaal. § 2. Bij betaling van de werkingstoelage na de vervaldatum van de gerelateerde kwartaalfacturen van de N.V. Aquafin zijn door het Vlaams Gewest verwijlintresten, verrekend aan de wettelijke rentevoeten, verschuldigd aan de exploitanten.

Art. 8.De minister van Leefmilieu wordt belast met uitvoering van dit besluit.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.

Brussel, 25 februari 2005.

De minister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS

^