Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 26 januari 2007
gepubliceerd op 18 juni 2007

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid

bron
vlaamse overheid
numac
2007035741
pub.
18/06/2007
prom.
26/01/2007
ELI
eli/besluit/2007/01/26/2007035741/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 JANUARI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzonderheid op artikel 5, 8 en 16, gewijzigd bij het decreet van 15 december 2006, op artikel 7, 18 en 27, gewijzigd bij de decreten van 23 december 2005 en 15 december 2006, en op artikel 9, § 4;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake het voeren van een gemeentelijk en intergemeentelijk jeugd- en jeugdwerkbeleid, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 en 16 juni 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake het voeren van een provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 en 16 juni 2006;

Gelet op het advies nummer 06/12 van de Vlaamse Jeugdraad, gegeven op 4 oktober 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 november 2006;

Gelet op het advies nummer 41.938/3 van de Raad van State, gegeven op 10 januari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake het voeren van een gemeentelijk en intergemeentelijk jeugd- en jeugdwerkbeleid

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake het voeren van een gemeentelijk en intergemeentelijk jeugd- en jeugdwerkbeleid,gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 5° wordt vervangen door wat volgt : « 5° de afdeling Jeugd: de afdeling Jeugd van het agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen van het Vlaams Ministerie van Cultuur, Jeugd, Sport en Media;»; 2° een punt 6° wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « 6° een plaatsbezoek: een gesprek in de gemeente met de afdeling Jeugd, waarbij wordt nagegaan of het jeugdbeleidsplan wordt uitgevoerd zoals het aanvaard is voor subsidiëring.»

Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « artikel 8, § 2, 3°, van het decreet » vervangen door de woorden « artikel 8, § 2bis, 2°, van het decreet »;2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.Voor elke gemeente wordt de relatieve maatschappelijke achterstelling bij kinderen en jongeren vastgesteld aan de hand van acht indicatoren en worden de verkregen aantallen per indicator omgezet in percentages die de verhouding uitdrukken tussen de aanwezigheid van de vermelde groep in de gemeente en de aanwezigheid ervan in het Vlaamse Gewest.

Die acht indicatoren zijn : 1° het gemiddelde aantal inwoners, jonger dan 25 jaar, uit een land dat niet behoort tot de groep van de rijkste landen, zoals bepaald in de « statistical profiles of LDCs (Least Developed Countries), 2001 » van de Unctad;2° het gemiddelde aantal kinderen, geboren in kansarme gezinnen, volgens de typologie van Kind en Gezin;3° het gemiddelde aantal jongeren onder maatregel, zonder of met kosten, binnen de bijzondere jeugdbijstand;4° het gemiddelde aantal uitkeringsgerechtigde volledig werklozen, jonger dan 25 jaar;5° het gemiddelde aantal leefloners, jonger dan 25 jaar;6° het gemiddelde aantal kinderen en jongeren die onderwijs volgen in de types 1, 3 en 8 van het buitengewoon lager onderwijs, opgeteld bij het aantal leerlingen in de types 1, 2 en 3 van het buitengewoon secundair onderwijs;7° het gemiddelde aantal jongeren in het deeltijds onderwijs;8° het gemiddelde aantal jongeren in het gewoon voltijds secundair beroepsonderwijs.»; 3° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De percentages, vermeld in § 2, worden per gemeente opgeteld.

Hierbij wordt onderstaande weging in acht genomen: de indicatoren, vermeld in § 2, tweede lid, 6°, 7° en 8°, tellen elk slechts voor een derde. Het verkregen resultaat wordt gedeeld door 6. »; 4° § 4 wordt vervangen door wat volgt : « § 4.Als het in § 3 verkregen resultaat hoger is dan het aandeel van die gemeente in het totale aantal inwoners, jonger dan 25 jaar, in het Vlaamse Gewest, dan wordt die gemeente geselecteerd. Alleen de geselecteerde gemeenten worden verder in aanmerking genomen voor de toekenning van een subsidie krachtens § 1. »; 5° in § 6 worden de woorden « maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren » vervangen door de woorden « maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren », worden de woorden « artikel 8, § 2, 3°, van het decreet » vervangen door de woorden « artikel 8, § 2bis, 2°, van het decreet » en worden de woorden « artikel 8, § 2, 4°, van het decreet » vervangen door de woorden « artikel 8, § 2bis, 1°, van het decreet »;6° in § 7 wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan »;7° aan § 7, eerste lid, wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 4° problematische opvoedingssituaties of als misdrijf omschreven feiten.»

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord « jeugdwerkbeleidsplan » wordt telkens vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan »;2° de woorden « het ontwerp van jeugdwerkbeleidsplan » worden telkens vervangen door de woorden « het jeugdbeleidsplan ».

Art. 4.In het opschrift van hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan ».

Art. 5.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt opgeheven;2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.In het hoofdstuk 1. Jeugdwerkbeleid moeten ook de doelstellingen inzake diversiteit en toegankelijkheid opgenomen worden op basis waarvan het krediet wordt verdeeld waarop het gemeentebestuur aanspraak kan maken krachtens artikel 2. »; 3° § 3 wordt opgeheven;4° in § 4 en § 6 wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan »;5° in § 4 wordt de zin « De geldende subsidiereglementen moeten worden bijgevoegd.» geschrapt; 6° § 5 wordt opgeheven.

Art. 6.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, § 2, § 4, en § 5, worden de woorden « de administratie Jeugd » telkens vervangen door de woorden « de afdeling Jeugd »;2° in § 2, § 4, § 5, en § 7, wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » telkens vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan »;3° § 6 wordt vervangen door wat volgt : « § 6.Het college stuurt het door de gemeenteraad goedgekeurde jeugdbeleidsplan uiterlijk twintig dagen na de goedkeuring ervan naar de afdeling Jeugd, en bezorgt een kopie ervan aan de gemeentelijke jeugdraad.

Het advies van de gemeentelijke jeugdraad en het antwoord van het college op dit advies dienen bij het jeugdbeleidsplan te worden gevoegd. »; 4° in § 7 worden de woorden « vijftig dagen » vervangen door de woorden « zestig dagen »;5° § 8 wordt opgeheven.

Art. 7.In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, werden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De verantwoordingsnota bevat een verklaring van het college van burgemeester en schepenen, het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie of de plaatselijke jeugdwerkinitiatieven, vermeld in artikel 7, § 2, van het decreet, waarin wordt gesteld dat het jeugdbeleidsplan in het betreffende jaar werd uitgevoerd zoals gepland en dat voldoende subsidiabele uitgaven werden gedaan.Hierbij hoort een argumentatie bij de doelstellingen van het plan die anders of niet werden uitgevoerd. »; 2° in § 1 wordt voor het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « In de verantwoordingsnota moet een beeld worden gegeven van de uitgaven voor het jeugd- en jeugdwerkbeleid door het financieel overzicht in te vullen en te actualiseren.»; 3° in § 1, vierde lid, worden de woorden « wijzigingen van het jeugdwerkbeleidsplan » vervangen door de woorden « wijzigingen van de doelstellingen in het jeugdbeleidsplan »;4° een § 1bis wordt ingevoegd, die luidt als volgt : « § 1bis .De Vlaamse Gemeenschapscommissie moet na het derde jaar van de beleidsplanperiode het lopende beleidsplan tussentijds evalueren, waarbij de volgende actoren moeten worden geraadpleegd : 1° de Nederlandstalige, particuliere jeugdwerkinitiatieven van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;2° deskundigen inzake jeugdaangelegenheden;3° de gemeentebesturen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest;4° de plaatselijke jeugdraden, erkend of opgericht door de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Een verslag van die tussentijdse evaluatie maakt deel uit van de verantwoordingsnota die na afloop van het derde jaar van de planperiode moet worden opgemaakt. »; 5° in § 3 wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan »;6° in § 4 worden de woorden « en in voorkomend geval samen met het gemotiveerde antwoord van het college » geschrapt;7° in § 4 en § 5 worden de woorden « de administratie Jeugd » telkens vervangen door de woorden « de afdeling Jeugd ».

Art. 8.In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt opgeheven;2° in § 2, eerste lid, wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan »;3° in § 2, tweede lid, worden de woorden « het betrokken jeugdwerkinitiatief hierover horen » vervangen door de woorden « het betrokken jeugdwerkinitiatief hierover horen en het advies vragen van de gemeentelijke jeugdraad »;4° in § 2, tweede en derde lid, worden de woorden « de administratie Jeugd » telkens vervangen door de woorden « de afdeling Jeugd »;5° in § 3 worden de woorden « de beslissing tot stopzetting van weddensubsidiëring » vervangen door de woorden « de beslissing tot stopzetting door de gemeenteraad van weddesubsidiëring ».

Art. 9.In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in § 1, eerste lid en derde lid, wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan »;2° in § 1, eerste lid, worden de woorden « tegen de goedkeuring van het jeugdwerkbeleidsplan of de verantwoordingsnota » vervangen door de woorden « tegen de goedkeuring of uitvoering van het jeugdbeleidsplan, of tegen de goedkeuring van de verantwoordingsnota »;3° in § 1, tweede en derde lid, worden de woorden « de administratie Jeugd » telkens vervangen door de woorden « de afdeling Jeugd »;4° in § 1 wordt het vierde lid vervangen door wat volgt : « Tegen de uitvoering van het jeugdbeleidsplan of de goedkeuring van de verantwoordingsnota kan een bezwaar worden ingediend tot dertig dagen na de ontvangst door de afdeling Jeugd van de verantwoordingsnota over het jaar in kwestie.»; 5° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De minister spreekt zich uit over het bezwaarschrift binnen een termijn van vijftig dagen na de ontvangst van het bezwaarschrift. De afdeling Jeugd verstuurt het besluit uiterlijk de laatste dag van die termijn nadat het college, de gemeentelijke jeugdraad en eventueel de indiener van het bezwaar uitgenodigd werden om hun standpunt te verduidelijken. »

Art. 10.In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan »;2° in § 2 en § 3, worden de woorden « de administratie Jeugd » telkens vervangen door de woorden « de afdeling Jeugd »;3° in § 3 worden de woorden « het jeugdwerkbeleidsplan niet werd uitgevoerd » vervangen door de woorden « de doelstellingen in het jeugdbeleidsplan niet werden uitgevoerd »;4° in § 4 worden de woorden « artikel 8, § 2, 3°, van het decreet » vervangen door de woorden « artikel 8, § 2bis, 2°, van het decreet » en worden de woorden « maatschappelijk achtergestelde kinderen en jongeren » vervangen door de woorden « maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren ».

Art. 11.In artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, § 3 en § 4, worden de woorden « de administratie Jeugd » telkens vervangen door de woorden « de afdeling Jeugd »;2° in § 1 wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan », wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplanperiode » vervangen door het woord « jeugdbeleidsplanperiode » en worden de woorden « op de prioriteiten » vervangen door de woorden « op de prioriteit voor het jeugdwerkbeleid ».

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk XI vervangen door wat volgt : « Slotbepalingen ».

Art. 13.Artikel 12bis en artikel 12ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden opgeheven.

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt een artikel 12quater ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 12quater.In afwijking van artikel 5, § 2, kan het college tot uiterlijk 1 september 2007 een voorontwerp van jeugdbeleidsplan 2008-2010 voor advies indienen bij de afdeling Jeugd.

In afwijking van artikel 5, § 5, moet het college het jeugdbeleidsplan 2008-2010 uiterlijk op 31 december 2007 ter goedkeuring voorleggen aan de gemeenteraad. »

Art. 15.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 13.De bepalingen in dit besluit zijn van overeenkomstige toepassing op de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

In afwijking van artikel 5, § 5, moet het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie het jeugdbeleidsplan uiterlijk op 31 december van het planningsjaar ter goedkeuring voorleggen aan de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. » HOOFDSTUK II. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake het voeren van een provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid

Art. 16.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake het voeren van een provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 5° wordt vervangen door wat volgt : « 5° de afdeling Jeugd: de afdeling Jeugd van het agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen van het Vlaams Ministerie van Cultuur, Jeugd, Sport en Media;»; 2° een punt 6° wordt toegevoegd : « 6° een plaatsbezoek: een gesprek in de provincie met de afdeling Jeugd, waarbij wordt nagegaan of het jeugdbeleidsplan wordt uitgevoerd zoals het aanvaard is voor subsidiëring.»

Art. 17.In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » telkens vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan ».

Art. 18.In het opschrift van hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan ».

Art. 19.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt opgeheven;2° § 2 wordt opgeheven;3° in § 3 wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan »;4° in § 3 wordt de zin « De geldende subsidiereglementen moeten worden bijgevoegd.» geschrapt; 5° § 4 wordt opgeheven.

Art. 20.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden de woorden « de administratie Jeugd » vervangen door de woorden « de afdeling Jeugd ».

Art. 21.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 en § 2 wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan »;2° in § 2 worden de woorden « de administratie Jeugd » vervangen door de woorden « de afdeling Jeugd »;2° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De minister aanvaardt of weigert het jeugdbeleidsplan voor subsidiëring en deelt zijn beslissing uiterlijk zestig dagen na de ontvangst van het jeugdbeleidsplan aan de deputatie en aan de provinciale jeugdraad mee. Als binnen die termijn geen beslissing aan de deputatie is verstuurd, wordt ervan uitgegaan dat de minister het jeugdbeleidsplan voor subsidiëring aanvaardt. »

Art. 22.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 23.In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De verantwoordingsnota bevat een verklaring van de deputatie waarin wordt gesteld dat het jeugdbeleidsplan in het desbetreffende jaar werd uitgevoerd zoals gepland en dat voldoende subsidiabele uitgaven werden gedaan.Hierbij hoort een argumentatie bij de doelstellingen van het plan die anders of niet werden uitgevoerd. »; 2° in § 1 wordt tussen het eerste en het tweede lid een nieuw lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « In de verantwoordingsnota moet een beeld worden gegeven van de uitgaven voor het jeugd- en jeugdwerkbeleid door het financieel overzicht in te vullen en te actualiseren.»; 3° in § 1, vierde lid, worden de woorden « wijzigingen van het jeugdwerkbeleidsplan » vervangen door de woorden « wijzigingen van de doelstellingen in het jeugdbeleidsplan »;4° in § 1, vijfde lid, en § 3, wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » telkens vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan »;5° in § 4 en § 5, worden de woorden « de administratie Jeugd » telkens vervangen door de woorden « de afdeling Jeugd »;6° in § 4 worden de woorden « en in voorkomend geval met het gemotiveerde antwoord van de deputatie » geschrapt.

Art. 24.In artikel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden « tegen de goedkeuring van het jeugdwerkbeleidsplan of de verantwoordingsnota » vervangen door de woorden « tegen de goedkeuring of uitvoering van het jeugdbeleidsplan, of tegen de goedkeuring van de verantwoordingsnota »;2° in § 1, tweede en derde lid, en § 2, worden de woorden « de administratie Jeugd » telkens vervangen door de woorden « de afdeling Jeugd »;3° in § 1, derde lid, wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » telkens vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan »;4° in § 1 wordt het vierde lid vervangen door wat volgt : « Tegen de uitvoering van het jeugdbeleidsplan of de goedkeuring van de verantwoordingsnota kan een bezwaar worden ingediend tot dertig dagen na de ontvangst door de afdeling Jeugd van de verantwoordingsnota over het jaar in kwestie.»; 5° in § 2 worden de woorden « of de melding » geschrapt.

Art. 25.In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt het woord « jeugdwerkbeleidsplan » vervangen door het woord « jeugdbeleidsplan »;2° in § 2 en § 3 worden de woorden « de administratie Jeugd » telkens vervangen door de woorden « de afdeling Jeugd »;3° in § 3 worden de woorden « het jeugdwerkbeleidsplan niet werd uitgevoerd » vervangen door de woorden « de doelstellingen in het jeugdbeleidsplan niet werden uitgevoerd ».

Art. 26.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk VIII vervangen door wat volgt : « Slotbepalingen ».

Art. 27.Artikel 11bis en artikel 11ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, worden opgeheven.

Art. 28.Artikel 13 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2006, wordt opgeheven.

Art. 29.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 30.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Culturele Aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 januari 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX

^