Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 26 maart 2021
gepubliceerd op 03 mei 2021

Besluit van de Vlaamse Regering over de mandatering en steunmodaliteiten voor de organisatie van de VDAB-opleiding tot verzorgende en zorgkundige

bron
vlaamse overheid
numac
2021041308
pub.
03/05/2021
prom.
26/03/2021
ELI
eli/besluit/2021/03/26/2021041308/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

26 MAART 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering over de mandatering en steunmodaliteiten voor de organisatie van de VDAB-opleiding tot verzorgende en zorgkundige


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » sluiten tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding", artikel 5, § 1/1, 1°, d) en 3°, gewijzigd bij de decreten van 9 december 2016 en 29 maart 2019, en § 2; - het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/03/2019 pub. 23/04/2019 numac 2019011877 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie sluiten betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie, artikel 3.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 21 september 2020; - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 19 november 2020; - De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen heeft advies gegeven op 11 december 2020; - De Raad van State heeft advies 68.658/1 gegeven op 10 februari 2021.

Motivering Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: - Om een vergoeding te verlenen aan de partnerorganisatie, die de VDAB-opleiding tot verzorgende en zorgkundige organiseert, moet een regeling worden uitgewerkt om de interne markt niet te verstoren en de toepassing van het daarmee samenhangende besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen, te bewerkstelligen.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen; - de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015; - het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/05/2019 pub. 17/09/2019 numac 2019014364 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de VDAB-opleiding tot verzorgende en zorgkundige sluiten tot regeling van de VDAB-opleiding tot verzorgende en zorgkundige.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling en definities

Artikel 1.De steun, verleend met toepassing of ter uitvoering van dit besluit, wordt toegekend met inachtneming van de voorwaarden van het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.

Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° gemandateerde partnerorganisatie: de organisatie die de VDAB erkent om de dienstverlening, vermeld in dit besluit, uit te oefenen;2° kandidaat-partnerorganisatie: de organisatie die bij de VDAB de erkenning aanvraagt om de dienstverlening, vermeld in dit besluit, uit te oefenen;3° steun: een financiële compensatie voor de uitvoering van de dienstverlening, vermeld in artikel 4;4° VDAB: de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035865 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding » sluiten tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding";5° opleiding tot verzorgende en zorgkundige: de opleiding, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/05/2019 pub. 17/09/2019 numac 2019014364 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de VDAB-opleiding tot verzorgende en zorgkundige sluiten tot regeling van de VDAB-opleiding tot verzorgende en zorgkundige. HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied

Art. 3.Binnen de perken van de goedgekeurde jaarlijkse begrotingskredieten en volgens de voorwaarden, vermeld in dit besluit, verstrekt de VDAB steun aan gemandateerde partnerorganisaties.

Na een openbare oproep door de VDAB kan een gemandateerde partnerorganisatie op elektronische wijze steun aanvragen op de wijze die in de oproep wordt bepaald.

In de oproep, vermeld in het tweede lid, wordt de uiterste datum voor de indiening van de aanvraag opgenomen.

Als de totale som van aangevraagde subsidies hoger ligt dan de beschikbare begrotingskredieten, rangschikt de VDAB de ingediende aanvragen aan de hand van een inhoudelijke analyse door een beoordelingscommissie, die bestaat uit minimaal 2 evaluatoren van de VDAB.

Art. 4.De gemandateerde partnerorganisatie organiseert de opleiding tot verzorgende en zorgkundige. HOOFDSTUK 3. - Mandaatvoorwaarden

Art. 5.In dit artikel wordt verstaan onder: 1° lidstaat van vestiging: het grondgebied van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte waarop de zetel van de kandidaat-partnerorganisatie is gevestigd;2° thuiszorgvoorziening: de voorziening bedoeld in artikel 2, § 1, 14° van het Woonzorg decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/02/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019030252 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de woonzorg type decreet prom. 15/02/2019 pub. 26/04/2019 numac 2019011711 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht sluiten;3° woonzorgvoorziening: de voorziening bedoeld in artikel 2, § 1, 19° van het Woonzorg decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/02/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019030252 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de woonzorg type decreet prom. 15/02/2019 pub. 26/04/2019 numac 2019011711 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht sluiten;4° opleidingsstage: de stage vermeld in artikel 84 tot en met 84/8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/06/2009 pub. 23/09/2009 numac 2009035886 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding sluiten houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding. De kandidaat-partnerorganisatie dient een mandaataanvraag in bij de VDAB en krijgt een ontvangstmelding van haar aanvraag.

In haar aanvraag toont de kandidaat-partnerorganisatie aan dat ze aan al de volgende voorwaarden voldoet: 1° ze heeft het statuut van rechtspersoon die is opgericht conform de rechtsregels van de lidstaat van vestiging.Ze toont daarbij aan dat de organisatie van opleidingen past binnen de activiteiten die vermeld zijn in haar statuten of in haar wettelijke of decretale opdrachten; 2° ze is geregistreerd als dienstverlener conform artikel 4 van het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/03/2019 pub. 23/04/2019 numac 2019011877 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie sluiten betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie;3° in de vijf jaar vóór de mandaataanvraag is ze niet gestraft met de intrekking van haar mandaat van partnerorganisatie met toepassing van artikel 8 van dit besluit;4° ze verklaart geen kennis te hebben van het feit dat ze het voorwerp uitmaakt van een gerechtelijk onderzoek wegens bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog;5° ze heeft geen onherroepelijke veroordeling opgelopen wegens bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog;6° indien ze in haar bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan een lid heeft dat een onherroepelijke veroordeling heeft opgelopen wegens bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog, moet ze de feiten en omstandigheden ophelderen en concrete technische, organisatorische of personeelsmaatregelen aantonen om verdere strafrechtelijke inbreuken of fouten te voorkomen. Indien de kandidaat-partnerorganisatie een thuiszorgvoorziening betreft, dient zij aan te tonen dat zij aangesloten is bij een koepelorganisatie die een samenwerkingsovereenkomst heeft met VDAB. Daarnaast dient zij aan te tonen over een samenwerking te beschikken met een woonzorgvoorziening in functie van het aanbieden van opleidingsstages.

Indien de kandidaat-partnerorganisatie een woonzorgvoorziening betreft, dient zij aan te tonen dat zij aangesloten is bij een koepelorganisatie die een samenwerkingsovereenkomst heeft met VDAB. Daarnaast dient zij aan te tonen over een samenwerking te beschikken met een thuiszorgvoorziening in functie van het aanbieden van opleidingsstages.

Indien de kandidaat-partnerorganisatie niet door de Vlaamse Regering is erkend op basis van artikel 38 van het Woonzorg decreet van 15 februari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/02/2019 pub. 03/05/2019 numac 2019030252 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de woonzorg type decreet prom. 15/02/2019 pub. 26/04/2019 numac 2019011711 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het jeugddelinquentierecht sluiten, dient zij aan te tonen dat zij een samenwerking heeft afgesloten met een koepelorganisatie die een samenwerkingsovereenkomst heeft met VDAB. Daarnaast dient zij aan te tonen over een samenwerking te beschikken met zowel een thuiszorgvoorziening, als een woonzorgvoorziening, in functie van het aanbieden van opleidingsstages.

Wanneer VDAB kan aantonen, met elk passend middel, dat de kandidaat-partnerorganisatie in de uitoefening van haar werkzaamheden een ernstige fout heeft begaan, waardoor haar integriteit in twijfel kan worden getrokken, zal de mandaataanvraag negatief worden beoordeeld.

Art. 6.De VDAB onderzoekt de aanvraag tot mandatering en gaat na of de kandidaat-partnerorganisatie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in dit hoofdstuk.

De VDAB brengt de kandidaat-partnerorganisatie, binnen maximaal veertig dagen vanaf de datum waarop de VDAB de aanvraag heeft ontvangen, op de hoogte van zijn beslissing.

Art. 7.De VDAB verleent aan de kandidaat-partnerorganisatie voor tien jaar een mandaat om de organisatie van de opleiding tot verzorgende en zorgkundige uit te voeren.

De VDAB brengt de gemandateerde partnerorganisatie schriftelijk op de hoogte van de voorwaarden van het mandaat: 1° de duur van het mandaat;2° de omschrijving van de openbaredienstopdracht in het kader van de organisatie van de opleiding tot verzorgende en zorgkundige;3° de opgave van de wettelijke rechtsgrondslag voor het mandaat;4° de niet-overdraagbaarheid van het mandaat.

Art. 8.De gemandateerde partnerorganisatie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in dit hoofdstuk, om de erkenning te behouden.

De gemandateerde partnerorganisatie laat de VDAB of de persoon of organisatie die de VDAB aanwijst, op elk moment toe om een kwaliteitscontrole te verrichten op de dienstverlening ter uitvoering van dit besluit.

De VDAB oefent toezicht uit op de naleving van de bepalingen van dit hoofdstuk. De gemandateerde partnerorganisatie verstrekt daartoe de door de VDAB gevraagde inlichtingen of stukken.

De VDAB kan het mandaat schorsen of intrekken als wordt vastgesteld dat: 1° de gemandateerde partnerorganisatie de bepalingen van dit besluit niet naleeft;2° de zaakvoerder, exploitant of verantwoordelijke van de gemandateerde partnerorganisatie de personen die ze aanstelt, of lasthebbers het toezicht en de controle, vermeld in hoofdstuk 4, verhinderen;3° de gemandateerde partnerorganisatie haar activiteiten stopzet;4° de gemandateerde partnerorganisatie haar mandaat heeft verkregen op basis van valse, onvolledige of onjuiste verklaringen;5° een persoon die lid is van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van de partnerorganisatie of daarin vertegenwoordigings-, beslissings- of controlebevoegdheid heeft, tijdens de uitoefening van het lopende mandaat voor de organisatie van de dienstverlening, vermeld in dit besluit, een onherroepelijke veroordeling heeft opgelopen wegens bedrieglijk onvermogen, valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen, oplichting, omkoping of bedrog en de gemandateerde partnerorganisatie de feiten en omstandigheden in kwestie niet heeft opgehelderd en geen concrete technische, organisatorische of personeelsmaatregelen heeft genomen die geschikt zijn om verdere strafrechtelijke inbreuken of fouten te voorkomen;6° de gemandateerde partnerorganisatie handelt in strijd met de sociale of fiscale wetgeving;7° VDAB kan aantonen, met elk passend middel, dat de gemandateerde partnerorganisatie in de uitoefening van haar werkzaamheden een ernstige fout heeft begaan, waardoor haar integriteit in twijfel kan worden getrokken. De beslissing is definitief nadat de gemandateerde partnerorganisatie de mogelijkheid heeft gekregen om haar verweermiddelen mee te delen binnen de volgende termijnen: 1° een vervaltermijn van vijftien dagen bij een voornemen tot schorsing van het mandaat;2° een vervaltermijn van dertig dagen bij een voornemen tot intrekking van het mandaat. De termijnen, vermeld in het vijfde lid, vangen aan vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving van het voornemen tot schorsing of intrekking dat aan de gemandateerde partnerorganisatie door de VDAB is verzonden met een aangetekende brief.

Bij de beslissing tot intrekking van het mandaat deelt de raad van bestuur van de VDAB mee binnen welke termijn de gemandateerde partnerorganisatie of de zaakvoerder opnieuw een mandaat mag aanvragen. De raad van bestuur van de VDAB kan daarbij aan de gemandateerde partnerorganisatie voorwaarden opleggen om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen.

Als de gemandateerde partnerorganisatie zelf haar mandaat stopzet voor de raad van bestuur van de VDAB een beslissing tot intrekking heeft genomen, deelt de raad van bestuur van de VDAB mee binnen welke termijn de gemandateerde onderneming opnieuw een mandaat mag aanvragen. De raad van bestuur van de VDAB kan daarbij aan de gemandateerde onderneming voorwaarden opleggen om de kwaliteit van de dienstverlening te waarborgen. HOOFDSTUK 4. - Steunvoorwaarden voor de opleiding tot verzorgende en zorgkundige

Art. 9.De VDAB verstrekt aan de gemandateerde partnerorganisatie de steun, vermeld in dit besluit, om de vermelde dienstverlening te realiseren, aan de hand van een openbare oproep als vermeld in artikel 3.

Indien de gemandateerde partnerorganisatie voldoet aan de voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 3, geldt de steun voor de maximale duur, bepaald in de subsidieoproep waarop de gemandateerde partnerorganisatie heeft ingetekend. Na het verstrijken van deze duur eindigt deze steun en kan de gemandateerde partnerorganisatie een nieuwe elektronische aanvraag indienen als vermeld in artikel 3.

Art. 10.De gemandateerde partnerorganisatie hanteert een boekhouding die inkomsten en uitgaven die verband houden met de dienstverlening, vermeld in artikel 4, voor de toerekening van de kosten en inkomsten transparant afzondert.

De VDAB kan aanvullende informatie of toelichting vragen bij de betrokken partnerorganisatie op het vlak van de te hanteren boekhouding met het oog op de rechtmatigheidscontrole van de kosten en de inkomsten en de registratieverplichtingen.

Als de gemandateerde partnerorganisatie met onderaannemers werkt, zijn de volgende elementen duidelijk zichtbaar: 1° welke inkomsten die onderaannemers verworven hebben;2° welke uitgaven die onderaannemers gedaan hebben en aan welke dienstverlening die uitgaven gekoppeld zijn. De gemandateerde partnerorganisatie draagt in alle gevallen de financiële eindverantwoordelijkheid, ongeacht of er met onderaannemers wordt gewerkt.

Voor de controle op de bepalingen van dit hoofdstuk kan de VDAB alle noodzakelijke gegevensbronnen raadplegen.

Art. 11.De steun voor de dienstverlening, vermeld in artikel 4, kan bestaan uit: 1° personeelskosten;2° werkingskosten. In het eerste lid, 1°, wordt ook verstaan onder personeelskosten het geheel van vergoedingen aan de onderaannemer die overeenkomen met de personeelskosten van de gemandateerde partnerorganisatie als de onderaannemer in dienst zou zijn van de gemandateerde partnerorganisatie.

In het eerste lid, 2°, wordt verstaan onder werkingskosten: 1° de uitgaven die rechtstreeks betrekking hebben op de planning, uitvoering, monitoring en evaluatie van de dienstverlening, vermeld in artikel 4;2° de uitgaven die onrechtstreeks betrekking hebben op de organisatie van de onderneming in het kader van de dienstverlening, vermeld in artikel 4.

Art. 12.De VDAB betaalt de steun, vermeld in dit hoofdstuk, aan de gemandateerde partnerorganisatie conform de modaliteiten, bepaald in de openbare oproep.

De steun kan niet gecumuleerd worden met een andere vorm van vergoeding voor dezelfde kosten of voor kosten die elkaar volledig of gedeeltelijk overlappen voor de uitvoering van de dienstverlening.

De steun wordt uitbetaald in vier schijven die evenredig gespreid zijn, waarbij de laatste schijf de afrekening na de oplevering is en nadat de VDAB het inhoudelijk verslag en de financiële verantwoording heeft goedgekeurd. Het inhoudelijk verslag en de financiële verantwoording worden opgesteld op basis van een sjabloon dat de VDAB ter beschikking stelt.

Art. 13.De gemandateerde partnerorganisatie maakt jaarlijks een begroting op met een overzicht van de voorzienbare inkomsten en de geraamde uitgaven voor de dienstverlening, vermeld in artikel 4.

Het totaal van de subsidies die de VDAB of andere overheden toekennen voor dezelfde dienstverlening als vermeld in artikel 4, mag niet hoger zijn dan 100% van de kosten die voor die dienstverlening begroot zijn.

Op het einde van het boekjaar maakt de gemandateerde partnerorganisatie een inhoudelijk en financieel rapport op met een gedetailleerd overzicht van alle kosten en inkomsten van de dienstverlening, vermeld in artikel 4.

Alle bewijsstukken ter staving van de kosten en inkomsten worden bezorgd op eenvoudig verzoek van de VDAB. De VDAB of zijn gemachtigden hebben ook toegang tot de boekhouding van de gemandateerde partnerorganisatie.

Als uit de controles of de afrekening blijkt dat er overcompensatie is, kan de VDAB een bedrag terugvorderen en de parameters voor de berekening van de compensatie herzien.

De VDAB voert de controle jaarlijks uit.

Art. 14.Ieder kalenderjaar monitort de VDAB de uitvoering van de dienstverlening, vermeld in artikel 4. Die monitoring heeft betrekking op: 1° de correctheid van de ingevoerde gegevens;2° de effectieve prestaties. De steun kan aangepast worden als de gegevens die de basis vormen voor de berekening ervan, fout zijn. HOOFDSTUK 5. - Sancties

Art. 15.Met behoud van de toepassing van artikel 13 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, kan de VDAB de steun verminderen of terugvorderen als: 1° de gemandateerde partnerorganisatie de bepalingen van dit besluit en de openbare oproep niet naleeft;2° de VDAB inbreuken vaststelt op de bepalingen van het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen. De beslissing tot vermindering of terugvordering is definitief nadat de gemandateerde partnerorganisatie de mogelijkheid heeft gekregen om zijn verweermiddelen mee te delen binnen een vervaltermijn van dertig dagen.

De termijn, vermeld in het tweede lid, vangt aan vanaf de datum van ontvangst van de kennisgeving van het voornemen aan de gemandateerde partnerorganisatie dat is verzonden met een aangetekende brief. HOOFDSTUK 6. - Wijzigingsbepalingen

Art. 16.Aan artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/05/2019 pub. 26/08/2019 numac 2019014092 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 29 maart 2019 betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie sluiten tot uitvoering van het decreet van 29 maart 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 29/03/2019 pub. 23/04/2019 numac 2019011877 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie sluiten betreffende het kwaliteits- en registratiemodel van dienstverleners in het beleidsdomein Werk en Sociale Economie wordt een punt 32° toegevoegd, dat luidt als volgt: "32° de opleiding, vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2019Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/05/2019 pub. 17/09/2019 numac 2019014364 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de VDAB-opleiding tot verzorgende en zorgkundige sluiten tot regeling van de VDAB-opleiding tot verzorgende en zorgkundige.". HOOFDSTUK 7. - Slotbepaling

Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 maart 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS

^