Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 26 oktober 2001
gepubliceerd op 29 december 2001

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 1997 betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de promotie en afzetbevordering van de Vlaamse producten van de sectoren landbouw, tuinbouw en visserij met het oog op de invoering van de euro

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001036330
pub.
29/12/2001
prom.
26/10/2001
ELI
eli/besluit/2001/10/26/2001036330/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 OKTOBER 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 1997 betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de promotie en afzetbevordering van de Vlaamse producten van de sectoren landbouw, tuinbouw en visserij met het oog op de invoering van de euro


De Vlaamse regering, Gelet op verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro;

Gelet op verordening (EG) nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op verordening (EG) nr. 2866/98 van de Raad van 31 december 1998 over de omrekeningskoersen tussen de euro en de munteenheden van de lidstaten die de euro aannemen;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 6 § 1, V, zoals gewijzigd door de weg van 8 augustus 1988 en de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 20 december 1996 betreffende het Vlaams Promotiecentrum voor Agro- en Visserijmarketing, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 1997 betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de promotie en afzetbevordering van de Vlaamse producten van de sectoren landbouw, tuinbouw en visserij, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 23 juli 1997, 4 november 1997, 10 maart 1998, 19 december 1998 en 26 januari 2001;

Overwegende dat de in Belgische frank vermelde bedragen moeten omgezet worden in euro ingevolge de definitieve fase van de invoering van de Europese eenheidsmunt vanaf 1 januari 2002;

Gelet op de voorstellen van de raad van beheer van het Vlaams Promotiecentrum voor Agro- en Visserijmarketing vzw;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het dringend noodzakelijk is, om de continuïteit van de inning van de verplichte bijdragen bestemd voor de promotie van de producten uit de landbouw, tuinbouw en visserij door het Vlaams Promotiecentrum voor Agro- en Visserijmarketing te verzekeren, deze bijdragen aan te passen aan de invoering van de euro;

Overwegende dat het dringend noodzakelijk is, om de afzet van de producten uit de azaleateelt bijkomend te bevorderen in een sterk concurrentiële markt, te voorzien in bijkomende middelen voor de promotie van deze producten;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Buitenlandse Handel en Huisvesting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 4 februari 1997 betreffende de verplichte bijdragen bestemd voor de promotie en afzetbevordering van de Vlaamse producten van de sectoren landbouw, tuinbouw en visserij worden de woorden « bijlagen I tot VIII » vervangen door « bijlagen I tot X ».

Art. 2.In artikel 5 § 2 van het zelfde besluit wordt het bedrag « 2.500 frank » vervangen door het bedrag « 60 euro ».

Art. 3.De bijlagen bij hetzelfde besluit worden vervangen door de volgende bijlagen : « Bijlage I. Verplichte bijdragen in het promotiefonds « Akkerbouwproducten » 1. Voor de toepassing van deze bijdrageregeling wordt verstaan onder : 1° « zaaizaden en pootgoed » : - landbouwzaden : dit wil onder meer zeggen : zaaigranen, hybridemaïszaad, zaden van erwten, bonen en vitsen, grassen, klavers, voedergewassen, voederbieten, suikerbieten, oliehoudende en eiwithoudende gewassen; - aardappelpootgoed; - zaailijnzaad; - tuinbouwzaden. 2° « frituur » : elke exploitatie in binnen- of buiteninrichting met of zonder verbruik ter plaatse, waar aan het cliënteel gerechten en voedingswaren verstrekt worden, die gebruikelijk worden verstrekt of verkocht in de frituursector, al dan niet geserveerd met brood of drank, en die uitsluitend opgediend worden in een voor eenmalig gebruik bestemde houder of verpakking van papier, karton of kunststof, eventueel vergezeld van bestek dat eveneens dient voor eenmalig gebruik.2. De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds `Akkerbouwproducten' worden als volgt vastgesteld voor zaaizaden en pootgoed : 1° Alle in Vlaanderen gevestigde vermeerderaars betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage van 38 euro per te velde goedgekeurde hectare aardappelpootgoed vermeerderd in Vlaanderen.2° Alle in Vlaanderen gevestigde kwekers, mandatarissen en instandhouders van zaaizaden en (of) pootgoed betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage van 620 euro;3° Alle in Vlaanderen gevestigde handelaars-bereiders van zaaizaden betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage van 620 euro.4° Alle in Vlaanderen gevestigde handelaars en handelaars-bereiders van pootgoed betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage van 124 euro.3. De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds `Akkerbouwproducten' worden als volgt vastgesteld voor hop : Een verplichte jaarlijkse bijdrage van 13 euro is verschuldigd per in Vlaanderen geteelde hectare hop. Deze bijdrage wordt door VLAM geïnd als volgt : - 12 euro via de beroepsverenigingen van hopplanters; - 1 euro via de beroepsverenigingen van hophandelaars. 4. De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds `Akkerbouwproducten' worden als volgt vastgesteld voor aardappelen : 1° Alle in Vlaanderen gevestigde aardappelproducenten betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage in functie van de teeltoppervlakte, die ze tijdens het voorafgaandelijk kalenderjaar aangewend hebben voor aardappelen : - van 1 tot en met 4 hectaren : 25 euro; - meer dan 4 hectaren : 6 euro per hectare. 2° Alle in Vlaanderen gevestigde aardappelproducenten - erkende bereider - verpakkers die uitsluitend teeltareaal uit eigen productie commercialiseren, betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage in functie van de teeltoppervlakte, die ze tijdens het voorafgaandelijk kalenderjaar aangewend hebben voor aardappelen : - van 1 tot en met 4 hectaren : 25 euro; - van meer dan 4 hectaren tot en met 12 hectaren : 124 euro + 6 euro per hectare met een maximum van 174 euro; - meer dan 12 hectaren : 310 euro + 6 euro per hectare. 3° Alle in Vlaanderen gevestigde schilbedrijven, groothandelaars, makelaars, commissionairs en erkende handelaars-bereidersverpakkers betalen een verplichte jaarlijkse bijdrage in functie van het aantal ton aardappelen die ze tijdens het voorafgaandelijk kalenderjaar verhandelden : - minder dan 25.000 ton per jaar : 310 euro; - vanaf 25.000 ton per jaar: 620 euro. 4° De verplichte bijdragen sub 1° en 3° zijn cumulatief.5° Alle in Vlaanderen gevestigde frituren betalen voor de referentiejaren 2000 tot en met 2002 een jaarlijkse verplichte bijdrage van 38 euro. Bijlage II. Verplichte bijdragen in het promotiefonds `Groenten en fruit'. 1. Voor de toepassing van deze bijdrageregeling wordt verstaan onder : « groeperingsverpakking » : verpakking die bestemd is tot het bevatten, het beschermen en het vervoeren van een bepaalde hoeveelheid van producten, hetzij los, hetzij in kleinverpakkingen, hetzij per stuk voorverpakt.Voor witloof worden hiervan uitgesloten : verpakkingen bestemd voor levering aan sorteer- en pakstations; « verpakker » : wie groenten, fruit en/of witloof verpakt in een groeperingsverpakking; « verpakkingsfirma » : wie groeperingsverpakkingen produceert; « fruit » : alle fruit van Vlaamse oorsprong bestemd om in verse toestand aan de verbruiker te leveren; « groenten » : alle groenten van Vlaamse oorsprong bestemd om in verse toestand aan de verbruiker te leveren, met uitzondering van witloof; 2. De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds « groenten en fruit » worden als volgt vastgesteld voor de hieronder vermelde producten, uitgezonderd witloof.1° De teler van tafeldruiven betaalt een jaarlijkse bijdrage van 2,50 euro per serre gebruikt voor de druiventeelt met een minimumbijdrage van 12,50 euro per bedrijf.2° De teler van eetbare paddestoelen betaalt een jaarlijkse bijdrage van 0,10 euro per vierkante meter teeltoppervlakte, met een minimumbijdrage van 25 euro per bedrijf.3° Per groeperingsverpakking in de handel gebrachte groenten is een bijdrage verschuldigd van 1,24 cent.4° Per groeperingsverpakking in de handel gebracht fruit, met uitzondering van druiven, andere dan pallox, is een bijdrage verschuldigd van 1 cent;per pallox een bijdrage van 37 cent. 3. De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds « groenten en fruit » worden als volgt vastgesteld voor het product witloof en voor de uitvoerhandel in witloof : per groeperingsverpakking in de handel gebracht en in Vlaanderen geteeld witloof van minder dan 3 kg is een bijdrage verschuldigd van 0,93 cent;per groeperingsverpakking van 3 kg tot en met 7 kg een bijdrage van 2,11 cent; per groeperingsverpakking van meer dan 7 kg een bijdrage van 3,72 cent. 4.1° De bijdragen vermeld in deze bijlage kunnen op verzoek van de veilingen voor hun leden aan VLAM betaald worden door de veilingen voor wat betreft de producten die via hen gecommercialiseerd worden.

Telers van veilingen die niet dergelijk verzoek gedaan hebben, zijn gehouden zelf de bijdragen aan VLAM te betalen volgens de hiernavolgende betalingsmodaliteiten. 2° Voor producten die niet via de veiling gecommercialiseerd worden, worden de bijdragen betaald door middel van zegels, afgeleverd door VLAM na voorafgaandelijke betaling van bijdragen en kosten, en door VLAM geïnd bij de teler of via de verpakker, die deze, via eventuele tussenpersonen in de handelscyclus, kan doorrekenen aan de teler.In geval van doorrekening worden de bijdragen afzonderlijk vermeld op de factuur.

De zegels worden door de verpakker op elke groeperingsverpakking aangebracht. Ze worden aangebracht ofwel op het etiket, inlegblad of dekvel, samen met de in de kwaliteitsnormen ter uitvoering van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit voorgeschreven gegevens betreffende de aanduiding van het product, ofwel samen met dezelfde door directe opdruk aangebrachte gegevens. 3° Om de druk- en distributiekosten van de zegels te dekken moeten de door middel van zegels betaalde bijdragen vermeerderd worden met 0,62 cent.4° De zegels mogen slechts eenmaal de volledige handelscyclus doorlopen.5° Telers, veilingen en verpakkers kunnen een overeenkomst sluiten met VLAM in verband met de modaliteiten van inning der bijdragen, zodat ze geen zegels moeten kleven. Bijlage III. Verplichte bijdragen in het promotiefonds « Niet-eetbare tuinbouwproducten » 1. Voor de toepassing van deze bijdrageregeling wordt verstaan onder « werknemers » : de helpers van zelfstandigen en onder de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ressorterende werknemers en gelijkgestelden, met uitzondering van de leerlingen. 2. De jaarlijkse verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds « Niet eetbare tuinbouwproducten » worden als volgt vastgesteld : A.1° Alle in Vlaanderen gevestigde verkooppunten en verkopers, met uitzondering van de groothandelaars, en dienstverleners betalen een vaste bijdrage van 75 euro. 2° Deze bijdrage wordt verhoogd met een variabele bijdrage van : 75 euro voor een bijdrageplichtige met 1 tot 4 werknemers; 150 euro voor een bijdrageplichtige met 5 tot 9 werknemers; 225 euro voor een bijdrageplichtige met 10 tot 20 werknemers; 370 euro voor een bijdrageplichtige met meer dan 20 werknemers.

B.1° Alle in Vlaanderen gevestigde groothandelaars en producenten, met uitzondering van de boomkwekers en de potplantenkwekers andere dan producenten van azalea's, betalen een vaste bijdrage van 125 euro. 2° Deze bijdrage wordt verhoogd met een variabele bijdrage van : 100 euro voor een bijdrageplichtige met 1 tot 4 werknemers; 225 euro voor een bijdrageplichtige met 5 tot 9 werknemers; 370 euro voor een bijdrageplichtige met 10 tot 20 werknemers; 620 euro voor een bijdrageplichtige met meer dan 20 werknemers.

C. Onverminderd de toepassing van B en D betalen alle in Vlaanderen gevestigde producenten van azalea's een verplichte bijdrage, in functie van de BTW-omzet in 6% van het kalenderjaar dat onmiddellijk datgene voorafgaat waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn, als volgt : van 25.000 euro tot en met 125.000 euro : 250 euro; van meer dan 125.000 euro tot en met 250.000 euro : 500 euro; van meer dan 250.000 euro tot en met 500.000 euro : 750 euro; meer dan 500.000 euro : 1.000 euro.

Wie uitsluitend azalea japonica produceert wordt vrijgesteld van deze bijdrage.

D.1° Alle in Vlaanderen gevestigde boomkwekers en potplantenkwekers andere dan producenten van azalea's betalen een vaste bijdrage van 185 euro. 2° Deze bijdrage wordt verhoogd met een variabele bijdrage van : 100 euro voor een bijdrageplichtige met 1 tot 4 werknemers; 225 euro voor een bijdrageplichtige met 5 tot 9 werknemers; 370 euro voor een bijdrageplichtige met 10 tot 20 werknemers; 620 euro voor een bijdrageplichtige met meer dan 20 werknemers. 3. De variabele bijdragen sub 2 A, B en D worden geïnd op basis van de tewerkstellingsgegevens van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Bijlage IV. Verplichte bijdragen in het promotiefonds « Runderen, kalveren, geiten, schapen en paarden » 1. Voor de toepassing van deze bijdrageregeling wordt verstaan onder : « Openbaar slachthuis » : het slachthuis geëxploiteerd door een overheidslichaam of door een vereniging van overheidslichamen; « Particulier slachthuis » : het slachthuis geëxploiteerd door een natuurlijk persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon; « Vlees » : het vlees (het spiervlees), het vet, de witte en rode slachtafval van een slachtdier, alsmede het bloed en de beenderen die niet ontvet en niet volledig van spierresten ontdaan zijn; het voor de dood gekeelde dier, het gevilde, van ingewanden ontdane en voor de vleeshouwerij klaargemaakte dier, geschikt voor menselijke consumptie; « Rund » : elk huisdier van de rundveesoort, ongeacht het geslacht, met uitsluiting van de kalveren; « Kalf » : elk huisdier van de rundveesoort, ongeacht het geslacht, dat zo is opgenomen in de maandstaten van het IVK; « Paard » : elk éénhoevig dier, ongeacht het geslacht of de leeftijd, dat als dusdanig is opgenomen in de maandstaten van het IVK; « Schaap » : elk huisdier van de schapensoort, ongeacht het geslacht of de leeftijd; « Geit » :elk huisdier van de geitensoort, ongeacht het geslacht of de leeftijd; « Rundvlees »,« kalfsvlees » : alle vers gekoeld, bevroren en diepgevroren vlees, zoals gedefinieerd in art. 2 afkomstig van respectievelijk een rund en een kalf. « IVK » : Instituut voor Veterinaire Keuring. 2. De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds « runderen, kalveren, schapen, geiten en paarden » worden als volgt vastgesteld : 1° Wie runderen, kalveren, paarden, schapen of geiten slacht of laat slachten in een openbaar of particulier slachthuis betaalt de volgende bijdrage per geslacht dier, geschikt voor menselijke consumptie, met uitzondering van levend ingevoerde dieren en dieren die hiermee gelijkgesteld worden overeenkomstig artikel 1 van verordening (EEG) nr.3620/90 van de commissie betreffende het bepalen van de oorsprong van vlees en afvallen, vers, gekoeld of bevroren, van bepaalde huisdieren : - per rund : 2,50 euro - per kalf : 0,75 euro - per paard : 0,75 euro - per schaap : 0,20 euro - per geit : 0,10 euro Aan de leveranciers van de dieren wordt daarvan doorgerekend : - per rund : 1,60 euro - per kalf : 0,375 euro - per paard : 0,75 euro - per schaap : 0,20 euro - per geit : 0,10 euro Aan de koper van de geslachte dieren wordt daarvan doorgerekend : - per geslacht rund : 0,90 euro of aan de koper van delen van versneden runderen, een daarmee gelijkgesteld bedrag van 0,2 cent per kilogram rundvlees; - per geslacht kalf : 0,375 euro of aan de koper van delen van versneden kalveren, een daarmee gelijkgesteld bedrag van 0,4 cent per kilogram kalfsvlees met been en 0,7 cent per kilogram kalfsvlees zonder been. 2° Wie levend ingevoerde dieren en dieren die hiermee gelijkgesteld worden overeenkomstig artikel 1 van de Verordening (EEG) nr.3620/90 van de Commissie betreffende het bepalen van de oorsprong van vlees en afvallen, vers, gekoeld of bevroren, van bepaalde huisdieren, slacht of laat slachten in een openbaar of particulier slachthuis, betaalt de volgende bijdrage per geslacht dier, geschikt voor menselijke consumptie : - per geslacht rund : 0,90 euro - per geslacht kalf : 0,375 euro Deze bijdrage wordt doorgerekend aan de koper van de geslachte dieren.

Aan de koper van delen van versneden runderen wordt een hiermee gelijkgesteld bedrag van 0,2 cent per kilogram rundvlees doorberekend; aan de koper van delen van versneden kalveren een hiermee gelijkgesteld bedrag van 0,4 cent per kilogram kalfsvlees met been en 0,7 cent per kilogram kalfsvlees zonder been. 3° Wie levende runderen, kalveren, paarden, schapen of geiten uitvoert, betaalt de volgende bijdrage per levend uitgevoerd dier : - per rund : 1,60 euro - per kalf : 0,375 euro - per paard : 0,75 euro - per schaap : 0,20 euro - per geit : 0,10 euro Deze bijdrage wordt doorgerekend naar de leverancier van de dieren.4° De bijdragen sub 1°, 2° en 3° worden afzonderlijk vermeld op de factuur. De bijdragen sub 1° en 2° worden door de openbare en particuliere slachthuizen, zonder aanrekening van inningkosten, doorgestort aan VLAM. De bijdragen sub 3° worden door de uitvoerder van de levende dieren, zonder aanrekening van inningkosten, doorgestort aan VLAM. 5° De provinciale verenigingen van kwekers en houders van rundvee betalen aan VLAM een bijdrage van 0,07 euro per eerste inseminatie die zij verrichten.Dat bedrag mag doorgerekend worden aan de houder van het dier die de inseminatie laat verrichten. 6° De Belgische Confederatie van het Paard vzw betaalt aan VLAM een bijdrage van 1,25 euro per ingeschreven dier bij één van de volgende erkende stamboeken : het Belgische Warmbloedpaard, de Belgische Halfbloed, het Belgisch Trekpaard, het Ardenner Trekpaard, de Arabische Volbloed, de Haflinger, de Welsh Pony en de Shetland.Dit bedrag wordt doorgerekend aan de houder die het dier inschrijft. 7° De hierna genoemde organisaties verstrekken VLAM op eenvoudige aanvraag al de nodige inlichtingen en gegevens die deze nodig heeft voor de vaststelling van de bijdragen : - de fokverenigingen en stamboeken van rundveerassen; - de provinciale verenigingen van kwekers en houders van rundvee; - de fokmaatschappijen ter verbetering van het paardenras.

Bijlage V. Verplichte bijdragen in het promotiefonds « Varkens » 1. Voor de toepassing van deze bijdrageregeling wordt verstaan onder : « Openbaar slachthuis » : het slachthuis geëxploiteerd door een overheidslichaam of door een vereniging van overheidslichamen; « Particulier slachthuis » : het slachthuis geëxploiteerd door een natuurlijk persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon; « Vlees » : het vlees (spiervlees), het vet, de witte en rode slachtafval van een slachtdier, alsmede het bloed en de beenderen die niet ontvet en niet volledig van spierresten ontdaan zijn; het voor de dood gekeelde dier, geschikt voor menselijke consumptie; « Varken » : elk huisdier van de varkenssoort, ongeacht de leeftijd of het geslacht; « Varkensvlees » : alle vers, gekoeld, bevroren of diepgevroren vlees zoals hierboven gedefinieerd met inbegrip van zwoerd, afkomstig van een varken; « IVK » : Instituut voor Veterinaire Keuring; 2. De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds « varkens » worden als volgt vastgesteld : 1° Wie varkens slacht of laat slachten in een openbaar of particulier slachthuis betaalt een bijdrage van 0,26 euro per geslacht varken, geschikt voor menselijke consumptie, met uitzondering van de levend ingevoerde varkens en varkens die daarmee gelijk gesteld worden overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EEG) nr.3620/90 van de Commissie betreffende het bepalen van de oorsprong van vlees en afvallen, vers, gekoeld of bevroren, van bepaalde huisdieren.

Aan de leverancier van de varkens wordt daarvan 0,13 euro per geslacht varken doorgerekend.

Aan de koper van de geslachte varkens wordt daarvan een bijdrage van 0,13 euro per geslacht varken doorgerekend; aan de koper van versneden varkens een daarmee gelijkgesteld bedrag van 2 cent per begonnen schijf van 10 kilogram varkensvlees. 2° Wie levend ingevoerde varkens en varkens die hiermee gelijkgesteld worden overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EEG) nr.3620/90 van de Commissie betreffende het bepalen van de oorsprong van vlees en afvallen, vers, gekoeld of bevroren, van bepaalde huisdieren, slacht of laat slachten in een openbaar of particulier slachthuis, betaalt een bijdrage van 0,13 euro per geslacht varken, geschikt voor menselijke consumptie.

Deze bijdrage wordt doorgerekend aan de koper van de geslachte varkens. Aan de koper van delen van versneden varkens wordt een hiermee gelijkgesteld bedrag van 2 cent per begonnen schijf van 10 kilogram varkensvlees doorgerekend. 3° Wie levende varkens uitvoert, betaalt een bijdrage van 0,13 euro per levend uitgevoerd dier.Deze bijdrage wordt doorgerekend naar de leverancier van de varkens. 4° De bijdragen sub 1°, 2° en 3° worden afzonderlijk vermeld op de factuur.5° De bijdragen sub 1° en 2° worden door de openbare en particuliere slachthuizen, zonder aanrekening van inningkosten, doorgestort aan VLAM.De bijdragen sub 3° worden door de uitvoerder van de levende varkens, zonder aanrekening van inningkosten, doorgestort aan VLAM. Bijlage VI. Verplichte bijdragen in het promotiefonds « Pluimvee, eieren en kleinvee » 1. Voor de toepassing van deze bijdrageregeling wordt verstaan onder : « Pluimvee » : kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, duiven, fazanten, patrijzen en loopvogels (ratites), die in gevangenschap worden opgefokt of gehouden voor de fokkerij, voor de productie van vlees of van consumptie-eieren, als sierpluimvee of om in het wild te worden uitgezet; « Eendagskuikens » : pluimvee dat nog geen 72 uur oud is en dat nog niet is gevoerd; muskuseenden of kruisingen daarvan (cairina moschata) mogen evenwel gevoerd zijn; « Konijn » : elk tam konijn ongeacht leeftijd of geslacht; « Eieren » : eieren van pluimvee, in de schaal en geschikt voor consumptie in ongewijzigde staat of voor gebruik door de levensmiddelenindustrie; « Vlees » : alle karkassen en delen van pluimvee, geschikt voor menselijke consumptie; « Konijnenvlees » : alle vers, gekoeld, bevroren of diepgevroren vlees, afkomstig van een konijn; « Eiproducten » : consumptie-eieren ontdaan van de schaal, eigeel en ovoalbumine; « Slachthuis » : elke inrichting waar pluimvee en/of konijnen worden geslacht overeenkomstig de bepalingen van de wet 15 april 1965 betreffende de keuring van de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild, en tot wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, en eventueel in de plaats tredende wettelijke bepalingen; « Broeierij » : bedrijf dat zich toelegt op het inleggen en uitbroeden van broedeieren en het opleveren van eendagskuikens; « Vermeerderingsbedrijf » : bedrijf waarvan de activiteit bestaat in de productie van broedeieren bestemd voor de productie van gebruikspluimvee. 2. De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds « pluimvee, eieren en kleinvee » worden als volgt vastgesteld voor « pluimvee en eieren » : 1° Erkende slachthuizen betalen een jaarlijkse bijdrage in functie van het aantal stuks geslacht pluimvee per jaar, namelijk : minder dan 100.000 stuks : 75 euro; meer dan 2.000.000 stuks : 2500 euro; van 100.000 tot en met 2.000.000 stuks : 10 cent per begonnen schijf van 100 stuks.

De uit een andere lidstaat van de Europese Unie levend ingevoerde dieren worden niet in rekening genomen voor de betaling van deze bijdragen. 2° Erkende pakstations in de eiersector betalen een jaarlijkse bijdrage in functie van hun technische sorteercapaciteit, namelijk : tot en met 5.000 eieren/uur : 150 euro; van 5.001 tot en met 15.000 eieren/uur : 200 euro; meer dan 15.000 eieren/uur : 250 euro. 3° Groothandelaars in eieren betalen een jaarlijkse bijdrage van 150 euro.4° Bedrijven die in nevenactiviteit eiproducten vervaardigen betalen een jaarlijkse bijdrage van 40 euro;gespecialiseerde eiproductenbedrijven betalen een jaarlijkse bijdrage van 300 euro. 5° Erkende broeierijen betalen een jaarlijkse bijdrage in functie van hun broedcapaciteit, namelijk : minder dan 500.000 eieren : 135 euro; van 500.000 tot en met 999.999 eieren : 250 euro; 1.000.000 of meer eieren : 350 euro. 6° Erkende vermeerderingsbedrijven betalen een jaarlijkse bijdrage in functie van hun bedrijfsgrootte, namelijk : minder dan 5.000 dieren : 40 euro; van 5.000 tot en met 9.999 dieren : 75 euro; 10.000 of meer dieren : 110 euro. 7° Invoerders en houders van een erkenning voor het fabriceren van mengvoeders betalen een jaarlijkse bijdrage van 50 euro. 8° Houders van kippen voor de productie van consumptie-eieren, al of niet op ouderdom van de leg en reforme dieren inbegrepen, betalen een jaarlijkse bijdrage in functie van hun bedrijfsgrootte, namelijk : van 5.000 tot en met 14.999 dieren : 40 euro; van 15.000 tot en met 19.999 dieren : 50 euro; van 20.000 tot en met 24.999 dieren : 60 euro; van 25.000 tot en met 29.999 dieren : 75 euro; van 30.000 tot en met 49.999 dieren : 125 euro; 50.000 of meer dieren : 225 euro. 9° Houders van braadkippen, uitgezonderd eendagskuikens, betalen een jaarlijkse bijdrage in functie van hun bedrijfsgrootte, namelijk : van 10.000 tot en met 14.999 dieren : 40 euro; van 15.000 tot en met 19.999 dieren : 45 euro; van 20.000 tot en met 24.999 dieren : 55 euro; van 25.000 tot en met 29.999 dieren : 65 euro; van 30.000 tot en met 49.999 dieren : 100 euro; van 50.000 tot en met 99.999 dieren : 185 euro; 100.000 of meer dieren : 310 euro. 10° Uitsnijderijen, voor intracommunautair handelsverkeer erkend door het Ministerie van Volksgezondheid, betalen een jaarlijkse bijdrage van 250 euro indien hun capaciteit meer bedraagt dan 3 ton uitgesneden en/of uitgebeend vlees per week.Indien de capaciteit minder of gelijk is aan 3 ton betalen ze een jaarlijkse bijdrage van 75 euro.

Uitsnijderijen die een technische eenheid vormen met een slachthuis zijn vrijgesteld van deze bijdrage. 11° De bijdragen sub 8° en 9° worden vastgesteld op basis van de gegevens over het kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is. 3. De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds « pluimvee, eieren en kleinvee » worden als volgt vastgesteld voor « konijnen » : A.1° Wie konijnen slacht of laat slachten in een slachthuis betaalt een bijdrage van 3 euro per begonnen schijf van 100 geslachte konijnen, met uitzondering van uit een EU-lidstaat levend ingevoerde dieren.

Aan de leverancier van de konijnen wordt daarvan 0,40 euro per begonnen schijf van 100 kilogram levend gewicht en aan de koper van de geslachte konijnen 1,25 euro per begonnen schijf van 100 kilogram konijnenvlees doorgerekend, met uitzondering van producten die niet voor consumptie worden aangeboden of die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie.

De betrokken bijdrageplichtigen brengen 1,25 euro per begonnen schijf van 100 kilogram niet voor consumptie aangeboden of niet voor menselijke consumptie geschikt vlees in mindering van de door hen verschuldigde bijdragen. 2° De slachthuizen betalen de in 1° gestelde bijdragen, met een minimum van 150 euro per jaar aan VLAM en rekenen voor de inning geen kosten aan. B. Wie geslachte konijnen uit derde landen invoert, betaalt een bijdrage van 2,50 euro per begonnen schijf van 100 kilogram ingevoerd konijnenvlees.

Bijlage VII. Verplichte bijdragen in het promotiefonds « Zuivel » 1. Voor de toepassing van deze bijdrageregeling wordt verstaan onder : « melk » : het product voortkomend van het melken van één of meer koeien en waarvan het natuurlijk vetgehalte al dan niet werd gewijzigd; « koper » : 1° iedere natuurlijke of rechtspersoon die melk aankoopt om deze te onderwerpen aan bewerkingen van bereiding, fabricage, omvorming of conditionering;2° iedere natuurlijke of rechtspersoon die zich in welke hoedanigheid ook voor eigen rekening of voor rekening van een derde stelt tussen de producent en de onder 1° bedoelde persoon; « producent » : de houder van één of meer koeien bestemd voor de melkproductie in een productiebedrijf, waarvan de exploitatiezetel in Vlaanderen gevestigd is; 2. De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds « Zuivel » worden als volgt vastgesteld : Iedere melkproducent is een bijdrage verschuldigd van 12,4 cent per 100 liter melk.Deze bijdrage wordt proportioneel berekend. In geval van levering van room bedraagt de bijdrage 3 cent per kilogram botervet. 3. 1° Als de producent de melk aan een koper levert, wordt de bijdrage door de koper van de melk ingehouden op het aan de producent te betalen bedrag. De kopers van de melk geven op de afrekening van elke producent afzonderlijk het bedrag aan dat als verplichte bijdrage is ingehouden.

De ingehouden bijdragen worden van rechtswege binnen de 45 dagen na de betrokken maand door de koper van de melk gestort aan VLAM. 2° Uiterlijk binnen 45 dagen na het einde van de betrokken periode, delen de kopers aan VLAM de totale hoeveelheid door de producenten geleverde melk gedurende die maand mee.3° De kopers houden een productenboekhouding ter beschikking van VLAM waarin per maand moeten vermeld zijn : a) naam en adres van de producenten van wie zij melk hebben gekocht;b) de van elke producent gekochte hoeveelheid melk;c) het bedrag dat als bijdrage is ingehouden op het bedrag dat aan iedere producent verschuldigd is als betaling voor de geleverde melk;d) naam en adres van de natuurlijke of rechtspersonen waaraan de betrokken melk is geleverd, als ze tussenpersonen zijn tussen de producenten en gebruikers. 4.1° Als een producent de melk niet via levering aan een koper verhandelt, worden de overeenkomstige bijdragen jaarlijks door VLAM gefactureerd op basis van productiegegevens waarover deze beschikt, met een minimum van 40 euro per jaar. De referentieperiode voor deze bijdragen loopt van 1 april van het bijdragejaar -2 tot en met 31 maart van het bijdragejaar -1. 2° De producenten sub 1° houden een productenboekhouding ter beschikking van VLAM, waarin per maand de geproduceerde hoeveelheid melk vermeld moet vermeld zijn. Bijlage VIII. Verplichte bijdragen in het promotiefonds « Visserij en aquacultuur » De jaarlijkse verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds « Visserij en aquacultuur » worden als volgt vastgesteld : 1° Al wie door het Ministerie van Volksgezondheid gemachtigd is verse producten uit visserij en aquacultuur te verwerken en/of te bewerken en alle groothandelaars in verse producten uit visserij en aquacultuur betalen 310 euro.2° Al wie verse producten uit visserij en aquacultuur verkoopt aan de consument betaalt per verkoopspunt 112 euro.3° Al wie producten uit visserij en aquacultuur kweekt voor menselijke consumptie betaalt een bijdrage van 112 euro.4° Alle reders betalen een bijdrage in functie van de bruto-tonnenmaat van hun vaartuig, namelijk : - tot en met 50 ton : 75 euro; - van 51 tot en met 200 ton : 143 euro; - meer dan 200 ton : 224 euro. 5° De drie Vlaamse vismijnen betalen de volgende bijdrage : - de Nieuwpoortse Vismijn : 248 euro; - de Oostendse Vismijn : 620 euro; - de Zeebrugse Vismijn : 1612 euro.

Bijlage IX. Verplichte bijdragen in het promotiefonds « Brood en banket » 1. Voor de toepassing van deze bijdrageregeling wordt verstaan onder « brood- en banketbakker » : de persoon of de vennootschap die voor rekening van derden ten minste één van de volgende werkzaamheden uitoefent : a) het bereiden van bakkerijproducten of andere producten zoals die door de wetgeving inzake levensmiddelen betreffende brood en andere bakkerijproducten worden bepaald;b) het bereiden van producten die gewoonlijk als banketbakkerijproducten worden aangeduid, met name : - producten op basis van soezenbeslag en bladerdeeg; - meringues; - diverse vetdegen, biscuit- en cakebeslagsoorten; - petit-fours; - taarten, taartjes en gebak. 2. De verplichte bijdragen bestemd voor het promotiefonds « Brood en banket » worden als volgt bepaald : 1° Alle in Vlaanderen gevestigde brood- en banketbakkers, met uitzondering van deze met een omzet van meer dan 1.239.468 euro en meer dan 20 werknemers in dienst in het kalenderjaar waarvan het jaartal verwijst naar het tweede kalenderjaar dat onmiddellijk datgene voorafgaat waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn, betalen een verplichte bijdrage van 2 |Sp op de verkoop van brood- en banketbakkerijproducten onderworpen aan een BTW-percentage van 6%, met een forfaitaire vrijstelling van 10 %. 2° De inning van deze bijdragen geschiedt op basis van het omzetcijfer zoals gekend bij de BTW-administratie en dat betrekking heeft op het kalenderjaar waarvan het jaartal verwijst naar het tweede kalenderjaar dat onmiddellijk datgene voorafgaat waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn.3° Indien het wegens aanvang of hervatting van de activiteit van brood- en banketbakker niet mogelijk is de bijdrage op de in 2° bedoelde wijze vast te stellen, is een voorlopige jaarlijkse verplichte bijdrage verschuldigd van 248 euro.Deze voorlopige bijdrage wordt geregulariseerd op basis van de definitieve verkoopcijfers van het betrokken jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is, zodra deze beschikbaar zijn.

Bijlage X. Verplichte bijdragen in het promotiefonds « Biologische landbouw » 1. Voor de toepassing van deze bijdrageregeling wordt verstaan onder « producten uit de biologische landbouw » : producten waarop aanduidingen voorkomen die verwijzen naar de biologische productiemethode of waarvan het in de bedoeling ligt op die producten dergelijke aanduidingen aan te brengen, zoals bepaald in Verordening (EEG) nr.2092/91 van de Raad van 24 juni 1991, inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen, en de toepasselijke uitvoeringsbepalingen. 2. Wie producten uit de biologische landbouw produceert in de zin van de in punt 1 genoemde verordening, betaalt een jaarlijkse bijdrage van 38 euro. 3. Wie producten uit de biologische landbouw bereidt in de zin van de in punt 1 genoemde verordening, betaalt een jaarlijkse bijdrage in functie van het omzetcijfer zoals opgegeven bij de BTW-administratie en dat betrekking heeft op het kalenderjaar waarvan het jaartal verwijst naar het kalenderjaar dat onmiddellijk datgene voorafgaat waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn, namelijk : omzet : bijdrage : tot en met 123.947 euro 62 euro van 123.948 euro tot en met 247.894 euro 124 euro van 247.895 euro tot en met 619.734 euro 248 euro van 619.735 euro tot en met 1.239.468 euro 620 euro van 1.239.469 euro tot en met 2.478.935 euro 1239 euro meer dan 2.478.935 euro 2479 euro Bijdragen die voor producten uit de biologische landbouw betaald werden krachtens de bijlagen I tot en met IX van dit besluit mogen in mindering gebracht worden van de krachtens dit punt verschuldigde bijdragen. De bewijslast hiervoor ligt bij de bijdrageplichtige. 4. Wie als groothandel producten uit de biologische landbouw in de handel brengt in de zin van de in punt 1 genoemde verordening, betaalt een jaarlijkse bijdrage in functie van het omzetcijfer zoals opgegeven bij de BTW-administratie en dat betrekking heeft op het kalenderjaar waarvan het jaartal verwijst naar het kalenderjaar dat onmiddellijk datgene voorafgaat waarvoor de bijdragen verschuldigd zijn, namelijk : omzet : bijdrage : tot en met 247.894 euro 62 euro van 247.895 euro tot en met 495.787 euro 124 euro van 495.788 euro tot en met 1.239.468 euro 248 euro van 1.239.469 euro tot en met 2.478.935 euro 620 euro meer dan 2.478.935 euro 1239 euro Bijdragen die voor producten uit de biologische landbouw betaald werden krachtens de bijlagen I tot en met IX van dit besluit mogen in mindering gebracht worden van de krachtens dit punt verschuldigde bijdragen. De bewijslast hiervoor ligt bij de bijdrageplichtige. 5. Wie als kleinhandel producten uit de biologische landbouw in de handel brengt in de zin van de in punt 1 genoemde verordening, betaalt per verkooppunt een jaarlijkse bijdrage van 38 euro.6. De bijdragen uit punt 2 tot en met 5 zijn niet cumulatief.Wie meerdere activiteiten als opgenomen in deze punten uitoefent, betaalt alleen de hoogste verschuldigde bijdrage. 7. De in deze bijlage opgenomen bijdragen gelden voor de referentiejaren 2000 tot en met 2002.

Art. 4.Artikel 1 van dit besluit treedt in werking op 1 november 2000.

De artikels 2 en 3 van dit besluit treden in werking op 1 januari 2002.

Art. 5.Tot en met 31 december 2001 is bijlage III punt 2C, zoals opgenomen in artikel 3 van dit besluit, van toepassing met volgende bedragen : van 1 mln.fr. tot en met 5 mln.fr. : 10.000 BEF; van meer dan 5 mln.fr. tot en met 10 mln.fr. : 20.000 BEF; van meer dan 10 mln.fr. tot en met 20 mln.fr. : 30.000 BEF; van meer 20 mln.fr. : 40.000 BEF.

Art. 6.De Vlaamse minister bevoegd voor het afzet- en uitvoerbeleid van landbouw-, tuinbouw- en visserijproducten is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 oktober 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Economie, Buitenlandse Handel en Huisvesting, J. GABRIELS.

^