Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 27 januari 1998
gepubliceerd op 17 maart 1998

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 november 1994 betreffende de aanwending, door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, van de kapitalen die voortkomen van het Fonds B2

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1998035280
pub.
17/03/1998
prom.
27/01/1998
ELI
eli/besluit/1998/01/27/1998035280/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 JANUARI 1998. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 november 1994 betreffende de aanwending, door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, van de kapitalen die voortkomen van het Fonds B2


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 50, 51 en 52;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1983 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de toelating wordt verstrekt aan de coöperatieve vennootschap « Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen » tot het aangaan van leningen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 november 1994 betreffende de aanwending, door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, van de kapitalen die voortkomen van het Fonds B2, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 20 juni 1996;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 10 december 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er snel een beslissing genomen moet worden om meer gezinnen in een aantal grote steden toe te laten tot het stelsel van de hypothecaire leningen van het Vlaams Woningfonds en de maatregel terzake van 20 juni 1996 eind 1997 is afgelopen;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid en van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 23 november 1994 betreffende de aanwending, door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, van de kapitalen die voortkomen van het Fonds B2 wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 4.De aanvrager moet op de referentiedatum een gezin hebben met ten minste drie kinderen ten laste.

Als de aanvraag echter betrekking heeft op een woning in een kernstad of in een door de Vlaamse minister aan te wijzen woonvernieuwings- of woningbouwgebied in de provincie Vlaams-Brabant, volstaat het dat de aanvrager op de referentiedatum twee kinderen ten laste heeft.

Binnen de perken van de door het Gewest toegestane investeringskredieten, moet het Vlaams Woningfonds bij het toekennen van hypothecaire leningen voorrang verlenen aan de gezinnen met ten minste drie kinderen ten laste. ».

Art. 2.In artikel 6, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de laatste zin van het derde lid wordt vervangen door wat volgt : « Voor de aanvrager met twee kinderen ten laste, bedoeld in artikel 4, tweede lid, is de oorspronkelijke rentevoet op de in § 1 vermelde datum gelijk aan de overeenkomstig het eerste lid berekende rentevoet, vermeerderd met 0,5 % punt.». 2° de laatste zin van het vierde lid wordt vervangen door wat volgt : « De oorspronkelijke rentevoet mag nooit minder bedragen dan 2,5 % voor een aanvrager met twee kinderen ten laste.Deze rentevoet wordt afgerond naar het eerst lagere kwartprocent. ».

Art. 3.In artikel 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juni 1996 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 november 1994 betreffende de aanwending door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, van de kapitalen die voortkomen van het Fonds B2 worden de woorden « Het besluit houdt op van kracht te zijn op 31 december 1997. » geschrapt.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.

Art. 5.De Vlaamse minister bevoegd voor financiën en de Vlaamse minister bevoegd voor huisvesting zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 januari 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, Mevr. W. DEMEESTER-DE MEYER De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting, L. PEETERS

^