Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 28 februari 2014
gepubliceerd op 12 mei 2014

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen

bron
vlaamse overheid
numac
2014035366
pub.
12/05/2014
prom.
28/02/2014
ELI
eli/besluit/2014/02/28/2014035366/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 FEBRUARI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen


De Vlaamse Regering, Gelet op het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003, artikel 5;

Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen, artikel 3, gewijzigd bij het decreet van 28 april 2006;

Gelet op het Personeelsstatuut Export Vlaanderen van 22 september 2000;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en de organisatieontwikkeling in de Vlaamse administratie, gegeven op 6 februari 2013;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2013;

Gelet op protocol nr. 328.1053 van 20 september 2013 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op advies nr. 54.248/1 van de Raad van State gegeven op 4 november 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen en toepassingsgebied Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° het agentschap : het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen; 2° de gedelegeerd bestuurder : het personeelslid dat belast is met de bevoegdheden die toebedeeld zijn aan de lijnmanager, vermeld in artikel I.2, 10°, van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006; 3° het oprichtingsdecreet : het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen.

Art. 2.Dit besluit wordt aangehaald als "het Agentschapspecifiek Besluit Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen van datum", afgekort "ASB-VLAIO van datum". Afdeling 2. - Toepassingsgebied

Art. 3.Met behoud van de toepassing van de bepalingen van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, is dit besluit van toepassing op het personeel dat in dienst is van het agentschap, behoudens voor : 1° de handelssecretarissen;2° het in het buitenland tewerkgestelde personeel ter ondersteuning van de Vlaamse economisch vertegenwoordigers, de technologieattachés en van de handelssecretarissen. De bepalingen van dit besluit doen geen afbreuk aan andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen die op specifieke categorieën van dat personeel van toepassing zijn. HOOFDSTUK 2. - Kinderbijslag

Art. 4.De Vlaamse economisch vertegenwoordiger en technologieattaché, die gedurende minstens zes achtereenvolgende maanden hun ambt buiten België uitoefenen en er hun kinderen opvoeden, ontvangen bij de kinderbijslag een maandelijks supplement dat gelijk is aan tweemaal het bedrag van de kinderbijslag.

De kinderbijslag en de supplementen worden na de terugkeer in België van de personeelsleden bedoeld in het eerste lid verder toegekend aan deze personeelsleden, voor hun kinderen die in het buitenland voortstuderen. HOOFDSTUK 3. - De Vlaamse economisch vertegenwoordiger Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Art. 5.Met behoud van de toepassing van de toelatingsvoorwaarden, vermeld in artikel III.1, van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, moet de kandidaat, om toegelaten te worden tot de functie van Vlaamse economisch vertegenwoordiger, op het ogenblik van de sollicitatie houder zijn van een diploma dat toegang verleent tot niveau A. De Vlaamse economisch vertegenwoordiger wordt aangeworven door de gedelegeerd bestuurder na een vergelijkende aanwervingsproef.

De Vlaamse economisch vertegenwoordiger doorloopt bij de aanvang van de indiensttreding een proeftijd van twaalf maanden. De gedelegeerd bestuurder wijst de standplaats van de Vlaamse economisch vertegenwoordiger aan na afloop van de proefperiode.

De Vlaamse economisch vertegenwoordiger wordt aangeworven voor de uitoefening van een opdracht in het buitenland, maar behoudt zijn domicilie in België. De gedelegeerd bestuurder kan de standplaats in het belang van de dienst wijzigen, overeenkomstig de regeling in artikel 6. Afdeling 2. - Mutatieregeling

Art. 6.Mutaties maken integraal deel uit van de loopbaan van een Vlaamse economisch vertegenwoordiger. Onder mutatie wordt elke wijziging van standplaats van de Vlaamse economisch vertegenwoordiger verstaan. De gedelegeerd bestuurder stelt de nadere regels inzake de mutaties vast.

Er zijn drie soorten mutaties mogelijk : 1° mutatie van de ene buitenlandse standplaats naar de andere buitenlandse standplaats;2° mutatie van een buitenlandse standplaats naar een standplaats in Vlaanderen;3° mutatie van een standplaats in Vlaanderen naar een buitenlandse standplaats. De gedelegeerd bestuurder stelt de nadere regels inzake de mutaties vast, waaronder de minimum- en maximumtermijn voor een ononderbroken verblijf op dezelfde standplaats.

De gedelegeerd bestuurder beslist over de toewijzing van een standplaats.

Voor de toewijzing van een standplaats worden de volgende criteria in aanmerking genomen : 1° de vereisten van de standplaats, hetzij een A1-standplaats, hetzij een regiopost;2° de voorgaande evaluaties van de kandidaat;3° de ervaring van de kandidaat;4° de sociale en familiale criteria;5° de talenkennis of de bereidheid die te vergroten;6° de voorkeur van de kandidaat. Door onvoorziene omstandigheden, veiligheidsproblemen, ziekte, persona-non-grataverklaring en andere dwingende redenen, kan de gedelegeerd bestuurder beslissen een personeelslid ambtshalve terug te roepen en als gevolg daarvan het personeelslid voor een beperkte periode in Vlaanderen te werk te stellen.

Art. 7.In afwijking van de bepalingen van artikel 5, kan het personeelslid met standplaats in Vlaanderen, dat minstens behoort tot rang A1, zijn kandidatuur indienen om, voor maximaal één termijn, die gelijk is aan de maximumtermijn, zoals vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder overeenkomstig artikel 6, derde lid, een functie van Vlaamse economisch vertegenwoordiger in het buitenland op te nemen.

Indien een personeelslid met standplaats in Vlaanderen zijn kandidatuur indient voor een regiopost, dient het personeelslid minstens te behoren tot rang A2.

Als de kandidaat voldoet aan de profielvereisten voor de standplaats en de functie, kan de gedelegeerd bestuurder beslissen om hem de standplaats in het buitenland toe te kennen.

Een personeelslid van de hoofdzetel of een provinciaal kantoor aan wie een standplaats in het buitenland wordt toegekend, doorloopt een proeftijd van twaalf maanden op de standplaats in het buitenland. Bij een positieve evaluatie van de proeftijd blijft het personeelslid de functie van Vlaamse economisch vertegenwoordiger uitoefenen. Bij een negatieve evaluatie van de proeftijd zal het personeelslid opnieuw zijn functie met standplaats in Vlaanderen opnemen.

De personeelsleden van de hoofdzetel of de provinciale kantoren die een standplaats in het buitenland hebben, behouden hun salarisschaal en kunnen geen aanspraak maken op een salarissupplement. Voor het overige worden aan de betrokken personeelsleden dezelfde vergoedingen en toelagen toegekend als aan de Vlaamse economisch vertegenwoordigers. Afdeling 3. - Regioposten

Art. 8.Een regiopost is de belangrijkste economische post binnen een geografische regio waarvan het posthoofd tevens de coördinatie op zich neemt voor alle posten binnen die geografische regio.

De lijst van regioposten wordt elk jaar bij dienstorder vastgelegd door de gedelegeerd bestuurder. De gedelegeerd bestuurder zal bij zijn beslissing rekening houden met volgende criteria : 1° het economisch belang van de post binnen de regio : - het bruto binnenlands product van het land; - de actuele export van Vlaamse producten naar het land; - het aantal vragen vanuit Vlaanderen voor een bepaalde post of regio; - de bestaande inflow van investeringen naar Vlaanderen vanuit een bepaalde regio of land; - het potentieel van de regio voor het aantrekken van buitenlandse investeerders naar Vlaanderen (op basis van de relatieve stijging); 2° het geo-politiek belang van een land/post in een bepaalde regio : - de ranking van bepaalde steden in internationale onderzoeken; - internationaal toonaangevende bronnen; 3° organisatorische parameters : - de interne administratieve grootte van een regio (aantal posten en het gewicht van deze posten binnen de structuur van Flanders Investment & Trade); - de vlotte bereikbaarheid van de post (internationale luchthaven of hub, internationaal spoor, wegeninfrastructuur, ...); - maximum 1 regiopost per regio.

De Vlaamse economisch vertegenwoordiger komt alleen in aanmerking voor een regiopost als hij aan alle profielvereisten voldoet. Het slagen voor een externe potentieelinschatting voor leidinggevende capaciteiten is een minimumvereiste voor elke regiopost.

De Vlaamse economisch vertegenwoordigers die bij de inwerkingtreding van dit besluit een regiopost beheren, dienen eveneens te slagen voor een externe potentieelinschatting voor leidinggevende capaciteiten en moeten voldoen aan de profielvereisten voor de regiopost. De Vlaamse economisch vertegenwoordiger die bij de inwerkingtreding van dit besluit een regiopost beheren en die niet slagen voor een externe potentieelinschatting voor leidinggevende capaciteiten of niet voldoen aan de profielvereisten voor de regiopost, kunnen in afwachting van hun mutatie naar een niet-regiopost tijdelijk de regiopost nog blijven beheren zonder echter aanspraak te maken op de regioposttoelage.

De gedelegeerd bestuurder stelt de nadere regels voor de aanstelling als beheerder van een regiopost vast. De gedelegeerd bestuurder beslist over de aanstelling als beheerder van een regiopost op basis van de resultaten van de selectieprocedure.

Onverminderd de bepalingen van het vierde lid, heeft de Vlaamse economisch vertegenwoordiger die een regiopost als standplaats toegewezen krijgt, recht op een regiopost toelage van 673 euro bruto/maand tegen 100%. De regiopost toelage volgt de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de regeling in artikel VII.9 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

Bij mutatie van een regiopost naar een niet-regiopost, verliest de Vlaamse economisch vertegenwoordiger de regiopost toelage. De artikelen VII.15 tot en met VII.16 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 zijn van toepassing wat betreft de regiopost toelage.

De mutatieregeling, bedoeld in artikel 6, is van toepassing op de beheerders van regioposten. HOOFDSTUK 4. - Algemene overgangs-, opheffings- en slotbepalingen Afdeling 1. - Overgangsbepalingen

Onderafdeling 1. - Artikel XIV.17, § 1, van het Personeelsstatuut Export Vlaanderen van 22 september 2000

Art. 9.§ 1 Het personeelslid dat onder de toepassing viel van artikel XIV.17, § 1, van het Personeelsstatuut Export Vlaanderen van 22 september 2000, wordt ingeschaald in B2V1.

Na acht jaar effectieve of daarmee gelijkgestelde prestaties in B2V1 wordt het personeelslid ingeschaald in B2V2.

Na tien jaar effectieve of daarmee gelijkgestelde prestaties in B2V2 wordt het personeelslid ingeschaald in B2V3. § 2. De salarisschalen B2V1, B2V2 en B2V3 zijn opgenomen in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

Onderafdeling 2. - Jaartoelage

Art. 10.Voor de personeelsleden die op 31 december 1997 in dienst waren van de rechtsvoorganger van het agentschap en voor de personeelsleden die overgedragen zijn door het koninklijk besluit van 9 maart 2003 tot overdracht van personeelsleden van de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel naar het Vlaamse Gewest, wordt de veranderlijke vergoeding overeenkomstig artikel 8 en 15 van bijlage III bij het besluit van de Regent van 15 mei 1949 houdende goedkeuring van het kader, bezoldigingsregeling en het statuut van het personeel van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel, vanaf inschaling opgeheven en vervangen door een jaartoelage.

De jaartoelage stemt overeen met het, overeenkomstig het derde en vierde lid, gecorrigeerde nominale bedrag, teruggebracht tot spilindex 138,01, dat het betrokken personeelslid in het jaar dat aan zijn inschaling voorafging, als veranderlijke vergoeding heeft ontvangen.

Voor de vaststelling van het aanwezigheidscijfer worden de volgende afwezigheden gelijkgesteld met dagen aanwezigheid : 1° voltijdse gewettigde afwezigheden of verloven van drie maanden of meer, met inbegrip van de loopbaanonderbreking voor twaalf weken, waarvoor in het jaar dat aan de inschaling voorafging geen salaris werd betaald;2° bevallingsverlof in de loop van het jaar dat aan de inschaling voorafging;3° een ononderbroken afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid van vijftig werkdagen of meer gedurende het jaar dat aan de inschaling voorafging. Voor de personeelsleden die wegens hun afwezigheid of verlof, vermeld in het derde lid, 1°, in het jaar dat aan de inschaling voorafging geen veranderlijke vergoeding hebben ontvangen, wordt het laatste bedrijvigheidscijfer dat aan hen is toegekend, als basis voor de berekening van de jaartoelage genomen. Voor de personeelsleden die in het jaar dat aan de inschaling voorafging werkelijke prestaties hebben geleverd, wordt voor de berekening van de jaartoelage minimaal een bedrijvigheidscijfer van 0,3 toegepast.

De correcties, vermeld in het derde en vierde lid, geven geen aanleiding tot een herziening van het bedrag van de veranderlijke vergoeding dat in het jaar dat aan de inschaling voorafging effectief werd uitbetaald.

Art. 11.§ 1. Aan de personeelsleden die in de periode tussen 1 januari 1998 en 31 juli 1998 in dienst zijn getreden bij Export Vlaanderen, de rechtsvoorganger van het agentschap, wordt ook een jaartoelage toegekend.

De jaartoelage, vermeld in het eerste lid, wordt berekend op basis van het gemiddelde van het minimum- en maximumsalaris (tegen spilindex 138,01) van de salarisschaal die verbonden is aan de graad van het betrokken personeelslid, te vermenigvuldigen met bedrijvigheidscijfer 0,4 en rekening houdend met hun aanwezigheid sedert de datum van indiensttreding tot en met 31 juli 1998. § 2. Voor de statutaire personeelsleden wordt de jaartoelage bepaald op 92,5% van het bedrag dat wordt bekomen door het bedrag berekend overeenkomstig artikel 10 of artikel 11, § 1, te verminderen met het onderstaand bedrag per rang : - rang A1 : 1.400 EUR; - rang A2 : 2.060 EUR; - rang A2M : 2.060 EUR; - rang A2A : 2.500 EUR; - rang B1 : 1.090 EUR; - rang B2 : 1.380 EUR; - rang B3 : 1.740 EUR; - rang C1 : 530 EUR; - rang C2 : 1.430 EUR; - rang C3 : 2.590 EUR; - rang D1 : 690 EUR; - rang D2 : 780 EUR. § 3. Aan de personeelsleden, vermeld in § 2, worden de volgende salarisschalen toegekend : - rang A1 : salarisschalen A111bis, A112bis, A113bis, A114bis, A125bis en A126bis; - rang A2 : salarisschalen A211bis, A212bis en A214bis; - rang A2M : salarisschaal A213bis; - rang A2A : salarisschaal A286bis; - rang B1 : salarisschalen B111bis, B112bis, B113bis en B114bis; - rang B2 : salarisschalen B211bis en B212bis; - rang B3 : salarisschaal B311bis; - rang C1 : salarisschalen C111bis, C112bis, C113bis, C114bis, C122bis en C124bis; - rang C2 : salarisschalen C211bis en C212bis; - rang C3 : salarisschaal C311bis; - rang D1 : salarisschalen D112bis en D113bis; - rang D2 : salarisschalen D211bis, D212bis, D221bis en D222bis.

De salarisschalen, vermeld in het vorige lid, zijn opgenomen in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd. § 4. De gewezen statutaire personeelsleden die door het agentschap op rust werden gesteld, en die vóór hun pensionering recht hadden op een jaartoelage, zoals bedoeld in de artikelen 10 en 11, § 1, ontvangen maandelijks een persoonsgebonden overhevelingsvergoeding ten laste van de begroting van het agentschap.

De maandelijkse persoonsgebonden overhevelingsvergoeding is gelijk aan een twaalfde van het verschil tussen : 1° ) het rustpensioen à 100% op jaarbasis betaald door de Pensioendienst van de overheidssector; en 2° ) a) voor de statutaire personeelsleden die op rust werden gesteld vóór de datum van inwerkingtreding van dit hoofdstuk : het bedrag van het rustpensioen waarbij in de berekening van de Pensioendienst van de overheidsector het gehanteerde jaarbedrag van het salaris verhoogd wordt met het bedrag van de jaartoelage zoals deze à 100% bepaald was op de vooravond van de op rust stelling;b) voor de statutaire personeelsleden die op rust gesteld worden vanaf de datum van inwerkingtreding van dit hoofdstuk : het bedrag van het rustpensioen waarbij in de berekening van de Pensioendienst van de overheidssector het gehanteerde jaarbedrag van het salaris vervangen wordt door het overeenkomstig jaarbedrag in de organieke salarisschaal of salarisschalen verhoogd met de jaartoelage zoals deze à 100% bepaald was op 31 december 2013.

Art. 12.De jaartoelage wordt in twaalfden uitbetaald samen met het maandsalaris en rekening houdende met het prestatieregime van het rechthebbende personeelslid.

Bij bevordering naar een hoger niveau en bij bevordering naar een hogere rang binnen hetzelfde niveau, vervalt het recht op de jaartoelage.

De jaartoelage volgt de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de regeling in artikel VII.9 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

Onderafdeling 3. - Kledingvergoeding

Art. 13.Personeelsleden van de afdeling Marketing en Kennisbeheer die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit zijn tewerkgesteld op de dienst Acties en die minstens driemaal per kalenderjaar helpen bij de opbouw of belast zijn met de bemanning van een groepsstand van het agentschap, genieten een jaarlijkse forfaitaire kledingvergoeding van 450 euro (tegen 100%).

De kledingvergoeding, vermeld in het eerste lid, volgt de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de regeling in artikel VII.9 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

De kledingvergoeding, vermeld in het eerste lid, wordt jaarlijks, samen met het salaris van de maand december, betaald voor zover voldaan is aan de voorwaarden vermeld in het eerste lid.

De kledingvergoeding, vermeld in het eerste lid, kan niet worden toegekend aan personeelsleden met een graad in rang A2 of hoger, of aan personeelsleden die een salarisschaal hebben die daarmee overeenstemt.

Onderafdeling 4. - De chauffeurstoelage

Art. 14.De personeelsleden die bij het agentschap tewerkgesteld zijn in de functie van chauffeur op datum van inwerkingtreding van dit besluit, genieten een forfaitaire maandelijkse overurentoelage van 272,21 EUR tegen 100%. De overurentoelage volgt de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de regeling in artikel VII.9 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

Op de forfaitaire overurentoelage, vermeld in het eerste lid, zijn de artikelen VII. 15 tot en met VII. 16, van het Vlaams Personeelsstatuut van toepassing.

De forfaitaire overurentoelage is niet cumuleerbaar met de toelage voor overuren zoals bepaald in artikel VII. 28 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

Onderafdeling 5. - De toelage bij een standplaats in Vlaanderen

Art. 15.De personeelsleden die bij het agentschap contractueel tewerkgesteld zijn in de functie van Vlaamse economisch vertegenwoordiger op datum van inwerkingtreding van dit besluit, ontvangen een maandelijkse toelage vastgesteld op 20 % van het bruto geïndexeerd maandloon wanneer zij tijdelijk een standplaats in Vlaanderen hebben.

Op de toelage, vermeld in het eerste lid, zijn de artikelen VII. 15 en VII. 15bis, van het Vlaams Personeelsstatuut van toepassing.

Indien de tijdelijke standplaats in Vlaanderen het gevolg is van een tuchtmaatregel, wordt de toelage, vermeld in het eerste lid, niet toegekend.

Onderafdeling 6. - Overgangsmaatregelen betreffende de inschaling van bepaalde personeelsleden in specifieke gevallen van bevordering

Art. 16.De informaticus die in dienst was op 1 juni 1998, en die de overgangssalarisschaal A131 of A132 geniet, krijgt bij bevordering in salarisschaal de overgangssalarisschalen A125 en A126, respectievelijk A127.

Art. 17.De ambtenaar die op 1 januari 2003 werd ingeschaald als rechtskundig adjunct van de directeur wordt na achttien jaar anciënniteit in de graad bevorderd tot rechtskundig directeur, met rang A2.

Art. 18.De ambtenaren die voor 1 juni 1998 titularis waren van de graad van adjunct-adviseur, hoofd van dienst en die belast waren met de leiding van een afdeling, worden ingeschaald in de salarisschaal A199.

De salarisschaal A199 is opgenomen in de bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.

Onderafdeling 7. - Uitdovend contractueel kader

Art. 19.Personeelsleden die geen schriftelijke toestemming hebben gegeven om opgenomen te worden in de statutaire personeelsformatie volgens de regels in artikel XV.10 van het Personeelsstatuut Export Vlaanderen van 22 september 2000, blijven, in afwijking van artikel I.4, § 2, 3°, van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, verder contractueel tewerkgesteld in het uitdovende contractuele kader.

De contractuele personeelsleden, vermeld in het eerste lid, blokkeren een statutaire betrekking op het personeelsplan.

De contractuele personeelsleden, vermeld in het eerste lid, zijn of werden opgenomen in het uitdovende contractuele kader in de graad die overeenstemt met de graad die zij het laatst hebben bekleed.

De personeelsleden, vermeld in het eerste lid, verliezen het recht op bevordering. Zij kunnen geen aanspraak maken op hogere functies. Zij komen evenmin in aanmerking voor een mandaat als afdelingshoofd.

Met behoud van de toepassing van het vierde lid wordt de rechtspositie van de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, beheerst door de regels die gelden voor de ambtenaren van het agentschap, zonder afbreuk te doen aan de dwingende bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten of van andere arbeidsrechtelijke wetten en besluiten die van toepassing zijn op het contractuele personeelslid.

Met behoud van de toepassing van het vijfde lid is deel X, titel IV, van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, niet van toepassing op de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, die behoren tot het uitdovende contractuele kader.

In geval van verlof wegens ziekte kunnen de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, aanspraak maken op het verschil tussen hun normale salaris en de uitkeringen die zij genieten op basis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gedurende maximaal 666 werkdagen. Op dat contingent van 666 werkdagen worden ook de dagen aangerekend waarvoor het personeelslid recht had op gewaarborgd loon wegens ziekte of ongeval gemeen recht, overeenkomstig de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

In voorkomend geval kunnen de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, na een periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte hun functies gedeeltelijk hervatten overeenkomstig de regels ter uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. Tijdens die periode van gedeeltelijke wedertewerkstelling heeft het personeelslid recht op het verschil tussen zijn normale salaris dat het genoot op het ogenblik dat zijn arbeidsongeschiktheid een aanvang nam, en de uitkeringen waarop het een recht kan doen gelden op basis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.Hun afwezigheid tijdens dergelijke perioden van gedeeltelijke werkhervatting na een periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte wordt pro rata aangerekend op het aantal dagen, vermeld in het zevende lid.

Nadat het aantal dagen, vermeld in het zevende lid, is opgebruikt, beslist de gedelegeerd bestuurder, op voorstel van het geneeskundig controleorgaan, vermeld in artikel X.20 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, om de arbeidsovereenkomst van het personeelslid al dan niet voortijdig te beëindigen. De gedelegeerd bestuurder deelt zijn gemotiveerde beslissing mee aan de raad van bestuur van het agentschap, het bestuursorgaan van het agentschap.

In afwijking van het negende lid, wordt aan de arbeidsovereenkomst van het personeelslid dat sinds zijn zestigste verjaardag 365 kalenderdagen afwezig is geweest wegens ziekte, in ieder geval een einde gemaakt, met inachtneming van de gebruikelijke ontslagregels.

De personeelsleden, vermeld in het eerste lid, behouden het voordeel van de groepsverzekering die werd gesloten met toepassing van artikel 25 van bijlage III bij het besluit van de Regent van 15 mei 1949 houdende goedkeuring van het kader, bezoldigingsregeling en het statuut van het personeel van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel.

De gezamenlijke voordelen die aan de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, inzake pensioen worden verleend, mogen, met behoud van de toepassing van de bepalingen betreffende de sociale zekerheid voor werknemers, nooit de voordelen overtreffen die hun zouden worden toegekend als zij een gelijksoortige betrekking als ambtenaar in het agentschap zouden uitoefenen.

De personeelsleden, vermeld in het eerste lid, overgedragen bij koninklijk besluit van 9 maart 2003 tot overdracht van personeelsleden van de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel naar het Vlaamse Gewest, worden met ingang van 1 januari 2003 aangesloten bij een groepsverzekering die de pensioenrechten waarborgt zoals omschreven in artikel 25 van bijlage III bij het besluit van de Regent van 15 mei 1949 houdende goedkeuring van het kader, bezoldigingsregeling en het statuut van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel.

Art. 20.§ 1. De personeelsleden die vanuit de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel zijn overgeheveld overeenkomstig het koninklijk besluit van 31 januari 1991 tot overdracht aan het Vlaamse Gewest van personeelsleden van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel en op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit nog steeds contractueel tewerkgesteld zijn zonder dat zij in het verleden geslaagd zijn voor een vergelijkend wervingsexamen overeenkomstig artikel 3bis, § 1, van bijlage III bij het besluit van de Regent van 15 mei 1949 houdende goedkeuring van het kader, bezoldigingsregeling en het statuut van het personeel van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel, worden verder in dienst gehouden, tenzij hun evaluatie overeenkomstig deel IV van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 onvoldoende zou zijn. § 2. De personeelsleden die overeenkomstig het oprichtingsdecreet vanuit de Dienst Investeren Vlaanderen zijn overgeheveld en op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit nog steeds contractueel tewerkgesteld zijn, worden verder in dienst gehouden als zij aan de volgende twee voorwaarden voldoen : 1° ze zijn in het verleden geslaagd voor een vergelijkend wervingsexamen dat de basis vormde voor hun aanwerving;2° hun functie is in het personeelsplan nog statutair vastgelegd, in dezelfde graad of in een andere graad. Ze kunnen niet verder in dienst gehouden worden als hun evaluatie overeenkomstig deel IV van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 onvoldoende zou zijn. § 3. De contractuele personeelsleden, vermeld in paragraaf 1 en paragraaf 2, blokkeren een statutaire betrekking op het personeelsplan. Afdeling 2. - Opheffingsbepalingen

Art. 21.Het Personeelsstatuut Export Vlaanderen van 22 september 2000, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 juni 2001, 19 juli 2002, 10 december 2004 en 13 januari 2006, wordt opgeheven. Afdeling 3. - Slotbepalingen

Art. 22.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de ondertekening ervan, met uitzondering van het artikel 11, § 2, § 3 en § 4, en artikel 13, die in werking treden op 1 april 2014.

Art. 23.De Vlaamse minister, bevoegd voor het afzet- en uitvoerbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 februari 2014.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

Bijlage 1. De salarisschalen A199, B2v1, B2v2 EN B2v3

Code

B2v1

B2v2

B2v3

A199

Aantal

2/1 x 500

2/1 x 500

3/1 x 500

2/1 x 1.000

frequentie

1/1 x 450

1/1 x 550

2/3 x 1.000

1/1 x 950

bedrag

1/3 x 750

1/3 x 750

1/3 x 950

1/3 x 2.300

1/3 x 800

1/3 x 700

1/3 x 1.050

1/3 x 2.250

5/3 x 750

4/3 x 750

1/3 x 1.000

1/3 x 2.000

1/3 x 950

1/3 x 800

1/3 x 1.750

1/3 x 2.500

1/3 x 1.050

2/3 x 1.000

1/3 x 1.000

1/3 x 1.800

1/3 x 2.100

1/3 x 1.850


Geldelijke


anciënniteit


0

22.780

24.380

26.030

27.530

1

23.280

24.880

26.530

28.530

2

23.780

25.380

27.030

29.530

3

24.230

25.930

27.530

30.480

4

24.230

25.930

27.530

30.480

5

24.230

25.930

27.530

30.480

6

24.980

26.680

28.530

32.780

7

24.980

26.680

28.530

32.780

8

24.980

26.680

28.530

32.780

9

25.780

27.380

29.530

35.030

10

25.780

27.380

29.530

35.030

11

25.780

27.380

29.530

35.030

12

26.530

28.130

30.480

37.030

13

26.530

28.130

30.480

37.030

14

26.530

28.130

30.480

37.030

15

27.280

28.880

31.530

39.530

16

27.280

28.880

31.530

39.530

17

27.280

28.880

31.530

39.530

18

28.030

29.630

32.530

41.330

19

28.030

29.630

32.530

41.330

20

28.030

29.630

32.530

41.330

21

28.780

30.380

34.280

43.430

22

28.780

30.380

34.280

43.430

23

28.780

30.380

34.280

43.430

24

29.530

31.180

35.280

45.280

25

29.530

31.180


26

29.530

31.180


27

30.480

32.180


28

30.480

32.180


29

30.480

32.180


30

31.530

33.180


Gezien om gevoegd te worden als bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 februari 2014 houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

Bijlage 2. De salarisschalen vermeld in artikel 13, § 1

Code

A112bis

A113bis

A114bis

A125bis

Aantal frekwentie bedrag

1/1 x 750 1/1 x 800 1/1 x 750 5/3 x 1.500 2/3 x 1.250

3/1 x 750 1/3 x 1.450 1/3 x 1.550 3/3 x 1.500 2/3 x 1.250

1/1 x 750 1/1 x 700 1/1 x 800 2/3 x 1.500 1/3 x 1.550 1/3 x 1.450 1/3 x 1.500 1/3 x 1.250 1/3 x 1.300

1/1 x 1.200 2/1 x 1.250 1/3 x 2.000 1/3 x 1.950 1/3 x 2.050 3/3 x 2.000 1/3 x 250

Geldelijke anciënniteit


0

26.130,00

28.430,00

30.680,00

33.780,00

1

26.880,00

29.180,00

31.430,00

34.980,00

2

27.680,00

29.930,00

32.130,00

36.230,00

3

28.430,00

30.680,00

32.930,00

37.480,00

4

28.430,00

30.680,00

32.930,00

37.480,00

5

28.430,00

30.680,00

32.930,00

37.480,00

6

29.930,00

32.130,00

34.430,00

39.480,00

7

29.930,00

32.130,00

34.430,00

39.480,00

8

29.930,00

32.130,00

34.430,00

39.480,00

9

31.430,00

33.680,00

35.930,00

41.430,00

10

31.430,00

33.680,00

35.930,00

41.430,00

11

31.430,00

33.680,00

35.930,00

41.430,00

12

32.930,00

35.180,00

37.480,00

43.480,00

13

32.930,00

35.180,00

37.480,00

43.480,00

14

32.930,00

35.180,00

37.480,00

43.480,00

15

34.430,00

36.680,00

38.930,00

45.480,00

16

34.430,00

36.680,00

38.930,00

45.480,00

17

34.430,00

36.680,00

38.930,00

45.480,00

18

35.930,00

38.180,00

40.430,00

47.480,00

19

35.930,00

38.180,00

40.430,00

47.480,00

20

35.930,00

38.180,00

40.430,00

47.480,00

21

37.180,00

39.430,00

41.680,00

49.480,00

22

37.180,00

39.430,00

41.680,00

49.480,00

23

37.180,00

39.430,00

41.680,00

49.480,00

24

38.430,00

40.680,00

42.980,00

49.730,00

25


26


27


28


29


30


Code

A126bis

A211bis

A212bis

A213bis

Aantal frekwentie bedrag

2/1 x 1.250 1/1 x 1.200 1/3 x 2.100 1/3 x 2.200 2/3 x 2.100 1/3 x 2.150 1/3 x 2.100 1/3 x 250

1/1 x 1.000 1/1 x 1.050 1/1 x 1.000 1/3 x 1.950 1/3 x 2.050 1/3 x 2.000 1/3 x 1.950 1/3 x 1.800 1/3 x 1.750 1/3 x 1.700

2/1 x 1.150 1/1 x 1.100 1/3 x 2.050 1/3 x 1.950 1/3 x 2.000 1/3 x 2.050 1/3 x 2.450 1/3 x 2.550 1/3 x 2.450

2/1 x 1.000 1/1 x 1.050 1/3 x 1.700 1/3 x 1.750 1/3 x 1.800 1/3 x 1.700 1/3 x 2.250 1/3 x 2.300 1/3 x 2.200

Geldelijke anciënniteit


0

35.030,00

31.190,00

32.690,00

40.090,00

1

36.280,00

32.190,00

33.840,00

41.090,00

2

37.530,00

33.240,00

34.990,00

42.090,00

3

38.730,00

34.240,00

36.090,00

43.140,00

4

38.730,00

34.240,00

36.090,00

43.140,00

5

38.730,00

34.240,00

36.090,00

43.140,00

6

40.830,00

36.190,00

38.140,00

44.840,00

7

40.830,00

36.190,00

38.140,00

44.840,00

8

40.830,00

36.190,00

38.140,00

44.840,00

9

43.030,00

38.240,00

40.090,00

46.590,00

10

43.030,00

38.240,00

40.090,00

46.590,00

11

43.030,00

38.240,00

40.090,00

46.590,00

12

45.130,00

40.240,00

42.090,00

48.390,00

13

45.130,00

40.240,00

42.090,00

48.390,00

14

45.130,00

40.240,00

42.090,00

48.390,00

15

47.230,00

42.190,00

44.140,00

50.090,00

16

47.230,00

42.190,00

44.140,00

50.090,00

17

47.230,00

42.190,00

44.140,00

50.090,00

18

49.380,00

43.990,00

46.590,00

52.340,00

19

49.380,00

43.990,00

46.590,00

52.340,00

20

49.380,00

43.990,00

46.590,00

52.340,00

21

51.480,00

45.740,00

49.140,00

54.640,00

22

51.480,00

45.740,00

49.140,00

54.640,00

23

51.480,00

45.740,00

49.140,00

54.640,00

24

51.730,00

47.440,00

51.590,00

56.840,00

25


26


27


28


29


30


Code

A214bis

A286bis

B111bis

B112bis

Aantal frekwentie bedrag

1/3 x 1.500 1/3 x 2.050 1/3 x 1.950 1/3 x 2.000 1/3 x 2.050 1/3 x 1.950 1/3 x 2.550 1/3 x 2.500

1/3 x 1.800 1/3 x 1.700 1/3 x 1.750 1/3 x 1.800 1/3 x 1.700 1/3 x 1.800 1/3 x 2.250 1/3 x 2.200

3/1 x 510 1/3 x 720 1/3 x 760 1/3 x 770 1/3 x 810 1/3 x 760 2/3 x 750 1/1 x 950

3/1 x 510 1/3 x 810 1/3 x 770 3/3 x 750 1/3 x 700 1/3 x 750 1/3 x 1.050

Geldelijke anciënniteit


0

44.590,00

48.030,00

17.770,00

19.510,00

1

44.590,00

48.030,00

18.280,00

20.020,00

2

44.590,00

48.030,00

18.790,00

20.530,00

3

46.090,00

49.830,00

19.300,00

21.040,00

4

46.090,00

49.830,00

19.300,00

21.040,00

5

46.090,00

49.830,00

19.300,00

21.040,00

6

48.140,00

51.530,00

20.020,00

21.850,00

7

48.140,00

51.530,00

20.020,00

21.850,00

8

48.140,00

51.530,00

20.020,00

21.850,00

9

50.090,00

53.280,00

20.780,00

22.620,00

10

50.090,00

53.280,00

20.780,00

22.620,00

11

50.090,00

53.280,00

20.780,00

22.620,00

12

52.090,00

55.080,00

21.550,00

23.370,00

13

52.090,00

55.080,00

21.550,00

23.370,00

14

52.090,00

55.080,00

21.550,00

23.370,00

15

54.140,00

56.780,00

22.360,00

24.120,00

16

54.140,00

56.780,00

22.360,00

24.120,00

17

54.140,00

56.780,00

22.360,00

24.120,00

18

56.090,00

58.580,00

23.120,00

24.870,00

19

56.090,00

58.580,00

23.120,00

24.870,00

20

56.090,00

58.580,00

23.120,00

24.870,00

21

58.640,00

60.830,00

23.870,00

25.570,00

22

58.640,00

60.830,00

23.870,00

25.570,00

23

58.640,00

60.830,00

23.870,00

25.570,00

24

61.140,00

63.030,00

24.620,00

26.320,00

25

25.570,00

26.320,00

26

26.320,00

27

27.370,00

28


29


30


Code

B113bis

B114bis

B211bis

B212bis

Aantal frekwentie bedrag

2/1 x 510 1/1 x 500 2/3 x 800 1/3 x 750 1/3 x 800 1/3 x 850 1/3 x 800 1/3 x 600 1/3 x 650

1/1 x 510 2/1 x 500 1/3 x 750 1/3 x 700 1/3 x 750 1/3 x 800 3/3 x 1.000 1/3 x 600

1/1 x 510 2/1 x 500 1/3 x 750 1/3 x 700 1/3 x 750 1/3 x 800 3/3 x 1.000 1/3 x 600

2/1 x 500 1/1 x 450 1/3 x 750 1/3 x 800 5/3 x 750 1/3 x 950 1/3 1.050

Geldelijke anciënniteit


0

21.800,00

22.360,00

22.650,00

24.160,00

1

22.310,00

22.870,00

23.160,00

24.660,00

2

22.820,00

23.370,00

23.660,00

25.160,00

3

23.320,00

23.870,00

24.160,00

25.610,00

4

23.320,00

23.870,00

24.160,00

25.610,00

5

23.320,00

23.870,00

24.160,00

25.610,00

6

24.120,00

24.620,00

24.910,00

26.360,00

7

24.120,00

24.620,00

24.910,00

26.360,00

8

24.120,00

24.620,00

24.910,00

26.360,00

9

24.920,00

25.320,00

25.610,00

27.160,00

10

24.920,00

25.320,00

25.610,00

27.160,00

11

24.920,00

25.320,00

25.610,00

27.160,00

12

25.670,00

26.070,00

26.360,00

27.910,00

13

25.670,00

26.070,00

26.360,00

27.910,00

14

25.670,00

26.070,00

26.360,00

27.910,00

15

26.470,00

26.870,00

27.160,00

28.660,00

16

26.470,00

26.870,00

27.160,00

28.660,00

17

26.470,00

26.870,00

27.160,00

28.660,00

18

27.320,00

27.870,00

28.160,00

29.410,00

19

27.320,00

27.870,00

28.160,00

29.410,00

20

27.320,00

27.870,00

28.160,00

29.410,00

21

28.120,00

28.870,00

29.160,00

30.160,00

22

28.120,00

28.870,00

29.160,00

30.160,00

23

28.120,00

28.870,00

29.160,00

30.160,00

24

28.720,00

29.870,00

30.160,00

30.910,00

25

28.720,00

29.870,00

30.160,00

30.910,00

26

28.720,00

29.870,00

30.160,00

30.910,00

27

29.370,00

30.470,00

30.760,00

31.860,00

28

31.860,00

29

31.860,00

30

32.910,00


Code

B311bis

C111bis

C112bis

C113bis

Aantal frekwentie bedrag

3/1 x 500 3/3 x 750 1/3 x 700 1/3 x 800 3/3 x 1.000 1/3 x 950

2/1 x 510 1/1 x 460 1/3 x 810 1/3 x 770 1/3 x 760 2/3 x 1.020 1/3 x 1.070 1/3 x 970 1/1 x 750

1/1 x 510 1/1 x 560 1/1 x 510 1/3 x 760 1/3 x 770 1/3 x 710 1/3 x 1.020 1/3 x 1.070 1/3 x 1.020 2/3 x 1.000

3/1 x 510 1/3 x 770 1/3 x 760 1/3 x 770 1/3 x 1.020 4/3 x 1.000

Geldelijke anciënniteit


0

27.770,00

14.510,00

15.380,00

17.310,00

1

28.270,00

15.020,00

15.890,00

17.820,00

2

28.770,00

15.530,00

16.450,00

18.330,00

3

29.270,00

15.990,00

16.960,00

18.840,00

4

29.270,00

15.990,00

16.960,00

18.840,00

5

29.270,00

15.990,00

16.960,00

18.840,00

6

30.020,00

16.800,00

17.720,00

19.610,00

7

30.020,00

16.800,00

17.720,00

19.610,00

8

30.020,00

16.800,00

17.720,00

19.610,00

9

30.770,00

17.570,00

18.490,00

20.370,00

10

30.770,00

17.570,00

18.490,00

20.370,00

11

30.770,00

17.570,00

18.490,00

20.370,00

12

31.520,00

18.330,00

19.200,00

21.140,00

13

31.520,00

18.330,00

19.200,00

21.140,00

14

31.520,00

18.330,00

19.200,00

21.140,00

15

32.220,00

19.350,00

20.220,00

22.160,00

16

32.220,00

19.350,00

20.220,00

22.160,00

17

32.220,00

19.350,00

20.220,00

22.160,00

18

33.020,00

20.370,00

21.290,00

23.160,00

19

33.020,00

20.370,00

21.290,00

23.160,00

20

33.020,00

20.370,00

21.290,00

23.160,00

21

34.020,00

21.440,00

22.310,00

24.160,00

22

34.020,00

21.440,00

22.310,00

24.160,00

23

34.020,00

21.440,00

22.310,00

24.160,00

24

35.020,00

22.410,00

23.310,00

25.160,00

25

35.020,00

23.160,00

23.310,00

25.160,00

26

35.020,00

23.310,00

25.160,00

27

36.020,00

24.310,00

26.160,00

28

36.020,00


29

36.020,00


30

36.970,00


Code

C114bis

C122bis

C124bis

C211bis

Aantal frekwentie bedrag

2/1 x 510 1/1 x 560 1/3 x 770 3/3 x 750 1/3 x 700 1/3 x 750 1/3 x 800 1/3 x 1.000

1/1 x 510 1/1 x 560 1/1 x 510 1/3 x 760 1/3 x 770 1/3 x 710 1/3 x 1.020 1/3 x 1.070 1/3 x 1.020 2/3 x 1.000

2/1 x 510 1/1 x 560 1/3 x 770 3/3 x 750 1/3 x 700 1/3 x 750 1/3 x 800 1/3 x 1.000

3/1 x 510 1/3 x 820 1/3 x 760 2/3 x 1.000 1/3 x 950 1/3 x 1.050 2/3 x 1.000

Geldelijke anciënniteit


0

19.710,00

15.380,00

19.710,00

20.100,00

1

20.220,00

15.890,00

20.220,00

20.610,00

2

20.730,00

16.450,00

20.730,00

21.120,00

3

21.290,00

16.960,00

21.290,00

21.630,00

4

21.290,00

16.960,00

21.290,00

21.630,00

5

21.290,00

16.960,00

21.290,00

21.630,00

6

22.060,00

17.720,00

22.060,00

22.450,00

7

22.060,00

17.720,00

22.060,00

22.450,00

8

22.060,00

17.720,00

22.060,00

22.450,00

9

22.810,00

18.490,00

22.810,00

23.210,00

10

22.810,00

18.490,00

22.810,00

23.210,00

11

22.810,00

18.490,00

22.810,00

23.210,00

12

23.560,00

19.200,00

23.560,00

24.210,00

13

23.560,00

19.200,00

23.560,00

24.210,00

14

23.560,00

19.200,00

23.560,00

24.210,00

15

24.310,00

20.220,00

24.310,00

25.210,00

16

24.310,00

20.220,00

24.310,00

25.210,00

17

24.310,00

20.220,00

24.310,00

25.210,00

18

25.010,00

21.290,00

25.010,00

26.160,00

19

25.010,00

21.290,00

25.010,00

26.160,00

20

25.010,00

21.290,00

25.010,00

26.160,00

21

25.760,00

22.310,00

25.760,00

27.210,00

22

25.760,00

22.310,00

25.760,00

27.210,00

23

25.760,00

22.310,00

25.760,00

27.210,00

24

26.560,00

23.310,00

26.560,00

28.210,00

25

26.560,00

23.310,00

26.560,00

28.210,00

26

26.560,00

23.310,00

26.560,00

28.210,00

27

27.560,00

24.310,00

27.560,00

29.210,00

28


29


30


Code

C212bis

C311bis

D112bis

D113bis

Aantal frekwentie bedrag

1/1 x 510 2/1 x 500 2/3 x 750 1/3 x 700 1/3 x 750 1/3 x 800 1/3 x 750 3/3 x 1.000

2/1 x 500 1/1 x 550 1/3 x 650 2/3 x 600 1/3 x 650 1/3 x 600 1/3 x 900 1/3 x 850 2/3 x 900

1/1 x 250 1/1 x 260 1/1 x 250 1/3 x 510 1/3 x 560 4/3 x 410 1/3 x 610 1/3 x 620

1/1 x 250 1/1 x 260 1/1 x 300 5/3 x 510 1/3 x 460 1/3 x 660 1/3 x 620

Geldelijke anciënniteit


0

22.450,00

26.820,00

14.520,00

15.540,00

1

22.960,00

27.320,00

14.770,00

15.790,00

2

23.460,00

27.820,00

15.030,00

16.050,00

3

23.960,00

28.370,00

15.280,00

16.350,00

4

23.960,00

28.370,00

15.280,00

16.350,00

5

23.960,00

28.370,00

15.280,00

16.350,00

6

24.710,00

29.020,00

15.790,00

16.860,00

7

24.710,00

29.020,00

15.790,00

16.860,00

8

24.710,00

29.020,00

15.790,00

16.860,00

9

25.460,00

29.620,00

16.350,00

17.370,00

10

25.460,00

29.620,00

16.350,00

17.370,00

11

25.460,00

29.620,00

16.350,00

17.370,00

12

26.160,00

30.220,00

16.860,00

17.880,00

13

26.160,00

30.220,00

16.860,00

17.880,00

14

26.160,00

30.220,00

16.860,00

17.880,00

15

26.910,00

30.870,00

17.370,00

18.390,00

16

26.910,00

30.870,00

17.370,00

18.390,00

17

26.910,00

30.870,00

17.370,00

18.390,00

18

27.710,00

31.470,00

17.880,00

18.900,00

19

27.710,00

31.470,00

17.880,00

18.900,00

20

27.710,00

31.470,00

17.880,00

18.900,00

21

28.460,00

32.370,00

18.390,00

19.360,00

22

28.460,00

32.370,00

18.390,00

19.360,00

23

28.460,00

32.370,00

18.390,00

19.360,00

24

29.460,00

33.220,00

19.000,00

20.020,00

25

29.460,00

33.220,00

19.000,00

20.020,00

26

29.460,00

33.220,00

19.000,00

20.020,00

27

30.460,00

34.120,00

19.620,00

20.640,00

28

30.460,00

34.120,00


29

30.460,00

34.120,00


30

31.460,00

35.020,00


Code

D211bis

D212bis

D221bis

D222bis

Aantal frekwentie bedrag

1/1 x 260 1/1 x 300 1/1 x 260 4/3 x 510 1/3 x 610 1/3 x 660 1/3 x 620 1/3 x 660

1/1 x 250 1/1 x 260 1/1 x 250 6/3 x 510 1/3 x 560 1/3 x 460 1/3 x 660

1/1 x 260 1/1 x 250 1/1 x 260 6/3 x 510 1/3 x 660 1/3 x 610

1/1 x 250 1/1 x 260 1/1 x 250 1/3 x 460 3/3 x 510 1/3 x 560 2/3 x 510 1/3 x 500 1/3 x 600

Geldelijke anciënniteit


0

15.980,00

17.310,00

17.050,00

18.230,00

1

16.240,00

17.560,00

17.310,00

18.480,00

2

16.540,00

17.820,00

17.560,00

18.740,00

3

16.800,00

18.070,00

17.820,00

18.990,00

4

16.800,00

18.070,00

17.820,00

18.990,00

5

16.800,00

18.070,00

17.820,00

18.990,00

6

17.310,00

18.580,00

18.330,00

19.450,00

7

17.310,00

18.580,00

18.330,00

19.450,00

8

17.310,00

18.580,00

18.330,00

19.450,00

9

17.820,00

19.090,00

18.840,00

19.960,00

10

17.820,00

19.090,00

18.840,00

19.960,00

11

17.820,00

19.090,00

18.840,00

19.960,00

12

18.330,00

19.600,00

19.350,00

20.470,00

13

18.330,00

19.600,00

19.350,00

20.470,00

14

18.330,00

19.600,00

19.350,00

20.470,00

15

18.840,00

20.110,00

19.860,00

20.980,00

16

18.840,00

20.110,00

19.860,00

20.980,00

17

18.840,00

20.110,00

19.860,00

20.980,00

18

19.450,00

20.620,00

20.370,00

21.540,00

19

19.450,00

20.620,00

20.370,00

21.540,00

20

19.450,00

20.620,00

20.370,00

21.540,00

21

20.110,00

21.130,00

20.880,00

22.050,00

22

20.110,00

21.130,00

20.880,00

22.050,00

23

20.110,00

21.130,00

20.880,00

22.050,00

24

20.730,00

21.690,00

21.540,00

22.560,00

25

20.730,00

21.690,00

21.540,00

22.560,00

26

20.730,00

21.690,00

21.540,00

22.560,00

27

21.390,00

22.150,00

22.150,00

23.060,00

28

22.150,00

23.060,00

29

22.150,00

23.060,00

30

22.810,00

23.060,00


Gezien om gevoegd te worden als bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 februari 2014 houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

^