Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 28 juni 2002
gepubliceerd op 25 oktober 2002

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 november 1995 betreffende de begroting en de personeelsformatie voor de hogescholen en de v.z.w.'s sociale voorzieningen in de Vlaamse Gemeenschap

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002036325
pub.
25/10/2002
prom.
28/06/2002
ELI
eli/besluit/2002/06/28/2002036325/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 JUNI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 november 1995 betreffende de begroting en de personeelsformatie voor de hogescholen en de v.z.w.'s sociale voorzieningen in de Vlaamse Gemeenschap


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 213, vervangen bij het decreet van 19 april 1995 en gewijzigd bij het decreet van 8 juli 1996, 230, gewijzigd bij het decreet van 8 juli 1996, en 232, vervangen bij het decreet van 20 april 2001;

Gelet op het besluit van 15 november 1995 betreffende de begroting en de personeelsformatie voor de hogescholen en de v.z.w.'s sociale voorzieningen in de Vlaamse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 juni 2001;

Gelet op het protocol nr. 430 van 7 september 2001 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling « Vlaamse Gemeenschap » van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 22 februari 2002, betreffende de aanvraag om advies van de Raad van State binnen een maand;

Gelet op advies 33.086/1 van de Raad van State, gegeven op 14 maart 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 9 van het besluit van 15 november 1995 betreffende de begroting en de personeelsformatie voor de hogescholen en de v.z.w.'s sociale voorzieningen in de Vlaamse Gemeenschap wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 9.De hogescholen voegen bij de begroting de personeelsformatie, bedoeld in artikel 230 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. De formatiedocumenten, waarvan de modellen als bijlagen I en II bij dit besluit zijn gevoegd, bevatten : 1° de formatie van het onderwijzend personeel en het administratief en technisch personeel;2° de begrote bezetting der titularissen;3° de begrote tewerkstelling in het desbetreffende begrotingsjaar.»

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt er een artikel 9bis ingevoegd dat luidt als volgt : « Art. 9bis . Met de formatie wordt bedoeld het geheel van de in voltijdse equivalenten uitgedrukte betrekkingen waarmee de behoefte aan personeel op middellange termijn wordt uitgedrukt om de taakstelling van de hogeschool naar behoren (doeltreffend en doelmatig) te vervullen. Het betreft hier met name de beleidsvisie van de hogeschool op haar ideaal personeelsbestand voor de eerstvolgende vijf jaren. Ze dient hierbij rekening te houden met haar budgettaire mogelijkheden, de decretale procentnormen zoals bedoeld in de artikelen 104, 122, § 2, en 231 van het decreet van 13 juli 1994 en de voorziene personeelsverschuivingen. De hogeschool kan haar formatie bijsturen in functie van fluctuaties inzake studentenaantallen. De hogeschool vermeldt via de formatie in een bijkomende toelichting hoe ze in voorkomend geval de historisch ontstane afwijkingen op de voormelde decretale procentnormen zal wegwerken en verantwoordt omstandig alle overige afwijkingen.

Met de begrote bezetting door titularissen wordt bedoeld : de in voltijdse equivalenten uitgedrukte bezetting door titularissen van de betrekkingen voorzien als formatieplaatsen, gedurende het begrotingsjaar. De titularissen die om welke reden ook afwezig zijn, worden hier eveneens vermeld. Indien de begrote bezetting in de loop van het begrotingsjaar wegens bijkomende personeelsbehoeften overschreden wordt, kan de hogeschool putten uit de reserve die vermeld wordt in het vakje ad hoc van de modellen, mits zij dit verantwoordt.

Met de begrote tewerkstelling wordt bedoeld : het begrote aantal door de hogescholen betaalde personeel op jaarbasis. Indien de begrote tewerkstelling wordt overschreden in de loop van het begrotingsjaar, kan de hogeschool putten uit de reserve die vermeld wordt in het vakje ad hoc van de modellen mits zij dit verantwoordt.

Zowel voor de begrote bezetting als voor de begrote tewerkstelling wordt rekening gehouden met de duur en de omvang van de opdrachten.

Bij de bepaling van het aantal voltijdse equivalenten per ambt of graad kan bij de begrote bezetting en begrote tewerkstelling een ambt of graad steeds door een lager ambt of lagere graad worden ingevuld. »

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt er een artikel 9ter ingevoegd dat luidt als volgt : « Art. 9ter . Naast de formatiedocumenten voegen de hogescholen bij hun begroting eveneens een document dat de begrote bezetting bevat van de titularissen buiten formatie en de begrote tewerkstelling van de overige personeelsleden buiten formatie in voltijdse equivalenten, namelijk : 1° de benoemde personeelsleden die op persoonlijke titel een ambt hebben in de categorie van het administratief personeel of in de categorie van het opvoedend hulppersoneel;2° de gastprofessoren en de andere contractuele personeelsleden; De begrote bezetting bevat eveneens de centraal betaalde personeelsleden in voltijdse equivalenten die financieel niet ten laste komen van de werkingsuitkering van de hogeschool.

Het model van dit document is als bijlage III bij dit besluit gevoegd. »

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 10bis ingevoegd dat luidt als volgt : « Art. 10bis . § 1. De berekening van de procentnormen zoals bedoeld in artikel 232 van hetzelfde decreet gebeurt op de wijze zoals hieronder beschreven in § 2 en § 3. § 2. Het bedrag van de geraamde bezoldigingskosten wordt in de teller gezet en is gelijk aan het totaal geraamd bedrag betaald door het departement Onderwijs, zoals bedoeld in de artikelen 143 en 159 van hetzelfde decreet, verminderd met : 1° de geraamde personeelskosten die betrekking hebben op de terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen in het overgangsstelsel;2° de geraamde salariskosten van de benoemde personeelsleden met bevallingsverlof en met opvangverlof voor adoptie of pleegvoogdij;3° de geraamde personeelskosten van de personeelsleden die ingevolge een samenwerkingsakkoord voor hun volledige opdracht of een gedeelte daarvan ter beschikking zijn gesteld bij een ander organisme en waarvoor een terugbetaling van de overeenstemmende loonkost gebeurt;4° de geraamde kostprijs van de arbeidsongevallen waarvoor er een terugbetaling van de loonkost is;5° de geraamde toelage zoals bedoeld in artikel 195ter , § 3, van hetzelfde decreet voor de bedoelde personeelsleden tot en met augustus 2002. § 3. Het bedrag van de geraamde totale werkingsuitkering wordt in de noemer gezet en is gelijk aan de som van : - het historisch forfait van de hogeschool zoals berekend in artikel 194 van hetzelfde decreet (HF); - het deel van de werkingsuitkeringen van de hogeschool dat varieert met de studentenpopulatie, uitgedrukt in aantal financierbare studenten, zoals berekend in artikel 195 van hetzelfde decreet (BFS); - het bedrag per onderwijsbelastingseenheid van de hogeschool voor het betrokken begrotingsjaar zoals berekend in artikel 193 van hetzelfde decreet (BOBE).

Aan dit bedrag dienen te worden toegevoegd : 1° de geraamde extra-werkingsuitkeringen;2° de geraamde uitkering voortgezette opleidingen tot en met het begrotingsjaar 1998;3° de geraamde uitkering voortgezette lerarenopleiding;4° de geraamde uitkering initiële lerarenopleiding van academisch niveau;5° de geraamde bijzondere werkingsmiddelen. § 4. De aldus bekomen personeelsratio vermenigvuldigd met 100 geeft als resultaat de voormelde procentnorm die als bijlage IV dient te worden bijgevoegd. »

Art. 5.De artikelen 11 en 12 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 6.De bijlagen bij hetzelfde besluit worden vervangen door de bijlagen gevoegd bij dit besluit.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2001, met uitzondering van artikel 4 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1996.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 juni 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN

Bijlage I Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 november 1995 betreffende de begroting en de personeelsformatie voor de hogescholen en de v.z.w.'s sociale voorzieningen in de Vlaamse Gemeenschap, zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2002.

Brussel, 28 juni 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming M. VANDERPOORTEN

Bijlage II Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 november 1995 betreffende de begroting en de personeelsformatie voor de hogescholen en de v.z.w.'s sociale voorzieningen in de Vlaamse Gemeenschap, zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2002.

Brussel, 28 juni 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming M. VANDERPOORTEN

Bijlage III Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 november 1995 betreffende de begroting en de personeelsformatie voor de hogescholen en de VZW's sociale voorzieningen in de Vlaamse Gemeenschap, zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2002.

Brussel, 28 juni 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming M. VANDERPOORTEN

Bijlage IV Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 november 1995 betreffende de begroting en de personeelsformatie voor de hogescholen en de v.z.w.'s sociale voorzieningen in de Vlaamse Gemeenschap, zoals gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 juni 2002.

Brussel, 28 juni 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming M. VANDERPOORTEN

^