Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 28 juni 2019
gepubliceerd op 07 oktober 2019

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de retributies voor prestaties inzake het certificeren en het meten van vaartuigen voor de binnenvaart

bron
vlaamse overheid
numac
2019041989
pub.
07/10/2019
prom.
28/06/2019
ELI
eli/besluit/2019/06/28/2019041989/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 JUNI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de retributies voor prestaties inzake het certificeren en het meten van vaartuigen voor de binnenvaart


DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op de wet van 15 maart 1971 betreffende de scheepvaartrechten te heffen op de waterwegen onder beheer van de Staat, artikel 11;

Gelet op de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de vaartuigen, artikel 30, gewijzigd bij de wet van 22 januari 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/2007 pub. 16/01/2008 numac 2007014359 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de tarieven van de retributies voor prestaties inzake het certificeren van vaartuigen voor de binnenvaart sluiten tot vaststelling van de tarieven van de retributies voor prestaties inzake het certificeren van vaartuigen voor de binnenvaart;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 jul 2018;

Gelet op advies 66.091/3 van de Raad van State, gegeven op 27 mei 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Een retributie is verschuldigd volgens de tarieven die vastgesteld zijn conform artikel 3, voor de prestaties die door een van de volgende categorieën van personen of organisaties verricht zijn: 1° de personeelsleden die met de scheepvaartcontrole belast zijn en die daarvoor aangesteld zijn;2° de leden van de commissie van deskundigen;3° de erkende deskundigen die de commissie van deskundigen bijstaan;4° de dienst die bevoegd is voor de meting van binnenvaartuigen;5° de personen of organisaties die daarvoor krachtens artikel 67 van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk gemachtigd zijn. In het eerste lid wordt verstaan onder commissie van deskundigen: de commissie die opgericht is ter uitvoering van het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn en het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/10/2018 pub. 12/12/2018 numac 2018014966 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen sluiten betreffende de technische voorschriften voor binnenschepen.

Art. 2.In dit artikel wordt verstaan onder: 1° drijvend voorwerp: elk bouwsel dat geschikt is gemaakt om over water te worden verplaatst en dat geen schip of drijvende inrichting is;2° drijvende inrichting: elk drijvend bouwsel dat door zijn bestemming in de regel niet wordt verplaatst;3° schip: elk vaartuig, met inbegrip van een voorwerp zonder waterverplaatsing, dat gebruikt wordt of geschikt is om te worden gebruikt als een vervoermiddel over water;4° vaartuig voor de binnenvaart: elk schip, elke drijvende inrichting of elk drijvend voorwerp dat uitsluitend of in hoofdzaak gebruikt wordt of geschikt is om te worden gebruikt op de binnenwateren. Onder voorbehoud van de toepassing van het derde lid is de betaling van de retributies, vermeld in artikel 1, ten laste van de eigenaar van het vaartuig voor de binnenvaart.

De hermeting, in geval van betwisting van de juistheid van een eerder uitgevoerde meting als vermeld in artikel 73 van het koninklijk besluit van 15 oktober 1935 houdende algemeen reglement der scheepvaartwegen van het Koninkrijk, is alleen ten laste van de eigenaar van het vaartuig voor de binnenvaart volgens de tarieven die vastgesteld zijn conform artikel 3, als die hermeting op verzoek van de schipper of de eigenaar van het vaartuig voor de binnenvaart is uitgevoerd en als is gebleken dat het verschil niet meer dan één honderdste bedraagt.

Art. 3.§ 1. Met behoud van de toepassing van paragraaf 2 worden de tarieven van de retributies, vermeld in artikel 1, vastgesteld overeenkomstig artikel 19, vierde lid, van het decreet van 2 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/04/2004 pub. 26/05/2004 numac 2004035821 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht type decreet prom. 02/04/2004 pub. 26/05/2004 numac 2004035825 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de omzetting van de Dienst voor de Scheepvaart in het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Scheepvaart sluiten betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschap De Vlaamse Waterweg nv, naamloze vennootschap van publiek recht en bekendgemaakt overeenkomstig artikel 20quater van hetzelfde decreet. § 2. De bedragen van de tarieven zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.

Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand die voorafgaat aan de maand waarin dit besluit in werking treedt.

Telkens als het indexcijfer met tien punten stijgt of daalt, worden de bedragen van rechtswege met tien procent vermeerderd of verminderd, met ingang van de eerste dag van de maand die volgt op de bedoelde stijging of daling van het indexcijfer.

Het verkregen resultaat wordt afgerond tot op één euro. Het gedeelte na de komma dat gelijk is aan 50 cent of meer, wordt voor één euro gerekend. Het gedeelte na de komma dat kleiner dan 50 cent is, valt weg.

Art. 4.Het koninklijk besluit van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/12/2007 pub. 16/01/2008 numac 2007014359 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot vaststelling van de tarieven van de retributies voor prestaties inzake het certificeren van vaartuigen voor de binnenvaart sluiten tot vaststelling van de tarieven van de retributies voor prestaties inzake het certificeren van vaartuigen voor de binnenvaart, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 maart 2009 en het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2015, wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 24/06/2019 numac 2019013067 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen over het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, het verkeersveiligheidsbeleid en VVM - De Lijn sluiten houdende diverse bepalingen over het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, het verkeersveiligheidsbeleid en VVM - De Lijn in werking treedt.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 juni 2019.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS

^