Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 28 mei 2004
gepubliceerd op 13 juli 2004

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036137
pub.
13/07/2004
prom.
28/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/28/2004036137/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MEI 2004. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin, inzonderheid op artikel 4bis, ingevoegd bij het decreet van 24 juni 1997;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 februari 2003;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 3 maart 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 april 2004;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op 26 mei 2004;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat een besluitswijziging onverwijld moet worden genomen om duidelijkheid te creëren over de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, wat de gestegen en stijgende kosten voor anciënniteit en werkingskosten betreft;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 47 van het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2002 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 februari 2003, wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « De basisbedragen zijn vastgesteld op basis van de gezondheidsindex van december 2003, namelijk 112,32. »

Art. 2.In artikel 48 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « De basissubsidie bedraagt : 1° voor het jaar 2004 : 673.260,73 euro; 2° vanaf het jaar 2005 : 765.582,80 euro. »

Art. 3.In hoofdstuk II van hetzelfde besluit, wordt een artikel 48bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 48bis.§ 1. Als tegemoetkoming voor de anciënniteitsontwikkeling in de sector wordt voor de jaren 1999 tot en met 2003 met ingang van 1 januari 2004 de basissubsidie verhoogd met een aanvullend bedrag, namelijk 19.098,62 euro. § 2. Als tegemoetkoming voor de stijgende kosten voor de informatisering van de sector wordt met ingang van 1 januari 2004 de basissubsidie verhoogd met een aanvullend bedrag, namelijk 801,30 euro. § 3. Als tegemoetkoming voor de anciënniteitsontwikkeling in de sector wordt voor 2004 de basissubsidie verhoogd met een aanvullend bedrag, namelijk 3.963,46 euro op jaarbasis. § 4. Jaarlijks wordt het percentage van de anciënniteitsontwikkeling over de voorbije vijf jaren bepaald. De minister bepaalt voor het eerst in 2004 met welk percentage de basissubsidie in 2005 wijzigt. »

Art. 4.In artikel 49 van hetzelfde besluit worden het derde en het vierde lid vervangen door wat volgt : « Voor de eerste zes extra schijven bedraagt de forfaitaire subsidie per schijf : 1° voor het jaar 2004 : 103.602,24 euro; 2° vanaf het jaar 2005 : 113.233,77 euro.

Voor de zevende en volgende extra schijven bedraagt de forfaitaire subsidie : 1° voor het jaar 2004 : 98.068,57 euro; 2° vanaf het jaar 2005 : 107.185,66 euro. »

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 49bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 49bis.§ 1. Voor de eerste zes extra schijven gelden de volgende aanpassingen : 1° als tegemoetkoming voor de anciënniteitsontwikkeling in de sector wordt voor de jaren 1999 tot en met 2003 met ingang van 1 januari 2004 de forfaitaire subsidie verhoogd met een aanvullend bedrag, namelijk 2.938,92 euro; 2° als tegemoetkoming voor de stijgende kosten voor de informatisering van de sector wordt met ingang van 1 januari 2004 de forfaitaire subsidie verhoogd met een aanvullend bedrag, namelijk 123,3 euro;3° als tegemoetkoming voor de anciënniteitsontwikkeling in de sector wordt voor 2004 de forfaitaire subsidie verhoogd met een aanvullend bedrag, namelijk 609,9 euro op jaarbasis;4° jaarlijks wordt het percentage van de anciënniteitsontwikkeling over de voorbije vijf jaren bepaald.De minister bepaalt voor het eerst in 2004 met welk percentage de forfaitaire subsidie in 2005 wijzigt. § 2. Voor de zevende en volgende extra schijven gelden de volgende aanpassingen : 1° als tegemoetkoming voor de anciënniteitsontwikkeling in de sector wordt voor de jaren 1999 tot en met 2003 met ingang van 1 januari 2004 de forfaitaire subsidie verhoogd met een aanvullend bedrag, namelijk 2.781,95 euro; 2° als tegemoetkoming voor de stijgende kosten voor de informatisering van de sector wordt met ingang van 1 januari 2004 de forfaitaire subsidie verhoogd met een aanvullend bedrag, namelijk 116,72 euro;3° als tegemoetkoming voor de anciënniteitsontwikkeling in de sector wordt voor 2004 de forfaitaire subsidie verhoogd met een aanvullend bedrag, namelijk 577,33 euro op jaarbasis;4° jaarlijks wordt het percentage van de anciënniteitsontwikkeling over de voorbije vijf jaren bepaald.De minister bepaalt voor het eerst in 2004 met welk percentage de forfaitaire subsidie in 2005 wijzigt. »

Art. 6.In artikel 51ter van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Deze extra subsidie bedraagt voor het jaar 2004 : 34.429,70 euro. »

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 mei 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, A. BYTTEBIER

^