Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 28 mei 2004
gepubliceerd op 25 oktober 2004

Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de wijze waarop voor de Vlaamse Gemeenschap uitvoering gegeven wordt aan de tweede fase van het Europees actieprogramma op onderwijsgebied « SOCRATES »

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036583
pub.
25/10/2004
prom.
28/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/28/2004036583/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MEI 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de wijze waarop voor de Vlaamse Gemeenschap uitvoering gegeven wordt aan de tweede fase van het Europees actieprogramma op onderwijsgebied « SOCRATES »


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 1996 tot bepaling van de wijze waarop voor de Vlaamse Gemeenschap uitvoering wordt gegeven aan het SOCRATES-besluit;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 juli 2002;

Gelet op advies 36.684/1 van de Raad van State, gegeven op 11 maart 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Bij dit besluit wordt een overkoepelend overlegorgaan ingesteld, hierna Vlaams SOCRATES- comité te noemen.

Het Vlaams SOCRATES-comité wordt bijgestaan door twee subcomités : 1° een subcomité voor het hoger onderwijs, hierna Vlaams subcomité hoger onderwijs te noemen;2° een subcomité voor het schoolonderwijs, hierna Vlaams subcomité schoolonderwijs te noemen.

Art. 2.Gelet op de tweede fase van het actieprogramma SOCRATES, zoals vastgesteld bij besluit nr. 253/2000/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 24 januari 2000 tot vaststelling van de tweede fase van het communautaire actieprogramma op onderwijsgebied « SOCRATES » moet het Vlaams SOCRATES-comité fungeren als een beleidsadviserend comité dat moet bijdragen tot een optimale deelname van Vlaanderen aan dit programma en dat moet zorgen voor eenheid in de opvolging van de verschillende acties. Het moet oog hebben voor het beleid inzake samenwerking in EU- verband, met name de samenhang met andere Europese acties en programma's.

Het Vlaams SOCRATES-comité : 1° geeft advies over de opvolging van dit programma, het ontwikkelt hierbij een visie over de Vlaamse deelname en doet suggesties om eventuele tekorten of problemen op te vangen;2° geeft advies over het verspreiden van informatie over het programma voor het onderwijsveld;3° levert een bijdrage tot het voorstellen van acties in Vlaanderen ter aanvulling of ondersteuning van de acties van het SOCRATES- programma;4° levert een bijdrage tot de bevordering van de Europese dimensie in het onderwijs en de uitwisseling van informatie en ervaringen (met inbegrip van EURYDICE en ARION);5° neemt kennis van de besprekingen van het programma door het Europees SOCRATES-comité en zijn verschillende subcomités en werkgroepen.

Art. 3.De subcomités, vermeld in artikel 1, tweede lid, geven op verzoek of op eigen initiatief advies aan het Vlaams SOCRATES- comité over de uitvoering en de opvolging van alle aspecten van het SOCRATES-programma, die te maken hebben met het onderwijsniveau waarvoor zij bevoegd zijn.

De subcomités kunnen de autoriteit verwerven om in naam van het Vlaams SOCRATES-comité over een aantal onderwerpen zelfstandig advies uit te brengen. Het Vlaams SOCRATES-comité bepaalt deze onderwerpen in zijn reglement van orde.

Art. 4.Het Vlaams SOCRATES-comité en de subcomités kunnen werkgroepen oprichten en de bevoegdheid, duur en samenstelling van deze werkgroepen bepalen.

Art. 5.§ 1. Het Vlaams SOCRATES-comité omvat als leden : 1° vier vertegenwoordigers van het departement Onderwijs, waarvan : a) één vertegenwoordiger van de administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek;b) één vertegenwoordiger van de administratie Secundair Onderwijs;c) één vertegenwoordiger van de administratie Basisonderwijs;d) één vertegenwoordiger van de afdeling Beleidscoördinatie;2° één vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap, departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;3° één vertegenwoordiger van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB);4° één vertegenwoordiger van het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen (VIZO);5° twee vertegenwoordigers van de universiteiten, aangewezen in overleg met de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR);6° twee vertegenwoordigers van de hogescholen, aangewezen in overleg met de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA);7° vier vertegenwoordigers van de instellingen van het secundair onderwijs en het basisonderwijs, aangewezen in overleg met de onderwijskoepels en met inachtneming van de verschillende niveaus, waarvan : a) twee vertegenwoordigers voor het gesubsidieerd vrij onderwijs;b) één vertegenwoordiger voor het gesubsidieerd officieel onderwijs;c) één vertegenwoordiger voor het gemeenschapsonderwijs;8° twee vertegenwoordigers van de sector volwassenenonderwijs en permanente vorming;9° één vertegenwoordiger van het Vlaamse LEONARDO DA VINCI-agentschap;10° één Vlaams vertegenwoordiger van het Europees Onderwijscomité;11° één Vlaams vertegenwoordiger van het Europees SOCRATES-comité;12° één Vlaams vertegenwoordiger van het Europees subcomité hoger onderwijs;13° één Vlaams vertegenwoordiger van het Europees subcomité schoolonderwijs. § 2. Het Vlaams subcomité hoger onderwijs omvat als leden : 1° één vertegenwoordiger van de administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs;2° vijf vertegenwoordigers van de universiteiten, aangewezen in overleg met de VLIR;3° vijf vertegenwoordigers van de hogescholen, aangewezen in overleg met de VLHORA;4° één vertegenwoordiger van het Vlaamse LEONARDO DA VINCI-agentschap;5° één Vlaams vertegenwoordiger van het Europees SOCRATES-comité;6° één Vlaams vertegenwoordiger van het Europees subcomité hoger onderwijs. § 3. Het Vlaams subcomité schoolonderwijs omvat als leden : 1° vier vertegenwoordigers van het departement Onderwijs, waarvan : a) één vertegenwoordiger van de administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek;b) twee vertegenwoordigers van de administratie Secundair Onderwijs;c) één vertegenwoordiger van de administratie Basisonderwijs;2° één vertegenwoordiger van de onderwijsinspectie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;3° één vertegenwoordiger van de universiteiten, aangewezen in overleg met de VLIR;4° één vertegenwoordiger van de hogescholen, aangewezen in overleg met de VLHORA;5° vier vertegenwoordigers van de instellingen van het secundair onderwijs en het basisonderwijs, aangewezen in overleg met de onderwijskoepels en met inachtneming van de verschillende niveaus, waarvan : a) twee vertegenwoordigers voor het gesubsidieerd vrij onderwijs;b) één vertegenwoordiger voor het gesubsidieerd officieel onderwijs;c) één vertegenwoordiger voor het gemeenschapsonderwijs;6° één Vlaams vertegenwoordiger van het Europees SOCRATES-comité;7° één Vlaams vertegenwoordiger van het Europees subcomité schoolonderwijs.

Art. 6.De leden van het Vlaams SOCRATES-comité en de subcomités worden aangewezen voor een periode die gelijk is aan de looptijd van het programma. De benoeming van de leden gebeurt door de secretaris-generaal van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs.

De voorzitters en de ondervoorzitters worden verkozen door de leden van de respectieve comités.

Voor elk van de leden, bedoeld in artikel 5, wordt een plaatsvervanger aangewezen.

Art. 7.De leden van het Vlaams SOCRATES-comité en de subcomités ontvangen geen vergoedingen.

Art. 8.Het Vlaams SOCRATES-comité is gehuisvest bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs.

Art. 9.Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 1996 tot bepaling van de wijze waarop voor de Vlaamse Gemeenschap uitvoering wordt gegeven aan het SOCRATES-besluit, wordt opgeheven.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 mei 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN

^