Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 29 maart 2002
gepubliceerd op 11 juli 2002

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het stambesluit VOI van 30 juni 2000, wat betreft de upgrading van niveau E naar niveau D, het verlof voor opdracht en andere bepalingen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2002035850
pub.
11/07/2002
prom.
29/03/2002
ELI
eli/besluit/2002/03/29/2002035850/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 MAART 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het stambesluit VOI van 30 juni 2000, wat betreft de upgrading van niveau E naar niveau D, het verlof voor opdracht en andere bepalingen


De Vlaamse regering, Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het Gemeenschapsonderwijs, inzonderheid op artikel 67, § 2;

Gelet op de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid op artikel 20ter , § 2, ingevoegd bij het decreet van 5 juli 1989 en gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging, inzonderheid op artikel 32ter , § 1, ingevoegd bij het decreet van 12 december 1990 en op artikel 32ter , §§ 3 en 4, ingevoegd bij het decreet van 12 december 1990 en gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op de wet van 17 mei 1976 tot oprichting van een Dienst voor de Scheepvaart en van een « Office de la Navigation », inzonderheid op artikel 8, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen, inzonderheid op artikel 38, gewijzigd bij de decreten van 20 april 1994 en 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 20 maart 1984 houdende oprichting van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling, inzonderheid op artikel 3, § 2, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin, inzonderheid op artikel 11, § 1, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, inzonderheid op artikel 9, § 1, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, inzonderheid op artikel 18, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het Onderwijs II, inzonderheid op artikel 160, gewijzigd bij de decreten van 9 april 1992, 7 juli 1998 en 18 mei 1999;

Gelet op het decreet van 12 december 1990 betreffende het bestuurlijk beleid, inzonderheid op artikelen 24, 44, § 1, en 45, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, inzonderheid op artikel 48, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 23 januari 1991 tot oprichting van Export Vlaanderen, inzonderheid op artikel 20, § 1, gewijzigd bij het decreet van 24 juli 1996;

Gelet op het decreet van 4 mei 1994 betreffende de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, inzonderheid op artikel 57, gewijzigd bij het decreet van 7 juli 1998;

Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, inzonderheid op artikel 32, § 1;

Gelet op het decreet van 7 juli 1998 betreffende de openbare instelling Toerisme Vlaanderen en de Vlaamse Raad voor het Toerisme, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse openbare instellingen, zoals tot op heden gewijzigd;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, gegeven op 19 september 2001;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, gegeven op 3 oktober 2001;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Dienst voor Infrastructuurwerken van het Gesubsidieerd Onderwijs, gegeven op 21 september 2001;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen, gegeven op 24 augustus 2001;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, gegeven op 26 september 2001;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 25 september 2001;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel, gegeven op 13 september 2001;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem, gegeven op 13 september 2001;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Landmaatschappij, gegeven op 18 juli 2001;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Toerisme Vlaanderen, gegeven op 19 september 2001;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Dienst voor de Scheepvaart, gegeven op 19 september 2001;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 26 september 2001;

Gelet op het advies van de algemene raad van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 4 september 2001;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Export Vlaanderen, gegeven op 10 september 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest, gegeven op 11 september 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Milieumaatschappij, gegeven op 24 augustus 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Landmaatschappij, gegeven op 17 juli 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 6 september 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van de Dienst voor de Scheepvaart, gegeven op 10 september 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van de N.V. Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, gegeven op 5 september 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van Toerisme Vlaanderen, gegeven op 17 september 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van Export Vlaanderen, gegeven op 23 augustus 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van het Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openlucht-recreatie, gegeven op 5 september 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van de Dienst voor Infrastructuur-werken van het Gesubsidieerd Onderwijs, gegeven op 14 september 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van de administratieve diensten van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs, gegeven op 24 augustus 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van het permanent secretariaat van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 4 september 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van de Vlaamse Dienst voor Arbeids-bemiddeling en Beroepsopleiding, gegeven op 26 oktober 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen, gegeven op 22 augustus 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van Kind en Gezin, gegeven op 19 september 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 14 september 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Geel, gegeven op 29 augustus 2001;

Gelet op het advies van de directieraad van het Openbaar Psychiatrisch Ziekenhuis Rekem, gegeven op 14 augustus 2001;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 14 december 2001;

Gelet op het akkoord van de federale minister, bevoegd voor de pensioenen, gegeven op 27 december 2001;

Gelet op het protocol nr. 170.509 van 23 oktober 2001 van het Sectorcomité XVIII, Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op het protocol nr. 174.523 van 18 december 2001 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op de beslissing van de Vlaamse regering, op 14 december 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies 32.893/3 van de Raad van State, gegeven op 19 februari 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke kansen, de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegen-heden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid en de Vlaamse minister van Economie, Buitenlandse Handel en Huisvesting;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel I 1, 3°, a , van het stambesluit VOI van 30 juni 2000 worden de woorden « Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen » geschrapt.

Art. 2.In artikel I 2, 18°, van hetzelfde besluit worden de woorden « een ambtenaar die » vervangen door de woorden « een personeelslid dat ».

Art. 3.In artikel I 3, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « aan ambtenaren die onder zijn gezag staan » vervangen door de woorden « de onder zijn gezag staande : - ambtenaren - contractuele personeelsleden met hiërarchische bevoegdheid overeenkomstig artikel XIV 19. »

Art. 4.In artikel II 16ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, worden in het eerste lid de woorden « elk niveau, behalve van niveau E, » vervangen door de woorden « de niveaus A, B, C en D, ».

Art. 5.In artikel III 2 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, derde lid wordt tussen het woord « maken » en het woord « indien » de volgende woorden ingevoegd : « indien de bekendmaking ervan de mededingingspositie van het organisme waarin de ambtenaar is tewerkgesteld kan schaden of »;2° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2.De ambtenaar, die in de uitoefening van zijn ambt, nalatigheden, misbruiken of misdrijven vaststelt, brengt zijn hiërarchische meerdere hiervan onmiddellijk op de hoogte.

Indien hij op basis van gegronde redenen vermoedt of vaststelt dat zijn hiërarchische meerdere hem zal verbieden of verhinderen om deze onregelmatigheden bekend te maken, brengt hij rechtstreeks de entiteit Interne Audit en, in geval van misdrijven, de procureur des Konings van deze onregelmatigheden op de hoogte.

De ambtenaar kan, buiten de gevallen van kwade trouw, persoonlijk voordeel, foutieve of valse aangifte welke een dienst of persoon schade toebrengen, niet onderworpen zijn aan een tuchtstraf, of een andere vorm van openlijke of verdoken sanctie, om de enkele reden dat hij nalatigheden, misbruiken of misdrijven aangeeft of bekend maakt.

In afwijking van het tweede lid, wordt de bevoegde entiteit voor de ambtenaar van de in artikel I 1, 4°, van dit besluit vermelde instelling bepaald in het instellingsspecifiek besluit. »

Art. 6.In artikel V 8, § 1 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, worden de woorden « niveau B, C, D of E, » vervangen door de woorden « niveau B, C of D, ».

Art. 7.Aan deel V, titel II van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk III, bestaande uit artikel V 4bis , toegevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK III. - Overgangsbepaling Art. V 14bis . In afwijking van artikel V 4 kan ook de ambtenaar die zich na 1 januari 2002 nog in niveau E bevindt, om persoonlijke of functionele redenen, op eigen verzoek, worden overgeplaatst in een betrekking van een andere graad van dezelfde rang dan deze die hij bekleedt.

Voor de toepassing van deze bepaling op de ambtenaren van Export Vlaanderen dienen de woorden « 1 januari 2002 » te worden vervangen door de woorden « 1 oktober 2002. »

Art. 8.In de artikelen VI 1, VI 2, § 2, VI 3 tot en met VI 6, VI 8 tot en met VI 10, VI 14, VI 17 tot en met VI 19, VI 24, VII 1, VII 4, VIII 38, VIII 41 tot en met VIII 43 en VIII 48 van hetzelfde besluit worden de woorden « de Vast Wervingssecretaris » vervangen door de woorden « het selectiebureau van de federale overheid ».

In de artikelen VI 2, § 1, 2°, VI 26, § 1 en VI 27, 2° en VIII 35 van hetzelfde besluit worden de woorden « het Vast Wervingssecretariaat » vervangen door de woorden « het selectiebureau van de federale overheid ».

Art. 9.In artikel VI 2, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden « bepaald door de Vast Wervingssecretaris of door een andere instantie belast met de werving en selectie van personeel » vervangen door de woorden « bepaald in overeenstemming met het selectiebureau van de federale overheid of met een andere instantie belast met de werving en selectie van personeel »;2° in het tweede lid, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, worden de woorden « de niveaus D en E, » vervangen door de woorden « niveau D ».

Art. 10.In artikel VI 24, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « of E » geschrapt.

Art. 11.In artikel VI 25 van hetzelfde besluit worden de woorden « de niveaus D en E, » vervangen door de woorden « niveau D ».

Art. 12.Aan deel VI, titel V van hetzelfde besluit wordt een artikel VI 31 toegevoegd dat luidt als volgt : « Art. VI 31. De bestaande wervingsreserves in niveau E worden met ingang van 1 januari 2002 in aanmerking genomen voor de toegang tot niveau D. »

Art. 13.In artikel VII 10 van hetzelfde besluit worden de woorden « 5° in niveau E : 4 maanden » geschrapt.

Art. 14.In deel VII, hoofdstuk IV, afdeling 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het opschrift worden de woorden « niveau B, C, D en E » vervangen door de woorden « niveau B, C en D »;2° in artikel VII 16 worden de woorden « niveau B, C, D en E » vervangen door de woorden « niveau B, C en D ».

Art. 15.Artikel VII 17 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001 wordt vervangen door wat volgt : « Art. VII 17. Elke stagiair wordt begeleid door een begeleidingsambtenaar. »

Art. 16.In artikel VII 20 van hetzelfde besluit worden de woorden « en betrekking » geschrapt.

Art. 17.In artikel VII 22 van hetzelfde besluit worden de woorden « en betrekking » geschrapt.

Art. 18.Aan deel VII van hetzelfde besluit wordt een titel III bestaande uit artikel VII 32 toegevoegd, die luidt als volgt : « TITEL III. - Overgangsbepaling Art. VII 32. De stagiairs in niveau E die in dienst zijn op 1 januari 2002 worden bevorderd in niveau D, overeenkomstig de tabel die als bijlage XIII bij dit besluit is gevoegd. »

Art. 19.Artikel VIII 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 3. De hiërarchie van de graden omvat vier niveaus en veertien rangen. »

Art. 20.In artikel VIII 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « vijf niveaus » worden vervangen door de woorden « vier niveaus »;2° de woorden « 5° niveau E : geen diploma » worden geschrapt.

Art. 21.In artikel VIII 5, derde lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « vijf niveaus » worden vervangen door de woorden « vier niveaus »;2° de woorden « niveau E : één rang, genummerd als E1 » worden geschrapt.

Art. 22.In artikel VIII 9, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « de personeelsleden die zijn aangewezen om gezag uit te oefenen over een aantal personeelsleden » vervangen door de woorden « de ambtenaar of het contractuele personeelslid met hiërarchische bevoegdheid overeenkomstig artikel XIV 19 die zijn aangewezen om gezag uit te oefenen over een aantal personeelsleden ».

Art. 23.In artikel VIII 14, vierde lid van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 2 februari 2001, worden de woorden « niveau D of E » vervangen door de woorden « niveau D ».

Art. 24.In artikel VIII 46 van hetzelfde besluit worden de woorden « D1, » geschrapt.

Art. 25.In artikel VIII 47 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001, wordt de bepaling onder 4° opgeheven.

Art. 26.Artikel VIII 52 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 27.In artikel VIII 69, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1° worden tussen de woorden « een gewestelijk staatssecretaris » en de woorden « een gouverneur van een Vlaamse provincie » de woorden « een regeringscommissaris » ingevoegd;2° in 6° worden tussen de woorden « de Koning, » en de woorden « een prins » de woorden « een Koningin, » ingevoegd.

Art. 28.In artikel VIII 79, § 1, derde lid van hetzelfde besluit wordt tussen het woord « wordt » en de woorden « in kennis gesteld » het woord « schriftelijk » ingevoegd.

Art. 29.In artikel VIII 80 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, wordt de bepaling onder 9° opgeheven.

Art. 30.Artikel VIII 91 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, wordt vervangen door wat volgt : « Art. VIII 91. § 1. De ambtenaren van niveau E die met betrekking tot het evaluatiejaar 2000 geen evaluatie « onvoldoende » kregen en niet werden vertraagd in hun functionele loopbaan worden met ingang van 1 januari 2002 bevorderd in niveau D, overeenkomstig de tabel die als bijlage XIII bij dit besluit is gevoegd.

De leidend ambtenaar bepaalt of een ambtenaar met de graad van technisch beambte wordt bevorderd tot de graad van technisch assistent of tot de graad van speciaal assistent. § 2. De ambtenaren van niveau E die met betrekking tot het evaluatiejaar 2000 een evaluatie « onvoldoende » kregen of werden vertraagd in hun functionele loopbaan worden bevorderd in niveau D op 1 januari van het jaar volgend op de eerste evaluatie die niet wordt besloten met de eindvermelding « onvoldoende » en die niet leidt tot een loopbaanvertraging. § 3. § 1 is van toepassing op de ambtenaar die werd teruggezet in een graad van niveau E van zodra de tuchtstraf « terugzetting in graad » is doorgehaald. § 4. Op de ambtenaren die zich na 1 januari 2002 nog in niveau E bevinden blijft de hierna vermelde regeling van toepassing : 1° niveau E bestaat uit één rang : de rang E1;2° indien de ambtenaar van niveau E hier schriftelijk om vraagt, wordt het evaluatiegesprek gevoerd in aanwezigheid van een waarnemer van zijn keuze;3° de ambtenaar van niveau E geniet de volgende functionele loopbaan : a) van de eerste naar de tweede salarisschaal na 8 jaar vanE 111naar E 112 E 121 E 122 b) van de tweede naar de derde salarisschaal na 10 jaar vanE 112naar E 113 E 122 E 123 § 5.Voor de toepassing van § 1 en § 2 van dit artikel op de ambtenaren van Export Vlaanderen, dienen de woorden « evaluatiejaar 2000 » te worden vervangen door de woorden « evaluatiejaar 2001 ».

Voor de toepassing van § 4 van dit artikel op de ambtenaren van Export Vlaanderen dienen de woorden « 1 januari 2002 » te worden vervangen door de woorden « 1 oktober 2002 ». »

Art. 31.Artikel IX 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. IX 2. De volgende tuchtstraffen kunnen worden uitgesproken : 1° blaam;2° inhouding van salaris;3° tuchtschorsing;4° lagere inschaling;5° terugzetting in graad;6° ontslag van ambtswege;7° afzetting.»

Art. 32.Artikel IX 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. IX 5. § 1. De lagere inschaling bestaat in de toekenning van een lagere salarisschaal binnen dezelfde graad.

De ambtenaar neemt in de nieuwe salarisschaal rang in op de datum waarop de lagere salarisschaal uitwerking heeft.

De lagere inschaling mag er in geen geval toe leiden dat de betrokken ambtenaar een lager salaris geniet dan indien hij werd teruggezet in graad. § 2. De terugzetting in graad bestaat in de toekenning van een graad van een lagere rang die binnen hetzelfde niveau of binnen een lager niveau is ingedeeld.

De terugzetting in graad heeft tot gevolg dat de salarisschaal wordt toegekend die verbonden is aan de graad waarin de ambtenaar wordt teruggezet.

De ambtenaar neemt in de nieuwe graad rang in op de datum waarop de lagere graad uitwerking heeft. »

Art. 33.In artikel IX 14 van hetzelfde besluit worden de woorden « twee werkdagen » vervangen door de woorden « vijf werkdagen ».

Art. 34.In artikel IX 28 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzi-gingen aangebracht : 1° in § 1 worden tussen het woord « afzetting » en het woord « wordt » de volgende woorden ingevoegd : « en het ontslag van ambtswege »;2° in § 2 worden de woorden « acht jaar voor de terugzetting in graad » vervangen door de woorden « acht jaar voor de lagere inschaling of de terugzetting in graad ».

Art. 35.Aan artikel XI 13 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd « en de eventueel hierop aansluitende herstelperiode ».

Art. 36.In artikel XI 26, § 1 van hetzelfde besluit wordt tussen het eerste en het tweede lid een nieuw lid ingevoegd dat luidt als volgt : « De dagen afwezigheid wegens ziekte die de ambtenaar heeft opgenomen als ambtenaar bij de diensten van de Vlaamse regering of bij een andere Vlaamse openbare instelling met een vergelijkbaar personeelsstatuut worden aangere-kend op het in het eerste lid vermelde aantal werkdagen vanaf 1 januari 1995 en wat Export Vlaanderen betreft vanaf 1 oktober 2000. »

Art. 37.In artikel XI 44 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001 worden de woorden « Afwezigheid wegens ziekte of ongeval » vervangen door de woorden « Ziekteverlof of bevallingsverlof ».

Art. 38.In artikel XI 51 van hetzelfde besluit worden tussen het woord « staatssecretaris » en de woorden « of een lid van de regering van een gemeenschap of een gewest » het woord « , regeringscommissaris » ingevoegd en worden tussen de woorden « de gouverneur of de vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brusselhoofdstad « en de woorden « of een Europees commissaris » de woorden « of een bestendig afgevaardigde, burgemeester, schepen of O.C.M.W.-voorzitter » ingevoegd.

Art. 39.In hoofdstuk III van titel VIII van deel XI van hetzelfde besluit, bestaande uit artikel XI 63, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het opschrift van hoofdstuk III worden tussen de woorden « de koning » en de woorden « een prins of een prinses van België » de woorden « een koningin » ingevoegd;2° in artikel XI 63 worden in § 1 en § 2 tussen de woorden « de koning » en de woorden « een prins of een prinses » de woorden « een koningin, » ingevoegd.

Art. 40.In artikel XI 74, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, worden in 1° tussen de woorden « huwelijk van de ambtenaar en de woorden « 4 werkdagen » de woorden « en het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door de ambtenaar » ingevoegd.

Art. 41.In artikel XI 75 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 2° wordt het derde lid vervangen door wat volgt : « Naast dit contingent krijgt de ambtenaar van de instelling die geslaagd is voor een vergelijkend aanwervingsexamen of een vergelijkend examen voor overgang naar een ander niveau ambtshalve verlof in zijn oude betrekking voor de duur van zijn stage in zijn nieuwe betrekking.»; 2° in 3° worden tussen de woorden « gemeentelijke verkiezingen » en de woorden « voor te bereiden » de woorden « en rechtstreekse verkiezingen voor O.C.M.W.-raden » ingevoegd.

Art. 42.In artikel XI 76 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 43.In artikel XII 2, § 1, van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 december 2001, wordt 4° vervangen door wat volgt : « 4° de ambtenaar die wordt ontslagen van ambtswege of die wordt afgezet; »

Art. 44.Artikel XII 5, § 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 45.In artikel XIII 3, § 1, van hetzelfde besluit wordt de eerste zin vervangen door wat volgt : « Elke salarisschaal behoort tot een van de vier niveaus die aangeduid worden met de letters A, B, C en D. »

Art. 46.Artikel XIII 7 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 47.Artikel XIII 21, § 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « § 1. Het maandsalaris is gelijk aan 1/12 van het jaarsalaris.

Wanneer de ambtenaar op een andere datum dan de eerste van een maand wordt bevorderd, wordt het salaris uitbetaald overeenkomstig artikel XIII 24. »

Art. 48.In artikel XIII 26 van hetzelfde besluit wordt het bedrag « 489 139 BEF (100 %) » vervangen door « 528 580 BEF (100 %) ».

Art. 49.Aan artikel XIII 27 van hetzelfde besluit waarvan de bestaande tekst § 1 vormt, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 2. Voor het bepalen van de leeftijd van de ambtenaar wordt, met het oog op de vaststelling van zijn salaris, de verjaardag die niet op de eerste van de maand valt, steeds verschoven naar de eerste van de volgende maand. »

Art. 50.In artikel XIII 32, § 2, 1°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, worden de volgende bepalingen geschrapt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 51.In deel XIII, titel II, hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een artikel XIII 33quater toegevoegd, dat luidt als volgt : « Art. XIII 33quater . Op de ambtenaren die zich na 1 januari 2002 in niveau E bevinden is de hierna vermelde regeling van toepassing : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de toepassing van dit artikel op Export Vlaanderen dienen de woorden « 1 januari 2002 » te worden vervangen door de woorden « 1 oktober 2002 ».

Art. 52.Aan artikel XIII 42, tweede lid van hetzelfde besluit wordt een vijfde gedachtestreep toegevoegd, die luidt als volgt : « - de bevorderingspremie. »

Art. 53.Artikel XIII 43 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art.XIII 43. § 1. Het afdelingshoofd beslist in hoever het nodig is dat bezoldigde overuren worden verricht. Het afdelingshoofd beslist in welke mate het personeelslid de keuzemogelijkheid heeft tussen compenserende inhaalrust of de toekenning van een toelage overeenkomstig artikel XIII 42. Indien de inhaalrust niet binnen de vier maanden genomen is, wordt de toelage ambtshalve betaald. § 2. De compensatie is gelijk aan het aantal overuren. § 3. Het instellingsspecifiek besluit kan afwijken van de regeling in §§ 1 en 2. »

Art. 54.In artikel XIII 44 van hetzelfde besluit worden de woorden « extra-prestatie » en « extraprestaties » telkens vervangen door « overuren ».

Art. 55.Artikel XIII 49 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 49. § 1. Het afdelingshoofd beslist in hoever het nodig is dat bezoldigde nacht-, zaterdag- of zondagsprestaties worden verrricht. Het afdelingshoofd beslist in welke mate met personeelslid de keuzemogelijkheid heeft tussen compenserende inhaalrust overeenkomstig § 2, tweede alinea, of de toekenning van een toelage voor zondagsprestaties overeenkomstig artikel XIII 46, § 2. Indien de inhaalrust niet binnen de vier maanden genomen wordt, wordt de toelage ambtshalve betaald. § 2. De compensatie voor nacht- en zaterdagprestaties is gelijk aan het aantal te betalen uren indien het overuren zijn. Nacht- of zaterdagprestaties worden steeds betaald, maar alleen gecompenseerd als het overuren zijn.

De compensatie voor zondagsprestaties is gelijk aan het dubbel van het aantal te betalen uren, indien het overuren zijn. Indien het geen overuren zijn, is de compensatie gelijk aan het aantal te betalen uren. § 3. Het instellingsspecifiek besluit kan afwijken van de regeling in §§ 1 en 2. »

Art. 56.In artikel XIII 56 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 2 februari 2001, worden de woorden « en E » geschrapt.

Art. 57.In artikel XIII 63, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, wordt de derde zin vervangen door wat volgt : « De projectleiderstoelage (aan 100 %) is maximaal gelijk aan het verschil tussen de salarissen (aan 100 %) van de projectleider en van de administrateur-generaal (met salarisschaal A311) met dezelfde geldelijke anciënniteit. »

Art. 58.In artikel XIII 65 van hetzelfde besluit worden de woorden « 15 000 BEF voor vergelijkende examens of vergelijkende bekwaamheidsproeven die toegang verlenen tot een graad van niveau D » geschrapt.

Art. 59.Artikel XIII 74 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 74. Indien tijdens het referentiejaar voor het vakantiegeld, of de referentieperiode voor de eindejaarstoelage het salaris niet of slechts gedeeltelijk verschuldigd is, wordt voor deze maanden het bedrag aangepast volgens artikel XIII 24, behalve ingeval : 1° de ambtenaar afwezig was wegens bevallingsrust, toegekend door artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971, aldaar « moederschapsrust » genoemd;2° van tuchtschorsing 3° van schorsing in het belang van de dienst;4° van deelname aan een georganiseerde werkonderbreking;5° van ouderschapsverlof.»

Art. 60.Artikel XIII 75 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. XIII 75. Voor elke maand tijdens het referentiejaar voor het vakantiegeld of de referteperiode voor de eindejaarstoelage dat volledige prestaties werden verricht, wordt het bedrag van het vakantiegeld en/of de eindejaarstoelage bepaald op respectievelijk een twaalfde of een negende van het jaarbedrag. »

Art. 61.In artikel XIII 107, § 2, 3° van hetzelfde besluit worden de woorden « de niveaus D en E » vervangen door de woorden « het niveau D ».

Art. 62.In artikel XIII 110, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « beambte (E111) » vervangen door de woorden « assistent (D111) ».

Art. 63.Artikel XIII 111, § 1 van hetzelfde besluit wordt geformuleerd als volgt : « Artikel XIII 111. § 1. Wanneer de aanstelling van de huisbewaarder eindigt : 1° bij zijn pensionering;2° als hij ontslag neemt;3° indien de bevoegde overheid deze functie van huisbewaarder afschaft;4° bij het overlijden van de huisbewaarder, krijgt de belanghebbende, of, bij overlijden, de echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, of indien hij/zij weduw(e)(naar) is of de samenwonende partner overleden is, de nabestaanden die onder hetzelfde dak wonen, drie maanden de tijd om een andere woning te zoeken.De leidend ambtenaar waarschuwt de betrokkene bij aangetekend schrijven.

Wanneer de aanstelling van de huisbewaarder beëindigd wordt in geval van tekortkomingen die van aard zijn dat het noodzakelijk is dat hij als huisbewaarder wordt ontslagen, krijgt belanghebbende drie maanden de tijd om een andere woning te zoeken.

In geval van : - afzetting; - ontslag van ambtswege; - of ontslag om dringende redenen door de werkgever of de werknemer wordt deze termijn ingekort tot 1 maand.

De tekortkoming wordt vastgesteld door de gebouwverantwoordelijke of bij ontstentenis, door de ambtenaar met de hoogste graad in dat gebouw. Na de huisbewaarder te hebben gehoord, stuurt deze onverwijld zijn verslag met de eventuele schriftelijke opmerkingen van de huisbewaarder, door aan de leidend ambtenaar.

De beslissing tot ontslag wordt genomen door de leidend ambtenaar. »

Art. 64.Aan deel XIII, titel VI. Sociale voordelen » van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk III bis, bestaande uit artikel XIII 121bis , toegevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK IIIbis . - Eurominikit Art. XIII 121bis . Aan het personeelslid in dienst op 15 december 2001 wordt een eurominikit uitgereikt ter waarde van 500 BEF (12,40 euro).

Art. 65.In artikel XIV 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 2° wordt vervangen door wat volgt : « 2° de ambtenaren te vervangen bij gehele of gedeeltelijke afwezigheid, ongeacht of ze in dienstactiviteit zijn of niet, wanneer de duur van die afwezigheid tot vervanging noopt;2° een 4° wordt toegevoegd, die luidt als volgt : « 4° te voorzien in de uitvoering van hooggekwalificeerde taken.»

Art. 66.In deel XIV, titel II, hoofdstuk I, van hetzelfde besluit wordt afdeling 3. Vervangingsopdrachten, bestaande uit artikel XIV 4, opgeheven.

Art. 67.Aan deel XIV, titel II, hoofdstuk I, van hetzelfde besluit wordt een afdeling 5 toegevoegd, die luidt als volgt : « Afdeling 5. - Hooggekwalificeerde contractuele betrekkingen Art. XIV 5bis . § 1. De minister bepaalt in overleg met de Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken het aantal, de duur en de soort van de betrekkingen waarin contractueel wordt in dienst genomen voor de uitoefening van hoog gekwalificeerde taken alsmede de aanwervingswijze en -voorwaarden voor deze betrekkingen en de soort van arbeidsovereenkomst. § 2. De indienstneming in de hoog gekwalificeerde betrekkingen gebeurt door de raad van bestuur. »

Art. 68.Aan deel XIV, titel III, hoofdstuk I, afdeling 3, onderafdeling 2 van hetzelfde besluit wordt een artikel XIV 13bis toegevoegd dat luidt als volgt : « Art. XIV 13bis . Het contractuele personeelslid met een hooggekwalificeerde betrekking, zoals bedoeld in artikel XIV 2, 4° en een bezoldiging minstens gelijk aan A311 wordt beoordeeld door de raad van bestuur. »

Art. 69.Artikel XIV 17 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 70.Aan artikel XIV 39 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Inzake politiek verlof wordt het deeltijdse contractuele personeelslid gelijkgesteld met een ambtenaar met verlof voor deeltijdse prestaties. »

Art. 71.Aan deel XIV, titel III, hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt een afdeling 12 toegevoegd die luidt als volgt : « Afdeling 12. - Schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst Art. XIV 42bis . Indien een contractueel personeelslid bij de diensten van de Vlaamse regering of bij een andere Vlaamse openbare instelling tijdelijk met een hooggekwalificeerde functie zoals bedoeld in artikel XIV 2, 4° wordt belast, wordt de uitvoering geschorst voor de periode waarin deze andere functie wordt uitgeoefend. »

Art. 72.Aan artikel XIV 43 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst § 1 zal vormen, wordt een § 2 toegevoegd, die luidt als volgt : « 2. De beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een contractueel personeelslid dat een hooggekwalificeerde betrekking zoals bedoeld in artikel XIV 2, 4° uitoefent met een bezoldiging minstens gelijk aan A311, gebeurt door de raad van bestuur. »

Art. 73.In deel XIV, titel III, hoofdstuk IV, afdeling 1 van hetzelfde besluit wordt een artikel XIV 44bis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. XIV 44bis . De bezoldiging van het contractuele personeelslid dat in het kader van de tijdelijke en uitzonderlijke personeelsbehoeften, bedoeld in artikel XIV 2, 1°, een betrekking uitoefent die niet vergelijkbaar is met andere statutaire en contractuele functies, en waarvan de bezoldiging niet in dit besluit is vastgelegd, wordt bij de indienstneming vastgesteld door de minister in overleg met de Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken.

De bezoldiging van het contractuele personeelslid dat een hooggekwalifi-ceerde betrekking zoals bedoeld in artikel XIV 2, 4°, uitoefent wordt bij de indienstneming vastgesteld door de minister in overleg met de Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken. »

Art. 74.In artikel XIV 45 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.Het contractuele arbeiderspersoneel wordt uitbetaald op basis van een maandloon. » 2° in § 3, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, worden de woorden « de salarisschaal E111 » vervangen door de woorden « de salarisschaal D111 ».

Art. 75.In artikel XIV 47 van hetzelfde besluit waarvan de bestaande tekst § 1 vormt wordt een § 2 toegevoegd die luidt als volgt : « § 2. Voor het bepalen van de leeftijd van het contractuele personeelslid wordt de verjaardag die niet op de eerste van de maand valt steeds verschoven naar de eerste van de volgende maand. »

Art. 76.In artikel XIV 51 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 2 februari 2001, wordt een § 3 toegevoegd die luidt als volgt : « § 3. In afwijking van § 2 wordt de functioneringstoelage aan het contractuele personeelslid met een hooggekwalificeerde betrekking, zoals bedoeld in artikel XIV 2, 4° en een bezoldiging minstens gelijk aan A311 toegekend door de raad van bestuur. »

Art. 77.Aan deel XIV, titel IV, hoofdstuk I van hetzelfde besluit wordt een artikel XIV 56 toegevoegd, dat luidt als volgt : « Art. XIV 56. § 1. Het contractuele personeelslid in dienst op 31 december 2001 in een betrekking met een salarisschaal van niveau E en met een arbeidsovereenkomst die doorloopt op 1 januari 2002 wordt m.i.v. laatst vermelde datum tewerkgesteld in een contractuele betrekking met een salarisschaal van niveau D, overeenkomstig de tabel die als bijlage XIII bij dit besluit is gevoegd.

De leidend ambtenaar bepaalt of het contractueel personeelslid met de graad van technisch beambte wordt tewerkgesteld als technisch assistent of speciaal assistent. § 2. In afwijking van § 1 gebeurt de tewerkstelling in een betrekking met een salarisschaal van niveau D voor het contractuele personeelslid in dienst op 31 december 2001 in een betrekking met een salarisschaal van niveau E en met een arbeidsovereenkomst die doorloopt op 1 januari 2002, en met een beoordeling « onvoldoende » over het beoordelingsjaar 2000, de eerste januari van het jaar volgend op de eerste gunstige beoordeling voor zover de arbeidsovereenkomst op deze datum nog loopt. § 3 Het contractuele personeelslid dat op 31 december 2001 een betrekking van het schoonmaak- of restuarantpersoneel uitoefent met een arbeidsovereenkomst die doorloopt op 1 januari 2002, maar niet wordt tewerkgesteld in een betrekking met een salarisschaal van niveau D, wordt bezoldigd in de salarisschaal E111. § 4. Het contractuele personeelslid dat wordt tewerkgesteld in een contractuele betrekking met een salarisschaal van niveau D, heeft steeds een bezoldiging die tenminste 620 euro hoger is dan het salaris in de salarisschaal die het onmiddellijk voorafgaand aan deze inschaling genoot.

Onder « bezoldiging » wordt in het eerste lid begrepen : het salaris in de betrekking met een salarisschaal van niveau D en de upgradingspremie samen. De upgradingspremie bedraagt maximaal 620 euro (100 %). » § 5. Voor de toepassing van § 2 van dit artikel op Export Vlaanderen, dienen de woorden « beoordelingsjaar 2000 » te worden vervangen door de woorden « beoordelingsjaar 2001 ».

Art. 78.In bijlage III bij hetzelfde besluit worden de woorden « Niveau E : Geen diploma of studiegetuigschrift vereist » geschrapt.

Art. 79.In bijlage IV bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, worden de woorden « Niveau E rang E1Beambte Technisch beambte » geschrapt.

Art. 80.In bijlage V bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 5 oktober 2001, worden de vermeldingen onder niveau E geschrapt.

Art. 81.Bijlage I bij dit besluit wordt toegevoegd als bijlage XIII aan hetzelfde besluit.

Art. 82.Dit besluit treedt heden in werking met uitzondering van de hierna vermelde artikelen die uitwerking hebben met ingang van de ernaast vermelde data : - artikel 1 : 17 mei 2001; - artikel 4, 6, 7, 9,2°, 10 tot 14, 18 tot 21, 23 tot 26, 29, 30, 45, 50, 51, 56, 58, 61, 62, 74, 77, 78 tot 81 : 1 januari 2002; - artikel 27 en 38 : 1 maart 2001; - artikel 41, 1° : 1 april 2001; - artikel 41, 2° : 1 september 2000; - artikel 48 : 1 juli 2000; - artikel 59 : 1 januari 2001; - artikel 64 : 15 december 2001; - artikel 65, 67, 68, 71, 72, 73, 76 : 9 januari 2001.

Art. 83.De leden van de regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 maart 2002.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, V. DUA De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, P. VAN GREMBERGEN De Vlaamse minister van Economie, Buitenlandse Handel en Huisvesting, J. GABRIELS

Bijlage 1 UPGRADING PERSONEEL NIVEAU E Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 29 maart 2002 tot wijziging van het stambesluit VOI van 30 juni 2000, wat betreft de upgrading van niveau E naar niveau D, het verlof voor opdracht en andere bepalingen.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, S. STEVAERT De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, M. VOGELS De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, V. DUA De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, P. VAN GREMBERGEN De Vlaamse minister van Economie, Buitenlandse Handel en Huisvesting, J. GABRIELS

^