Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 30 juni 2006
gepubliceerd op 11 juli 2006

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de delegatie voor het voeren van de rechtsgedingen van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest

bron
vlaamse overheid
numac
2006036059
pub.
11/07/2006
prom.
30/06/2006
ELI
eli/besluit/2006/06/30/2006036059/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 JUNI 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de delegatie voor het voeren van de rechtsgedingen van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 82, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 10 juli 2003 en 27 maart 2006;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot regeling van het voeren van de rechtsgedingen van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005 en 19 mei 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 juni 2006;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de delegatie voor het voeren van rechtsgedingen uiterlijk 1 juli 2006 moet worden aangepast aan de nieuwe organisatiestructuur van de Vlaamse overheid; dat voor de beleidsdomeinen die op 1 april 2006 operationeel zijn geworden, de bepalingen die op 1 juli 2006 niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van de besluiten van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen en aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries, geacht worden stilzwijgend te zijn opgeheven krachtens artikelen 27 van die besluiten; dat het derhalve in het belang van de rechtszekerheid noodzakelijk is om vóór die datum elke twijfel over de strijdigheid van bestaande bepalingen betreffende het voeren van de rechtsgedingen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest met de nieuwe delegatieregeling weg te nemen;

Overwegende anderzijds dat het, voor de beleidsdomeinen die op 1 juli 2006 operationeel zullen worden, noodzakelijk is dat er op die datum een eenduidige en uniforme delegatieregeling bestaat, met het oog op een doelmatige en doeltreffende interne organisatie van de gedingvoering;

Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse Regering;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004, 23 december 2005 en 19 mei 2006, wordt een artikel 9bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 9bis.In de rechtsgedingen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest met betrekking tot een aangelegenheid die tot de uitsluitende bevoegdheid behoort van één Vlaamse minister, treedt die minister op namens de Vlaamse Regering.

Als de rechtsgedingen betrekking hebben op een aangelegenheid die tot de bevoegdheid behoort van meer dan één Vlaamse minister, spreken die ministers onderling af wie van hen namens de Vlaamse Regering zal optreden. Als een dergelijke afspraak ontbreekt, treedt de minister op die eerst komt in de orde van voorrang. »

Art. 2.In artikel 15, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de intern verzelfstandigde agentschappen van de Vlaamse overheid wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° rechtsgedingen te voeren, als eiser, verweerder of tussenkomende partij, voor de hoven en rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Rekenhof, met uitzondering van de rechtsgedingen voor het Arbitragehof; deze delegatie omvat het nemen van de beslissingen betreffende : a) het instellen van rechtsgedingen;b) het verrichten van alle noodzakelijke proceshandelingen;c) het instellen van rechtsmiddelen tegen vonnissen of arresten, of desgevallend het berusten erin; wat de intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid betreft, worden de rechtsgedingen gevoerd namens de Vlaamse Regering, ten verzoeke van de bevoegde Vlaamse minister; ».

Art. 3.In artikel 15, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen, wordt punt 2° vervangen door wat volgt : « 2° rechtsgedingen te voeren namens de Vlaamse Regering, ten verzoeke van de bevoegde Vlaamse minister, als eiser, verweerder of tussenkomende partij, voor de hoven en rechtbanken, de administratieve rechtscolleges en het Rekenhof, met uitzondering van de rechtsgedingen voor het Arbitragehof; deze delegatie omvat het nemen van beslissingen betreffende : a) het instellen van rechtsgedingen;b) het verrichten van alle noodzakelijke proceshandelingen;c) het instellen van rechtsmiddelen tegen vonnissen of arresten, of desgevallend het berusten erin;».

Art. 4.Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 tot regeling van het voeren van de rechtsgedingen van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2006.

Art. 6.De leden van de Vlaamse Regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 juni 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, F. MOERMAN De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT

^