Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 30 november 2001
gepubliceerd op 28 december 2001

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1998 tot instelling en organisatie van een vierde preventiestimulerend programma

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001036420
pub.
28/12/2001
prom.
30/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/30/2001036420/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

30 NOVEMBER 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1998 tot instelling en organisatie van een vierde preventiestimulerend programma


De Vlaamse regering, Gelet op de wetten op de rijkscompatibiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 12, derde lid;

Gelet op het decreet van 22 december 2000 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2001, inzonderheid artikel 84, achtste lid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1998 tot instelling en organisatie van een vierde preventiestimulerend programma;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 18 april 2001;

Gelet op het advies 31.858/3 van de Raad van State, gegeven op 9 oktober 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan artikel 11, § 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1998 tot instelling en organisatie van een vierde preventiestimulerend programma wordt een 11° toegevoegd die luidt als volgt : « 11° het opstellen van een tussentijds rapport per bedrijf door de projectverantwoordelijke over de vooruitgang van het actieplan. »

Art. 2.§ 1. In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.In principe staat elk project open voor alle ondernemingen met een milieuhinderlijke activiteit, ongeacht de omvang of sector. Per cyclus dienen K.M.O.'s in ruime mate vertegenwoordigd te zijn. » 2° § 3 wordt vervangen door wat volgt : « § 3.De projectverantwoordelijken kunnen in overleg met de evaluatiecommissie specifieke beperkingen inbouwen in de toelatingsvoorwaarden inzake sectoren en/of milieu-impact. Die beperkingen moeten verantwoord worden en gefaseerd in de tijd worden opgeheven. »

Art. 3.Aan artikel 15, § 1 van hetzelfde besluit wordt een 5° toegevoegd die luidt als volgt : « 5° van de milieucel van de gewestelijke ontwikkelingsmaatschappij van de provincie. »

Art. 4.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1.De subsidie wordt toegekend aan maximaal één project per provincie. De toegekende subsidie is het maximale bedrag waarop de gesubsidieerde aanspraak kan maken op voorwaarde van verantwoording van gemaakte projectkosten. Dat maximale bedrag is 62.000 euro per project. » 2° § 2, 1° wordt vervangen door wat volgt : « § 2.1° de directe personeelskosten voor projectcoördinatie en voor administratief werk. » 3° § 2, 3° wordt vervangen door wat volgt : « § 2.3° algemene werkingskosten en overheadkosten, forfaitair in rekening te brengen naar rato van 10 % van de som van personeels- en werkingskosten zoals vermeld onder 1° en 2° van deze paragraaf, exclusief aankopen van externe diensten. » 4° § 5 wordt vervangen door wat volgt : « § 5.1° De verantwoorde subsidie is het subsidiebedrag dat gelijk is aan het verschil tussen enerzijds de verantwoorde en aanvaarde projectkosten, en anderzijds alle opbrengsten. 2° De verantwoorde subsidie wordt beperkt : a) als 15 bedrijven deelnemen tot 50.000 euro; b) als meer dan 15 bedrijven deelnemen tot 50.000 euro, vermeerderd met 1.250 euro per additioneel bedrijf, evenwel beperkt tot een absoluut maximum van 62.000 euro; c) als minder dan 15 bedrijven deelnemen tot 3.305 euro per deelnemend bedrijf. 3° Om als deelnemend bedrijf in aanmerking te worden genomen geldt de voorwaarde dat het betreffende bedrijf maximaal reeds tweemaal mag hebben deelgenomen aan een milieucharterproject dat gesubsidieerd werd door het Vlaamse Gewest.Een bedrijf wordt beschouwd als deelnemend zodra het actieplan is goedgekeurd. » 5° § 6 wordt vervangen door wat volgt : « § 6.De uitbetaling van de subsidie gebeurt als volgt : 1° een eerste schijf bij de start van het project ten bedrage van 25 % van de toegekende subsidie;2° een tweede schijf ten bedrage van 25 % van de toegekende subsidie na het verstrijken van de helft van de cyclus;3° het overblijvend gedeelte van de verantwoorde subsidie na aftrek van de reeds uitbetaalde schijven, op voorwaarde dat de Beoordelingscommissie het eindrapport en de geleverde prestaties heeft goedgekeurd.» 6° § 7, 1° wordt vervangen door wat volgt : « § 7.1° Indien aan de voorwaarden zoals bepaald in § 6, 3°, van dit artikel niet is voldaan, vordert de beheerder het reeds uitbetaalde voorschot terug van de projectverantwoordelijke. »

Art. 5.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 23.Aanvragen voor subsidiëring van projecten zoals hierboven beschreven moeten uiterlijk op 31 december 2003 aankomen bij de beheerder. »

Art. 6.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 7.De in de eerste kolom van onderstaande tabel vermelde artikelen of onderdelen ervan, hebben betrekking op dit besluit. Met betrekking tot de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van deze tabel, gelden vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 8.De bedragen die in euro worden vermeld in artikel 4 van dit besluit, treden in werking op 1 januari 2002.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 30 november 2001.

De Minister-President van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse Minister van Leefmilieu en Landbouw, Mme V. DUA

^