Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 31 januari 2003
gepubliceerd op 11 maart 2003

Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het Vlaamse personeelsstatuut van 15 juli 2002 inzake de uitvoering van het sectoraal akkoord 2001-2002 en andere bepalingen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2003035273
pub.
11/03/2003
prom.
31/01/2003
ELI
eli/besluit/2003/01/31/2003035273/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

31 JANUARI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het Vlaamse personeelsstatuut van 15 juli 2002 inzake de uitvoering van het sectoraal akkoord 2001-2002 en andere bepalingen


De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel;

Gelet op het akkoord van de federale minister, bevoegd voor de pensioenen, gegeven op 19 maart 2002;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 mei 2002;

Gelet op het protocol nr. 181.550 van 31 juli 2002 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 15 juli 2002, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 34.082/3, gegeven op 12 november 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan artikel I 2 van het Vlaams personeelsstatuut van 15 juli 2002 wordt een 15° toegevoegd, die luidt als volgt : « 15° volledige prestaties : prestaties die gemiddeld 38 uren per week bedragen. »

Art. 2.Aan artikel I 3, § 1 van hetzelfde statuut worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In punt 1°, a) worden de woorden "voor verhoging in graad" geschrapt;2° In punt 3° worden de woorden "voor de bevordering van de geslaagden voor de vergelijkende overgangsexamens en" geschrapt.

Art. 3.In artikel II 16, § 2 van hetzelfde statuut wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « Zowel de voorzitter of plaatsvervangend voorzitter als de assessoren hebben stemrecht in de drie kamers van de raad van beroep. »

Art. 4.In het eerste lid van artikel IV 24, § 1, van hetzelfde statuut worden de woorden « 1 september 2002 » vervangen door de woorden « 1 maart 2004. »

Art. 5.Aan artikel V 2 van hetzelfde statuut wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4. Bij schaarste op de arbeidsmarkt kan worden afgeweken van de vereisten inzake diploma of studiegetuigschrift, na advies van het Selectiebureau van de Federale Overheid. »

Art. 6.In artikel VI 1 van hetzelfde statuut wordt § 4 geschrapt.

Art. 7.In artikel VIII 5 van hetzelfde statuut worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de §§ 1 en 2 worden de woorden "als titularis van een ambt met volledige prestaties" geschrapt;2° in § 3 worden de woorden "als titularis van een ambt of betrekking met volledige prestaties" geschrapt;3° § 4 wordt vervangen door wat volgt : « § 4.Onder « overheid » moet in de § 1 tot § 3 van dit artikel worden begrepen : de diensten van de Vlaamse regering, en voor zover ze een personeelsstatuut hebben dat vergelijkbaar is met het personeelsstatuut van de laatstvermelde diensten : 1° de Vlaamse openbare instellingen;2° de diensten en instellingen van de Europese Unie en/of de Europese Economische Ruimte;3° de diensten en instellingen van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte;4° de diensten en instellingen van de Belgische Staat;5° de diensten en instellingen van andere gemeenschappen en gewesten; 6° de provincies, gemeenten en O.C.M.W.'s van België; » 4° in § 6 worden de woorden « als titularis van een ambt met volledige prestaties » geschrapt.

Art. 8.Artikel VIII 6 van hetzelfde statuut wordt vervangen door wat volgt : « Als « werkelijke diensten » worden beschouwd : a) de perioden waarin krachtens dit besluit het salaris wordt doorbetaald, of bij ontstentenis van salaris, de aanspraak of bevordering tot een hoger salaris behouden blijft.b) voor de toepassing van § 1 tot en met § 3 van artikel VIII 5 : 1° de perioden bij de diensten van de Vlaamse regering;2° voor de indiensttredingen vanaf 1 maart 2002 : de perioden bij de Vlaamse openbare instellingen met een vergelijkbaar personeelsstatuut;3° prestaties verricht na 1 juli 2002 bij de andere overheden opgesomd in § 4 van artikel VIII 5;c) voor de toepassing van § 6 van artikel VIII 5 : 1° de perioden bij de diensten van de Vlaamse regering;2° voor de indiensttredingen vanaf 1 maart 2002 : de perioden bij de Vlaamse openbare instellingen met een vergelijkbaar personeelsstatuut. »

Art. 9.In artikel VIII 55 van hetzelfde statuut wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. De leidend ambtenaar en het contractuele personeelslid dat de bevoegdheden uitoefent van leidend ambtenaar, kan één ambtenaar van rang A2 of A1 voor bepaalde of onbepaalde duur belasten met een staffunctie. »

Art. 10.Aan artikel VIII 88, § 3 van hetzelfde statuut wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Het college van secretarissen-generaal is eveneens bevoegd voor de definitieve beslissing over de loopbaanvertraging, wanneer met toepassing van het derde lid van § 3 de departementale directieraad is samengesteld uit minder dan drie leden.«

Art. 11.In artikel VIII 100 van hetzelfde statuut wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De ambtenaar kan tijdens zijn loopbaan eenmaal om functionele of persoonlijke redenen vragen te worden teruggezet in graad. De vrijwillige terugzetting in graad gebeurt : 1° voor de ambtenaar van rang A1, B1, C1 : in de tweede rang van het lagere niveau;2° voor de ambtenaren met een andere graad : in de onmiddellijk lagere rang dan die waarin de ambtenaar was benoemd.»

Art. 12.In artikel XI 7 van hetzelfde statuut worden de woorden « in artikel XI 22 » vervangen door de woorden « in artikel XI 25 ».

Art. 13.In artikel XI 49 van hetzelfde statuut wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : « De ambtenaar krijgt verlof wanneer hij door één van volgende instanties wordt aangewezen om een ambt uit te oefenen op hun kabinet, secretariaat, cel Algemene Beleidscoördinatie of cel Algemeen beleid : - een minister; - een staatssecretaris; - een regeringscommissaris; - een lid van de regering van een gemeenschap of gewest; - een gouverneur van een Vlaamse provincie; - de gouverneur of vice-gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad; - een bestendig afgevaardigde; - een burgemeester; - een schepen; - een O.C.M.W.-voorzitter; - een voorzitter van een districtsraad; - een Europees commissaris. »

Art. 14.In artikel XI 70, § 1, 1°, van hetzelfde statuut worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen de woorden "volledige" en "dagen" worden de woorden "of halve" ingevoegd;2° tussen de woorden "presteren en "kunnen" worden de woorden "of in een continudienst zijn tewerkgesteld" ingevoegd;3° tussen de woorden "in" en "dagen" worden de woorden "volledige of halve" toegevoegd;4° het woord "prestatieregime" wordt vervangen door de woorden "prestatie- of arbeidsregime".

Art. 15.In artikel XIII 5 van hetzelfde statuut worden de woorden "13.103,17 euro" vervangen door de woorden "13.234,20 euro".

Art. 16.In artikel XIII 11, § 1, 2°, van hetzelfde statuut wordt tussen « Eerste opdrachthouder/A 361 » en « Navorser/A261, na 10 jaar schaalanciënniteit in A 261/A262 » de volgende bepaling ingevoegd : « adjunct-eerste opdrachthouder A 263 »

Art. 17.In artikel XIII 11, § 1, 2° van hetzelfde statuut wordt volgende bepaling toegevoegd : Navorser met de functie van secretaris van de Vlaamse raad voor Wetenschapsbeleid (VRWB) A 262 na vier jaar werkelijke prestaties op advies van de voorzitter van de VRWB en na een functioneringsevaluatie A 263

Art. 18.In Deel XIII, Titel II, Hoofdstuk 1, van hetzelfde statuut wordt afdeling 2 "Het vakantiegeld en de eindejaarstoelage", bestaande uit de artikelen XIII 20 en XIII 21, vervangen door wat volgt : « Afdeling 2. Vakantiegeld en eindejaarstoelage Onderafdeling 1. - Gemeenschappelijke bepalingen Art. XIII 20. § 1. Het vakantiegeld en de eindejaarstoelage zijn een percentage van het brutosalaris zoals hierna bepaald. § 2. Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder : 1° brutosalaris : het geïndexeerd jaarsalaris;2° brutomaandsalaris : het brutosalaris gedeeld door 12. § 3. Als niet tijdens de hele referteperiode volledige prestaties werden verricht, wordt het vakantiegeld en de eindejaarstoelage herleid pro rata van het verdiende brutosalaris tegenover het brutosalaris bij volledige prestaties voor de volledige referteperiode. § 4. In afwijking van de artikelen XIII 21, § 2, en XIII 21bis, § 2, wordt bij vervroegde beëindiging van de tewerkstelling het vakantiegeld en de eindejaarstoelage berekend op het brutosalaris voor volledige prestaties van de laatste maand van tewerkstelling, en wordt het vakantiegeld en de eindejaarstoelage betaald tijdens de maand volgende op de beëindiging van de tewerkstelling.

Onderafdeling 2. - Vakantiegeld Art. XIII 21 § 1. Onder « referteperiode » wordt verstaan het kalenderjaar dat voorafgaat aan het vakantiejaar. § 2. Het vakantiegeld bedraagt 92 % van het brutomaandsalaris van de maand april van het vakantiejaar. Het wordt betaald tijdens de maand mei van het vakantiejaar. § 3. In afwijking van § 2 is het vakantiegeld voor 2002 en 2003 gelijk aan het hierna bepaalde percentage : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 4. Wat betreft het vakantiegeld voor jonge werknemers wordt de periode vanaf 1 januari van de referteperiode tot de dag voor de datum waarop de ambtenaar tot de stage werd toegelaten eveneens in aanmerking genomen, op voorwaarde dat de ambtenaar : 1° minder dan 25 jaar oud is op het einde van de referteperiode;2° uiterlijk in dienst is getreden op de laatste werkdag van de vier maanden die volgen op het einde van zijn studies als rechtgevende op kinderbijslag, of de leerovereenkomst. § 5. Er wordt een inhouding verricht van 13,07 % op het vakantiegeld ten belope van 85 % van het brutomaandsalaris. Indien het vakantiegeld maximum 85 % van het brutomaandsalaris bedraagt, gebeurt de inhouding van 13,07 % op het volledig bedrag.

Onderafdeling 3. - Eindejaarstoelage Art. XIII 21bis § 1. Onder « referteperiode » wordt verstaan de periode van 1 januari tot en met 30 september. § 2. Vanaf het kalenderjaar 2001 is de eindejaarstoelage gelijk aan het hierna bepaalde percentage van het brutosalaris van de maand november : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. De eindejaarstoelage wordt uitbetaald tijdens de maand december van het desbetreffende jaar. »

Art. 19.In artikel XIII 37, § 2 van hetzelfde statuut worden tussen het woord "rang" en de woorden "A2" de woorden "A1 en" ingevoegd.

Art. 20.De tabel in artikel XIII 62, § 1 van hetzelfde statuut wordt vervangen door wat volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 21.Aan artikel XIII 62 van hetzelfde statuut, wordt een § 7 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 7. De loods met de operationele functie ontvangt per winching een helitoelage van 25 euro (100 %). »

Art. 22.De tabel in artikel XIII 65 van hetzelfde statuut wordt vervangen door wat volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 23.In artikel XIII 67 van hetzelfde statuut worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 en § 3 wordt het woord "afdelingen" en het woord "afdeling" vervangen door de woorden "Dienst met Afzonderlijk Beheer".2° in § 6 wordt het woord "scheepsbeambte" vervangen door het woord scheepstechnicus".

Art. 24.In artikel XIII 86, § 3 van hetzelfde statuut wordt het woord "3 000" vervangen door het woord "300".

Art. 25.In het opschrift van Deel XIII, Titel 4, Hoofdstuk 3 van hetzelfde statuut wordt het woord "werkgeversbijdrage" vervangen door het woord "tegemoetkoming".

Art. 26.In artikel XIII 102 van hetzelfde statuut worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "het bedrag van de wettelijke werkgeversbijdrage in de" worden vervangen door de woorden "een tegemoetkoming ten bedrage van de volledige";2° het woord "werkgeversbijdrage" wordt vervangen door het woord "tegemoetkoming".

Art. 27.Aan Deel XIII, Titel 4, van hetzelfde statuut wordt een hoofdstuk 5bis toegevoegd, dat luidt als volgt : « Hoofdstuk 5bis. Woon-werkverplaatsing voor personen met een handicap.

Art. XIII 106bis. "Het personeelslid dat minstens 66 % arbeidsongeschikt is, ontvangt een tegemoetkoming voor de woon-werkverplaatsing met de eigen wagen.

Deze tegemoetkoming is gelijk aan de kostprijs van een treinkaart tweede klasse over dezelfde afstand. »

Art. 28.In artikel XIII 110 van hetzelfde statuut worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° In 1° worden tussen het woord "Wegenfonds" en het woord "of" de woorden ", het Ministerie van Openbare Werken" toegevoegd en worden na het woord "1976" de woorden "en bij besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000" toegevoegd;2° het 3° wordt geschrapt.

Art. 29.In artikel XIII 116, § 1 van hetzelfde statuut worden de woorden "2.235 euro" vervangen door de woorden "2.855 euro".

Art. 30.In artikel XIII 123, § 4 van hetzelfde statuut worden de woorden XIII 8, § 3 vervangen door de woorden XIII 11, § 3

Art. 31.In artikel XIII 131, § 1, van hetzelfde statuut worden de woorden "rechtstreeks aangeworven" geschrapt.

Art. 32.In Deel XIII, Titel 5 van hetzelfde statuut wordt een artikel XIII 136 toegevoegd, dat luidt als volgt : « Art. XIII 136. De personeelsleden die in de loop van het jaar 2001 uit dienst zijn getreden, krijgen een aanvulling op hun reeds toegekend vakantiegeld bij uitdiensttreding, tot het percentage, vermeld in artikel XIII 21, § 3. »

Art. 33.Aan artikel XIV 7 van hetzelfde statuut wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt : « § 4. Bij schaarste op de arbeidsmarkt kan worden afgeweken van de aanwervingsvoorwaarden inzake diploma of studiegetuigschrift. »

Art. 34.Aan artikel XIV 18, § 8, van hetzelfde statuut wordt een 3° toegevoegd, die luidt als volgt : « 3° in geval van tijdelijke contractuele tewerkstelling bij een werkgever waartoe reglementair de mogelijkheid bestaat. »

Art. 35.In artikel XIV 25, § 1 van hetzelfde statuut worden de woorden "12.354,55 euro" vervangen door de woorden "12.478,10 euro".

Art. 36.In artikel XIV 26 van hetzelfde statuut worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 3 worden tussen het woord "vakantiegeld" en het woord "van" de woorden "en de eindejaarstoelage" toegevoegd;2° § 4 wordt opgeheven;3° een § 6 wordt toegevoegd, die luidt als volgt : « § 6 Indien de totaliteit van de moederschapsuitkeringen, uitbetaald tijdens het bevallingsverlof, minder bedraagt dan het nettosalaris dat overeenstemt met dezelfde periode, verkrijgt het contractuele personeelslid een aanvulling, die gelijk is aan het verschil.»

Art. 37.In Deel XIV, Titel 4 van hetzelfde statuut wordt een artikel XIV 36 toegevoegd dat luidt als volgt : « Art. XIV 36. Voor het contractuele personeelslid dat m.i.v. 1 januari 1999 in dienst werd genomen als deskundige (gezondheidsmedewerker of verpleegkundige) bij het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, administratie Gezondheidszorg, onmiddellijk aansluitend op prestaties bij de Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg (VRGT), wordt de geldelijke anciënniteit bij deze vereniging, berekend overeenkomstig de regels die gelden bij het ministerie, in aanmerking genomen voor de overgang naar de volgende salarisschaal in de geldelijke loopbaan, overeenkomstig art.

XIV 23. »

Art. 38.In bijlage 3 bij hetzelfde statuut wordt onder titel II (personeel belast met wetenschapsbeleid) onder rang A2 als tweede mogelijkheid bijgevoegd : "adjunct-eerste opdrachthouder (uitdovend)".

Art. 39.Dit besluit treedt heden in werking, met uitzondering van de hierna vermelde artikelen die uitwerking hebben met ingang van de hiernavermelde datum : 1° artikel 2 : 1 juni 2001 2° artikelen 3 en 23,1° : 1 januari 2003 3° artikelen 7, 8 a) , 8 b) , 1°, 8 b) , 3°, 8 c) , 1°, 12, 17, 23, 2°, 24, 28, 30 : 1 juli 2002 4° artikelen 8 b) , 2° en 8 c) , 2° : 1 maart 2002 5° artikel 13 : 1 september 2001 6° artikelen 14, 15, 25, 26, 27 en 35 : 1 januari 2002 7° artikelen 16 en 38 : 1 januari 1994 8° artikelen 18, 32, 34, 36, 1° en 2° : 1 november 2001 9° artikelen 20 en 37 : 1 januari 1999 10° artikelen 21, 22 en 29 : 1 juli 2000 11° artikel 31 : 1 september 1999 11° artikel 36, 3° : 1 januari 2001 Art.40. De Vlaamse minister, bevoegd voor de Ambtenarenzaken, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 31 januari 2003.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, P. VAN GREMBERGEN

^