Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 31 maart 2000
gepubliceerd op 20 april 2000

Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van artikel 14, § 5, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000035366
pub.
20/04/2000
prom.
31/03/2000
ELI
eli/besluit/2000/03/31/2000035366/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

31 MAART 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van artikel 14, § 5, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, inzonderheid op artikel 14, § 5, gewijzigd bij de decreten van 20 december 1995, 11 mei 1999 en 3 maart 2000;

Gelet op het advies van de Stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek, gegeven op 11 februari 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 februari 2000;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat de aanvraag voor verhoogde bemesting in geval van teeltcombinaties geoogst in hetzelfde jaar of de opeenvolgende teelten van graszoden, door de betrokken landbouwers tijdig moet worden gemeld aan de Mestbank omdat anders zich een probleem stelt inzake controle op de cultuurgronden van deze teeltcombinaties;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 24 maart 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : het decreet : het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen.

Art. 2.§ 1. De teeltcombinaties waarvoor de in artikel 14, § 5, eerste lid, van het decreet bedoelde verhoging van de hoeveelheden nutriënten wordt toegestaan, zijn de volgende : 1° één voorjaarssnede maaigras weggehaald van het perceel en onmiddellijk gevolgd door maïs geoogst in hetzelfde jaar;één begrazingsomloop gras gevolgd door maïs geoogst in hetzelfde jaar; zowel in geval van de voorjaarssnede maaigras als in geval van de begrazingsomloop mag het gras niet worden gescheurd, geploegd of doodgespoten vóór 1 april; 2° één voorjaarssnede maaigras weggehaald van het perceel en onmiddellijk gevolgd door een "ander gewas" geoogst in hetzelfde jaar; één begrazingsomloop gras gevolgd door een "ander gewas" geoogst in hetzelfde jaar; zowel in geval van de voorjaarssnede maaigras als in geval van de begrazingsomloop mag het gras niet worden gescheurd, geploegd of doodgespoten voor 1 april; het hiervoren bedoelde "ander gewas" kan niet behoren tot de groep "gewassen met een lage stikstofbehoefte"; 3° de opeenvolging van verschillende teelten van groenten, met inbegrip van vroege aardappelen, die niet behoren tot de groep "gewassen met een lage stikstofbehoefte" geoogst in hetzelfde jaar;4° opeenvolgende teelten van graszoden. § 2. De in artikel 14, § 5, eerste lid, van het decreet bedoelde verhoging van de hoeveelheid nutriënten wordt niet toegestaan voor cultuurgronden gelegen in de gebieden, bedoeld in de artikelen 15, 15bis, 15ter en 15quater en in artikel 17, § 2, 1° en 2°, van het decreet, en evenmin op de percelen waarop, in het voorgaande jaar, een nitraatresiduwaarde is vastgesteld die hoger is dan de in artikel 13bis, § 1, van het decreet bedoelde, waarden.

Art. 3.§ 1. Voor de teeltcombinatie, als bedoeld in artikel 2, 1°, zijn de volgende hoeveelheden meststoffen, met inbegrip van de uitscheiding door dieren bij beweiding, uitgedrukt in kg difosforpentoxyde en kg stikstof per ha en per jaar toegelaten : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Voor de teeltcombinaties zoals bedoeld in artikel 2, 2° en 3°, zijn de volgende hoeveelheden meststoffen, met inbegrip van de uitscheiding door dieren bij beweiding, uitgedrukt in kg difosforpentoxyde en kg stikstof per ha en per jaar toegelaten : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. Voor opeenvolgende teelten van graszoden zoals bedoeld in artikel 2, 4°, zijn de volgende hoeveelheden meststoffen, uitgedrukt in kg difosforpentoxyde en kg stikstof per ha en per jaar toegelaten : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.§ 1. Om de in artikel 3 bedoelde hoeveelheden meststoffen te mogen aanwenden, dient de gebruiker een aanvraag in te dienen bij de Mestbank door middel van een aanvraagformulier. Hij maakt hiertoe gebruik van een door de Mestbank toegestuurd aanvraagformulier, aangevuld met een overzicht van de percelen waarop de aanvraag slaat op basis van de aanduiding op cartografisch materiaal in het kader van de aangifte zoals bedoeld in artikel 3, § 1, 5°, van het decreet. § 2. De in § 1 bedoelde aanvraag dient bij de Mestbank te worden ingediend : 1° vóór 1 januari van het jaar waarvoor de verhoging zal worden toegepast, wat de in artikel 2, 1° en 2°, bedoelde teeltcombinaties betreft;2° vóór 1 mei van het jaar waarvoor de verhoging zal worden toegepast, wat de in artikel 2, 3° en 4° bedoelde teeltcombinaties betreft.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor Leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 31 maart 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA

^